Zij hebben Hem, zonder zich af te vragen
of Hij het kon verdragen,
met nagels aan een kruis geslagen.
En toen Hij daar te lijden hing,
- een spijker is een lelijk ding -
zei Hij: Vader vergeef het hun.
Zei Hij: ze weten niet wat ze doen.
Het was hun er immers om te doen,
om eens te zien, wat of Hij nu zou doen!
Zo heeft Hij nog voor hen gebeden,
en in Zijn sterven aan hen meegegeven
een alibi voor hun geweten.
En ik stond in de verte quasi wat te praten
met 'n paar onnodige, onnozele soldaten.
Ze deden immers tóch, wat ze niet konden laten.
Maar Hij beriep zich op het allerlaatste:
de handen van Zijn Vader; - nog vóór Pasen
moest ik me naar mijn schip in Jaffa haasten.
II
Toen heb ik - 't was op Cyprus - in de krant gelezen:
J.v.N., Christus geheten,
is, na voor drie dagen gekruist te wezen,
zoals onze geachte lezers weten,
niet in Zijn graf gevonden: het was open.
Hardnekkige geruchten lopen,
dat Zijn discipelen de wacht beslopen,
toen deze sliep, en zo het lijk ontvreemdden.
Geëxalteerde vrouwen echter meenden,
dat zij Hem zagen wandelen door de beemden;
Maria moet gestameld hebben: Here!
Er zijn ook vissers, die beweren:
Hij heeft met ons gegeten bij de meren.
Maar dit is van bevoegde zijde wedersproken.
Men late zich geen knol voor een citroen verkopen.
III
Rome. - Het anker valt. Wij varen thuis.
Ik spoed mij naar de thermen, word ontluisd
van reis en roes en in mijn eigen huis
bij vrouw en vuur en radio gezeten,
ben ik alras Christus en kruis vergeten.
...Toen heeft een S.O.S. mijn ziel doorreten:
'Mijn Geest wordt uitgestort op alle vlees.
Wie niet vóór Mij is, is tegen Mij geweest',
seint een Geheime Zender wit en hees.
Weer onder zeil, over de eenzaamheden
van oceanen die mij van U scheiden,
Christus, wil mij verschijnen aan den einder.
Gerrit Achterberg
Omdat ik Goede Woensdag, 12 maart 2012 toch plausibeler vind dan goede vrijdag, vandaag dit gedicht. Het spreekt mij aan vanwege de Hollandse nuchterheid, wat ook verwoord wordt door onze woorden 'krant' en 'radio'. Pas aan het einde van het gedicht merk je dat de gebeurtenissen iets hebben gedaan en borrelt het verlangen naar het hogere op.
Hoe vaak, zo realiseer ik me, 'doe' ik zelf niet Golgotha en besef ik te weinig dat deze lente weer (mede) mogelijk gemaakt wordt door......
Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
woensdag 27 maart 2013
dinsdag 26 maart 2013
Gethsemane
Gethsémané Anno Domini 2009.
Keurige paden, netjes aangeharkt…..
En dat deze olijfbomen mogelijk tweeduizend jaar oud zijn zoals de gids ons wilde laten geloven, dat geloof ik ook niet.
Ooit zag ik bij Pont du Gard in Frankrijk olijfbomen van ongeveer duizend jaar oud (als dat waar is) en die zagen er toch behoorlijk afgeleefder uit dan deze bomen.
Gelovigen, heb ik wel gemerkt, zijn vaak te goedgelovig.
maandag 25 maart 2013
Doornenkronen
vrijdag 22 maart 2013
Slangen
Ik blijf nog even in de woestijn, het is tenslotte woestijntijd.
Dat verhaal uit Numeri 21 in de Bijbel met die slangen, dat riep bij mij ook altijd vragen op. De Israëlieten zwoegen door de woestijn richting het beloofde land en krijgen genoeg van het manna, het meel dat dagelijks rond hun tenten lag waar ze dan brood van konden bakken.
