Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 9 februari 2018

Doneren 2


Naar aanleiding van het bijna aangenomen (13 februari) wetsvoorstel van mw. Dijkstra over het donor-registratie-schap stonden er deze week wat opmerkingen in de krant.
Gelukkig was daar ook een mijnheer bij die het hersendood zijn aankaartte. Hoe dood is hersendood eigenlijk? Weten we daar wel genoeg over? Naar zijn en mijn ideeën nog steeds niet.
Via het wereldwijdeweb lees ik ook heel verschillende dingen.
Deze mijnheer was nogal recht door zee: ‘Een deel van de orgaandonoren wordt dus simpelweg op de operatietafel vermoord.’
Ook was er een mevrouw met kinderen die op grote IC’s hebben gewerkt en het donorzijn haar afraadde.
Ik werkte op een kleine IC maar ik kan me daar wat bij voorstellen.
Zij is tegen alle donaties waarbij hersendood de maatstaf is. Ik sluit me erbij aan.

De restricties die mw. Dijkstra nu onder druk van de politiek heeft gemaakt slaan werkelijk nergens op. Je moet als nabestaande gerede bezwaren hebben om de wens(?) van de overledene tegen te gaan. Er is namelijk geen uitgesproken wens wanneer het ‘Ja, tenzij’ protocol (opt-out systeem) wordt gevolgd; het ADR- wetsvoorstel. (Actieve Donor Registratie)
Hoe ga je dat doen in een verdrietig en kort tijdsbestek als medische leek?

‘We moeten onze zorgprofessionals vertrouwen.’ Volgens mw. Dijkstra. Ja, ja, maar daar zit het probleem. Artsen hebben op dat moment ook andere belangen. Ze zijn niet neutraal. En stel je voor dat ik daar lig* met mijn speciale bloedgroep die zo goed gebruikt zou kunnen worden en de arts voelt het gehijg in zijn nek van de wachtlijsten. Artsen zijn ook mensen, juist daarom vertrouw ik ze niet. En politici al helemaal niet. Deze dame Dijkstra wil naar mijn idee iets te graag scoren.


Na de deskundigenbijeenkomsten van de eerste kamer te hebben bezien en beluisterd hoorde ik veel dingen waar ik het niet mee eens was maar ook waar ik het wel mee eens was. Naast de emotionele verhalen van mw. v/d Mortel en van dhr. de Groot (geestelijk verzorger; gepromoveerd op donorproblematiek) sprak vooral de medische ethische discussie mij aan.
Zoals: Wanneer iets wordt verplicht is het geen donatie meer. (Boer van de TUK/PthU en Beers van de VU) De criteria om de dood vast te stellen zijn niet alleen zeer complex maar veranderen ook steeds en staan van tijd tot tijd ter discussie. (Beers van de VU) Dat relativeerde ze weer iets bij de vragenronde.
De mensen worden geacht geïnformeerd te zijn maar wat betekent dat in de tijd als die van ons waar in informatie steeds maar door andere informatie wordt ingehaald?
En wat betekent dat voor ‘Jan met de Pet’. (Van Leeuwen van Pharos)
Mw. Beers gaf ook nog aan dat het kan gebeuren (zoals in België is gebeurd) dat bij ADR ook lichaamsweefsels beschikbaar kwamen de biomedische wetenschap zonder dat men dat wist. In hoeverre is daarin voorzien?
En ik vul zelf maar even aan: Hoelang duurt het dan nog voordat er in wordt gehandeld door noodlijdende ziekenhuizen? Ja, ik weet het: ‘slippery slope’ argument, drogreden.
Het argument dat er in bijvoorbeeld Spanje en nog wat andere landen met dit ADR systeem meer organen beschikbaar komen vind ik dan weer een drogreden.
Nederland is toch koploper in eigenzinnigheid? Waarom dan nu naar andere landen kijken?
Over Spanje werd trouwens weer zeer relativerend gesproken door dhr. Kompanje van het EMC en dhr. Friele van Nivel.
Het is een lange zit maar dan weet je ook wat:
zitting 23 mei 2017
zitting 6 juni 2017


*waarbij ik nog even wil aantekenen dat het in principe niet uitmaakt op welke manier je sterft. Of dat door een bomaanslag, auto-ongeluk of een ‘te snelle’ dood voor donorschap zou zijn.
'Death is but one and comes but once'
Dat stervensproces moet je een keer doormaken en blijft hetzelfde en ik vertrouw erop dat het op Gods tijd zal zijn.
Maar de manier waarop er nu dingen nu bij wet geregeld gaan worden; daarmee ben ik het totaal niet eens. Ik ben ook niet van plan om me op de één of andere manier moreel te laten verplichten.
En nee, ik hoef geen orgaan van een ander.



