Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 22 november 2016

Op de rails


Mijn trein gaat ogenschijnlijk rijden,
want spoorwagon na spoorwagon
links op een parallel perron
zie ik langs mijn coupéruit glijden.

Maar dan verbreedt de horizon
en blijkt dat ik mij liet misleiden:
De trein is weg ter linkerzijde
en ik sta nog op het station.

Zo worden wij wel meer bedrogen:
Wij zijn op reis, zo menen wij
en maken voortgang zienderogen,

doch richten wij de blik opzij
dan staan wij stil en onbewogen.
Het leven gaat aan ons voorbij.

Driek van Wissen (1943 – 2010)


Een fenomeen wat ik vooral uit de metro ken en wat ik
altijd een bijzondere ervaring vind.





donderdag 17 november 2016

Tuinen van Verwondering


Het programma ‘Tuinen van Verwondering’ op NPO 1 op donderdagavond spreekt enorm tot mijn verbeelding. Zelf had ik zoiets gepland voor het hiernamaals, wanneer geld geen rol meer speelt.

Een verzameling ‘Adams’ (en ongetwijfeld zijn er ook 'Eva’s' bij betrokken) zijn daar bezig om met hun geld - dat ook geen rol speelt - landschapstuinen aan te leggen en daarin Kunst te verzamelen.
Die sculpturen worden heel bedachtzaam aangekocht en in het landschap ingepast. Vanuit alle hoeken en seizoenen moet ‘het kloppen’.
Een jongeman verwoordde het schitterend, heel kort en bondig:
“Het zijn pretparken voor de geest.”
En de ogen, zou ik willen toevoegen.


Terug te zien via Uitzending gemist.

dinsdag 15 november 2016

Willen III


De wil en het verstand
hoofdstuk 11 en 12 uit het boek

Thomas van Aquino en Johannes Duns Scotus.

Ik krijg dringend behoeft aan een systematische filosoof. Ik realiseerde me dat toen de docent enkele steekwoorden van Aquino en Duns Scotus naast elkaar op het bord zette.
Wanneer zulke filosofen niet bestaan moeten ze per direct uitgevonden worden.
Wát bedenken die mannen, waarom/waardoor en waarom vindt Hannah juist deze interessant met betrekking tot haar eigen ‘wils’ filosofie en niet bijvoorbeeld Schelling en Schopenhauer die daar ook over nagedacht hebben.
Misschien zijn ze niet voor een vrije wil maar dat zou dan toch juist interessanter kunnen zijn.
En waarom schrijft ze dat niet schematisch op; eerst wat de bewuste mannen denken en waarom en daarna waarom ze het ermee eens is of niet. Het leven kan zo veel gemakkelijker.
In dit boek gaan wél conclusies volgen dus dat zal misschien gaan verhelderen.
Even geduld nog.

Aquino leefde achthonderd jaar na Augustinus. Hij was monnik en we moeten er ons van bewust zijn dat hij boekenwijsheid te berde bracht want hij zat in een klooster.
Augustinus schreef uit ervaring en Anselmus van Canterbury was - tweehonderd jaar vóór Aquino -de laatste die dat ook deed. Vandaar de naam ‘scholastiek’ voor het tijdperk van de boekengeleerden. Het tijdperk van redeneren en autoriseren van oude citaten .
Aquino is bekend geworden om zijn ‘Summa’ waarvan ik alleen de passages over de vrouw heb gelezen. Het is een systematisch geheel van opgestelde vragen en de doordachte antwoorden van Aquino. Geënt op de ‘dialogen’ van Plato denk ik. Net zoals onze 'Heidelberger' en 'Wentsel's catechismus'