Ze gaan weer eens murmureren (prachtig woord) en beklagen zich bij God en bij Mozes. Als straf stuurt God giftige slangen en er sterven nogal wat mensen. Dan komt het volk tot inkeer en vraagt Mozes of hij (weer eens) een goed woordje voor hen doet bij God.
God neemt die slangen niet weg maar biedt wel een ontsnappingsmogelijkheid aan de dood. Mozes moet een koperen slang maken, op een stok steken zodat het hele volk hem kan zien. Wie ernaar kijkt wordt genezen en zal niet sterven.
Hoe lang zou dat hebben geduurd voor Mozes die slang had gemaakt? Dat doe je toch niet zomaar één, twee, drie?
Het is een verhaal wat juist door kleuter- en zondagschooljuffen breeduit wordt gemeten. Het is dan ook een spannend en wonderlijk verhaal maar het moet natuurlijk een diepere betekenis hebben.
In het Nieuwe Testament wordt er op teruggegrepen door Jezus zelf in het nachtelijke gesprek met Nicodemus. Joh 3:
14. En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15. opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Waarom vergelijkt Jezus Zich daar met de koperen slang? Een vergelijking met Mozes zou meer voor de hand liggen: Mozes als be-Middelaar tussen God en Zijn volk en Jezus als hogere be-Middelaar tussen God en de hele wereld.
Kan er van een slang iets goeds te verwachten zijn wanneer je het verhaal van de zondeval er ook bij betrekt? Van kinds af aan kon ik mij voorstellen dat die mensen in de woestijn weigerden naar een slang te kijken. Ze kenden het zondeval verhaal van Adam en Eva met die sprekende slang toch wel?
Een slang had een kwade reuk, waarom zou je daar naar kijken? Dat bracht toch alleen maar narigheid?
De slang is een beeld, een symbool van het kwaad. Wanneer het kwaad wordt erkend en aan een paal wordt genageld volgt er genezing. Zo genas iedereen die naar die slang keek. Iedereen die keek erkende dat hij/zij ziek was, geïnfecteerd door een slangenbeet, door het kwaad.
Wanneer je er zo naar kijkt is de ‘overstap’ niet meer zo moeilijk.
Jezus werd aan het kruis genageld. Al het kwaad werd Hem toegerekend. Hij nam het vrijwillig op Zich, nam het mee in Zijn lijden en in Zijn dood. Wanneer wij op Hem zien, dat betekent het erkennen van je geïnfecteerd zijn, volgt er genezing. De ultieme ontsnappingsmogelijkheid aan de (eeuwige) dood ook al is het kwaad (nog) niet verdwenen.
Wanneer ik iemand tekort doe door deze foto te plaatsen hoor ik dat graag. Ik weet nl. niet meer waar ik hem vandaan heb.
Dat verhaal uit Numeri 21 in de Bijbel met die slangen, dat riep bij mij ook altijd vragen op. De Israëlieten zwoegen door de woestijn richting het beloofde land en krijgen genoeg van het manna, het meel dat dagelijks rond hun tenten lag waar ze dan brood van konden bakken.
Ze gaan weer eens murmureren (prachtig woord) en beklagen zich bij God en bij Mozes. Als straf stuurt God giftige slangen en er sterven nogal wat mensen. Dan komt het volk tot inkeer en vraagt Mozes of hij (weer eens) een goed woordje voor hen doet bij God.
God neemt die slangen niet weg maar biedt wel een ontsnappingsmogelijkheid aan de dood. Mozes moet een koperen slang maken, op een stok steken zodat het hele volk hem kan zien. Wie ernaar kijkt wordt genezen en zal niet sterven.
Hoe lang zou dat hebben geduurd voor Mozes die slang had gemaakt? Dat doe je toch niet zomaar één, twee, drie?
Het is een verhaal wat juist door kleuter- en zondagschooljuffen breeduit wordt gemeten. Het is dan ook een spannend en wonderlijk verhaal maar het moet natuurlijk een diepere betekenis hebben.
