Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 15 maart 2017

Segers – Wilders


Alfabetische volgorde.

Eén van de laatste debatten was het, die tussen dhr. Segers en dhr. Wilders. Het blijft bij mij hangen tussen al dat politieke geneuzel van de laatste dagen.
Wilders kwam met de stelling: "de islam vormt de grootste bedreiging voor Nederland," en hij had gelijk toen hij zei dat het ging over existentiële waarden. Hoe sta je in het leven.
In dit debat kwam dat voor mij opeens helder naar voren.
Wilders die opkomt voor de vrijheden die wij in dit land hebben verworven en opgebouwd en die beschermd dienen te worden, zo nodig met keiharde maatregelen.
Segers die de woorden van Jezus laat prevaleren: je naaste te hulp komen en barmhartigheid tonen. Wanneer je voor jezelf bepaalde vrijheden claimt moet je die ook aan de ander gunnen.
Wilders vervolgens weer met de argumenten dat we dan het onderspit zullen delven in dit land om dat moslims bereid zijn om hier zo nodig de wapens op te nemen en christenen te vermoorden.

Ik begrijp hen allebei, maar ga voor de denkbeelden van Segers omdat die het meest de denkbeelden van Jezus benaderen. En dat is onze opdracht in dit leven: 'gelijk van vorm' te zijn aan Zijn beeld. (Rom. 8:29)
Rechtvaardig maar altijd met liefde, compassie en barmhartigheid.
Ook als dat de (kruis)dood tot gevolg heeft.
Dat is een moreel hoogstaande houding die al bij de martelaren uit de vroege kerk voorkwam. Daar moeten we verder naar toe evolueren. Dan leef je in echte vrijheid.

Ik begrijp echter zeer wel dat het weerzin oproept; dat deed het bij sommigen van Jezus volgers ook al. Dat zal in deze dagen veel zetels genereren.
Ik begrijp ook dat het leidt tot onderbuik gevoelens van zorg en angst want die heb ik soms ook, zelfs in mijn autochtone woonwijkje en daar speelt dhr. Wilders op in. Maar angst is een slechte raadgever. Kiezen voor het goede moet altijd de boventoon blijven voeren. Ondanks alles.
Dat levert de vraag op wat ‘goed’ is op korte en op langere termijn en daar zullen de meningen weer over verschillen.
Liefde is een groot woord maar misschien zijn rechtvaardigheid, mededogen en barmhartigheid goede startpunten.

Je kunt nu vanaf een balkonnetje gaan zitten murmureren dat kerk/geloof en staat gescheiden dienen te blijven. Dat moet ook, op formeel vlak. Dat leerden Mozes en Aaron al in de woestijn.
In de wetenschap kan dat ook, en moet dat zelfs naar mijn idee maar wanneer je te maken krijgt met moraliteit kan dat niet. Je levenshouding en waardoor je die laat inspireren bepalen de keuzes die je maakt, juist ook in de politiek.


maandag 6 maart 2017

Musicofilia



Ondertitel: verhalen over muziek en het brein.
Geschreven door Oliver Sacks, hoogleraar neurologie, in 2007.
Eind 2015 is hij overleden. Ik las een vijfde druk uit 2008.
Eerder las ik van hem ‘de man die zijn vrouw voor een hoed hield‘. Deze mijnheer P. komt weer even in beeld op p. 222 en 317.
Een boek met verhalen over afwijkingen aan de hersenen en wat dat betekent voor de mens. Dit keer in combinatie met muziek.







Music was my first love
And it will be my last.
Music of the future
And music of the past.

To live without my music
Would be impossible to do.
In this world of troubles,
My music pulls me through.