En dan nu maar afwachten of het wetsvoorstel door deze eerste kamer komt.


13-02-2018 16.50 uur:
Zojuist de stemming in de eerste kamer gevolgd: de wet is aangenomen met 38 stemmen voor en 36 tegen.
En me maar meteen afgemeld bij de donorregistratie.



woensdag 31 januari 2018

ter Lindenbladzijde 2


Ds. Nico ter Linden is overleden. Broer van ds. Carel.
Eénentachtig jaar oud. Ik ken hem van ‘Het verhaal gaat’. Daar heb ik de eerste twee delen van.
Verder niet want vrijzinnige dominees, daar moest je voor oppassen.
Nu weet ik dat vrijzinnige dominees best wel vrij zinnige dingen kunnen zeggen. Zo ook in zijn verhalen die zo duidelijk de link hebben met onze tijden.
‘Er zaten maar twee kindertjes op de school met de Bijbel van Bersebar: Jakob en Esau.’
Wanneer ik hem vergelijk met Guus Kuijer, die ook de verhalen uit de Bijbel heeft herverteld, dan valt mij de milde en zachtmoedige toon van ter Linden op. Guus is veel sarcastischer en vooral in zijn tweede boek vond ik hem al beduidend meer anti-theïstisch.

Voor ter Linden was het belangrijk dat de verhalen blijvend worden doorverteld.
Ik kan het alleen maar met hem eens zijn. De verhalen hebben we nodig en zijn belangrijk om te leren over God en over het intermenselijke verkeer, ook al zijn sommige verhalen wetenschappelijk niet kloppend te krijgen met de naturalistische werkelijkheid. Dat doet er niet zo toe.
‘Wel waar maar niet echt gebeurd.’
Maar daarin ging Nico wel veel verder dan ik. Te ver.
Het is ook niet echt meelevend voor de joodse medemens om hun vaderlandse geschiedenis als ‘niet echt gebeurd’ te bestempelen.
Om over de opstanding van Jezus maar te zwijgen.

Op deze laatste dag van de week van de poëzie het gedicht van Bredero (1585 – 1618) wat voor ter Linde wel iets betekend heeft, zo begreep ik uit een interview.


AANDACHTIG GEBED

O Levendige God! eeuwig, goed en almachtig,
Aanschouw meelijdelijk mij droeve en neerslachtig
Een uitgekweelde man van sobere gestalt;
Gedoog niet dat hem nu de wanhoop overvalt,
Die toch een vijand is van Hemelse genade,
Want zij mijn arme ziel zou eeuwelijke schaden.
Ontvang, O Heere! toch het zuiverst’ van mijn hert,
Geef dat mij mijne zond’ niet toegerekend werd.
Neem mij, die hier op aard’ als vreemdeling moest zwerven,
In ’s Hemels borgerij na een godzalig sterven.
Ach! dat uw lieve Zoon, met zijn onschuldig bloed,
Voor mij, kenschuldige, de borgtocht voldoet.
Och! ik ben uitgeteerd en ga met smart betreden
De algemene weg van d’ouwde lang verleden.
O Heer! ik kijve niet, noch hadder niet met u.
Het sterven is mij lief, is ‘t U behagelijk nu,
Want gij hebt mij gemaakt en moogt mij weer ontmaken,
Wanneer ’t u wel gevalt. O God! vóór alle zaken
Beveel ik u mijn Ziel, o Zaligmaker goed!
Ick geer geen ander vreugd, ik zoek geen ander zoet,
Geen ander blijdschap, ach! noch ook geen liever lusten,
Als bij de Bruidegom van mijne ziel te rusten.





