Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 2 januari 2013

Oma worden

Natuurlijk, ik heb er zo’n acht maanden tijd voor gehad om eraan te wennen. Iedereen in mijn omgeving die al oma was bejubelde die zijnstoestand en benadrukte om het hardst hoe leuk het was.
“Je zult het zien hoor, wanneer het er eenmaal is.” Het bleef echter allemaal enigszins abstract.
‘Het‘ is er. Sinds vijf dagen. Heel concreet.
Een prachtig kereltje met alles erop en eraan. Ik was vergeten hoe klein zoiets was. Het liefst zou ik het onder mijn arm meenemen en er hele dagen naar gaan zitten kijken. Dat doe ik toch maar per foto om me niet te erg op te dringen bij de kersverse ouders. Zij hebben alle drie, en voor zover ik het nu kan bekijken alles goed doorstaan. God zij dank.

Nu ben ik oma. Nu ben ik, zonder dat het me gevraagd is, een generatie opgeschoven. Zonder overleg vooraf is mij een rol toegemeten die ik op de een of andere manier moet zien te gaan vervullen. Maar ik weet niet goed hoe. Moeder worden ging veel gemakkelijker. Veel instinctiever.
Als één van de oudste kinderen uit een groot gezin, later als verpleegkundige op kraam en kinderafdeling en nog later in de wijkverpleging heb ik van alles opgezogen in mijn brein. Hoe gaat dat allemaal? Dat leven?
Zwanger zijn, bevallen, opvoeden, wat doe je wanneer kinderen ziek zijn. Hoe ga je om met invaliditeit of chronische ziekten. Hoe pak je dat allemaal aan?
Zelfs het overlijden van mensen heb ik vele malen aanschouwd. Ook daarvan weet ik hoe dat zou kunnen gaan; hoe ik die laatste stapjes waardig zou kunnen nemen of ondergaan……………...
Zo verbeeld ik mij.
Van oma worden weet ik eigenlijk niets. Dat heb ik nooit zo bewust bestudeerd. Ik voel me onzeker en als ik iets in die richting ventileer wordt er een beetje gelachen. Ik moet blij zijn (dat ben ik ook !) en vooral niets laten merken van twijfel en onzekerheid.
Een foto van het kleintje is, als een paar uur oude aardbewoner, als achtergrond op mijn computer ingesteld en daar kan ik nu eindeloos naar kijken. Bij tijd en wijle moet ik dat gaan afsluiten. Wegklikken. Daar heb ik al moeite mee.
Terwijl ik toch al een beetje afscheid aan het nemen was van het leven (ik heb mijn plicht gedaan: zie 1 Tim 2: 15 pfffft…..) wordt er nu zomaar, met kracht een tentharing aan mijn aardse tent toegevoegd en stevig in deze wereldse grond geslagen.
“Het komt allemaal wel goed.” Ja, dat geloof en vertrouwen heb ik ook wel, het leven zal zijn beloop wel hebben maar wel graag als het kan, even in mijn eigen tempo.

maandag 31 december 2012

Hoe fiks je vrouwen?
Door ze te begrijpen.

Wijze uitspraak van mijn jongste zoon van 21. Ik wens hem sterkte in het leven.
*grinnik*

zondag 30 december 2012

HC zondag 44

vr en antwoord 114
Vr: Maar kunnen zij die tot God bekeerd zijn, deze geboden volbrengen? (deze vraag volgt op de uitleg van de tien woorden van de wet)
Antw: Nee, want zelfs de allerheiligsten hebben in dit leven niet meer dan een klein begin van deze gehoorzaamheid, maar wel zo, dat zij met een ernstig voornemen niet slechts naar sommige, maar naar alle geboden van God beginnen te leven.

Via een artikel in de ‘Sophie’ van december ’12 werd ik weer geconfronteerd met iets wat al heel lang in mijn achterhoofd zit.
Deze vraag met antwoord moest ik oplepelen tijdens de aannemingsavond* bij ons in de kerk en dat heb ik braaf gedaan maar nog steeds geloof ik niet dat het waarheid is, al klinkt het heel vroom. Al die jaren daarna had ik zo’n ‘niet pluis’ gevoel hierover.
Jan Hoogland rakelt het op in dat bewuste artikel: ‘de heilige met het wijwater weggooien’.
Hij vraagt zich terecht af dat wanneer zelfs voor de allerheiligsten een begin al te groot is, wat dan het verschil is tussen zijn/haar begin of het zijne?

