Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 5 december 2016

Rituelen


Geschreven door Cees Nooteboom in 1980 en in vele talen vertaald en 'beprijst'.
Hoe komt het toch dat schrijvers van mijn generatie of ouder zo gebukt lijken te gaan onder laaghangende Calvinistische en/of Rooms Katholieke bewolking.
Over honderd jaar worden ze waarschijnlijk gerangschikt onder een ‘religieverwerkende’ stroming.
Na dit tweede boek van Nooteboom - eerder las ik 'Paradijs verloren' - hoort hij daar volgens mij ook thuis. Kenmerken van deze stroming: geen positieve ervaringen met het kerkelijke/ geloofsleven. De wel opgedane ervaringen met kerken en gelovigen worden uitvergroot en meestal 'vernegativiseerd'.

Rituelen. Ik denk dat ze belangrijk zijn in een mensenleven om enige samenhang en structuur aan te brengen.
Sommigen raken eraan verslaafd en kunnen niet meer zonder. Sommigen hebben ze niet en ook daar loopt het slecht mee af.
Inni Wintrop, de hoofrolspeler, vernoemd naar een vijftiende-eeuwse architect Inigo Jones, pleegt zelfmoord aan het begin van het boek. (doet hij het eigenlijk wel?)
Het kan niet anders: dan moeten er flash-backs komen om duidelijk te krijgen wat er is gebeurt.
Hij is een chaoot, als misdienaar drijft hij van zijn geloof weg tijdens een ritueel wat enigszins uit de hand loopt: de pastoor krijgt een hartinfarct tijdens het heffen van de eucharistiebeker. Bloed en wijn: alles loopt door elkaar.
Inni is de zoon van een slachtoffer van het Bezuidenhoutse bombardement in 1944. Net als Nooteboom zelf en is ook in 1933 geboren. Moeder speelt geen rol.
Andere overeenkomsten: in de jeugdjaren vaak van school gestuurd en nu schrijft hij voor bladen; horoscopen in dit geval en Inni ‘voorspelt’ het weglopen van zijn vrouw Zita en zijn eigen dood. Een selffulfilling prophecy. Een heel leeg bestaan.
Deze Inni ontmoet twee personen na elkaar: vader en zoon Taads. De tweede pas na de dood van de eerste. Ook al is zoon Taads heel anders dan pa; de liefde voor rituelen zit toch in de genen.
Bij pa Taads het teruggetrokken uit de wereld met het strakke dagelijkse ritme en bij zoon de Japanse theeceremonie.
Iedereen zoekt naar zingeving.
‘Inni kreunde hoorbaar. De zeventiger jaren. Nog hadden ze de deur van de Kerk niet achter zich dichtgeslagen of ze kropen als bedelaars naar de blote voeten van guru’s en swami’s. Eindelijk waren ze alleen in een mooi leeg universum dat over zijn zelfgemaakte rails zoefde als een trein zonder bestuurder en er werd weer uit alle ramen om hulp geroepen.’

Het is ook niet toevallig denk ik, dat pa Taads ‘Meursault wijn’ schenkt. Ja het bestaat echt maar in dit geval is het volgens mij een verwijzing naar de hoofdpersoon uit Camus’ ‘vreemdeling’.
Pa schenkt wijn; zoon schenkt thee.
‘het zegt mij allemaal niet zoveel’ zei Inni. ‘Uitzonderlijke wijsheden uit het verre Oosten worden verkocht aan de ongelukkige Westerse middenstand. Maar het is allicht beter dan heroïne.’
Behalve het zelfdestructieve van Nietzsche zit er vast nog meer in. Ik zou het nog een keer moeten lezen maar er ligt nog teveel op de stapel te wachten.

‘Juist het raadselachtige van alles was prettig, daar moest je niet al te veel orde in aan willen brengen.’


woensdag 30 november 2016


Een quote van Heidegger omdat ik via het boek van Hannah Arendt over ‘de wil’ met hem wordt geconfronteerd en we in de lessen daar ook de nodige aandacht aan geven:

“Het is niet: de menselijke wil is de oorsprong van de wil om te willen, maar de mens wordt gewild door de wil om te willen, zonder het wezen van dit willen te ervaren.”


Zes x daags een theelepeltje en op een dag snap je hem....

dinsdag 29 november 2016

De Existentialisten


ondertitel:
filosoferen over vrijheid, zijn en cocktails
Geschreven door Sarah Bakewell in.... eh..... gewoon vers van de pers. Er is nog geen Nederlandse afbeelding dus dan maar een Engelse.