John Miles

Musicofilia: liefde voor muziek. Wie heeft dat nou niet. Muziek raakt iedereen; van ongeboren baby’s tot dementerende ouderen.
En toch zijn er die er voor wegrennen en er zelfs epileptische toevallen van krijgen.
In hoeverre zijn wij ons brein ten opzichte van muziek?
Zelf heb ik wel gemerkt dat ieders oren verschillend zijn net als de ogen. Wat ik zie en hoor is anders dan wat een ander ziet of hoort. Je kunt het alleen niet met elkaar vergelijken.
Ooit stond een mevrouw gebogen over een bloemenkrans van dode roosjes en verzuchtte: ‘wat een prachtige kleuren’. Ik vond er niet veel aan; ik vond het nogal doods en kleurloos eigenlijk. Wat zag zij meer dan ik? Terwijl ik toch cum laude slaag voor alle kleurtestjes via google.
Tijdens mijn orkestrepetities zit ik mij vaak af te vragen of eerste en tweede violisten misschien betere oren hebben voor een bepaald segment van het auditieve spectrum en wat minder voor een ander segment. Kies je daarom, misschien onbewust, voor viool, altviool, cello of bas?
Hoe kan het dat solisten hele symfonieën uit hun hoofd kunnen spelen en kan ik geen enkel muziekstuk op de piano reproduceren zonder het notenschrift voor mij ook al heb ik een stuk al vijfhonderd keer gespeeld? Dan heb ik het wel over meerdere stemmen tegelijk. Een enkele melodielijn gaat nog wel.
Is dat een kwestie van - gebrek aan - trainen in je jeugd? Of ligt dat aan de bouw van je brein?
In mijn jeugdjaren maakte mijn medeleerlingen op school hun huiswerk met een radio aan. Ik probeerde dat ook wel want het was hip, die top -40 van buiten te kennen, maar ik kon het eigenlijk niet.
Wanneer ik muziek hoor kan ik me niet tegelijkertijd op iets anders concentreren. Het is of het één of het ander.
Ook kan ik mij verwonderen over het gebrek aan ritmegevoel bij medemuzikanten. Hoeveel fouten ik ook speel; ik blijf altijd wel strak in het ritme omdat ik dat voel. Nou ja...meestal.
Zo zat ik met gespannen verwachtingen dit boek te lezen.
Helaas blijven er nog veel vragen over. Maar er zijn nog meer boeken.

Het gaat over oor- of breinwurmen; over allerlei soorten van muzikale hallucinaties. Die komen voor wanneer de hersenen te weinig prikkels krijgen. Maar dat geldt voor alle hallucinaties denk ik.
En muzikale hallucinaties geven eerder een weergave van de tijd dan van de smaak van de persoon. Dat vind ik dan wel weer jammer eigenlijk.
Wanneer ik hallucinaties zou krijgen wil ik wel dat het mijn hallucinaties zijn en niet van reclamemuziekjes of toppersliedjes.

Is muzikaliteit ‘nature or nurture’? Daar zijn al veel onderzoeken over geweest. Een bepaalde vorm van muzikaliteit is bij ieder mens aangeboren. Een absoluut gehoor komt maar heel weinig voor en is afhankelijk van vroegtijdig muziekonderwijs maar dat is ook weer geen garantie.
Sommigen hebben een uitstekend gehoor maar kunnen dat niet omzetten in hoogstaande muziek en anderen hebben wel de technieken in huis maar mist er iets blijvends in het omzetten van de emotie. Professionals hebben de combinatie.
Dirigenten hebben dan ook nog eens een zeer levendig muzikale verbeelding. Wanneer ze een partituur zien horen ze de muziek al en weten ze hoe het moet gaan klinken.
Grote bewondering had ik dan ook op nieuwjaarsdag voor Gustavo Dudamel die bij het Nieuwjaarsconcert 2017 alles uit zijn hoofd dirigeerde.

Muziek en taal, twee zaken die alleen bij de mens voorkomen. Wat was er eerder? Of hebben ze zich tegelijkertijd ontwikkeld? Want ritme is iets heel anders dan de onregelmatigheid die we vinden in taal. Een duidelijk antwoord heb ik niet gevonden.
Wel hoe enorm belangrijk muziek is. Maar dat is wat mij betreft een open deur.
Wat wel nieuw was voor mij is de functie van muziek bij afasiepatiënten, mensen met het syndroom van Gilles de la Tourette, Parkinsonpatiënten en mensen met depressie.
Muziektherapie.
Officieel pas ‘ontdekt’ na de wereldoorlogen; in 1944 werd het eerste programma opgezet aan de Michigan State University maar in de Bijbel speelde David al voor Koning Saul om hem uit zijn depressies te halen.
Met behulp van muziek kan er heel veel van taal worden ‘teruggevonden’ wat eerder door een bloeding of infarct was verdwenen.
Zo worden, denk ik, weer allerlei nieuwe verbindingen gelegd in de grijze massa.
Dat kan ook bij een pianist die een arm verliest. Of last krijgt van ‘schrijverskramp’, wat ook vaak voorkomt bij muzikanten.
Enig doorzettingsvermogen is wel vereist.
Hij vertelt ook over de muzikaliteit van kinderen/ mensen met het Syndroom van Williams en alles wordt gelardeerd met prachtige verhalen uit de praktijk.