vrijdag 26 januari 2018

Russisch feestje


Toen ik via Facebook – waar ik nog nauwelijks kom vanwege die rare algoritmes en de oudbakken berichten van soms vijf dagen geleden – een bericht zag van het Rotterdams Philharmonisch over een concert met de tweede symfonie van Rachmaninov heb ik meteen kaarten besteld.
Die tweede symfonie is één van mijn klassieke muziekfavorieten.
Waarom weet ik niet. Ik hou van de klankkleur en het theatrale van de Russische componisten.
Het voelt alsof je deel uitmaakt van een eeuwenoude cultuur. Die hoor ik er in terug en dat bevalt me.
Misschien komt dat door de volksmelodieën die Rachmaninov maar vooral ook Chatsjatoerjan gebruikten.
Voor mijn eindexamen ooit heb ik op mijn eigen verzoek (want opgevoed met Urker- en Kamper-geestelijke-liederen-zingende mannenkoren) een doos met lp’s gekregen: ‘Europa in concert’. Tien lp’s uit tien verschillende Europese landen.
Rusland, Hongarije en Spanje waren favoriet. Op de tweede plaats: De Bohemen, Scandinavië en Engeland.
Van mijn kinderen heb ik voor mijn verjaardag eens een van moderne technieken voorziene, draagbare platenspeler gekregen zodat ik ze nog steeds kan beluisteren.











Gisteravond heb ik weer intens zitten genieten van dit echt Russische feestje want niet alleen de componisten waren Russen; ook de solist en de dirigent zijn dat. En wie kunnen deze stukken beter spelen en dirigeren dan mensen die daar geboren zijn?
Als eerste het vioolconcert van CHatsjatoerjan. (zoeken op Aram Khachaturian via Spotify) Hij is vooral bekend geworden door de muziek bij ‘The Onedin Line’ en zijn ‘Sabeldans’.
Dit vioolconcert - wat voor mij totaal onbekend was - werd gespeeld door Sergej Chatsjatrjan en gedirigeerd door Stanislav Kochanovsky.
Namen om je tong over te breken maar prachtig. Deze solist wist een zaal met vijftienhonderd mensen muisstil te krijgen.
Ook tijdens zijn toegift waarin hij een voor mij onbekend operalied speelde was het muisstil terwijl hij naar mijn idee maar met één stokhaar over de snaren ging.
Volgens mij hield iedereen zijn adem in. Hij kreeg dan ook een lange staande ovatie.

De tweede symfonie van Rachmaninov klonk vertrouwd en toch ook weer niet. Ook al ken ik alle klankkleuren, alle aanzwellende fortissimo’s en smeltende pianissimo’s; ‘ life’ horen spelen is toch ander dan via een cd.
Vooral het derde deel vind ik echt bloedmooi. Het is een inspirerende vrijage tussen blazers en strijkers.
Ontroerend.




dinsdag 23 januari 2018

Dag/Week/Maand van…

Vorig jaar viel het mij op dat er zoveel speciale dagen/weken/maanden waren.
Eén van mijn voornemens was omdat een jaar lang zo goed mogelijk bij te houden en een overzicht te maken.
Het meeste komt tot mij via de krant.
En hoeveel 'tabjes' en spaties ik ook gebruik, ik krijg het niet netjes recht onder elkaar.


Januari

12 jan – 11 feb Maand van de spiritualiteit
15 jan – 19 jan Week van de circulaire economie (whatever it means)
17 jan Dag van het Jodendom
18 jan Lelijke truien dag
24 jan Dag van de pindakaas en van de bedreigde advocaten
21 jan – 28 jan Week van het gebed
25 jan - 31 jan Week van de poëzie; de eerste dag is gedichten dag
28 jan Dag van de privacy en Lepradag (laatste zondag van de maand januari)
29 jan - 4 febr Week van het vergeten kind

Februari

1 febr - 8 maart Maand van de historische roman
6 febr Zero Tolerance Day (dag tegen vrouwelijke genitale verminking) en Safer Internet Day
10 - 17 februari Week van de euthanasie
13 feb Wereld Radio dag
14 feb Valentijnsdag
14 feb - 25 mrt Veertigdagen tijd

Maart

1 mrt - 7 mrt Week van de vegetariër
8 mrt Internationale Vrouwendag
10 mrt - 18 mrt Boekenweek




Waar ben ik aan begonnen.....