Ze schreef dit boek omdat ‘filosofie interessanter wordt als je haar in de vorm van een biografisch verhaal vertelt en omgekeerd: dat persoonlijke ervaring interessanter wordt als je er filosofisch over nadenkt.’
Ook omdat ‘existentialisten opnieuw gelezen zouden moeten worden omdat ze ons eraan herinneren dat het menselijke bestaan niet gemakkelijk is en dat we soms vreselijke uitglijders maken, maar ze laten ook zien wat een ongekende mogelijkheden het leven biedt. Ze hameren voortdurend op de vragen over vrijheid en zijn, die we steeds weer dreigen te vergeten.’ (p 346)


Voor mij zijn ‘de (Franse) existentialisten’ ook een fascinerende groep mensen waarvan ik het één en ander heb gelezen. Fascinerend omdat ik ze niet altijd begreep/begrijp. Ze blijven een beetje raadselachtig prikkelend met hun vage ideeën over ‘zijn’.
Het boek is prettig verhalend geschreven; zoomt dan in op de één en dan weer op de ander met de nodige humor. Voor mij was het een ‘page-turner’.
Ik denk omdat ik nieuwsgierig ben/was hoe ik die personages moet plaatsen. Wat zijn de onderlinge verbanden. Hoe hebben die mensen elkaar beïnvloed?
Ik vraag me ook af wat ik er als kind – opgegroeid tijdens de ‘koude oorlog’ – van heb meegekregen. Niet bewust maar via mijn voelsprieten. Gedurende mijn kindertijd hing het existentialisme in de lucht, denk ik achteraf.
Deze personen hebben oorlogen meegemaakt en ook de koude oorlog. In Frankrijk ook nog eens de Algerijnse opstand in de zestiger jaren waarin er rollen omgedraaid werden ten opzichte van de tweede wereldoorlog.
Bakewell heeft heel veel research gedaan, dat is duidelijk. Ze beschrijft dit alles uitgebreid want ze is gaan beseffen dat niet alleen ideeën belangrijk zijn maar ook hoe en in welke context ze zijn ontstaan.
Zij begint bij Husserl, de grondlegger van de Fenomenologie waaruit het Existentialisme is voortgekomen.
Een belangrijke leerling van hem was Martin Heidegger
Een paar leerlingen van Heidegger waren: Hannah Arendt, Edith Stein, Jan Patočka en Emanuel Levinas.
Ze zijn allemaal hun heel eigen weg gegaan.

In Frankrijk bestudeerde Sartre de filosofieën van Husserl en Heidegger. De kring om hem heen bestond voornamelijk uit de Beauvoir, Camus, Karl Jaspers (die ook bevriend was met Hannah Arendt) en Merleau Ponty.
Zijdelings een paar christen- existentialisten: Kierkegaard, die ik wel ken en Gabriel Marcel. Daar moet ik nu ook dringend eens iets van gaan lezen.

De meeste aandacht in het boek gaat uit naar Heidegger en Sartre. Het beeld wat bij mij blijft hangen van Heidegger is dat hij een moeilijk te volgen denker was die geen empathisch vermogen bezat. Voor/tijdens de oorlog een poosje flink ‘fout’ was en zich daarover nooit geëxcuseerd heeft. Veel van zijn mededenkers zijn op zijn persoonlijkheid afgeknapt.
Wel heeft hij veel invloed gehad op de volgende generatie denkers.
Wat me ook opviel is – wat ik bij Hannah Arendt ook ontdekte – dat ze allemaal de neiging hebben om een totaal nieuwe filosofie te ontwikkelen. Ik begrijp die pogingen wel: het is natuurlijk lekker voor je ego om iets totaal nieuws te bedenken wat nog nooit eerder is bedacht. Deze kopstukken uit die vele, vele leerlingen is het redelijk gelukt om hun naam te vestigen.
‘Het leven moet voorwaarts worden geleefd en kan pas achteraf worden begrepen’.

Sartre was een maatschappelijk zeer geëngageerde man die nog al eens van standpunt veranderde en daar weer eindeloos over schreef.
Zijn verhouding met Simone de Beauvoir was ook altijd voer voor journalisten. Ik krijg de leeftijd om dat ook een aantrekkelijke verhouding te vinden. Geen gedoe met seks enzo.
Alleen maar genieten van een brein.
Zij waren de symbolen van hun eigen denken. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn hun sleutelwoorden. Vrijheid om jezelf te ontwerpen.
Het linkt aan de fenomenologie waarvan Merleau Ponty de belangrijkste denker was. Hoe ervaar je de dingen; hoe doen de dingen zich aan je voor.
Ik realiseer me nu dat dit grote invloed heeft gehad op de beeldende kunst. Maar waarschijnlijk heeft iemand dit allang vóór mij bedacht en trap ik een open deur in.
Merleau Ponty was, opmerkelijk genoeg, de enige met een gelukkig jeugd en een stabiel karakter.
Het kan dus wel: iets bereiken zonder kommer en kwel.

