Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zondag 29 november 2015

De rijke man en Lazarus


Op een forum kwam de vraag langs hoe we Lukas 16: 19- 31 moeten lezen.
Het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus. Sommigen nemen het (weer eens) letterlijk.
Volgens mij is het een gelijkenis omdat je wanneer je letterlijk leest in de problemen komt.
Iets eerder, in Lukas 8 zegt Jezus zelf notabene tegen zijn discipelen:
10 En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan.
De gelijkenis van de rijke man en arme Lazarus vertelde hij o.a. ook aan de Farizeeën.
Lukas 16: 14: En al deze dingen hoorden ook de Farizeeën, die geldzuchtig waren, en zij beschimpten Hem.

Jezus sprak over een rijke man gekleed in purper en fijn lijnwaad. Via een concordantie kun je vinden en lezen dat deze materialen alleen door de rijkste mensen gedragen werden. Dan denk ik dat Hij met die rijke man de Farizeeën bedoelde. Het waren snobs i.p.v. herders.
Zijn (letterlijke) naaste was Lazarus ( het volk ) en werd door de rijke man genegeerd. Precies zoals de Farizeeën en Schriftgeleerden maar wat aanrommelden en het vooral druk hadden met zichzelf. Witgepleisterde graven.
Lazarus/ het volk moest het zelf maar uitzoeken.
Honden is de niet complimenteuze benaming voor heidenen. Van hen krijgt Lazarus
nog wat aandacht. (betekenis van het Griekse Lazarus: mijn God is helper; dat heeft met getalswaarden van de letters van het Hebreeuwse Eliëzer te maken)

De rijke man beland in Hades; het dodenrijk en heeft het daar nog steeds druk met zichzelf. Er is een onoverkomelijke kloof tussen het dodenrijk en de plaats waar Abraham en Lazarus zich bevinden. Verwijst dat naar de Styx ; zijn dat Griekse invloeden die bij het beleven van die dagen paste? Ik denk trouwens dat hier niet gesproken wordt over locaties maar over situaties.

Maar waarom wordt Abraham genoemd? Als oervader? Of….
In Johannes 8 staat dat de Farizeeërs zich op hun voorvader Abraham beroepen. Ze gaan er prat op dat zij zijn nageslacht zijn. Wat nog maar de vraag is omdat zij hier ook zeggen dat zij nooit slaaf zijn geweest terwijl alle afstammelingen van Jakob als slaaf in Egypte zijn geweest. Onder Johannes Hyrcanus, koning en hogepriester in 134 -104 voor Chr. zijn Idumea= Edom, Moab en Samaria namelijk verplicht joods geworden. Zie Code rood.
In deze gelijkenis laat Jezus zien dat hen dat niet zal helpen. Lazarus, het uitschot wordt in de schoot van Abraham gedragen.

Die vijf broers moeten ook een betekenis hebben. Alle betekenissen die ik op het www heb gelezen voldoen naar mijn mening niet. Dan zou de rijke man o.a. staan voor Jood/Juda en Juda had vijf broers...juist....en dan?
Het getal vijf associeer ik toch vooral met de eerste vijf Bijbelboeken/ de Thora. Maar dat klopt niet omdat die wat later weer wordt genoemd.
Waarom zou iemand in een parabel vijf broers hebben......een bepaalde volheid/een handvol?
Representeren zij de Farizeeërs, Sadduceeën, Essenen en Zeloten van die dagen?
Maar dat klopt niet.
Andere mogelijkheid:
Rijke man plus vijf broers = zes.
Getal van de mens? Dat lijkt mij het meest plausibel.
De Wet en de profeten zijn er voor de mens.
Dat moest genoeg zijn in die tijd.
Voor ons is het gemakkelijker: geloof is voldoende.

zaterdag 28 november 2015

Hannah Arendt, de studie 3


In het derde deel van haar boek zet Hannah uiteen wát ons aan het denken zet.
Volgens Plato is het de behoefte om de verwondering en bewondering (pathos)van deze kosmos te concretiseren.
Volgens Kant komt het door de behoefte om de grenzen van de kennis te overstijgen; volgens Hegel om verzoend te raken met de loop der dingen en volgens Hannah/ de moderne filosofie om te zoeken naar betekenis. (p 214)
Waarbij ik mij dan afvraag of het zoeken naar betekenis niet een terrein is van de theologie of op zijn minst daaraan grenst. Het is dan wel weer zo dat de theologie helaas terrein verliest en dat ‘moet’ kennelijk worden opgevuld.
Ik denk bijvoorbeeld aan ‘religie voor atheïsten’ van de Botton .
Hannah noemt nergens de theologie, het zoeken naar betekenis wordt opgevuld door o.a. de filosofie, literatuur/ poëzie en de ‘denkdingen’ van de beeldende kunst. Al deze takken ontspringen aan het denken.