Aquino onderscheid drie soorten van noodzakelijkheid:
de absolute, de relatieve en de onderdrukking. De laatste is opgelegd; wordt verder niet besproken.
Hij onderscheid twee bevattingsvermogens:
het verstand (de universele rede) en de (bijzondere) rede.
Hieraan beantwoorden twee vermogens:
de wil en de vrije keuze.
Met de universele rede stemmen we in met de directe logica, zonder bewijsvoering. Deze is van nature contemplatief, passief.
Met de bijzondere rede trekken we besluiten uit universele proposities en inherent hieraan is dat de geest zich inspant, actief.
Deze inspanning wordt gevoed door het geloof, want het schepsel wil kennis verwerven over het ware Zijn.
Van de drie vermogens van Augustinus raakt het ‘herinneren’; wat aan het verleden bindt, buiten beeld en blijven er twee over: het willen en het weten/ verstand.
Voor Aquino is het verstand het meest nobel. Want het verstand reikt aan wat er te willen valt.
De juiste volgorde van handelen is : het vatten van het doel, dan het overleg over de middelen en daarna de begeerte naar die middelen.
Aquino’s eerste beginsel is het Zijn (existentie). Het Zijn kent het verstand als geheel. Het ultieme doel van het verstand is om altijd te bestaan en houdt daarom de begeerten in toom. Het verstand richt zich op het Zijnde en vindt zijn hoogste doel in het contemplatief aanschouwen van God.
Duns Scotus geeft aan de wil de hoogste credits, in tegenstelling tot Aquino. De wil is niet gebonden aan het verstand. Het verstand dient de wil. Duns Scotus onderscheid de natuurlijke wil , die de natuurlijke neigingen volgt en de vrije wil. Aangezien Hannah ook van de vrije wil is begrijp ik nu dat ze deze filosoof voor het voetlicht brengt.
Het is de wil die de menselijke geest instaat stelt zijn beperkingen en eindigheid te overstijgen.
Het is de wil die weerstand kan bieden aan begeerten en de dictaten van het verstand en daardoor is de wil vrij. Er is één restrictie: de wil kan het Zijn niet ontkennen. De wil kan het ‘Niets’
zich niet voorstellen.
En de liefde maakt een wil tot een goede wil.

Door de ‘contingentieleer’ van Duns Scotus - het is, maar het had ook anders kunnen zijn - ‘kan hij nauwkeuriger aangeven, in welke zin de wil van de mens zijns inziens vrij is, namelijk in die zin dat de mens op elk tijdstip kan kiezen uit alternatieve mogelijkheden’. (deze laatste zin heb ik uit het boek “Oriëntatie in de filosofie” van Prof. Dr. Gijsbert van den Brink.)
God, waarnaar de mens geschapen is, had ook andere werelden kunnen scheppen, Hij was daar vrij in. Uit die contingentie volgt dat alles wat is, mogelijk ook niet had kunnen zijn, behalve Godzelf.
Duns Scotus was met deze filosofie enig in zijn soort volgens Hannah maar is niet op waarde geschat.
De prijs voor de vrijheid van de wil ligt daarin dat de wil ook in vrijheid kan haten en daar een zeker genot uit kan halen. De wil tot macht van Nietzsche bijvoorbeeld. Komt later.

Ik ben het wel eens met Duns Scotus en Hannah dat de wil een bijzonder fenomeen in de schepping is. Maar dat is de mens in zijn geheel. Geschapen naar Gods beeld zoals ze ook zegt op p.171 en zeer goed. We hebben kennelijk iets méér dan dieren en engelen. De mogelijkheid om te willen en te ‘nillen’ met alle complexiteit die dat met zich meebrengt.
Dat God behalve een concreet ook een ‘contingent handelende’ entiteit zou zijn, dat zou kunnen, ook al is dat volgens mij een aanname. Hij handelt, maar zou ook anders kunnen handelen. Hij anticipeert op het menselijk handelen. Omdat Hij alwetend is. *
De mens heeft de illusie dat hij vrij is om beslissingen te nemen, maar - zo denk ik - er gaan altijd argumenten aan die beslissingen vooraf. En vooraf aan argumenten zijn er breinprocessen. Deze processen komen niet uit de lucht vallen enz…enz…
Zoals ik al eens eerder schreef: Wanneer iemand het hart van de mens kent is het een ‘koud’ kunstje om aan de touwtjes te trekken zonder dat die iemand dat in de gaten heeft.
In het slechte geval heet dat manipuleren maar omdat ik in de goedheid van een Almachtig Wezen geloof ga ik uit van Zijn goede bedoelingen.
In de ‘toevalligheid’ van Duns Scotus geloof ik niet.
Aan het einde van het hoofdstuk komt warempel een reden waarom Hannah Duns Scotus heeft behandeld: ‘Het aantreffen van oorspronkelijke nieuwe inzichten, die waarschijnlijk allemaal uitgelegd kunnen worden als de speculatieve voorwaarden voor een filosofie van de vrijheid.
Er is maar één filosoof die hem in dit opzicht kan evenaren en dat is Immanuel Kant.