In het Nieuwe Testament wordt er op teruggegrepen door Jezus zelf in het nachtelijke gesprek met Nicodemus. Joh 3:
14. En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, 15. opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Waarom vergelijkt Jezus Zich daar met de koperen slang? Een vergelijking met Mozes zou meer voor de hand liggen: Mozes als be-Middelaar tussen God en Zijn volk en Jezus als hogere be-Middelaar tussen God en de hele wereld.
Kan er van een slang iets goeds te verwachten zijn wanneer je het verhaal van de zondeval er ook bij betrekt? Van kinds af aan kon ik mij voorstellen dat die mensen in de woestijn weigerden naar een slang te kijken. Ze kenden het zondeval verhaal van Adam en Eva met die sprekende slang toch wel?
Een slang had een kwade reuk, waarom zou je daar naar kijken? Dat bracht toch alleen maar narigheid?
De slang is een beeld, een symbool van het kwaad. Wanneer het kwaad wordt erkend en aan een paal wordt genageld volgt er genezing. Zo genas iedereen die naar die slang keek. Iedereen die keek erkende dat hij/zij ziek was, geïnfecteerd door een slangenbeet, door het kwaad.
Wanneer je er zo naar kijkt is de ‘overstap’ niet meer zo moeilijk.
Jezus werd aan het kruis genageld. Al het kwaad werd Hem toegerekend. Hij nam het vrijwillig op Zich, nam het mee in Zijn lijden en in Zijn dood. Wanneer wij op Hem zien, dat betekent het erkennen van je geïnfecteerd zijn, volgt er genezing. De ultieme ontsnappingsmogelijkheid aan de (eeuwige) dood ook al is het kwaad (nog) niet verdwenen.
Wanneer ik iemand tekort doe door deze foto te plaatsen hoor ik dat graag. Ik weet nl. niet meer waar ik hem vandaan heb.
vrijdag 15 maart 2013
Stoner
Geschreven door John Williams in 1965. In 2006 opnieuw uitgebracht en nu pas vertaald.
Volgens velen één van de beste vertaalde boeken van 2012.
Wanneer er zovelen lovend zijn krijg ik de neiging om het links te laten liggen, maar die markante kop op de cover deed het hem.
Toch vraag ik mij af of die lovende woorden wel zo terecht zijn wanneer dit boek al in 1965 is geschreven. Kennelijk is het toen niet als ‘geweldig’ gezien. Of het is de hype om boeken opnieuw uit te brengen en dan vraag ik mij af waarom. Is het omdat in deze tijd niet meer zó geschreven wordt? Zou best eens kunnen; meer behoefte aan diepgang die in oudere schrijvers meer te vinden is dan in de postmoderne schrijversgeneratie.
Eerst maar eens lezen…..
John Williams, dat klinkt net zo nietszeggend als Jan Jansen. Het had zomaar onderdeel van het boekplan kunnen zijn.
Ik ken trouwens wel een John Williams maar die componeert filmmuziek.
Deze John Williams (1922 – 1994) was hoogleraar Engels aan de universiteit van Denver. Hij noemde het boek ‘een ontsnapping in de werkelijkheid’.
Het is een schrijnend boek. Het is daarom zo schrijnend omdat het over zoveel mensen gaat. Ik zou het over mezelf kunnen schrijven, iedereen, nou ja bijna iedereen zou het over zichzelf kunnen schrijven. 'Groots en meeslepend leven' is maar voor weinigen weggelegd.
Een mens wordt geboren, wordt beïnvloed door zijn opvoeding en omgeving, doet zijn/haar ding, maakt goede en foute keuzes, draagt daarvoor de verantwoordelijkheid, gaat dood en wordt vergeten.
Zo is het leven van mensen die geen eeuwigheidsperspectief hebben. In de kern is dat doelloos, nutteloos en zinloos ook al beweren ze zelf natuurlijk dat het anders is. Dat moeten ze wel anders word je gek. Zo deint de mensenmassa voort in the Cirkel of Life.