Door na te denken wát ons aan het denken zet zoeken we naar manieren om het denkende ego ter verleiden om zich te vertonen. (p215) Om grip te krijgen zoek Hannah naar een model en vindt dat in Socrates, de zuiverste denker van het Avondland (het Westen) omdat hij niets heeft opgeschreven.
‘Want wie vanuit het denken begint te schrijven, moet onvermijdelijk lijken op mensen die tegen een al te sterke rukwind beschutting zoeken.’
Wel Hannah, dan geven we elkaar maar de hand. *grinnik*
Ergens op dit blog heb ik haar geciteerd: "Ich muss verstehen. Bei diesem verstehen gehört bei mir auch das schreiben. Das schreiben ist noch in dem vertehen's prozess."
Dat lijkt mij iets anders dan beschutting zoeken.

Socrates is voor haar de ultieme denker, die niets anders deed dan wat elke mens zou moeten doen. Hij was de horzel, hij wist te prikkelen, hij was een vroedvrouw omdat hij wist hoe hij anderen van hun gedachten moest verlossen maar zelf onvruchtbaar was en, wetende dat hij niets wist was hij niet van plan om zich daarbij neer te leggen. Maar Socrates besefte dat het denken eindigde in ‘radeloosheid’, in aporie. Tegen een muur.

In deze tijd is dat de – postmoderne- twijfel, maar deze houdt je wel wakker en voorkomt dat je verzandt in het automatisme van het alledaagse.
Daarom is denken gevaarlijk wanneer het alle doctrines opnieuw onderzoekt, oude waarden omkeert. Mensen houden daar niet zo van.
Maar niet denken is nog gevaarlijker. Hannah grijpt dan terug naar Nazi Duitsland waar waardevolle morele waarden werden omgekeerd. Dat gebeurde niet plotseling maar heel langzaam en de meesten ging mee.
Zoals – denk ik - het kokende kikkerssyndroom. Wat trouwens een mythe blijkt te zijn. Kikkers springen wel degelijk uit de pan wanneer het hun te heet onder de pootjes wordt. Maar het beeld maakt wel iets duidelijk.
Ik denk dat in onze tijd de bankencrisis op deze manier kon ontstaan.

Vragen stellen opent de semantische speelruimte, de pluraliteit, terwijl antwoorden deze ruimte sluiten. Wanneer dat teveel gebeurt verandert de wereld in totalitarisme.
We ‘moeten’ dus onze vragen blijven stellen, de ruimte openhouden. Ook al leidt het misschien nergens toe.
(Dan weet ik nu alvast dat er geen antwoorden van haar zullen komen in de rest van haar boek.)
In de zoektocht naar betekenis komt Hannah uit bij de liefde, de Eros. Het denken is een soort van verlangende liefde en richt zich op schoonheid, rechtvaardigheid, wijsheid enzovoort
Lelijkheid is een gebrek aan schoonheid, kwaad is een gebrek aan goedheid enz. en hebben daarom geen eigen wortels. Negatieve begrippen worden door het denken herleid tot betekenisloosheid.

Even terug naar de twijfel. De twijfel is leidend bij de mens die op zoek is naar bestaanszekerheid. Die twijfel is geen ‘pathos’(verwondering/bewondering)zoals bij de oude Grieken. De mens wil vaste grond onder de voeten, een vast fundament. Het moderne denken is rationeel, altijd op zoek naar wat betrouwbaar en vooral beheersbaar is.
Daaruit is de vraag van Leibniz ontstaan: ‘Waarom is er iets en niet veeleer niets?’
Voor Leibniz was de ultieme grond: ‘God’.
Ook Aristoteles kwam hier eerder op uit: ‘de Onbewogen Beweger’.
Zelf noem ik Hem als het zo uitkomt altijd de ‘Bewogen Beweger’ en kan ik op het nodige commentaar rekenen.
Kant ging een stapje verder en vroeg zich af in ‘de kritiek van de zuivere rede’ waar God dan vandaan kwam en sloeg theoretisch de verschijningsgrond voor al wat bestaat als bodem onder de filosofische bouwwerken vandaan.
Zo kan Hannah schrijven over ‘de metafysische misvatting van de twee wereldentheorie’ omdat datgene wat verschijnt (de fenomenale wereld) niet minder waard zou zijn dan hetgeen niet aan ons verschijnt; de vroegere ideeënwereld van Plato en de, voor mij, Goddelijke wereld. Zij houdt daar gewoon geen rekening meer mee.
Zij spreekt ook wel over twee werelden, maar dan de fenomenale en noumenale (het zijn, de gedachtewereld).