*
En dan vind ik dit bij Emanuel Rutten:
‘Een vrije wilsact is namelijk per definitie zelfverklarend. Nu is echter een contingente concrete entiteit niet zelfverklarend. De entiteit in kwestie had er immers niet hoeven zijn.
We concluderen dus dat de wereldgrond een noodzakelijk bestaande concrete entiteit moet zijn die de wereld voortbracht op grond van een vrije wilsact. De grond van de wereld is dus een noodzakelijk bestaand en vrij subject. Nu veronderstelt vrijheid bewustzijn. Een onbewust subject kan immers niet vrij zijn. De wereldgrond is dus een noodzakelijk bestaand, vrij en bewust subject. Dus God bestaat.’


En daar gaat de contingentie weer op de schop.
(16-11-16)Nee, dat zeg ik niet goed: Het contingent handelen is iets anders dan contingent zijn.
God is vrij omdat hij in Zichzelf de oorzaak is. Maar de wereld is contingent als act van God.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene voor mijzelf enigszins in overzichtelijke brokken samen te vatten.
De quotes van Hannah in het plaatje hebben niet noodzakelijke iets te maken met de tekst.



woensdag 9 november 2016

Zwarte dag


Het is Trump geworden.
Ik ben weer een beetje bekomen van de schrik al blijft het mij voorlopig nog wel dwars zitten.
Laat ik dan mijn onderbuik gevoel ook eens de vrijheid geven: Ik wil het niet meer over de huidige Amerikaanse politiek hebben want dan komt het beeld mij voor ogen van die morsige, oude racist en seksist.
Wanneer we het er toch over hebben wil ik het alleen over het verleden hebben.
Uit de tijd dat meneer Barack Obama president van Amerika was. Dat is een stuk beter en prettiger voor mijn geestesoog.
Waardoor T. zich laat inspireren weet ik niet. Ik vermoed door Sir Abdomen.
Meneer Obama liet zich inspireren door Reinhold Niebuhr en straalde hoop uit.

Laat ik dat ook maar doen:

Gebed om kalmte

God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
de moed om te veranderen wat ik kan veranderen
en de wijsheid om het verschil hiertussen te zien.
Om één dag tegelijkertijd te leven,
om van één moment tegelijkertijd te genieten,
om moeilijke tijden te accepteren als het pad naar de vrede,
om deze zondige wereld, net zoals Hij deed, te aanvaarden zoals het is, niet zoals ik wil dat deze zou zijn,
om erop te vertrouwen dat Hij alle dingen zal rechtzetten als ik me aan Zijn wil overgeef,
om in dit leven gelukkig genoeg te zijn en om met Hem overgelukkig te zijn:
voor altijd in het volgende leven.
Amen.

dinsdag 8 november 2016


Al spittend door het boek van Hannah Arendt: 'Willen' ben ik denk ik de - voor mij - mooiste zin al tegengekomen.

'Wanneer het willende ego, in zijn hoogste manifestatie, zegt: “Amo, Volo ut sis”, Ik bemin je: Ik wil dat je bent
– en niet: “Ik wil je hebben” of “Ik wil over je heersen”-
dan toont het daarmee in staat te zijn tot dezelfde liefde waarmee God vermoedelijk van mensen houdt, die Hij immers alleen geschapen heeft omdat Hij wilde dat ze bestonden en die Hij bemint zonder ze te begeren. (p 172/173)


10-11-16
Grappig: toen we gisteren tijdens de les ook op deze zinsnede stuitte mompelde mijn Belgse studiemaatje: Zou God dan toch een vrouw zijn?
Waarop ik antwoordde dat mij dat niet zou verbazen.
Tegelijk realiseerde ik mij dat het door een vrouw geschreven is en wij, vrouwen dan toch een andere kijk op de Almachtige lijken te hebben.