Maar kijk eens aan, er zijn er meer die dit gat in de markt zagen.
Dat scheel veel werk.
Maar die sufferds zijn de boekenweek vergeten.
Je moet ook alles in de gaten houden....
Zelfs Wiki heeft er een pagina aan gewijd, maar die staat op het punt te verdwijnen.




dinsdag 16 januari 2018

Achtendertig nachten

Geschreven door Janne IJmker in 2006 alweer. Ze won ermee de Publieksprijs voor het beste Christelijke boek in 2007.
Ik las een digitale editie naar de zevende druk uit 2009.
Ik hou niet van streekromans. In gedachten noem ik ze ‘Lammechien en Hillechien reeksen’.
Ze lijken allemaal op elkaar en vertellen over een wereld die niet de mijne is.
Zo rond mijn dertiende heb ik het lezen van deze boeken afgezworen nadat ik de hele VCL- reeks van mijn moeder doorgeploegd had.
Ja, ik was veel te jong voor die stuff maar ik was vroeg wijs volgens mijn moeder; plus nog iets.

Ik hou ook niet van über-christelijke boeken. Laat mij zelf maar denken. Het hoeft er niet zo duidelijk bovenop te liggen. Deze roman is ook op historische feiten gebaseerd, (verantwoording aan het eind) dat was voor mij de aantrekkingskracht en het loopt niet goed af dus heb ik me eraan gewaagd.
Het verhaal heeft me wel aangegrepen. Vooral door het morele gemanipuleer in allerlei zaken die schering en inslag waren, toen en nu nog steeds. Gearrangeerde huwelijken waren ook gewoon in die tijd om het kapitaal in de familie te houden.
Het verhaal kán zo gebeurt zijn; daar hou ik het maar op. (en de schrijfster ook)

Het verhaal speelt zich af in het Drenthe van 1738 -1767 in de dorpen Doldersum en Vledder.
Elsjen Roelofs vermoord haar man, Jan Albers met rattengif in maart 1767. Ze wordt gevangen gezet in Assen, bevalt daar eind juli van haar tweede kind, een dochtertje dat op twee jarige leeftijd overlijdt en krijgt de doodstraf op 9 september 1767.
Haar eerste kind, Roelof, trouwt en krijgt vijf kinderen. Overlijdt in 1809.
Niemand van zijn kinderen krijgt een naam van moeders familie. Dat zegt iets.
Dat laatste over Roelof heb ik uit de verantwoording gevist.
Om die eerste feiten heen is het verhaal opgebouwd. Elsjen schrijft in de gevangenis in flashbacks haar verhaal hoe het zover gekomen is en verwerkt daarmee met behulp van Janne, haar verzorgster, wat ze heeft gedaan. Ze vindt steun in het verhaal van Job uit de Bijbel die ze van haar broer Luit heeft meegekregen.
IJmker heeft er een christelijk verhaal van gemaakt. Of dat terecht is is de vraag. In die tijd was de kerkelijke gemeenschap belangrijk, iedereen ging naar de kerk en feit is ook dat er een ‘beroering’ (opwekking) plaatsvond in Vledder in 1751. Maar feit is ook dat Elsjen de dominee die haar bezocht ‘niet meer wenste te ontvangen’.
Dat kan wijzen op verharding of op een ontwikkeling waarbij dominees overbodig worden omdat je geestelijk en emotioneel al veel verder bent. IJmker kiest in dit verhaal voor dat laatste.
Ze zal er reden voor hebben omdat ze veel onderzoek heeft gedaan. Ze schetst ook een mooi beeld van het harde boerenleven uit die tijd.

Mooi ingrijpend verhaal en soms een beetje over de top. Geen literatuur, want ik mis ‘gelaagdheid’.
En eigenlijk word ik dan toch ook nieuwsgierig naar de kant van het verhaal van Jan Albers.
De titel achtendertig nachten snapte ik eerst niet.
Op 12 maart overlijdt Jan Albers en op 9 september krijgt Elsjen de doodstraf. Dat is bijna 6 maanden.
De titel slaat echter op de nachten dat zij haar verhaal opschrijft en is daarmee willekeurig denk ik. In het verhaal heeft ze wel een doos met haar schrijfsels aan Janna meegegeven maar daarover heb ik geen feiten kunnen ontdekken.