Bill Stoner, enige zoon van een Amerikaans boeren echtpaar, mag landbouw gaan studeren aan de universiteit van Colombia. Het is 1910. Onder invloed van een docent, Archer Sloane, precies zo’n type als Stoner switcht hij van studie en gaat letterkunde studeren. Verder is hij niet echt ondernemend en gaat confrontaties uit de weg. Zijn vrienden melden zich aan om te vechten in de eerste wereldoorlog, waarbij één vriend het leven laat.
Hij trouwt, krijgt een dochter en doceert aan dezelfde universiteit waar hij ook student was. Hij vervreemd van vrouw en kind, omdat hij dat m.i. láát gebeuren.
Als hij wat ouder wordt merk je dat er toch een klein beetje een rebel in hem huist wanneer hij confrontaties aangaat (de enige keren) met de opvolger van Archer Slaone, Lomax.
Verder slikt hij van alles en trekt zich terug in zichzelf. Voortdurend zou je hem willen toeroepen: Doe wat! Treedt op!
Wat maakt dit boek nu zo bijzonder? Ik denk het beschrijven van de menselijke eenzaamheid en de manier van schrijven waarbij zoveel denkstof achter de woorden ligt.
En toen Stoner hem vroeg waarom (om in het leger te gaan) zei Masters: ‘Je kent me vrij goed Bill. De Duitsers kunnen me geen donder schelen. En als het erop aankomt, geef ik ook geen donder om de Amerikanen, denk ik.’ Hij klopte de as van zijn pijp op de vloer en verspreidde die met zijn voeten. ‘Ik geloof dat ik het doe omdat het niet uitmaakt of ik het doe of niet. En het kon wel eens aardig zijn om nog een keertje iets van de wereld te zien voordat ik me terugtrek onder degenen die in afzondering leven en langzaam uitdoven, zoals dat ons allemaal te wachten staat.’
Hoewel hij het niet begreep knikte Stoner en accepteerde wat Masters hem vertelde. Hij zei: ‘Gordon wil dat ik net als jij in dienst ga’.
Masters glimlachte. ‘Gordon voelt voor het eerst in zijn leven de kracht van de deugdzaamheid. En uiteraard wil hij dat de rest van de wereld daarin meegaat, zodat hij erin kan blijven geloven.’
Wanneer het wat beter lijkt te gaan na de eerste WO kopen Stoner en zijn vrouw Edith een huis.
Terwijl hij met zijn kamer bezig was, en terwijl die langzaam vorm begon te krijgen, begon hij te beseffen dat hij jarenlang, zonder het zelf te weten, diep vanbinnen, als een geheim waarvoor hij zich schaamde, een beeld had weggestopt dat ogenschijnlijk een woning was, maar dat hij eigenlijk zelf was. Aldus was hij, werkend aan zijn studeerkamer, bezig met een poging zichzelf te definiëren [ ] was hij stap voor stap zichzelf aan het vormgeven, was hij orde in zichzelf aan het scheppen, was hij bezig zichzelf mogelijk te maken.
Zo zijn er heel veel mooie passages. Je moet gewoon langzaam lezen.
Pas wanneer hij op zijn sterfbed ligt vraagt hij zichzelf af wat hij eigenlijk had verwacht van het leven.
Volgens velen één van de beste vertaalde boeken van 2012.
Wanneer er zovelen lovend zijn krijg ik de neiging om het links te laten liggen, maar die markante kop op de cover deed het hem.
Toch vraag ik mij af of die lovende woorden wel zo terecht zijn wanneer dit boek al in 1965 is geschreven. Kennelijk is het toen niet als ‘geweldig’ gezien. Of het is de hype om boeken opnieuw uit te brengen en dan vraag ik mij af waarom. Is het omdat in deze tijd niet meer zó geschreven wordt? Zou best eens kunnen; meer behoefte aan diepgang die in oudere schrijvers meer te vinden is dan in de postmoderne schrijversgeneratie.
Eerst maar eens lezen…..
