Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 8 maart 2013

40

Naar aanleiding van Mozes, Elia en Jezus werd mijn aandacht getrokken door het getal veertig.
Er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen deze drie personen en het getal veertig.
Mozes leefde 40 jaar in Egypte, het land van de onderdrukking, daarna 2x 40 jaar in de woestijn. Hij was veertig dagen op de berg bij God zonder eten en drinken.
Elia leefde veertig dagen in de woestijn en, net als Jezus, ook zonder eten en drinken. Fysiek kun je dat niet overleven.
Wat is dus de betekenis van dat getal?

Wanneer je in een concordantie ‘veertig jaren’ of ‘veertig dagen’ intikt gaat er een wereld open. Wat hou ik toch van dit computertijdperk. Vroeger zat ik met 'Trommius' op mijn knieën; de lust verging dan al snel.
Mijn conclusie: veertig dagen staan symbool voor een onbekend aantal dagen en veertig jaren een onbekend aantal jaren of kan symbool staan voor een generatie.
Voorbeelden:
Het regende veertig dagen en nachten bij Noach. Jona bepreekte Ninevé dat na veertig dagen de stad zou worden verdelgd. Goliath daagde het volk Israël veertig dagen uit. Het volk Israël zwierf veertig jaar door de woestijn totdat een generatie was uitgestorven. Het land had veertig jaar rust na de richter Othniël en Gideon en na de richter Ehud zelfs twee keer veertig jaar.
David, Salomo en Joas regeerden veertig jaren, een mensenleven.
Die perioden van veertig dagen in de woestijn van Mozes, Elia en Jezus staan voor inkeer en lering en zijn een overgangstijd en voorbereiding op een nieuw bestaan. Zo moest Elia, die meer met vuur had, in de woestijn leren dat God komt in het suizen van de stilte. Mozes leerde op de berg Gods stem verstaan in de wetten en regels.
En Jezus bereidde zich in de woestijn voor op zijn jaren van prediken waarop de Bergrede volgde.
Zoals het volk Israël moest leren te léven voordat ze het beloofde land in konden trekken, zo is ook ons eigen leven: ‘Veertig jaar’ een leerschool, een proeftijd op het eeuwige leven.

Ik heb me al zolang afgevraagd waar die zeven weken lijdenstijd toch vandaan kwamen tegen maar vier weken van advent. Nu begrijp ik het; het zijn geen zeven weken lijdenstijd, het is de veertig dagen tijd. Want zo moet je dan ook die veertig dagen tijd zien waarin wij nu weer leven richting Pasen. Een periode van leven in de woestijn om voorbereid te worden op dat wat komen gaat: leven vanuit de opstanding!
Het is zo voor de hand liggend dat ik me sullig voel dat ik het nooit eerder zo zag. Is het de protestantse benaming: ‘de lijdenstijd’ die verwarring zaait? Om zich te onderscheiden van het Rooms Katholicisme?
Het is geen lijdenstijd maar woestijntijd.
Ach ja, alles is al eens gezegd, alleen niet met hetzelfde accent.



donderdag 7 maart 2013

Mozes

Mozes, één van de grootste profeten in het jodendom.
Wat weten we van hem?
Hij is net als Sargon van Akkad (regeerde 2334 – 2279 BC in Mesopotamië) door zijn moeder in een biezen mandje gelegd in een poging om te overleven. Belandde aan het Egyptische hof; in het land van de onderdrukking.
Hij leerde daar enorm veel zoals geschreven staat in Hand 7: 22. Leefde daarna zelf eerst veertig jaar in de woestijn en kende die dan ook van haver tot gort neem ik aan. Genoeg om een volk veilig daardoor te leiden.
Dat was nog eens een klus. Zo’n lastig opstandig volkje leiden. Vele malen moest Mozes als middelaar optreden tussen God en de Israëlieten. Daarin was hij natuurlijk een beeld van Jezus Christus.
Maar op een gegeven moment krijgt hij weer zo’n driftbui; hij had er al eerder één gehad waarbij hij een Egyptenaar doodsloeg.
Deze keer omdat het volk jengelt om water; hij de opdracht van God krijgt (samen met Aäron) om tegen een rots te spreken en er vervolgens twee keer op slaat met zijn staf. Er komt wel water. (Num 20)
Dan krijgt hij van God straf voor zijn ongehoorzaamheid. Samen met zijn broer Aäron wordt hij ongeschikt geacht om het volk daadwerkelijk in het beloofde land te brengen.
Nou ja……..met zo’n staat van dienst, zoveel ontberingen ondergaan en doorstaan, zo vaak zijn nek uitgestoken voor dat volk en dan, als straf mag je het land toch niet binnen gaan.
Wat verschrikkelijk oneerlijk.