Ook mooi om te lezen dat Elsjen haar vrijheid ervaart in een afgesloten ruimte. Eerst de bedstee en later de cel. Vrijheid, vooral christen-vrijheid zit inderdaad in je hoofd en hart en is niet afhankelijk van muren.


dinsdag 9 januari 2018

Vaslav

Geschreven door Arthur Japin (1956) in 2010.
Ik las een digitale editie terwijl ik een papieren in de kast heb staan. Maar ja, s ’avonds in bed leest een e-reader toch gemakkelijker.

Vaslav Nijinski (1889-1950) was een zeer beroemde Pools-Russische balletdanser rond de tijd van de eerste wereldoorlog.
Hij kon zo hoog springen, vond men, dat het leek of hij zweefde; een godensprong.
Peter, de nuchtere Zwitserse bediende was daarvan niet zo onder de indruk. ‘een klipgeit kan het ook’.
Het draait allemaal om die ene dag: 19 januari 1919 in Zwitserland in het kleine dorpje Sils dat vlakbij Sankt Moritz ligt. Wat er precies die dag gebeurde.......daar kom je in de loop van het verhaal achter.
Drie personen leveren hun commentaar vanuit hun perspectief: Peter de bediende, Romola de vrouw van Vaslav en Sergej Pavlovitsj Diaghilev, kunstenaar, impresario en vroegere minnaar van Vaslav.
Peter houdt het gebeuren van die ene dag van minuut tot minuut bij op zijn horloge, dat hij die dag ervoor hoogst persoonlijk van mijnheer heeft gekregen en zoekt ondertussen naar zijn eigen bestemming.
Zal hij zijn vriendin Lise ten huwelijk vragen met wie hij al in de wieg bevriend was en ook een bediende van de familie is, of toch zijn leven drastisch omgooien?
Romola vertelt vooral wat er volgde op die dag en hoe zij gevochten heeft om Vaslav te winnen, te beschermen en hem voor de wereld te behouden.
Diaghilev vertelt meer over wat eraan vooraf ging en hoe hij Vaslav heeft groot gemaakt.
Knap gedaan, op deze manier een boek schrijven, want het blijft spannend.
Door dat ‘drieluik’ moest ik nog even denken aan het boek van Sandor Marai: ‘Kentering van een huwelijk’.

Op die dag, die 19e in 1919 is er een Benefietavond voor het Rode Kruis in Sankt Moritz. Dan zal Vaslav nog een keer zijn kunsten laten zien aan het publiek. Hij is dan al aan lager wal geraakt en ziek. Volgens de Wiki pagina lijdt hij aan dementia praecox.
Peter, als een nuchtere ongeschoolde Zwitser had het als eerste door omdat hij de verschijnselen die Vaslav vertoonde herkende.
Hij had het eerder gezien, toen hij als kleine jongen de tas met schrijfattributen mocht dragen van Friedrich Nietzsche die in het zomerse Sils ook een aantal jaren bivakkeerde.
Het hele optreden op die 19e duurt van 17.30 tot 18.23 volgens het horloge van Peter maar schokte iedereen. Daarna heeft Vaslav niet meer gedanst en nauwelijks meer gesproken.
Achterin het boek de verantwoording. Vaslav en Romola hebben allebei dagboeken/verslagen nagelaten naast de vele anderen die over hen hebben geschreven.

Toch blijven er vragen over: hoe zit het nu met die geaardheid van Vaslav. Biseksueel? Of zouden we hem in deze tijd een #metoo slachtoffer kunnen noemen van Diaghilev?
Was hij een HSP-er?
Van Kyra, het dochtertje weten we het één en ander, hoe is het zijn(?) tweede dochter vergaan?
Heeft Peter het roer van zijn leven echt omgegooid en/of is het weer in orde gekomen met Lise?