......
So I say thank You for the music
For giving it to me.


De liedjes van John Miles en Abba borrelden als vanzelf op bij het lezen.
Een foto uit de krant (Trouw) die boekdelen schrijft. Tussen de puinhopen naar je platenspeler luisteren.
Als dat geen Musicofilia is...


zaterdag 4 maart 2017

Parlementaria


De slimste politicus in mijn ogen is Pechtold. Maar helaas liet hij deze week een steekje vallen.
Hij werd geconfronteerd met de doodswens van een 57-jarige. Deze wilde niet wachten tot zijn 75ste zoals door een wetsvoorstel van D66 werd geformuleerd.
Toen legde de wolf even zijn schaapskledij af. Hij wil graag dat het voor iedereen met een doodswens in dit land mogelijk wordt. Maar omdat zo’n wetsvoorstel het sowieso niet zou redden hebben ze een natte-vinger-grens bepaald bij 75 jaar of ouder.
Kijk ik daarvan op? Nee niet echt. Ik heb hem er al meer op betrapt. Hij is het slimme type van voorzichtig beginnen en geduld oefenen maar op termijn wel uitkomen bij wat hij wil.
Voorkoken en zachtjes duwen. De meute aan het idee laten wennen, een draagvlak creëren en vervolgens bewust een hellend vlak faciliteren. Hoe integer kom je dan over? Not!
En alles moet natuurlijk zeer, zeer, zeer zorgvuldig worden besproken en beoordeeld.
Toen ik dat hoorde moest ik inwendig grinniken en denken aan die jonge mevrouw met MS die heb ik heb verpleegd.
In die tijd al moest er zorgvuldig worden besproken en geoordeeld. Een second opinion was een must.
Tjonge, wat ging dat zorgvuldig.... Het was een wassen neus.
Eén gesprekje en het was gepiept.
De theorie kan zo mooi zijn. De praktijk is echter datgene waar we mee te maken hebben en die is meestal een stuk weerbarstiger.

Kees van der Staaij haalde bij Pauw/Jinek op 4 maart terecht dat hellende vlak aan. Ook al wordt dat in debatten als drogreden bestempelt; het bestaat wel.
Ik ben niet per definitie tegen euthanasie want ik heb ook heel veel narigheid gezien. Maar het moet wel uitzonderlijk blijven.
Wat ik ook gezien heb is de grote angst onder vooral oudere mensen dat dokters tot euthanasie zouden kunnen overgaan zonder hun medeweten. Dat was begin van de negentiger jaren, vorige eeuw.
Niet iedereen had en heeft de mentale capaciteiten om de debatten goed te volgen. Dat heeft verlies van vertrouwen tot gevolg; Jan Terlouw met zijn touwtje uit de brievenbus ten spijt.
Zelf heb ik in die tijd in een thuissituatie een jonge vrouw verpleegd met uitgezaaide borstkanker. Ze was opgegeven. Haar man liep voortdurend om ons heen bij de verzorging en controleerde elke morfinespuit. De hoeveelheid mocht beslist niet verhoogd worden ondanks haar toenemende pijn, want dan zou ze misschien ‘voortijdig’ overlijden en zou het euthanasie zijn en daar was hij op tegen.
Het was afschuwelijk.
Hiermee wil ik de verwarring aangeven die alleen al het debatteren erover geeft.
Bij een andere patiënte heb ik me moeten teweerstellen tegen een arts die steeds maar de morfine wilde verhogen terwijl de patiënte dat zelf beslist niet wilde want zij had, ondanks de terminale situatie, geen pijn. Als verpleegkundige moet je ook zo op je qui vive zijn.

Hoe sterf je waardig, ja daar mogen we het best over hebben met elkaar maar belangrijker is:
hoe lééf je waardig.


vrijdag 24 februari 2017

Kruisbestuiving


Nieuwe collegereeks, nieuwe prikkels.
Deze keer over de kruisbestuiving tussen muziek en literatuur. Er gaat weer een wereld voor mij open.
Het start al heftig: ‘Der Erlkönig’ van Goethe met muziek erbij van Franz Schubert en Carl Löwe.

