Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 30 juni 2015

Norwegian Wood


I once had a girl, or should I say, she once had me......

Gescheven door Haruki Murakami in 1987. Het was zijn doorbraak in de literaire wereld. Voor mij was dit ook het eerste boek dat ik van hem las.

Toru Watanabe zit in een vliegtuig naar Hamburg. Bij de daling hoort hij het liedje ‘Norwegian Wood’ van de Beatles en raakt van de kook.
In een grote flash back naar de zestiger jaren wordt langzaam (soms echt heel langzaam) alles helder.
Het is het verhaal van een introverte, nogal passieve student (theater, autobiografisch?) die op zijn manier omgaat met de dood van zijn vriend.
‘Middenin het leven draaide alles om de dood’


Kizuki, een vriend van Watanabe pleegt zelfmoord op 17 jarige leeftijd door de uitlaatgassen van zijn auto naar binnen te leiden. Naoko was/is zijn vriendin.
Na deze heftige gebeurtenis vertrekken Watanabe en Naoko los van elkaar naar Tokyo om daar te gaan studeren.
Watanabe belandt in een studentenhuis op een kamer met ‘de Marinier’; een type ‘Sheldon’ uit ‘the Big Bang Theorie’.
En hij raakt bevriend met Nagasawa die net als hij geïnteresseerd is in Westerse cultuur en schrijvers.
‘Van welke schrijvers hou je dan, Nagasawa?’ informeerde ik. ‘Balzac, Dante, Joseph Conrad en Dickens’, antwoordde hij zonder aarzeling. ‘Niet bepaald hedendaagse schrijvers’. ‘Daarom lees ik ze juist. Als je hetzelfde leest als iedereen, dan denk je ook hetzelfde als iedereen.’

In Tokyo ontmoeten Naoko en Watanabe elkaar weer bij toeval en krijgen een moeizame relatie. Ze hebben een gezamenlijk verleden maar kunnen er slecht met elkaar over praten.
‘Het leek wel of Naoko mij had aangestoken met haar woorden-zoek-ziekte.’

Op een dag is Naoko verdwenen en blijkt in een inrichting te zitten. Van daaruit schrijft zij soms brieven en ontmoeten ze elkaar af en toe.
‘Wij dragen onze afwijking zoals indianen veren op hun hoofd dragen om de verwantschap met hun stam te tonen. En we leven hier kalm en zonder elkaar pijn te doen.’

Watanabe blijft in het studentleven en ontmoet andere meisjes, o.a. Midori die het tegenovergestelde is van Naoko maar hij voelt zich heel erg aangetrokken en zeer verantwoordelijk voor Naoko.

Het is een best wel aangrijpend boek over volwassen worden door harde levenslessen. Japanners zijn harder, lijkt het wel. Japan kent het hoogst aantal zelfdodingen per jaar en dat blijft maar stijgen.
De seksuele passages zijn niet bepaald subtiel en dat stoort me, maar ook dat is Japanners eigen.


maandag 8 juni 2015

Ramadan


Deze maand begint de Ramadan. Nu alvast een gedichtje erover wat ik wel leuk vond.

Ramadan


De Ramadan is eigenlijk een zegen
want als je meedoet met die vastentijd
raak je vanzelf een aantal pondjes kwijt
hetgeen hier in ons land zwaar dient te wegen

Zo blijkt dat de islam ook voor ons allen
een mooi geloof is om van af te vallen.