Een quote die herkenning opriep en gaat over Sartre:
‘Maar wat bedoelde hij met ‘zijn’? Ik was nooit overweldigd door het zijn van de wortels van een kastanjeboom. Ik had niet eens door dat deze dingen zijn hadden.
Ik ging naar het park in mijn eigen stadje Reading en staarde naar één van de bomen tot mijn ogen pijn deden. Het werkte niet. Ik dacht dat ik iets zag bewegen, maar het was slechts de wind die de bladeren bewoog. Maar toch gaf het aandachtig kijken naar iets me een soort gloed. Vanaf dat moment verruilde ik mijn school voor het bestaan.'


Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in deze periode van de filosofiegeschiedenis.



zaterdag 26 november 2016

Prelude op de Foundation


Geschreven door Isaac Asimov rond 1950. Het is het eerste boek van een Science Fiction serie al heeft hij dit boek pas later als ‘eerste’ boek geschreven. Ik las een digitale editie.

Science Fiction; een heel apart genre boeken vind ik. Ooit las de serie van C.S. Lewis: ‘The Space Trilogie’. Dat was voor mij boeiende materie. Omdat ik (altijd) met christenogen kijk en lees, pik ik al snel de ‘boodschap’ op. Het is denk ik al 30 jaar geleden maar ik weet nog dat ik toen lezende weg geconfronteerd werd met het feit dat ik dezelfde keuze zou hebben gemaakt als Eva met haar verboden vrucht. Het was een eye-opener.
Wat is het trouwens een gebrek wanneer je de Bijbel niet kent zoals de tegenwoordige generaties.
Je mist echt van alles in de kunst.
Van films, schilderijen tot boeken toe. Wat een schrikbarende armoede eigenlijk.

Dit boek verhaalt over een Galactisch rijk dat bestaat uit vijf en twintig miljoen andere werelden, vele duizenden jaren na het bestaan van de aarde.
Hari Seldon, geboren in 11.988 is wetenschapper en denkt dat hij door middel van het ontwikkelen van psychohistorie de toekomst zou kunnen gaan voorspellen.
Dat is kaasje voor de machthebbers in de hoofdstad Trantor. Keizer Cleon en zijn rechterhand Demerzel hebben er alles voor over dat Seldon zijn ideeën voor hen uitwerkt en maken jacht op hem. Met behulp van de journalist Hummin en historica Dors Venabili doorvlucht hij zo’n beetje het hele rijk en ontmoet allerlei slag van mensen. Ook het type ‘Biblebelters', of in zijn geval: de Amish.
Elk hoofdstuk begint met een artikel uit de Encyclopedia Galactica ter lering ende vermaek.
Het komt allemaal weer goed. En dan begrijp je dat er nog vele delen volgen.

Goede Science Fiction kan best leuk zijn om te lezen. Bij dit boek had ik moeite. Wanneer de hoofdpersoon ‘Don Quichot’ aanhaalt komt dat een beetje ongeloofwaardig over vanuit het jaar, pakweg, 12.020. En dat is met meer dingen. Het is ook lastig om je een voorstelling te maken van wat er gaat komen. Zeker met zo’n grote tijdsspanne.
De schrijfstijl is ook niet bepaald literair te noemen. Om slapeloze uurtjes door te komen is het wel aardig.

En heel soms staat er iets om te onthouden:
‘hoe schadelijk is overspecialisatie. Het hakt kennis in miljoenen stukjes en laat het als een bloederige massa achter’.

‘Waarom, vroeg hij zich af, gingen mensen door het leven zonder te proberen antwoorden op vragen te vinden – zonder zelfs aan die vragen te denken? Was er iets in dit leven opwindender dan het zoeken naar antwoorden?’

vrijdag 25 november 2016

Spreken over boven


Ik las in de krant (Trouw 24-11) dat er een biografie is verschenen (‘Spreken over boven’) over Harry Kuitert, de man die Nederland, niet van de religie maar van het geloof af hielp.
Ja, dat is kort door de bocht.
Toch...... hij heeft grote invloed gehad op kerkelijk Nederland. Zelf heb ik ook een paar boeken van hem gelezen (‘het algemeen betwijfeld christelijk geloof’ en ‘Zeker weten’ )en herkende er ook veel in, net als alle Kuiterianen. Hij durfde vragen te stellen bij de tradities en dingen te benoemen. Hij prikkelde denkprocessen. Er staan echt veel potloodstrepen in zijn boeken.
Waarom kan ik toch niet met hem meegaan?