donderdag 3 november 2016

Zonen en dochters profeteren



Een boek, in 2016 geschreven door vijf en twintig schrijvers over het onderwerp man, vrouw en kerk.
Eerste druk natuurlijk want wanneer zo’n type boek wordt geschreven door mannen én vrouwen ben ik er als een kipje bij.
Ik vond het een heerlijk boek om te lezen. Ik werd er blij van. Het bemoedigt en stimuleert me om mezelf serieus te blijven nemen. Met betrekking tot dit onderwerp: vrouw in combinatie met het instituut kerk was ik een beetje murw geworden.
Het is jammer dat de vrouwen die zich geroepen wisten en weten allang vertrokken zijn uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
De rest van de vrouwen worden natuurlijk niet door God geroepen tot het ambt, dat kan niet. /sarcasm



Ik herken het één en ander uit mijn eigen schrijfsels.
Gelijk(w)aardigheid en vrouw/ambt
Dit boek doet het alleen veel diepgaander en veel meer Bijbels onderbouwd.
Na elk hoofdstuk is er een conclusie. Dat is ook prettig.
Tijdens het lezen zitten er grijs gekleurde kadertjes tussen om even na te denken of ter verdere verdieping.
Een voorbeeld om even verder te denken: Bij de tabernakel, de tempel van Salomo en de herbouwde tempel waren de voorhoven vrij toegankelijke voor mannen, vrouwen en kinderen.
Bij de tempel van Herodes echter hadden alleen de mannen toegang tot het eigenlijke voorhof.
Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Dat vrouwen al na de Babylonische ballingschap op afstand werden gehouden? Ook synagogen hebben dat nagevolgd.
Mijn idee is dat het komt door de heidense invloeden van de wereldmachten in die tijd. Secularisatie is kennelijk moeilijk te weerstaan. Toen al.
Moeders kunnen het niet direct meemaken dat hun zonen op het tempelplein Bar Mitswa vieren. Ze moeten op een stoeltje klimmen en kunnen dan over de houten muur meekijken.
Zelf heb ik ook over die muur gehangen in 2009 om te zien wat er aan die andere kant allemaal gebeurde.
Meneer Cathy had vrije toegang, als onbesnedene. Met keppeltje op.
Wel was er toen al een afgescheiden gedeelte van de Klaagmuur voor vrouwen. Zelf ben ik dan teveel overdonderd door allerlei geuren, kleuren en indrukken om meditatief in mezelf te keren.
Ik herinner me nog wel dat die muur heel vettig aanvoelde.
Er zal wel weer het één en ander veranderen sinds febr. 2016 de muur is ‘opengesteld’ voor biddende vrouwen. Er komt in ieder geval een gezamenlijk gedeelte.

Hoe was het voor de zondeval, hoe erna. Hoe zit het in het Oude Testament, hoe in het Nieuwe.
Alle zogenaamde ‘zwijgteksten’ worden weer eens behandeld en dan blijft er niet veel over van de argumenten om vrouwen uit de ambten te blijven weren.
De schrijvers proberen terecht en verantwoord in de hoofden van toen te kruipen al blijft dat altijd een riskante onderneming.
Heeft wetenschap nog iets zeggen en hoe serieus nemen we dat dan? Toen moest ik wel grinniken: volgens een wetenschappelijk onderzoek worden mannen gekenmerkt door denkkracht, technische vaardigheden, agressie en gerichtheid op seks. Vrouwen echter door communicatie, empathie en het verwerken van emoties. Welke eigenschappen passen het best bij het leidinggeven aan een gemeente? (p 181)
Hoe blijf je kerk in de eenentwintigste eeuw. En wat zijn de mogelijke gevolgen.
Allemaal onderwerpen die worden doordacht en besproken.

Een aanrader.


maandag 31 oktober 2016

Willen II

De ontdekking van de innerlijke mens

Het tweede deel van haar boek begint Hannah met een chronologisch volgorde van verschillende denkers die over ‘de wil’ hebben nagedacht.
Paulus, Epictetus en Augustinus.