Totdat een predikant vertelde over de verheerlijking (transfiguratie) op de berg waar Mozes en Elia bij betrokken werden. (Matth. 17, Marc. 9 en Luk. 9) Mozes als vertegenwoordiger van de wet en Elia als vertegenwoordiger van de profeten.
Toen viel het kwartje.
Het draait weer eens om de betekenis in plaats van de letterlijkheid.
Mozes symboliseert de (uitwendige) wet, de Thora, de twee stenen tafelen. Met die uitwendige wet kon Mozes en kunnen wij het beloofde land, de hemel niet binnengaan. Het is de bedoeling dat die wet in je binnenste wordt geschreven. Geen stenen wet maar één van vlees. (2 Kor. 3)
Dat het niet meer van buiten opgelegde regels zijn maar dat je ze houdt omdat je inziet dat ze goed zijn.
Zoals Jezus deed.
Hij vervulde die wet.
Uit liefde.

Met Mozes is het wel goed gekomen.


dinsdag 5 maart 2013

Black Swan

Een film uit 2010 met een Oscar voor de beste vrouwelijk actrice: Natalie Portman. De regisseur is Darren Aronofsky. Deze keer opgenomen zodat we plezierig de commercials konden doorspoelen.
Deze film staat te boek als een psychologische thriller. Met dat thrillergehalte vind ik het wel meevallen. Het is wel een film die weer lang blijft hangen vanwege het probleem van automutilatie. Wat een ingewikkelde processen kunnen er omgaan in een mensenbrein. En wat is de invloed daarin van de omgeving?

Het verhaal speelt zich af rondom een eigentijdse opvoering van het zwanenmeer van Tsjaikovski door een balletgezelschap in New York. Dat is alvast een verzekering voor mooie muziek. Nina, een balletdanseres wordt uitgekozen om de maagdelijke witte zwaan (Odette bij Tsjaikovski) te spelen in het ballet, maar overtuigt niet als de zwarte zwaan (Odile). Ze heeft de perfectie wel in huis maar niet de passie. Toch weet ze ook die rol te bemachtigen. Dan moet ze er tegenaan. Want ze is perfectionistisch en de concurrentie is moordend. Ze moet zichzelf leren loslaten, loskomen van een heerszuchtige (?) moeder en haar seksualiteit ontdekken. Daarin gaat ze heel ver. Dat moet om die perfectie te kunnen bereiken. Denkt ze. Ik denk tenminste dat zij dat denkt.
Dat ze psychisch niet helemaal in orde is wordt duidelijk door het auto mutileren. De vraag is waardoor dat komt. Is het de grote druk? Is het die moeder die haar eigen ambities via haar dochter probeert te behalen?
Kip - ei verhaal?
In ieder geval is het soms lastig om de wanen en het gewone leven uit elkaar te houden. Dat is dan ook de kracht van de film en de aanleiding om hem nog eens te kijken en er wat langer over na te denken. Er zit een enkel los eindje in. Wat is er precies gebeurt met de voorgangster van Nina? Ongeluk of suïcide? Wat is nu de invloed van de moeder in het hele verhaal?

Nou ja, gewoon nog eens kijken dus.