Nog iets opmerkelijks:
In het Griekse denken is de kosmos het Zijn, het Ene. Naar dit onvergankelijke moet de sterfelijke mens geest (nous) met zijn/haar denken zich richten.
In het Christendom is het omgedraaid: de kosmos komt op een goede dag ten einde en de mens wordt onsterfelijk door geloven.



Disclaimer: dit blogbericht gaat niet alleen over haar boek maar ook over hetgeen in de lessen wordt besproken en waarvan ik voor mezelf een samenhangend geheel probeer te maken.




vrijdag 20 november 2015

De Didachè


Een uitgave van ‘Stad op een berg’ uit 2014.
De Didachè, in een vertaling van Arjan de Kok, is een oud geschrift dat gedateerd wordt rond de eerste eeuw maar in de vergetelheid is geraakt tot 1873.
Toen werd in Istanbul een oud geschrift gevonden, daterend uit 1056 waarin dit geschrift zich bevond. Bekendheid heeft het nooit gekregen.
Toch zijn alle geschriften uit die zeer vroege periode na Christus best wel interessant. Al was het alleen al om te kijken hoe het één en ander is verlopen.
Het is maar een klein geschriftje; 16 korte hoofdstukjes, verdeeld in verzen.
Didachè betekent ‘leer’ en de ondertitel is: ‘Het onderwijs van de apostelen’. In het Engels wordt didachè vertaald met ‘doctrine’. Dat heeft in onze tijd een negatieve connotatie maar als ik het boekje zo lees hoeft dat niet.
Zeker in hoofdstuk 3 voelde ik dezelfde genegenheid als er uit de brieven van Johannes spreekt. Er staat heel vaak: ‘mijn kind’.


‘Er zijn twee wegen, één van het leven en één van de dood.’
Zo begint het boekje
In de eerste zes hoofdstukken worden deze wegen uitgewerkt. In de andere hoofdstukken wordt er aandacht besteed aan de doop, eucharistie, gebed, beleid en toekomstverwachting.

Nog wat bijzonderheden:
Op fora wordt in de discussies over de doop af en toe flink gesteggeld over de hoeveelheid water. Onderdompelen moet en die paar druppels is geen dopen. Vroeger keken ze niet zo krap en waren ze nuchter genoeg om te stellen dat onderdompelen in stromend water de voorkeur heeft maar wanneer dat er niet is, is water over het hoofd ook goed. Warm of koud, het maakt allemaal niet uit als het maar in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest gebeurt.

Ik las een bevestiging van wat ik al wist: dat wat bij ons vertaald is als: ‘Gij zult niet echtbreken’, in de grondtekst niet staat.
Daar staat: ‘Gij zult geen overspel plegen’. Dat is iets heel anders. Helaas heeft dat heel veel narigheid gebracht.
Vaak wordt verwezen naar wat Jezus zegt in Mattheus. Maar Jezus heeft het ook over overspel. Door overspel breek je de ‘echt’. Andersom dus.
Waarom horen wij elke zondag het: gij zult niet echtbreken? Waarom is dat op die ene plaats in de Bijbel zó vertaald terwijl de 30(!) andere keren in het OT datzelfde woord ‘na’aph’ met overspel is vertaald?
Echtbreken is geen overspel; overspel is wel echtbreken.
Vertalen was mannenwerk en ik ben achterdochtig geworden en waarom deze vertaling doorgezet is in de HSV is mij een raadsel.

Verder: het is verboden een kind te vermoorden door een miskraam op te wekken.
Profeten die om geld vragen zijn valse profeten en: 'Wanneer u het hele juk van de Heer kunt dragen, zult u volmaakt zijn. Zo niet, doe dan wat u kunt.'
Wat heerlijk relativerend.

