Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 17 maart 2014

Kruisdragen

Omdat we weer in de woestijntijd/ 40 zitten wat gedachten over dit onderwerp want de afgelopen tijd werd ik geconfronteerd met kruisdragen met een andere betekenis dan ik gewend was.
Eigenlijk vind ik deze, voor mij nieuwe gedachte, logischer dan waarmee ik ben opgevoed:
kruisdragen betekent dat ieder huisje zijn kruisje heeft. Onder elk dak is er wel iets aan narigheid wat ‘vrolijk’ meegedragen moet worden. Daarin verschillen gelovigen niet van ongelovigen. Ieder krijgt zijn/haar portie in het leven en het is aan jou hoe je daarmee omgaat; hoe je je kruis draagt. God wil dat alles bij gelovigen wél laten meewerken ten goede. Daarom is dat nooit zinloos/doelloos.

Maar daar gaat het niet echt om bij het kruisdragen.
Kruisdragen heeft te maken met je wil en niet met wat er ‘toevallig’ aan lijden en ziekten op je pad komt. Het houdt veel meer in dat je in Hem blijft, dat jouw keuzes gaan samenvallen met Zijn keuzes en dat je jouw vlees voor gekruisigd houdt omdat je mee gekruisigd bent met Christus (Rom 6:6)
Wij moeten ons kruis opnemen, het wordt ons niet opgelegd zoals ziekten en lijden. Want dan zouden ongelovigen ook kruisdragers zijn en vaak ook nog eens op een betere manier dan gelovigen die vaak steunen en kreunen onder hun ‘lijden voor de Heer’.

D. Prince omschreef het zo (heb ik mij laten vertellen): ‘daar waar Gods wil de jouwe kruist ontstaat het kruis.
Je kunt ervoor kiezen om je eigen wil te volgen, of je neemt het kruis op en verloochent je eigen wil om Hem te volgen.’

Matth. 16: 24,25 en Lucas 9: 23 Tegen allen zei hij: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen en dagelijks zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 24 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden.
Wanneer je jouw wil onderwerpt aan Zijn Wil ontstaat lijden; wanneer je dát lijden accepteert en jezelf verloochent, dan pas wordt je kruisdrager.

Gelukkig, zo heb ik gemerkt behoef je dat niet alleen te doen. Wij behoeven niet zoals Simon van Cyrene mee te helpen om Zijn kruis te dragen; in onze tijd is het andersom. Jezus is die weg al gegaan en kan daarin ons te hulp komen.
Hebr 4: 15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde.

Een tijdje geleden had ik het hier met een vriendin over: die tekst klopte niet want Jezus was ten eerste geen vrouw, is nooit getrouwd geweest, heeft nooit kinderen gehad en weet niet wat het is om die lastige maandelijkse perikelen te moeten ondergaan en alles wat daaruit voortkomt. Zo was de Bijbel toch weer een ‘mannenboek’.
Nu zie ik meer in dat het hier niet omgaat. Ik moet weer eens een niveau dieper steken; het gaat om de dingen die als mens m/v op je af komen. Teruggrijpend op de ‘verzoekingen in de woestijn’ van Jezus uit Matth. 4 en dan vertaald als mogelijk grootste valkuilen voor ons, mensen van nu.
Ten eerste: het gevaar om je talenten te gebruiken om van je eigen ‘buik een god te maken’; aardse dingen bedenken
(Fil 3:19).
Ten tweede: het afschuiven van verantwoordelijkheid en
ten derde: de valkuil van de op jezelf gerichte machtswellust.


maandag 3 maart 2014

Wijze woorden D.B.

Wijze woorden van Dietrich Bonhoeffer
theoloog 1906 - 1945:


Het is me weer eens duidelijk geworden dat we God niet mogen gebruiken om de lacunes in onze kennis aan te vullen, want dan wordt God teruggedrongen naarmate de wetenschap vooruitgaat en die vooruitgang is niet te stuiten. Dan is God constant op de terugtocht. In wat we kennen moeten we God vinden, niet in wat we níet kennen.
God wil begrepen worden in de opgeloste, niet in de open vragen. Dit geldt voor de verhouding God - wetenschap. Maar evengoed voor de algemeen menselijke vragen van dood, lijden en schuld.
We hebben op het ogenblik menselijke antwoorden op deze vragen, we hoeven niet terug te vallen op God. Ook zonder God komen mensen klaar met deze vragen en dit is altijd zo geweest. Het is eenvoudig niet waar dat alleen het christendom hier een oplossing heeft. De christelijke antwoorden zijn niet meer of minder overtuigend dan eventuele andere oplossingen. Ook hier is God geen stoplap.
Hij moet erkend worden midden in het leven en niet pas aan de grenzen van ons kennen; als we sterk en gezond zijn en niet pas als we lijden; als we handelen en niet pas als we zondigen. Dit is gefundeerd op Gods openbaring in Jezus Christus. Hij is het centrum van het leven en kwam beslist niet om vragen te beantwoorden. Gezien vanuit het centrum vallen bepaalde vragen eenvoudig weg en ook het antwoord op die vragen (ik denk aan het oordeel over Jobs vrienden). In Christus zijn geen ‘christelijke problemen’.


Hij schreef dit vanuit de gevangenis.
(Pag 306 van ‘Verzet en Overgave’ 2e druk uit 2007 ten Have.)

donderdag 27 februari 2014

Een mens heeft er behoefte aan om te lijden,
wanneer hij geen echt verdriet heeft creëert hij het.

José Martí, Cuba
Dichter, schrijver en leider van de Cubaanse onafhankelijkheidsbeweging.
1853 - 1893

zaterdag 22 februari 2014

Wat doe ik hier in Godsnaam

Vorig jaar geschreven door Ds. Carel ter Linden. Geschreven op o.a. een vraag wat hij zijn kinderen zou willen nalaten over hetgeen hij nu geloofde. Ik las de vierde druk van augustus 2013.
Als ondertitel heeft het boek ‘een zoektocht’. Ik vraag mij af of die zoektocht is afgesloten.
Soms denk je dat en vervolgens komt er weer zo’n mooi zin dat ik mij afvraag hoe dat nu werkt in dat brein van hem.

Als ik het boek kort zou moeten typeren is het een humanistisch boek met een religieus sausje. Zonder saus is het evenveel waard. Een atheïst zou zeggen: hij durft het laatste, definitieve stapje voor zichzelf nog niet te nemen maar eigenlijk is hij al ‘daarbuiten’. Het boek ís een ‘daarbuiten’. (p 88) Ogenschijnlijk blijft hij hinken en wat krampachtig hangen aan de verhalen en waarden uit dat oude Boek.
Het grootste probleem voor hem is het lijden in de wereld. Hij weet er evolutionair gezien geen raad mee wanneer God echt zou bestaan. Maar wie weet dat wel? Ik denk ook dat het lijden van zijn vrouw hem over de rand heeft gekickt.

“Wanneer wij de God die in de Bijbel nooit staat aan de kant van de ziekte, maar altijd aan de kant van de zieke, willen zien als dezelfde God die deze wereld en alle leven heeft geschapen met ziekte en natuurrampen als onverbrekelijk daarbij behorend, dan ontkomen wij er inderdaad niet aan om, wat Paulus en Johannes doen, een verklaring te zoeken die deze innerlijke tegenspraak binnen God recht kan doen en met elkaar kan verbinden. Maar nogmaals, ik kan het niet meer.”

De crux zit ‘m in het woordje waarmee de zin begint: ‘Wanneer’. God staat naar mijn mening niet alleen aan de kant van de zieke, maar gebruikt een ziekte. Hij is de Schepper van het hele universum, de eindverantwoordelijke. Anders verval je in dualisme. Ik begrijp ook veel dingen niet maar mijn vertrouwen in de Almachtige is daarom niet weg.
Sinds ter Linden in de evolutietheorie is gaan geloven gelooft hij ook in een evolutie van de ervaring. Hij gelooft dat het Essentiële, zo noemt hij God, niet van buiten de mens komt maar van binnenuit. (p 164). Een paar bladzijden verder (p 171) zegt hij: “Het is mij een stap te ver om hem te beschouwen als het product van ons denken: de mens heeft God niet bedacht, hij heeft hem ontdekt.”
Wat moet je daar mee? Zo zitten er meer, naar mijn gevoel, tegenstrijdigheden in.