Driek van Wissen (1943 - 2010)
Dichter des Vaderlands van 2005 - 2009




vrijdag 5 juni 2015

Introversie


Deze week las ik een artikel in de krant over introvert zijn en de positieve kanten daarvan. Helaas kan ik het artikel niet meer vinden maar stuitterde bij het zoeken via Google op de site van Marloes Bouwmeester en dit artikel
Wat heerlijk herkenbaar om te lezen. Ergens las ik ook dat introverten een hekel hebben aan de telefoon. Ik maar denken dat het een tik van mij was.
Ik haat dat ding.
Het breekt altijd in in mijn geest. Geef mij maar mail of de watts app voor de nodige informatie. Die lees ik wanneer ik dat wil.
Ik begrijp ook niet dat anderen altijd maar ‘stemmen willen horen’.
Muziek is echt leuker.
In gezelschappen is het mijn ding om de anderen te bestuderen en wanneer er een stilte valt ben ik altijd nieuwsgierig wie daar het minste tegen kan en begint met praten.
Heel leerzaam.
Verder heb ik een hekel aan de meeste verjaardagen.
Vaak heb ik de wens geuit dat ik liever wat minder mooi en wat adremmer was geboren. *grinnik*
Voor mijzelf had ik de wereld al ingedeeld in energieleveranciers en energieslurpers. Van die slurpers heb ik er de afgelopen jaren veel te veel ontmoet. Ik kan er niet meer tegen dus die probeer ik uit de weg te gaan.
Dat is moeilijk. Ik ben ook bang geworden om vriendschappen te sluiten. Bang om weer in dezelfde valkuilen te belanden.
Ik ben ook te netjes christelijk opgevoed om mensen direct af te kappen; de ander is altijd belangrijker en als hij/zij nu een luisterend oor nodig heeft dan behoor je er te zijn.
Ondertussen vreet het energie omdat het meestal over niets gaat. Laat mensen een kanariepietje nemen als ze een kakelpaal nodig hebben.
Energieleveranciers ken ik niet veel, dus die ik ken moet ik koesteren zonder mezelf op te dringen. Pffft. Wat is het leven toch gecompliceerd. Voeg er nog een vleugje HSP bij en klaar ben je.
Ik ben liever alleen en ik geef er steeds meer aan toe.
Vaak krijg ik de vraag wat ik tegenwoordig doe. Nou niets. Ik lees veel, blog en studeer autodidactisch viool en piano, speel in twee orkesten en wroet in de tuin. (en nog wat vrijwilligerswerk om mijn schuldgevoel te dempen)
Het is in deze tijd not done om geen baan te hebben. Ik geniet ervan. Het verhaal in de Bijbel klopt wel: zodra je je als een Maria opstelt, beginnen de Martha's te koeren.

Jammer is het wel dat je zoiets niet op tijd als kennis meekrijgt in je leven. Dat zou zoveel ‘gezellig en sociaal gewenst gedrag’ en dus vermoeidheid hebben gescheeld.
De vraag die zich aandient is natuurlijk of ik nu mee doe met de etikettenplakkeritis - hype.
Tsja, daar moet ik de komende weken maar eens over gaan nadenken. Komt mooi uit; ik heb vakantie.

“Writing is something you do alone. It’s a profession for introverts who want to tell you a story but don’t want to make eye contact while doing it.”

John Green


dinsdag 2 juni 2015


Drie soorten lezers zijn er: een eerste die zonder oordelen geniet, een derde die zonder genieten oordeelt en een middelste, die genietend oordeelt en oordelend geniet; deze herschept eigenlijk het kunstwerk.

Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832)
Duits wetenschapper, schrijver, dichter, filosoof en staatsman.



maandag 1 juni 2015

Ark van Noach/Johan


Ja daar is ie weer een keer
De SGP had afgelopen zaterdag een Familiedag gepland op de Ark in Dordrecht.
Onze familie had hetzelfde idee. Wisten wij veel.
In ieder geval kan ik wel zeggen dat onze familie, die van kleurrijke kleding houdt wat vrolijkheid bracht tussen het stemmige zwart en donkerblauw.
Maar daar wil ik het niet over hebben.
Wat ik vreemd vond was de familie van Noach. Er stond namelijk een zeer donker gekleurde man te midden van de familie. Dat zal Cham toch niet zijn geweest hoop ik. Ik dacht dat we nu wel zo ver waren dat we niet meer geloven dat Cham zwart was.
Maar je weet het nooit.