In ieder geval wil ik meer lezen van Japin. Ik hou van historische romans.
Het fascineert mij altijd om te bedenken dat al die miljoenen mensen vóór mij hun leven hebben geleefd in hun omstandigheden met hun grote en klein besognes.
In principe is over elk mens wel een boek te schrijven. Als je het maar weet te brengen.




vrijdag 5 januari 2018

Everest



Een film uit 2015 van de regisseur Baltasar Kormakur en gebaseerd op een waar gebeurd verhaal uit 1996 en beschreven in het boek ‘Into Thin Air’ van Jon Krakauer, die deelnam aan die expeditie (en ook het boek ‘Into the Wild schreef en wat door Sean Penn werd verfilmd) en het boek van Beck Weathers: ’ Left for Dead: My Journey Home from Everest’.
Hoe dat precies zit met die beide boeken weet ik niet.
Weathers overleefde dus, maar raakte zijn beide handen en zijn neus kwijt vanwege bevriezing.
In 1998 is er nog een IMAX- film ‘Everest gemaakt met Weathers in de hoofdrol. Hij wordt kennelijk als held gezien; ik vind hem een domkop.
De rolverdeling van deze film is te zien op de wikipagina. Het zijn er best veel.



Rob Hall is een bergbeklimmer die commerciële beklimmingen organiseert naar de top van de Mount Everest.
Een ander team staat onder leiding van Scott Fischer.
Ondanks de slechte weersvoorspellingen gaan ze toch de beklimming wagen. Er zijn nog meer groepen met liefhebbers, het wordt dringen op die berg. De leiders voelen de adem in hun nek van de betalers. Die willen natuurlijk waar voor hun geld. Nou, dat krijgen ze.
Acht van hen keren niet terug.
Wat er gedramatiseerd is weet ik niet precies. Sommigen hebben de hulp aan anderen met de dood moeten bekopen, zoals Rob Hall en Scott Fischer.
Van Rob en zijn zwangere vrouw zijn er sateliet-telefoonsgesprekken van die laatste uren/minuten(?) dus dat kan waar zijn en zijn dan ook dramatisch.
Ook de scene waarin wordt gesteggeld of er nu wel of niet zuurstofflessen liggen waar ze zouden moeten liggen was voor mij ook aangrijpend. Dat machteloze gevoel dat mogelijk iemand zijn plicht heeft verzaakt met de dood als gevolg.......
Voor mij zijn het merendeels geen helden maar domkoppen met te grote ego´s, dat maakte deze film mij wel duidelijk. Ondanks de prachtige beelden heb ik mij kwaad zitten maken.

In 2014 was er een groot ongeluk waarbij 14 sherpa’s het leven lieten. De sherpa's waren de berg opgegaan om klimtouwen gereed te maken voor andere klimmers. Want dat doen die stoere alpinisten niet zelf, dat láten ze doen door sherpa´s, net als het sjouwen van de bagage en proviand en het eten koken.
Ze werden overvallen door een lawine op een hoogte van 6.400 meter.
Dát zijn voor mij de ware helden; die gasten die zware pendeldiensten verrichten en waar je nooit over hoort.
Ik kan er helaas niets over vinden! maar toen wij in 2014 in Nepal waren werden we vanuit de bus door de gids gewezen op een standbeeld ergens in een stad van de eerste vrouwelijk sherpa die de top had gehaald. Ik weet niet eens meer in welke stad het was. I feel ashamed.

Je kunt je dus aanmelden bij commerciële bureaus voor een retourtje Mount Everest voor pakweg 60.000 euro. (De prijzen variëren enorm en zijn door ‘Nepal zelf’ in 2014 verlaagd.)
Of je het overleeft is niet zeker en je moet rekening houden met het passeren van ongeveer 300 lijken van onfortuinlijke klimmers al dan niet bedolven onder de sneeuw.

Nederlanders die de top hebben gehaald zijn Bart Vos in 1984 maar die kon geen bewijzen overleggen alleen tegenstrijdige verklaringen; René de Bos in 1990 en Ronald Naar in 1992. Overleden in 2011.
Hij is weer omstreden voor het mogelijk verzuimen hulp te bieden aan een andere klimmer op die hoge knobbel.
De eerste vrouw was Katja Staartjes in 1999.