In relatie tot het hiernamaals benadrukt hij dat hij niemand iets wil afnemen maar ondertussen doet hij wel erg zijn best. Logisch wel. Soort van zelfhandhaving wat zinloos en doelloos is.
Het laatste hoofdstukje – 'het flinterdunne verschil tussen geloof en ongeloof' - wekt bij mij bevreemding op. Het lijkt wel of hij jaren onder een steen heeft gezeten. Hij zou eens langs moeten gaan bij allerlei religiefora. Daar zijn voortdurend gesprekken tussen gelovigen en ongelovigen.
Dan kan ter Linden denken dat de kloof tussen gelovigen en niet-gelovigen in zijn ogen minder groot is dan zij lijkt en op de manier waarop hij het geloof vormgeeft verschilt dat inderdaad niet zoveel van ongelovigen maar mijn ervaring is:
geloven of niet geloven; een wereld van verschil.
Wat ook een immens verschil maakt is het uitgangspunt: ga je uit van Goddelijke openbaringen of ga je ervan uit dat alle spreken over boven van beneden komt.
Ook dat is een wereld van verschil.

Conclusie; een nostalgisch terugblikkende en mijmerende ex- gelovige schreef een boekje. Wat hij nu precies wel of niet gelooft is mij nog steeds niet echt duidelijk.
Wel grappig: tijdens het lezen van het boek hoorde ik voortdurend zijn keurige stem in mijn hoofd alsof ie mij voorlas.
Voor wie interesse heeft hier de link naar Adieu God met Tijs van den Brink op 6 oktober 2013 waar hij zowaar twintig minuten kreeg.

gerelateerd aan ter Lindenbladzijde

donderdag 20 februari 2014

The Same Old Sun

Soms........wanneer ik toch eens de moeite neem om naar (ouwe gouwe) teksten te luisteren, word ik verrast:

Tell me what to do
Now the light in my life is gone from me
Is it always the same, is the night never ending?
Tell me what to do
All the hopes and the dreams went wrong for me
There's a smile on my face, but I'm only pretending

Taking my life one day at a time
Cause I can't think what else to do
Taking some time to make up my mind
When there's no one to ask but You

The same old sun would shine in the morning
The same bright eyes would welcome me home
And the moon would rise way over my head
And get through the night alone

And the same old sun will shine in the morning
The same bright stars will welcome me home
And the clouds will rise way over my head
I'll get through the night on my own

Tell me what to do
Now there's nobody watching over me
If I seem to be calm, well it's all an illusion
Tell me what to do
When the fear of the night comes over me
There's a smile on my face just to hide the confusion

Taking my life one day at a time
Cause I can't think what else to do
Taking some time to make up my mind
When there's no one to ask but You

The same old sun would shine in the morning
The same bright eyes would welcome me home
And the moon would rise way over my head
I'll get through the night alone

And the same old sun will shine in the morning
And the same bright stars will welcome me home
And the clouds will rise way over my head
I'll get through my life on my own
On my own

Alan Parsons Project

maandag 17 februari 2014

Intouchables

Onaanraakbaren.
Een Franse film uit 2011 gebaseerd op een waar gebeurd verhaal wat ook in boekvorm is verschenen als ‘Le Second Souffle’ geschreven door Philippe Pozzo di Borgo. Eén van de rijkste mannen van Frankrijk. Gespeeld door François Cluzet.
Regie en scenario: Olivier Nakache en Éric Toledano

Tijd geleden dat ik zo heb gelachen. Maar dat komt denk ik ook doordat ik het particuliere verpleegwereldje van binnenuit ken. In Nederland ken ik trouwens geen situaties waarin een onopgeleid mens tot verpleeghulp wordt gebombardeerd maar misschien kan het wel wanneer je maar genoeg geld hebt.
Zorg dus voor een grote kist met geld onder je bed.

Driss, een ex gevangene (gespeeld door Omar Sy) komt bij een sollicitatieprocedure bij Philippe alleen maar langs voor een handtekening zodat hij een bewijs heeft voor zijn sollicitatie en een uitkering kan aanvragen.
Het loopt allemaal iets anders. Philippe, de verlamde intellectueel in de rolstoel ziet wel wat in Driss en vraagt hem als verpleeghulp.
Er ontstaat een ontroerende vriendschap tussen die twee. Wat is dat heerlijk wanneer je (een) verzorger(s) hebt waar het zo mee klikt. Dat kan misschien alleen maar wanneer het op zo’n onconventionele manier ontstaat. De harten staan open. Je merkt het later wanneer Driss afscheid heeft genomen en Philippe het moet doen met professionals. In de film is dat verschil natuurlijk wat extra aangezet want in real life zijn er heus heel leuke, professionele verpleegkundigen........