Achterin het boekje worden veel dingen uitgelegd en staat ook de complete Griekse tekst.



donderdag 19 november 2015

Het geheime logboek van topnerd Tycho


Dit jaar geschreven door Corien Oranje, theologe in samenwerking met Cees Dekker, natuurkundige.
Een kinderboek wat is geschreven om de evolutietheorie uit te leggen (bovenbouw basisschool) en aan te geven dat die overtuiging prima kan samengaan met geloven in God om te voorkomen dat zij op latere leeftijd zouden afhaken wanneer ze ontdekken dat de Bijbel er heel anders over schrijft.
Daar kan ik voluit achter staan omdat ik via fora genoeg heb gezien/gelezen dat het afhaken van het geloof om die reden inderdaad het geval is.
Dat moeten we niet willen. Dat is niet nodig.
Op 24 september jl. Is over dit boek zelfs een symposium gehouden op de Evangelische Hogeschool. De bedoeling van directeur Els van Dijk was om de beide ‘kampen’ met elkaar in gesprek te laten gaan. Ze heeft behoorlijk wat over zich heen gekregen omdat de EH in de statuten het creationisme omarmt. Ik vind haar een dapper mens.

Ik heb het boek globaal doorgenomen. Het ziet er leuk uit en de schrijfstijl is ook erg plezierig en humoristisch voor de overactieve jeugd. Denk ik.
Míjn autistische trekje maakte mij echter heel onrustig bij al die verschillende kadertjes met extra info per bladzijde.
Het mag nu liggen wachten tot mijn kleinzoon zo ver is.

Bericht RD en het bericht in het ND

zaterdag 14 november 2015

En Beiroet, Libanon.









16 maart 2016:
Aanslagen in Ankara, Istanbul: 28 doden, 61 gewonden. Opgeëist door
22 maart
Zelfmoordaanslagen in Brussel: 35 doden, 120 gewonden. Opgeëist door IS
25 maart:
Aanslag in en voetbalstation in Irak: 41 doden, 105 gewonden. Opgeëist door IS
27 maart:
Zelfmoordaanslag in Lahore, Pakistan: 70 doden, 340 gewonden. Opgeëist door een type-taliban-groepering.
Gericht op christenen, vooral vrouwen en kinderen zijn het slachtoffer.
28 juni
Aanslag in Istanbul, 41 doden en 239 gewonden. Opgeëist door IS
03 juli
Aanslag in Bagdad, 200 doden, 150 gewonden. Opgeëist door IS
23 juli
Aanslag in Kabul. 80 doden, 240 gewonden. Opgeëist door IS
13 december
Aanslag op een koptische kerk in Cairo; moordpartijen in Aleppo, Mosul....
het wordt teveel, ik kan het niet bijhouden.

Er moet heel veel gebeden worden.


donderdag 12 november 2015

Israël


Familie van mij is er van overtuigd dat wij Israëlisch bloed hebben, zelf ben ik dat (nog?) niet.
Toen vond ik - ik weet niet meer waar - dit gedicht.


Israël

‘Wie zegt me, Israël, zit jij verloren
in het labyrint van eeuwenoude stromen
van mijn bloed? Waar is het langsgekomen,
mijn bloed en jouw bloed, waar vind ik de sporen?
Wat geeft het. Jij zit immers in het gewijde
boek dat de tijd omspant en dat het verhaal
van lemen Adam redt en dat in taal
herinnert aan het Kruis en aan het lijden.
In dat boek zit je, dat de spiegel is
van elk gezicht dat er naar buigen zal’


Jorge Luis Borges (1899-1986)
Argentijns schrijver en dichter. Dit gedicht is uit 1969.

Nog een aardige quote van hem:
„Ik heb me altijd voorgesteld dat het paradijs een soort van bibliotheek zal zijn.”


dinsdag 10 november 2015

Hannah Arendt, de studie 2


De filosofie herdacht: Denken met Hannah Arendt.

Het eerste deel van haar boek had als ondertitel ‘verschijnen’; het tweede deel heet: ‘mentale activiteiten in een wereld van verschijnselen’.
Ik begin ook een beetje te snappen wat ze wil. Het oude, metafysische denken ontmantelen, het goede daarvan behouden en iets nieuws er voor in de plaats brengen.



Dat maakt ze duidelijk met een paar regels uit ‘The Tempest’ van Shakespeare (p 267):
“vijf vadem diep ligt je vader,
zijn gebeente is koraal geworden,
Deze parels waren zijn ogen.
Niets van hem gaat verloren
maar verandert op de bodem van de zee
tot iets rijks en vreemds.”