John Williams, dat klinkt net zo nietszeggend als Jan Jansen. Het had zomaar onderdeel van het boekplan kunnen zijn.
Ik ken trouwens wel een John Williams maar die componeert filmmuziek.
Deze John Williams (1922 – 1994) was hoogleraar Engels aan de universiteit van Denver. Hij noemde het boek ‘een ontsnapping in de werkelijkheid’.
Het is een schrijnend boek. Het is daarom zo schrijnend omdat het over zoveel mensen gaat. Ik zou het over mezelf kunnen schrijven, iedereen, nou ja bijna iedereen zou het over zichzelf kunnen schrijven. 'Groots en meeslepend leven' is maar voor weinigen weggelegd.
Een mens wordt geboren, wordt beïnvloed door zijn opvoeding en omgeving, doet zijn/haar ding, maakt goede en foute keuzes, draagt daarvoor de verantwoordelijkheid, gaat dood en wordt vergeten.
Zo is het leven van mensen die geen eeuwigheidsperspectief hebben. In de kern is dat doelloos, nutteloos en zinloos ook al beweren ze zelf natuurlijk dat het anders is. Dat moeten ze wel anders word je gek. Zo deint de mensenmassa voort in the Cirkel of Life.
Bill Stoner, enige zoon van een Amerikaans boeren echtpaar, mag landbouw gaan studeren aan de universiteit van Colombia. Het is 1910. Onder invloed van een docent, Archer Sloane, precies zo’n type als Stoner switcht hij van studie en gaat letterkunde studeren. Verder is hij niet echt ondernemend en gaat confrontaties uit de weg. Zijn vrienden melden zich aan om te vechten in de eerste wereldoorlog, waarbij één vriend het leven laat.
Hij trouwt, krijgt een dochter en doceert aan dezelfde universiteit waar hij ook student was. Hij vervreemd van vrouw en kind, omdat hij dat m.i. láát gebeuren.
Als hij wat ouder wordt merk je dat er toch een klein beetje een rebel in hem huist wanneer hij confrontaties aangaat (de enige keren) met de opvolger van Archer Slaone, Lomax.
Verder slikt hij van alles en trekt zich terug in zichzelf. Voortdurend zou je hem willen toeroepen: Doe wat! Treedt op!
Wat maakt dit boek nu zo bijzonder? Ik denk het beschrijven van de menselijke eenzaamheid en de manier van schrijven waarbij zoveel denkstof achter de woorden ligt.
En toen Stoner hem vroeg waarom (om in het leger te gaan) zei Masters: ‘Je kent me vrij goed Bill. De Duitsers kunnen me geen donder schelen. En als het erop aankomt, geef ik ook geen donder om de Amerikanen, denk ik.’ Hij klopte de as van zijn pijp op de vloer en verspreidde die met zijn voeten. ‘Ik geloof dat ik het doe omdat het niet uitmaakt of ik het doe of niet. En het kon wel eens aardig zijn om nog een keertje iets van de wereld te zien voordat ik me terugtrek onder degenen die in afzondering leven en langzaam uitdoven, zoals dat ons allemaal te wachten staat.’
Hoewel hij het niet begreep knikte Stoner en accepteerde wat Masters hem vertelde. Hij zei: ‘Gordon wil dat ik net als jij in dienst ga’.
Masters glimlachte. ‘Gordon voelt voor het eerst in zijn leven de kracht van de deugdzaamheid. En uiteraard wil hij dat de rest van de wereld daarin meegaat, zodat hij erin kan blijven geloven.’
Wanneer het wat beter lijkt te gaan na de eerste WO kopen Stoner en zijn vrouw Edith een huis.
Terwijl hij met zijn kamer bezig was, en terwijl die langzaam vorm begon te krijgen, begon hij te beseffen dat hij jarenlang, zonder het zelf te weten, diep vanbinnen, als een geheim waarvoor hij zich schaamde, een beeld had weggestopt dat ogenschijnlijk een woning was, maar dat hij eigenlijk zelf was. Aldus was hij, werkend aan zijn studeerkamer, bezig met een poging zichzelf te definiëren [ ] was hij stap voor stap zichzelf aan het vormgeven, was hij orde in zichzelf aan het scheppen, was hij bezig zichzelf mogelijk te maken.