maandag 4 maart 2013

Ik was een Christen

Geschreven door Maria Rosseels in 1957. Ik las een heruitgave uit 2003.
Tijdens het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam eind januari liep ik tegen dit boek aan. De schrijfster kende ik al dus voor 3,00 euro vond ik deze dikke pil een buitenkansje. Net als Graham Greene trouwens die ik daar ook vond.
Op zo’n boekenmarkt word ik altijd een beetje hebberig. Heel veel Engelse literatuur was er te vinden. Ja, de complete weken van Shakespeare staan ongetwijfeld mooi in mijn boekenkast en geven een intellectuele uitstraling , bij mij geeft de zolder dan een uitstraling van intellect. *grinnik* maar ik heb ‘m toch maar laten liggen. Ik ben een beetje gemakzuchtig en lees liever gewoon Nederlands.
Ik verbaasde me trouwens wel over de grote hoeveelheid thrillers die er lagen. Wat is dat toch met die gemiddelde Nederlander? Behoefte aan spanning in plaats van wijsheid?
Alora……ik was een christen. Een historische roman die speelt in de tijden van Ambrosius en Augustinus. De hoofdpersoon stierf op ‘de vooravond van het feest van ‘s Heren geboorte, in het jaar van Augustinus’ dood.’ Dus in 430 AC.
Je kunt beter de kerkvorsten noemen dan de keizers van het Romeinse Rijk want dat waren er nogal wat in dat verdeelde rijk van Constantijn.
De hoofpersoon, Alexander Marcus Aurelius is de helft van een tweeling en als tweede geboren. Hun vader was een edele Romein, hij bad nooit maar zijn "hele leven was één gebed, in feit hetzelfde gebed dat grootmoeder ons die eerste avond had geleerd: Uw wil geschiedde op de aarde zoals in de hemel".
Deze grootmoeder, Severa Caecilia was een christin en heeft vooral Alexander en zijn jongere zusje Anicia zeer beïnvloed. Angelo, de oudste van de tweeling leek meer op zijn vader. Naturalisten avant la lettre. Ze geloofden in wat ze zagen. Hun doel was lijden en dood overwinnen door het vernietigen van de vrees terwijl Severa Caecilia aan dat lijden en de dood een hoger doel trachtte te geven. Zingeving is dan ook een belangrijk thema.
De titel van het boek is fascinerend. De door zijn grootmoeder beïnvloedde Alexander is ook christen maar gaandeweg het boek merkje dat zijn geloof ontzettend wordt beproefd. Zo erg dat je denkt dat hij verschuift naar een atheïstische levenshouding. Zijn houding komt voort uit de vreselijke dingen die hij ziet gebeuren door christenen in die eerste bewogen tijd na Christus, voordat er een definitief Rooms Katholiek bolwerk ontstond. Een roerige vierde eeuw waarin de Arianen en Marcionieten bevochten moesten worden. Alexander is zelfs bereidt om voor het christelijke geloof te moorden. Interessant is die passage met betrekking tot de vrije wil. Maar langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij eigenlijk niet meer bij die Christenen wil horen. Ach, wie heeft dat niet bij tijd en wijle…..Je gaat de titel van het boek begrijpen. Maar toch…….aan het einde van zijn levensweg concludeert hij: Ik was een Christen en een Romein, op beide ben ik fier.
Na heel veel leed komt hij erachter dat hij is geboren “omdat God wilde dat ik zou bestaan. Dat is alles.” Heerlijk relativerend.
Een indringende passage is de passage wanneer hij terugkeert naar zijn ouderlijk huis van de Aurelii’s en daar een fresco van Jezus, door zijn grootmoeder daar laten maken, compleet aan gruizels slaat. Het deed me denken aan de taartengooier uit 'Het Lam’ van Peter de Vries . Jammer dat in dit boek de schrijfster de hoofdpersoon een nervous breakdown laat doormaken. Zouden mensen dit soms niet willen doen wanneer ze gewoon bij zinnen zijn zoals bij Peter de Vries?
Angelo, zijn tweelingbroer maakt een tegenovergestelde beweging door; van een, alleen in zichzelf gelovende Romein naar een trouwe aanhanger van het Christendom via Augustinus van Hippo.
Filosofische denkbeelden staan erin. Severa Caecilia zegt op een gegeven moment tegen Alexander: “Als je langs de rede God wilt benaderen, sla je op drift. Geloven moet je. Alleen maar geloven.[..] Redeneren is als het moeizame beklimmen van een steile berg; wie gelooft neemt ineens de sprong naar de top.”
Wie zou dat nu willen? Ik niet. Liever klimmen en zo af en toe van het uitzicht genieten. Dat is bevredigender.
En geloven, erop vertrouwen dat je op een dag die top wel haalt.

vrijdag 1 maart 2013

Wereldgebedsdag

Leer ons bidden, eeuw’ge Koning
voor de wereld zo in nood
zoveel oorlog en vervolging
de ellende is zo groot.

Leer ons bidden voor de naasten
hier en ver van ons vandaan;
laat hun zorgen op ons drukken,
net of ze vlak bij ons staan.

Leer ons bidden voor de kerken
zo verstrooid en zo verscheurd;
hoeveel harde, wrede woorden,
hoeveel scheiding wordt betreurd.

Heere, kom toch spoedig weder
daar verlangen wij zo naar!
Altijd vrede, zonder einde:
"Kom, Heer Jezus, maak dat waar!"


Bert Noteboom jr.

donderdag 28 februari 2013

Jean Paul Gaultier

Rotterdam is een beetje in de ban van Jean Paul Gaultier. Met dochterlief ben ik naar de Kunsthal geweest naar een expositie van hem. Een fascinerend mens zo bleek wel weer.
Ik herinnerde hem vaag uit modespecials van Elseviers magazine. Mannen in rokken en allerlei andere vreemde zaken. Madonna die iets wonderlijks corsletterigs van hem droeg. Een enfant terrible, zo werd hij wel gezien. Ik was toen veel te druk om er echt aandacht aan te besteden.