Hoe langer ik op die ark rondliep hoe meer ik ging geloven in een niet - letterlijke lezing van dit verhaal ten tijde van de bouw van piramides in Egypte. Dat is vast niet de bedoeling van Huibers, die liep te sjouwen met bitterballen. *grinnik*
Ook in Sumerië ging het leven na een 'flood' gewoon door.
Ik was wat overdonderd door de afmetingen van de ark en dan denk je al snel dat al die dieren er gemakkelijk op/in konden. Er waren echter andere zaken die mijn aandacht trokken.
In deze ark zitten overal ramen en is er verlichting. Hoe heeft Noach het toch geflikt om in het donker (één lichtopening) al die dieren te eten (welk eten?) te geven en hun uitwerpselen op te ruimen. Dat moet dan met oliepitten zijn gebeurd.
Maar wanneer het volgens creationisten zo te keer ging dat zelfs de Mount Everest en andere bergketens zijn ontstaan dan lukt dat beslist niet.
Dan lukt het lopen op zo’n boot al niet eens. En dat veertig dagen lang.

Een vraag die voor mij ook blijft staan is: waar kwam al dat water vandaan en waar ging het naar toe? Wanneer de bergketens zijn gevormd in die eerste veertig dagen waarin het zo tekeer ging (De fonteinen van de afgrond en de sluizen van de hemel) dan moet het water voor het begon te zakken toch nog een eindje boven de Mount Everest hebben gestaan. Dus een ‘rand’ van pakweg negen kilometer water rondom de aarde waar een bootje op dobbert.
Ongelooflijk! Ja, letterlijk!
En hoe koud was het in die ark dan? Bevroor het 'oppervlaktewater' niet?
In een vliegtuig wordt het bij tien à elf kilometer hoog toch ongeveer –50 graden.

Verder liepen op de ark een paar echte geiten rond en wallaby's en was er een volière met parkieten. Die rook je al van verre. Laat staan wanneer er zoveel dieren bij elkaar zitten. Dat moet een gigantisch verstikkende stank opgeleverd hebben.

Ik weet maar één oplossing:
Alles en iedereen deed een winterslaap gedurende ruim een jaar.
(2e maand 17e dag begon het te regenen en de volgende 2e maand, 27ste dag gingen ze weer uit de ark. Resp. Gen 7:11 en Gen 8:14.)


vrijdag 22 mei 2015

Letterlijk


Omdat ik weer eens in een discussie verzeild ben geraakt over de letterlijkheid van de Bijbel, een hilarisch gedichtje over letterlijkheid.

‘Geachte heer ik moet u danken
voor het postpakket dat ik ontving
Maar u vergeeft mij ongetwijfeld,
een zekere teleurstelling.

Toen ik de hand vroeg van uw dochter,
die ik hartstochtelijk bemin,
deed ik zulks niet in letterlijke
doch in overdrachtelijke zin.’


Daan Zonderland

woensdag 20 mei 2015

Louteringsberg


Geschreven door Marcel Möring (1957) in 2011.
Wat is het toch handig wanneer je La Divina Commedia hebt gelezen.
De Louteringsberg is een plaats waar een ieder zijn/haar zonden overdenkt en zich bewust wordt van de eigen geestesgesteldheid. Dat doet de hoofdpersoon dan ook.
Eerdere boeken van Möring heb ik niet gelezen behalve het essay Lijdenslust.
Maar een eerdere grote roman uit 2006 heet Dis. De stad van Dis (Dite) omvat de zesde tot negende cirkel van de hel.
Daar word ik nu wel nieuwsgierig naar. Die had ik eigenlijk eerst moeten lezen.
Maar nu eerst Louteringsberg.