En wanneer ik deze you tube versie bezie heeft het behalve verschillende componisten ook genoeg schilders en tekenaars geïnspireerd. Kennelijk een tot de verbeelding sprekend gedicht.
Der Erlkönig uit 1782.

Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.

"Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht?" –
"Siehst, Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif?" –
"Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif."

"Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel' ich mit dir;
Manch' bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand." –

"Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht?" –
"Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind." –

"Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn,
Und wiegen und tanzen und singen dich ein." –

"Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort?" –
"Mein Sohn, mein Sohn, ich seh' es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –"

"Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch' ich Gewalt." –
"Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan!" –

Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Müh' und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.

Wanneer je de laatste regel leest begrijp je dat er iets sinisters aan de hand is en nog weer lezend zie ik de angst van een ziek, koortsig kind dat van alles ziet. Het kijkt met ‘magische‘ ogen terwijl de vader hem rustig realistisch antwoord. Verschillende levels.
Er zijn ook passages die heel vaag en onder de oppervlakte nogal duister zijn. In de derde, vijfde en zevende strofe heeft de vader een wonderlijk taalgebruik. Spreek je zo tegen een zoon van je?
Of speelt er iets anders?
Fascinerend.

In 1974 liet de Amerikaan Robert Piercing zich inspireren en schreef het boek >‘Zen en de kunst van het motoronderhoud'. Een moderne versie.
Wel geinig wanneer je zoveel weet dat je dit soort dingen tijdens het lezen weet te plaatsen.
Ik heb nog een eeuwigheid nodig.

Naar aanleiding van de Goldbergvariaties kwam natuurlijk Anna Enquists Contrapunt aan de orde maar ook de Oostenrijker Thomas Bernhard met zijn ‘Der Untergeher‘ waar het woord Goldbergvariaties twee en dertig keer in voorkomt. (naar het aantal variaties plus de eerste aria en als slotstuk een herhaling hiervan.)
Dat soort verborgen details kan ik zeer waarderen. Wanneer ik nog eens een boek ga schrijven.....
Uitvoeringen door Glenn Gould. De beste volgens de docent (dhr. Burgers)en ik geloof hem.

De Kreutzersonate van Beethoven werd besproken wat meteen de titel van een boek van Leo Tolstoj uit 1891 is en ook van Margriet de Moor uit 2001. Moet ik allebei nog lezen.

Ik mag nog zes keer.

maandag 20 februari 2017

Reclamisering


Als we het toch hebben over allerlei ‘eringen’ van de samenleving zoals Islamisering, economisering, flexibilisering, secularisering, radicalisering enz....
dan weet ik er ook nog één: reclamisering.
Het is van den gekke dat je werkelijk overal met reclames wordt geconfronteerd.

Zo las ik ooit op mijn ‘newsfeed’ over een meisje dat in Thailand was verkracht en in het ravijn was gevallen. Er volgde een waarschuwing dat de beelden schokkend konden zijn.
Goed, als ex- verpleegkundige raak ik niet zo snel van de leg maar ik bereidde mij voor. Kreeg ik eerst een vijftien seconden durende reclamefilmpje over een jolig fietsend meisje dat iets dronk van Campina en vervolgens een paar foto’s en een shotje uit het ziekenhuis van het bewuste nieuwsitem. Het meest schokkende was dat filmpje van Campina.

Enkele maanden gelden zat ik met kleinzoon filmpjes te kijken via you tube; heel verantwoordde filmpjes natuurlijk maar voorafgegaan door reclames over Tenalady en Kukident.
Zou men weten dat alleen maar oma’s met hun kleinkinderen deze filmpjes bekijken?
Of misschien alleen maar seniele ouderen?

Een spelletje doen op computer, smartphone of iPad kan niet zonder reclames.
Op facebook is het al niet veel beter gesteld. Nog even en ik zeg mijn lidmaatschap op. Je wordt ermee overspoeld.
Zelfs fora doen mee met de reclamisering van de samenleving. Voor een klein bedrag per jaar aan de beheerder kun je jezelf daarvan verlossen.
Bij het installeren van een ad-blocker krijg je pop-ups om je blocker uit te zetten.
Toedels.