In de Kunsthal vertelde hij via een groot scherm over zijn jeugd en hoe het allemaal zo gekomen is.
Het was een verademing om eens te horen dat iemand een vrolijke onbezorgde jeugd heeft gehad. Weliswaar had hij geen broertjes of zusjes maar dat deerde hem niet. Hij keek en keek en keek.
Iemand, ogenschijnlijk zonder trauma’s, die is gaan doen wat hij het liefste deed. In eerste instantie zijn beer aankleden, later vrouwen en nog later mannen. Mannen voor de (andro)gein als vrouwen. Ik herinner me die man met die teddybeer wel, nu begrijp ik het ook allemaal wat beter.
Zijn modellen waren niet bloedmooi, graatmager en anorexia-achtig maar mensen van vlees en bloed die als boeren en boerinnen over de catwalk liepen. Geen theater zoals andere couturiers maar juist natuurlijk, zoals mensen zijn.
Op die manier zocht hij de grenzen van de schoonheid op. En gaat daarin naar mijn smaak soms te ver. Dan choqueert het wel maar is het niet mooi.
Hij was achttien en zat nog op school toen hij door Pierre Cardin als assistent werd aangenomen en van hem kreeg hij de vrijheid en alle ruimte om zich te ontwikkelen. Een gezegend mens ben je wanneer je zulke goeroes in je leven tegenkomt.

In de eerste zaal waar zijn creaties stonden heb ik eerst een half uur gebiologeerd naar de poppen zelf staan kijken in plaats van naar de creaties. Daar ga ik verder niets over zeggen dan is de spanning eraf. Maar af en toe was het best ‘ creepy’ zoals dochter Cathy het noemde.
Naar mijn bescheiden mening stopt Gaultier teveel mooie details in één creatie, waardoor ze vaak erg onrustig worden. Niet alles vond ik mooi maar er zaten zeker prachtige dingen tussen.
De opgewekte, levenslustige manier waarop Gaultier zijn werk betekenis gaf; tegen de mensen in al hun veelkleurigheid en tegen zichzelf aankeek stond mij wel aan.
Ik mag hem wel, die Jean Paul.
Hij mag onder het kopje kunst(on)zinnig.

dinsdag 26 februari 2013

Voedsel

In deze crisistijd verschijnen er wel veel artikelen en tv-programma’s over ongezond voedsel.
Plofkippen, (bijna) overal zit teveel suiker in, paardenvlees in mengsels terwijl het niet is vermeld en ga zo maar door. De marketing voor ongezond voedsel voor kinderen is te agressief en zou verboden moeten worden.
Neem kinderen gewoon niet mee, wanneer je hen geen weerstand kunt bieden, zou ik zeggen. Met die uitgebreide openingstijden zou dat geen probleem hoeven te zijn. Plus dat we allemaal te dik worden.
Voor zover we het journaille natuurlijk weer moeten geloven. Mijn vertrouwen daarin holt met de dag achteruit. Ik vraag me regelmatig af of ze het woord 'waarheidsvinding' nog kennen. Het kan ook weer een handige afleidingsmanoeuvre zijn. Maar ik ben toch wel gevoelig voor zulke berichten. Het heeft toch te maken met ons algehele welbevinden. Wanneer dát goed is drukt het op zijn beurt de uit de pan rijzende kosten in de gezondheidszorg.
Gelukkig gaan plofkippen verdwijnen maar met dat kippenvlees weet ik het niet hoor. Pas had ik bio kippenvlees gekocht bij een gele grote supermarkt en dat vlees kon ik met mijn vingers in stukjes trekken. Wel handig dat je geen mes meer nodig hebt maar is dat normaal? Lijkt mij niet. Waar staat dat bio eigenlijk voor?
Volgens hun site krijgt het vee alle ruimte en wordt er niet gewerkt met chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Juist. Zou het kunnen zijn dat die kippen zo in de watten worden gelegd dat hun spieren zich niet meer ontwikkelen? Het leek wel kikkerdril. Op een dag ben ik toch vegetariër, vermoed ik. Jammer dat mijn huisgenoten nog niet willen.
Sinds de lessen voedingsleer in mijn opleiding ben ik iemand die, zeker sinds het moederschap, in de winkels etiketten staat te bestuderen en zo avond aan avond een verantwoorde maaltijd op tafel probeert te zetten. Al weet je het met die voortschrijdende inzichten in de wetenschap natuurlijk nooit. Wat vandaag gezond is kan morgen uiterst ongezond en kankerverwekkend zijn.
Ik zou kunnen overwegen om een kookboek te gaan schrijven maar mijn zeer korte kookadvies vult geen boek. Die boekenmarkt is al zo overtollige vol. Daarom gratis hier: eet kosher, eet verder alles met mate maar neem zoveel mogelijk puur natuur zonder allerlei geur, kleur en smaakstoffen. Drink geen dranken met koolzuur en snoep matig.
Geniet! van hetgeen je eet en last but not least: vraag een zegen voor je eten want………

Als de Heer het eten niet zegent
tevergeefs eet je ‘gezond’.