Zo zijn er heel veel mooie passages. Je moet gewoon langzaam lezen.
Pas wanneer hij op zijn sterfbed ligt vraagt hij zichzelf af wat hij eigenlijk had verwacht van het leven.
Just Because
Via een Facebook vriendin mag ik dit vast wel even lenen van de site 'Lessons Learned In Life' :
Just Because - I'm quiet - doesn't mean I don't have a lot to say
Just Because - I appear happy - doesn't mean everything's oke
Just Because - I laugh a lot - doesn't mean I don't take things seriously
Just Because - I don't show my feelings - doesn't mean I don't have any
Just Because - I'm honest - doesn't mean I'm outspoken
Just Because - I'm not like you - doesn't mean I'm weird
Just Because - I don't say anything - doesn't mean I'm afraid
Just Because - I'm stubborn - doesn't mean I expect you to change for me
Just Because - I don't keep in touch all the time - doesn't mean I don't care
Just Because - I don't say I love you - doesn't mean I don't
Just Because - I'm quiet - doesn't mean I don't have a lot to say
Just Because - I appear happy - doesn't mean everything's oke
Just Because - I laugh a lot - doesn't mean I don't take things seriously
Just Because - I don't show my feelings - doesn't mean I don't have any
Just Because - I'm honest - doesn't mean I'm outspoken
Just Because - I'm not like you - doesn't mean I'm weird
Just Because - I don't say anything - doesn't mean I'm afraid
Just Because - I'm stubborn - doesn't mean I expect you to change for me
Just Because - I don't keep in touch all the time - doesn't mean I don't care
Just Because - I don't say I love you - doesn't mean I don't
vrijdag 8 maart 2013
40
Naar aanleiding van Mozes, Elia en Jezus werd mijn aandacht getrokken door het getal veertig.
Er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen deze drie personen en het getal veertig.
Mozes leefde 40 jaar in Egypte, het land van de onderdrukking, daarna 2x 40 jaar in de woestijn. Hij was veertig dagen op de berg bij God zonder eten en drinken.
Elia leefde veertig dagen in de woestijn en, net als Jezus, ook zonder eten en drinken. Fysiek kun je dat niet overleven.
Wat is dus de betekenis van dat getal?
Wanneer je in een concordantie ‘veertig jaren’ of ‘veertig dagen’ intikt gaat er een wereld open. Wat hou ik toch van dit computertijdperk. Vroeger zat ik met 'Trommius' op mijn knieën; de lust verging dan al snel.
Mijn conclusie: veertig dagen staan symbool voor een onbekend aantal dagen en veertig jaren een onbekend aantal jaren of kan symbool staan voor een generatie.
Voorbeelden:
Het regende veertig dagen en nachten bij Noach. Jona bepreekte Ninevé dat na veertig dagen de stad zou worden verdelgd. Goliath daagde het volk Israël veertig dagen uit. Het volk Israël zwierf veertig jaar door de woestijn totdat een generatie was uitgestorven. Het land had veertig jaar rust na de richter Othniël en Gideon en na de richter Ehud zelfs twee keer veertig jaar.
David, Salomo en Joas regeerden veertig jaren, een mensenleven.
Die perioden van veertig dagen in de woestijn van Mozes, Elia en Jezus staan voor inkeer en lering en zijn een overgangstijd en voorbereiding op een nieuw bestaan. Zo moest Elia, die meer met vuur had, in de woestijn leren dat God komt in het suizen van de stilte. Mozes leerde op de berg Gods stem verstaan in de wetten en regels.
En Jezus bereidde zich in de woestijn voor op zijn jaren van prediken waarop de Bergrede volgde.