Een indeling:
de actieve mens (vita activa) bestaat uit arbeiden, werken en handelen. Arbeiden is in je levensbehoeften voorzien; werken is bezig zijn met ‘werken der duurzaamheid’ voor het algemene nut en handelen heeft te maken met het betekenis geven; de vrijheid van mensen om bij elkaar te komen, in gesprek te gaan en tot overeenstemming te komen. Beschreven in haar boek ‘The Human Condition’ uit 1958.
De passieve mens (vita contemplativa) houdt zich bezig met denken, willen en oordelen. Beschreven in ‘The life of the Mind’. (1973) Waarvan het laatste deel niet geschreven is i.v.m. haar overlijden.

Het vroegere denken was gericht op het zoeken naar waarheid. Kende je de waarheid dan was je ‘klaar’. Het was een rechte lijn. Dat klinkt – voor mij in 2015 - inderdaad meer alsof het bij de wetenschap past en niet bij de filosofie.
Het denken van de mens is geen rechte lijn, het denken speelt zich af in cirkels. *
Op die manier probeert de mens zich de wereld toe te eigenen, grip te krijgen en het vreemde buiten te sluiten.
Dat denken van ons, die mentale activiteiten zijn onzichtbaar. Hoogstens zie je soms aan iemand ‘dat hij/zij er niet helemaal bij is’. Die afwezigheid noemt Hannah negatief want het is het wegvallen van de interesse in de omringende wereld.
Zelf vind ik dat niet echt negatief. Soms moet je gewoon even verder doordenken over een opmerking, dan sluit ik mij af. En het is ook handig dat je dat kunt doen wanneer je op plaatsen bent waar je eigenlijk niet wil zijn.
Er valt altijd wel iets te denken.
Verderop schrijft ze toch ook weer dat ‘het bij zichzelf zijn en het met zichzelf verkeren, het meest opvallende kenmerk is van het leven van de geest.’
Een existentiële toestand waarin je jezelf gezelschap houdt.
Mooi toch? Zo ben je nooit eenzaam.
In tegenstelling tot wat David Grossman beweert in zijn, overigens mooie, boek(je) ‘de omhelzing’.
Een omhelzing is geen garantie tegen eenzaamheid.

Dat denken van ons is ‘talig’. Wij verzinnen woorden en benoemen de dingen. Het denken heeft de taal/ het spreken nodig om het denken weer te activeren. Binnen die taal zit ruimte en is aan verandering onderhevig.
Ze schrijft over het belang van metaforen. ‘Aanschouwing is de leidende metafoor voor de filosofische waarheid’. Je roept iets - het onzichtbare - op tot verschijnen doormiddel van verhalen/ beelden.
Dat is, even tussendoor, in mijn ogen ook een theologische waarheid.
Hannah gebruikt bijvoorbeeld de metafoor van een tafel voor het publieke domein. We kunnen er aan plaatsnemen en onze meningsverschillen ‘ter tafel’ brengen. Dat roept op om te denken. De tafel verbindt en biedt ruimte aan de pluraliteit in de samenleving die zij hoog in het vaandel heeft staan. Dit in tegenstelling tot totalitarisme waarin het denken verdwijnt.
In de wiskunde zijn symbolen zelfs belangrijker en ‘deze gezichtsmetaforen kunnen beter uitdrukking geven aan de onderliggende fenomenen die tegen hun wil in tot verschijnen gedwongen worden.’
‘Voor de geest is geen metafoor te bedenken of het zou de ‘gewaarwording van leven’ zijn’. (p 165)
Meteen moet ik dan aan Descartes denken: ‘ik denk dus ik ben’. Hannah benadert het dan volgens mij fenomenologisch: het leven doet zich aan mij voor.

Ze wil dus het oude denken ontmantelen en er iets nieuws/beters voor in de plaats stellen. Alleen heb ik dan nog geen duidelijk idee wat precies en op welke manier. Ze is bang voor totalitarisme en consumentisme, zoveel is wel duidelijk.
Haar wil om de dingen te begrijpen haal ik wel uit haar boek maar ik mis nog een heldere visionaire blik van waar ze nu precies heen wil.
Maar dat geeft niet; ik heb nog een aantal weken te gaan.


* Dat ‘circulair denken’ is ook een metafoor.... ‘en de meest glorieuze rechtvaardiging in de filosofie van de cirkelredenering’. *gniffel*

Disclaimer: dit blogbericht gaat niet alleen over haar boek maar ook over hetgeen in de lessen wordt besproken en waarvan ik voor mezelf een samenhangend geheel probeer te maken.