Over films hoeven we het helemaal niet te hebben. Wanneer er een interessante komt op de commerciële zenders dan neem ik hem op en bij het kijken spoel ik al grijnzend de boodschapjes die mij uit de sfeer halen zo snel mogelijk door.
Waren het nu nog leuke reclames maar ze zijn irritant en liegen er lustig op los en we accepteren het allemaal. Steeds maar weer een nog beter wasmiddel, steeds nog langere wimpers, nog meer koopjes.
Het is bizar.
Al tijden verbaas ik mij al douchend over de tekst op mijn flaconnetje douchegel: ‘anti-stress’ en daaronder: ‘so relaxed’.
Ik gebruik het omdat het lekker ruikt. Douchen is altijd al relaxend, de helderste ideeën krijg ik in de douchecabine.
Wat een rare wereld.
De laatste nieuwe: een akelig bericht over veertien verongelukte kampeerders op de Filipijnen.
Foto’s van brokstukken van de bus met daaronder:
[gesponsord]
Geniet van al je foto’s, video’s en internet op je tv zonder kabel. Klik hier.
Denken mensen nog wel eens na?

Het wordt tijd om te emigreren naar een hutje op de hei... Met een boek.

zaterdag 18 februari 2017

The Theory of Everything

Een film uit 2014 van de regisseur James Marsh , met in de hoofdrollen Felicity Jones en Eddie Redmayne als het echtpaar Jane en Stephen Hawking.

De film is gebaseerd op het boek van Jane Hawking: ‘Travelling to Infinity: My life with Stephen’.
Dat verklaart ook waarom het voornamelijk gaat over hun huwelijk, de aftakeling van Stephen en de problemen die dat met zich meebrengt en niet over zijn wetenschappelijke successen.
Hoe de verhouding tussen Jane en Stephen steeds verder onder druk komt te staan is mooi in beeld gebracht. Het verbaasde mij toch al dat Jane het zolang heeft volgehouden. Want zij kregen ook nog eens drie kinderen.
En daar was voortdurend het verschil van inzicht: Jane gelovig en Stephen niet-gelovig.
Eddie Redmayne heeft voor zijn rol een Oscar in de wacht gesleept wat ik zeer verdiend vind.

Geboren in 1942 wordt begin 1963 bij Stephen Amyotrofe Laterale Sclerose vastgesteld oftewel ALS.
Hij is dan 21 jaar.

Een ziekte waarbij de spieren het langzamerhand allemaal gaan laten afweten maar waarbij de hersenen intact blijven en gewoon blijven functioneren. (voortplantingsorganen trouwens ook!)
Nu is hij inmiddels 75 en leeft er nog steeds mee, omringd door allerlei hulpmiddelen en zorg.
De gemiddelde tijd tussen diagnose en sterven is drie tot vijf jaar, zo heb ik geleerd en waarom Hawking nog steeds leeft is mij een raadsel. Hij moet een andere variant hebben.
Het ontstaan van deze mensonterende rotziekte is nog steeds hypothetisch voor zover ik weet.
Dat het mensonterend is: behalve dat ik er verschillende heb verpleegd worden we er op dit moment mee geconfronteerd in onze vriendenkring.

Tijdens het kijken zat ik mij steeds af te vragen wat hij er zelf van heeft gevonden. Van deze film. Hij leeft tenslotte en ik denk dat maar weinig mensen de eer ten deel is gevallen dat er tijdens het leven al zo’n hommage is gebracht. Google is je vriend dus….
Ik kan er echter niets over vinden.
In de film komt de vraag naar voren of wij op een dag terug zouden kunnen reizen in de tijd. Inmiddels heeft hij dat zelf weerlegd – als ik mij goed herinner – in het programma ‘Genius’.

Het begrip tijd heeft hem altijd wel beziggehouden en houdt hem nog wel bezig denk ik.
Heel sterk vond ik daarom het einde van de film waarin we alles in versneld tempo terug in de tijd zien gaan. Op die manier denkend is hij ook aan de singulariteit van tijd en ruimte gekomen aan het begin van onze tijd. Heeft hij later weer herroepen maar daar moet ik meer onderzoek naar doen; hoe dat precies zit.
Ja, wat is tijd eigenlijk?

Jane: What about you? What are you?
Stephen: Cosmologist, I'm a Cosmologist.
Jane: What is that?
Stephen: It is a kind of religion for intelligent atheists.

Wat verder in de film…
Jane: What do cosmologists worship?
Stephen: A single unifying equation that explains everything in the universe.

Hij is nog steeds op zoek.
Stephen heeft (natuurlijk) een eigen website.



vrijdag 17 februari 2017