Marcus Kolpa, een ‘als Hollander verklede Jood’, koopt een vervallen huis in het oosten ( de schone ster die ’t hart ontvonkt in liefde, deed de oosterhemel als een glimlach stralen’: Dante) op een berg.
Hij gaat er wonen met zijn ongeveer vijf jaar oude dochtertje Rebecca. Zijn vrouw, Chaja, is weggelopen, verdwenen toen Becky een paar maanden oud was en is nooit teruggekomen.
Daar, op die berg leeft hij van de opbrengsten van zijn boek en van erfenissen en gaat er zitten murmureren.
Wanneer Rebecca volwassen is vertrekt ook zij en blijft hij achter met mevrouw Sanders, de huidhoudster. Dan is het tijd om alles te overdenken. Dat gebeurt met flash backs. Wie is hij eigenlijk, wie is eigenlijk zijn moeder die in Israël is gaan wonen en daar overlijdt. Wie is zijn vader? Wie was Chaja? Waarom verdween zij? Aan het einde wordt alles helder.

Al dat murmureren en overdenken gebeurt in een kalm tempo, wat ik heel prettig vind. De sfeer van de bosrijke omgeving waar dat oude herenhuis staat, op die berg..... het is een sfeer die mij wel aanspreekt.
Kun je verliefd worden op een fictief figuur? Dan ben ik het geworden op Marcus Kolpa. In reality zou het me echter vergaan als Chaja denk ik, met zo’n gesloten persoonlijkheid. Maar al die filosofische hersenspinsels: het was genieten. Ik herkende zoveel in mijzelf. o.a. het, op een bepaalde manier zwart/wit denken.
Marcus draait ook een keer door maar dan gaat hij alweer ‘aan de oostkant naar beneden.’
Ja, je moet van lettertjes houden, het is een dikke pil van 506 pagina’s en komt maar langzaam op gang. Bij pagina 200 kreeg ik pas de neiging om te lezen en te lezen en te lezen en het boek niet meer weg te leggen.
Ik hoop niet dat Möring concessies gaat doen aan al die leuterende recensenten die het boek moeilijk vinden.
Een paar kritische punten: die repeterende recepten interesseren me niet en dat hij zo vaak die wijnkelder induikt en sigaren rookt ook niet. Maar oké, een heer van stand moet tenslotte ook iets om handen hebben.
Wat wel leuk is: ik heb nu Keith Jarrett ontdekt.

Een keuze uit de vele aangestreepte citaten:

‘Ik walg van de ongezonde belangstelling die tegenwoordig voor nieuwsgaring wordt versleten. Ik walg van de verveling die eruit opwalmt. Van de onophoudelijke ironie die voor een intellectuele houding wordt versleten. Wat staat er nog in de kranten Albert? Het gaat alleen nog maar over wandelen in het weekeinde, moleculair koken, nieuwe telefoons, gedrogeerde sporthelden en de levens van overspelige, verslaafde of anderszins stuurloos geraakte beroemdheden [..] waarom zijn we tegenwoordig zo bang voor nadenken en piekeren en de grote inspanning die voorafgaat aan inzicht? Sinds wanneer is kritiek geperverteerd tot afkammen en schelden? Wat is er in godsnaam met dit land gebeurt?’


‘Ik dacht: verliezen moet niet gevreesd worden. Het is juist een kenmerk van de weg die men heeft afgelegd en ouder worden dient geen streven te zijn naar welstand en status, maar naar die staat van zijn waarin alle bezittingen (of dat nu geld is, vrouwen, macht of kennis) irrelevant zijn geworden.
Wat telt is wat men is.’


‘Het gaat me om de illusie dat het leven is. Ergens weten we wel dat alles te chaotisch en te gecompliceerd is om samen te vatten in een sluitend verhaal, maar dat verdringen we en in plaats daarvan stellen we onszelf gerust met een verhaal over onze geschiedenis, onze omgeving, onszelf. We scheppen eenheid en logica en vorm en structuur waar chaos en willekeur en onduidelijkheid heersen. We kneden het verhaal van ons leven in de vorm die wij graag zien: een toch, een reis, een queeste die ons uit de duisternis, door het licht, naar het einde voert. Een begin, een midden, een einde. Onwetendheid, inzicht en kennis, en het onontkoombare verlies van dat alles. Richting en doel. Geboorte, leven en dood.’


Nu..... op naar Dis.
En daarna.... de Hemel? o nee, daar was ie al aan het einde van Louteringsberg. Een heel boek daarover is misschien teveel van het goede.