Paulus komt tot de ontdekking dat de wil om de wet te vervullen juist de wil om te zondigen activeert.
‘De oude wet gebood: gij zult doen; de nieuwe wet gebiedt: gij zult willen.
Deze ervaring van een gebod, dat vrijwillige onderwerping eist, heeft geleid tot de ontdekking van de wil. En de vrijheid, die hieraan inherent is. […] Indien de wil niet de keuze zou hebben om ‘neen’ te zeggen, zou het geen wil meer zijn; en indien er in mij geen tegenwil zou zijn [..] zou ik helemaal geen wil nodig hebben.’
(p 92/ 93)
De wil verhindert zichzelf. Behalve bij Jezus.
Zo is Paulus de eerste die welbewust over het willen heeft geschreven als een mentaal proces.
Het willen activeert weerstand. ‘Ik wil maar ik wil/kan niet’
Het ‘ik nil ‘ van Hannah: In ieder willen zit een ‘willen’ en een ‘niet willen’.

Je zou kunnen besluiten dat hier de christelijke filosofie is begonnen. Paulus heeft een afkeer van de Griekse filosofie die politiek getint is. Politiek in de zin van ‘alles wat zich in het openbaar afspeelt’.
De christelijke filosofie is daar totaal niet op gericht, oftewel á politiek.
Nog een verschil: in de Griekse wereld is de mens sterfelijk en de wereld eeuwig. Bij de christenen is de wereld vergankelijk en de menselijke ziel onsterfelijk.
Maar dat was volgens mij bij Socrates en Plato ook al het geval; die onsterfelijke ziel. Zie verderop.
Bij de Grieken is de tijd cyclisch, in het Christendom is de tijd lineair en gaat op een doel af.
De Griekse filosofie is naar buiten, kosmos gericht; in de Romeinse/christelijke filosofie gaat het om het menselijke geluk en is dus naar binnen gericht.
In de brief aan de Colossenzen (2:8) schrijft Paulus: ‘Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus’
Het is volgens mij deze Griekse filosofie waartegen hij ageert en dat is dus geen reden voor christenen om de hele filosofie links te laten liggen wat naar mijn mening veel te veel gebeurt.
De joods/christelijke filosofie heeft de toenmalige wereld op zijn kop gezet. Fascinerend om eens vanuit zo’n andere, filosofische kant naar Paulus’ ideeën te kijken. Eigenlijk is het ook best vreemd om te beseffen dat ons denkvermogen ook een evolutie kent. Dat onze manier van denken, vroeger niet in de breinen opkwam.
Gevaar is dan ook weer dat we onze gedachten ‘opleggen’ aan de mensen van vroeger. Precies als met het lezen in de Bijbel.
Het vergt inzicht en inlevingsvermogen om al die oude verhalen op waarde te schatten. En die doe je weer op door erover te lezen.
Een vraag tijdens de les was of Socrates niet de gifbeker had kunnen weigeren of Athene had kunnen verlaten. Het was toch duidelijk een wilsbesluit om hem te aanvaarden en te drinken?*
Ik weet niet in hoeverre je in die tijd de doodstraf zou kunnen ontlopen. Had het zin om Athene te verlaten?
Ik heb een deel van de 'Phaedo' van Plato gelezen (uit ‘de dialogen’ deel 1; derde druk van de Aula pockets) en daaruit blijkt dat Socrates het van wijsheid vond getuigen om de ziel los te maken van het lichaam omdat het lichaam eigenlijk altijd in de weg zit om werkelijk te kunnen filosoferen en dat hij er naar uitzag om los van zijn lichaam de zuivere waarheid te kunnen ontdekken. In Hades, het dodenrijk.

Epictetus, een tijdgenoot van Paulus maar Stoïcijn heeft weer andere ideeën.
Voor hem is het levenskunst om je niet ellendig te voelen. Trouwens: dat is ook al ‘naar binnen gericht’. In de filosofische wereld kun je volgens mij niet zo scherp scheidingen aanbrengen als de wetenschappelijke wereld die veel duidelijker is onder te verdelen in periodes naar aanleiding van ontdekkingen. Denkprocessen verglijden veel meer in elkaar over.
Volgens Epictetus ligt de dood als een onontkoombare narigheid te wachten maar dat zijn eigenlijk veel meer indrukken van de angst voor de dood. Die angst, dat bewustzijngegeven, zit in ons brein en dat te erkennen, bewerkt dat het in onze macht kan komen; beheersbaar kan worden. De eerste tekenen van een gevoel voor ‘bewustzijn’.
Wanneer je dit tranendal wilt aanvaarden krijg je er meer macht over. Wanneer je de dood wilt aanvaarden krijg je er macht over.
Zelfbeschikking. Dat waar onze tijd bol van staat. Maar of het uiteindelijk iets uitmaakt? Ik weet dat is er ook mee besmet ben maar mijn Stoïcijnse geest zegt dat het slechts een ‘spelletje’ van de geest is. Een vrucht die er aantrekkelijk uitziet maar niets voorstelt.