Zoals het volk Israël moest leren te léven voordat ze het beloofde land in konden trekken, zo is ook ons eigen leven: ‘Veertig jaar’ een leerschool, een proeftijd op het eeuwige leven.
Ik heb me al zolang afgevraagd waar die zeven weken lijdenstijd toch vandaan kwamen tegen maar vier weken van advent. Nu begrijp ik het; het zijn geen zeven weken lijdenstijd, het is de veertig dagen tijd. Want zo moet je dan ook die veertig dagen tijd zien waarin wij nu weer leven richting Pasen. Een periode van leven in de woestijn om voorbereid te worden op dat wat komen gaat: leven vanuit de opstanding!
Het is zo voor de hand liggend dat ik me sullig voel dat ik het nooit eerder zo zag. Is het de protestantse benaming: ‘de lijdenstijd’ die verwarring zaait? Om zich te onderscheiden van het Rooms Katholicisme?
Het is geen lijdenstijd maar woestijntijd.
Ach ja, alles is al eens gezegd, alleen niet met hetzelfde accent.
Er zijn opmerkelijke overeenkomsten tussen deze drie personen en het getal veertig.
Mozes leefde 40 jaar in Egypte, het land van de onderdrukking, daarna 2x 40 jaar in de woestijn. Hij was veertig dagen op de berg bij God zonder eten en drinken.
Elia leefde veertig dagen in de woestijn en, net als Jezus, ook zonder eten en drinken. Fysiek kun je dat niet overleven.
Wat is dus de betekenis van dat getal?
Wanneer je in een concordantie ‘veertig jaren’ of ‘veertig dagen’ intikt gaat er een wereld open. Wat hou ik toch van dit computertijdperk. Vroeger zat ik met 'Trommius' op mijn knieën; de lust verging dan al snel.
Mijn conclusie: veertig dagen staan symbool voor een onbekend aantal dagen en veertig jaren een onbekend aantal jaren of kan symbool staan voor een generatie.
Voorbeelden:
Het regende veertig dagen en nachten bij Noach. Jona bepreekte Ninevé dat na veertig dagen de stad zou worden verdelgd. Goliath daagde het volk Israël veertig dagen uit. Het volk Israël zwierf veertig jaar door de woestijn totdat een generatie was uitgestorven. Het land had veertig jaar rust na de richter Othniël en Gideon en na de richter Ehud zelfs twee keer veertig jaar.
David, Salomo en Joas regeerden veertig jaren, een mensenleven.
Die perioden van veertig dagen in de woestijn van Mozes, Elia en Jezus staan voor inkeer en lering en zijn een overgangstijd en voorbereiding op een nieuw bestaan. Zo moest Elia, die meer met vuur had, in de woestijn leren dat God komt in het suizen van de stilte. Mozes leerde op de berg Gods stem verstaan in de wetten en regels.
En Jezus bereidde zich in de woestijn voor op zijn jaren van prediken waarop de Bergrede volgde.
Zoals het volk Israël moest leren te léven voordat ze het beloofde land in konden trekken, zo is ook ons eigen leven: ‘Veertig jaar’ een leerschool, een proeftijd op het eeuwige leven.
Ik heb me al zolang afgevraagd waar die zeven weken lijdenstijd toch vandaan kwamen tegen maar vier weken van advent. Nu begrijp ik het; het zijn geen zeven weken lijdenstijd, het is de veertig dagen tijd. Want zo moet je dan ook die veertig dagen tijd zien waarin wij nu weer leven richting Pasen. Een periode van leven in de woestijn om voorbereid te worden op dat wat komen gaat: leven vanuit de opstanding!
Het is zo voor de hand liggend dat ik me sullig voel dat ik het nooit eerder zo zag. Is het de protestantse benaming: ‘de lijdenstijd’ die verwarring zaait? Om zich te onderscheiden van het Rooms Katholicisme?
Het is geen lijdenstijd maar woestijntijd.
Ach ja, alles is al eens gezegd, alleen niet met hetzelfde accent.
Abonneren op:
Posts (Atom)