De film begint met een race door Parijs en gaat dan in een lange flashback hoe het zo is gekomen. Op een gegeven moment ben je weer op dit beginpunt en gaat het verhaal verder naar het einde. Er zit geweldige humor in het verhaal. Alleen daarom al moet je de film vaker kijken. Wanneer Philippe, de rijke intellectueel, in zijn kapitale huis luistert naar het Ave Maria van Schubert loopt de rest van het personeel met joekels van oordoppen rond.
Een klein themaatje op de achtergrond is de kunst.
‘Waarom interesseren mensen zich voor kunst?’ ‘Het is ons enige spoor op onze doortocht op aarde’.
Driss geeft daar dan weer zijn eigen draai aan zodat je toch weer gaat denken aan de kleren van de keizer binnen de wereld die Kunst heet.

Onaanraakbaren. Volgens Wiki heeft dat te make met Dalits uit India. Een groep die uitgesloten is van het kastenstelsel. Outcasts. Dan heb je weinig fantasie nodig om de titel in relatie tot de film te begrijpen.
Mooie muziek van Ludevico Einaudi die de laatste jaren aardig aan de weg timmert.

Kaïn en Abel

Als kind vond ik het verhaal van Kaïn en Abel best wel verwarrend. Om de één of andere reden werd Kaïn zo boos op Abel dat hij hem doodsloeg.
Waarom werd Kaïn zo boos? Omdat hij dacht dat God het offer van Abel wel accepteerde en het zijne niet. Meesters en juffen van (zondag)scholen legde het dat uit als zou Kaïn niet oprecht offeren en Abel wel. Er zijn van die mooie plaatjes waarop de rook van Abels offer linea recta naar boven kringelt en de rook van Kaïn ’s offer afbuigt. Dat accepteerde ik altijd maar toch bleef het ‘rommelen’.
Kort geleden las ik in een artikel van Lody van de Kamp , die weer put uit een midrasj, over de orde in de schepping. Eerst wordt levenloos materiaal geschapen, daarna de flora en nog later de fauna en nog weer later de mensheid. Deze werelden moeten gescheiden blijven. Daarom mogen joden geen kleren dragen van wol en vlas (linnen) samen. Het één komt uit de florale wereld die lager in rangorde staat en wol komt van dieren.
Daar over nadenkend ging mij een licht op. Zou het niet zo kunnen zijn dat Abel aan God iets offerde uit een wereld die hoger in rangorde stond dan de ‘vrucht van het land’ die Kaïn offerde?
Dat de offerbereidheid van Abel groter was dan die van Kaïn? Natuurlijk offerde Kaïn ook naar eer en geweten. Hij had hard gewerkt op dat land. God neemt hem ook later weer in bescherming.
Er zit gewoon weer een les in dat verhaal.

De offerbereidheid van Abraham was nog weer groter omdat hij zelfs zijn zoon, een mens, wilde offeren die nog weer hoger in de rangorde stond. Maar God stak daar toch een stokje voor, Hij wil geen mensenoffers. (Lev. 18:21, 20:2-5, Deut. 12:31 en 18:10) Van de Kamp legt de nadruk op de offerbereidheid van Abraham en iemand als bijvoorbeeld Karen Armstrong legt de nadruk op het leerproces dat Abraham als Sumeriër moest doormaken. God wil in tegenstelling tot de goden van Sumerië en Kanaän geen mensenoffers (In ‘een geschiedenis van God’)

Als gelovige van ook het nieuwe testament is voor mij de lijn wel weer verder te trekken. De offerbereidheid van je eigen leven is dan het hoogste goed dat je kunt geven. En dat deed Jezus.
Hij was ook God, dat moet wel want mensenoffers werden/worden niet geaccepteerd.
Wanneer God vraagt om ons hart dan moeten we dat ook geestelijk verstaan. Het is het hoogste wat we Hem kunnen geven.
Hoe groot is je offerbereidheid?