Voor mezelf heb ik het ‘probleem’ proberen te formuleren. Omdat ik veel op fora heb gelezen en meegedaan werd het mij langzamerhand duidelijker.
De idee - ik ben weer met filosofie bezig en dan spreek je over ‘de’ idee *gniffel* - van veel mensen onder invloed van Kuitert is dat al het spreken hier beneden over boven ook van beneden komt.
Religie is dan een gevalletje ‘Bottom up’.
Mijn geloof echter komt ‘Top down’. Van buiten/boven af. Niet uit mezelf.
Religie is de ‘vormendienst’ en kun je gemakkelijk alleen met je verstand af.
Geloven is iets wat je hele hebben en houden is gaan doortrekken. Je 'ademt het zelfs uit'. Gelovigen herkennen dat ook in elkaar. Het verhoudt zich behalve met het verstand ook op hartsniveau met elkaar. Dat kun je niet uit jezelf bewerkstelligen.

Op fora heb ik gemerkt dat daar een enorme kloof tussen gaapt en je eigenlijk niet goed met elkaar kunt spreken. De uitgangspunten zijn totaal verschillend.
Om het nog krasser uit te drukken: waarom noemen religieuzen die ‘Bottom up’ denken zichzelf niet gewoon atheïsten? Want dat zijn ze ten diepste, ondanks het – in mijn ogen - gezwijmel van: ‘religie geeft mij houvast’ en ‘maakt een beter mens van mij’.
Wanneer iemand alleen nog vanwege sociale contacten in de kerk komt ben je atheïst. Dan mag je natuurlijk best in de kerk blijven komen hoor maar je kunt misschien beter naar bingo- of bridgeavonden gaan.

Stel dat Kuitert gelijk heeft met zijn bekende stelling: waarom zou ik mijn ziel en zaligheid verkopen aan iets wat slechts uit de krochten van de menselijke geest opstijgt?
Voor mij heeft dat geen enkele meerwaarde.
Zo eigenwijs ben ik wel.


13.42 uur
Nadat ik dit schreef las ik ook een artikel in het RD. Een interview met Kuitert. Daarin zegt hij:
Als je de eerste steen losmaakt, zakt het gebouw in elkaar [..] als je niet in de schepping gelooft, is ook de trits schepping-zondeval-verlossing niets meer waard.”

Dergelijke ongenuanceerde flauwekul verwacht ik niet van een theoloog.
Dat aan de schepping een oorzaak vooraf gaat lijkt mij duidelijk. Dat er ergens in de ontwikkeling iets verkeerd is gegaan en dat het (morele) kwaad door een mens een plaats heeft gekregen lijkt mij net zo duidelijk.
Dat de Oorzaak, de Bewogen Beweger door middel van Verlossing dat wil gaan gebruiken voor een hoger doel is een geloofszaak.







dinsdag 22 november 2016

Op de rails


Mijn trein gaat ogenschijnlijk rijden,
want spoorwagon na spoorwagon
links op een parallel perron
zie ik langs mijn coupéruit glijden.

Maar dan verbreedt de horizon
en blijkt dat ik mij liet misleiden:
De trein is weg ter linkerzijde
en ik sta nog op het station.

Zo worden wij wel meer bedrogen:
Wij zijn op reis, zo menen wij
en maken voortgang zienderogen,

doch richten wij de blik opzij
dan staan wij stil en onbewogen.
Het leven gaat aan ons voorbij.

Driek van Wissen (1943 – 2010)


Een fenomeen wat ik vooral uit de metro ken en wat ik
altijd een bijzondere ervaring vind.





donderdag 17 november 2016

Tuinen van Verwondering


Het programma ‘Tuinen van Verwondering’ op NPO 1 op donderdagavond spreekt enorm tot mijn verbeelding. Zelf had ik zoiets gepland voor het hiernamaals, wanneer geld geen rol meer speelt.

Een verzameling ‘Adams’ (en ongetwijfeld zijn er ook 'Eva’s' bij betrokken) zijn daar bezig om met hun geld - dat ook geen rol speelt - landschapstuinen aan te leggen en daarin Kunst te verzamelen.
Die sculpturen worden heel bedachtzaam aangekocht en in het landschap ingepast. Vanuit alle hoeken en seizoenen moet ‘het kloppen’.
Een jongeman verwoordde het schitterend, heel kort en bondig:
“Het zijn pretparken voor de geest.”
En de ogen, zou ik willen toevoegen.


Terug te zien via Uitzending gemist.