Augustinus was een Romeins/christelijk filosoof die in de religie een uitweg zocht uit die filosofische verwarring. De eerste christelijke denker.
In dit boek gaat het – vanzelfsprekend- over zijn besognes met ‘de wil’.
Hij ervaart ook die gespletenheid van de wil en lanceert op basis van de drieenige God, waarnaar de mens immers is geschapen, een filosofisch model: het herinneren, het willen en het weten.
De eenheid tussen deze drie is te danken aan de wil want het geheugen en het verstand zijn contemplatief. Het is de wil die hen laat functioneren en beslist hoe het geheugen en het verstand gebruikt dienen te worden.
Volgens de Hebreeuwse leer is er een persoonlijk God, die uit vrije wil de wereld heeft geschapen en ‘ex nihilo’, uit het niets. De mens, als beeld van God, heeft dan ook een vrije wil.
Dat ben ik wel eens, maar sinds de zondenval, die eerste keer dat de mens bewust verkeerd handelde, is die wil onvrij geworden en loopt het uit op Paulus dilemma: ik wil, maar wil eigenlijk niet. Ik handel vaak verkeerd en kan ook niet anders hoewel ik dat wel zou willen. Pfft complex wel.
Zoals ds van Veluw zegt in zijn boek: ‘Waar komt het kwaad vandaan’: ‘We kunnen constateren dat het mensen niet lukt niet te zondigen/ kwaad te doen, ook al doen ze nog zo hun best.’ (p397)
Augustinus lost het innerlijke conflict op door de wil, die zichzelf een doel stelt, zelf te transformeren tot de liefde. Voor mijn gevoel komt dat een beetje uit de lucht vallen. Ook al bedoelt hij die liefde op een andere manier dan wij dat doen. Bij hem heeft liefde met aandacht en duurzaamheid te maken. Een verbinding van de dimensies van de tijd – verleden en toekomst - in het nu.
Hannah verklaart: ‘Mensen worden niet rechtvaardig door te weten wat rechtvaardigheid is, maar door van de rechtvaardigheid te houden’.
Dat is dan denk ik hetzelfde als wanneer God in de Bijbel zegt dat de wet in ons binnenste moet worden geschreven. We moeten die ‘geest’ ademen; dáárnaar leven en niet naar de letter van de regels en wetten. Wanneer dát zo is heb je geen wil meer nodig en ben je van die verscheurdheid af.
Dan komt het determinisme aan bod. De bewijsvoering hiervan berust op voorgaande oorzaken, ze berust op het verleden. Wanneer je het op de toekomst betrekt loop je vast.
Ja, natuurkundig heeft dat met het onzekerheidsprincipe van Heisenberg te maken.

De fout is volgens Hannah – dus filosofisch gezien - dat degene die extrapoleert zichzelf buiten de sfeer zet waarin de werkelijke gebeurtenissen plaatsvinden en daardoor helemaal geen macht heeft om te handelen. (vita activa)
Om te handelen heb je vrijheid nodig en vind je vrijheid.
De mens is onderdeel van het tijdsproces en kan daar niet uit stappen.
Augustinus ‘introduceert’ een Voorzienigheid die buiten de tijdsorde staat. En rekent af met het cyclisch denken van de Grieken want dat levert niets nieuws op. Er moet een begin zijn; de mens is een nieuw begin, een initium. Elk mens is een nieuw begin.
Een nieuw begin die weet heeft van zijn/haar einde met een wil die zich uitstrekt naar dat einde.
De wil van de mens hangt samen met zijn tijdelijkheid en daarom is hij op de toekomst gericht.
Mmmmm......juist ja. Hierover moet ik echt veel langer nadenken.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene voor mijzelf enigszins in overzichtelijke brokken samen te vatten.
De quotes van Hannah in het plaatje hebben niet noodzakelijke iets te maken met de tekst.


* het concept 'de wil' was onbekend.