Zelf zou ik het nog wat scherper willen stellen: wanneer de gelovige de inwoning krijgt van de Heilige Geest (b.v. 1 Kor 6:19)en dan te beweren dat de allerheiligsten nog maar een klein begin hebben………is dat dan niet een enorme onderschatting van het werk van die Geest? Een gebrek aan vertrouwen?
Ik verwacht in mijn leven veel meer van de Heilige Geest. Ik verwacht niet een klein beginnetje maar meer dat ik op z’n minst op negentig procent kom van wat Jezus was tijdens Zijn rondwandeling op aarde.
Hoe zit het met de oproep in Rom 8: 29 om gelijkvormig te zijn aan het beeld van Jezus Christus? Met de hulp van de Geest is dat toch mogelijk? Dan kun je ‘de hele wereld’ aan.
Kijk maar naar Jezus: vlak na Zijn doop in de Jordaan door Johannes de Doper waarbij de Geest op Hem neerdaalde werd hij naar de woestijn vervoerd waar Hij, met de Geest aan de grootste verzoekingen het hoofd wist te bieden. Als voorbeeld voor ons. Die verhalen staan natuurlijk niet voor niets vlak na elkaar. (Matth. 3 en 4 en Lukas 3 en 4)
Joh.7:38: “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39 Hiermee doelde Hij (Jezus) op de Geest die zij die in hem geloofden zouden ontvangen;…..

Geen druppeltjes, geen klein beginnetje maar strómen en een op dat van Jezus gelijkende levenshouding.

Oké, het artikel ging eigenlijk ergens anders over…………


*Voor de religievreemden onder ons: een aannemingsavond is een avond waarop je toestemming krijgt om en plein public je geloof te belijden. Daarna ben je volwaardig lid van kerkelijke gemeenschap waartoe je behoord en mag je aan het Avondmaal gaan. Aanneming is eigenlijk een foute benaming want aangenomen ben je al bij de doop. Aan de belijdeniscatechisatie die hieraan vooraf gaat heb ik weinig herinneringen. Het is al lang gelden en de avonden waren in die tijd een monoloog van de kant van de voorganger. Als je een vraag had moest je die proberen er tussendoor te wurmen want ruimte voor discussie was er niet. Gelukkig gaat dat in deze tijd anders.

donderdag 27 december 2012

Het is verkeerd om als kinderen te blijven vasthouden aan de letter en niet op te groeien tot de vrijheid van de geest.

Erasmus

zaterdag 22 december 2012

Tonio

Een requiemroman door A. F. Th. Van der Heijden.
Aangrijpend boek. Aangrijpend op meerdere manieren.
Het verliezen van een kind op bijna tweeëntwintig jarige leeftijd door een fietsongeluk, dat is de rauwe werkelijkheid. Zulke dingen gebeuren. Ze leveren een eindeloos verwerkingsproces op.
Onze jongste heeft nu die leeftijd. Ik moet er niet aan denken.
Als je er kansberekeningen op los laat ben je kwetsbaarder dat zoiets je overkomt wanneer je vier kinderen hebt.
Toch is dat niet zo. Wanneer je er één hebt zoals Adri en Mirjam dan ben je pas echt kwetsbaar.
Je leven als vader en moeder is dan voorbij. Het grootste doel om voor te leven is er niet meer. Je verliest kennelijk je eigenwaarde. De genealogische lijn stopt. Dat maakt alles intens verdrietig.
Ik las het boek als eerste op mijn e-reader. Omdat ik s ’nachts nogal eens wakker lig heb ik er één voor mijn verjaardag gekregen. Met verlichting. Een geweldige uitvinding. Behalve met de Herder praten (schaapjes tellen gaat vervelen), kan ik nu ook lezen zonder dat mijnheer Cathy er last van heeft.
Het vervelende met zo’n verdrietig boek is dat liggend in bed door de zwaartekracht de tranen op verkeerde plaatsen belanden. Oren zijn er niet op gemaakt om ze te verwerken en in de intimiteit van de nacht hakt zo’n boek er extra in, zo lijkt het. Gelukkig ben ik erin getraind om andermans leed weer van me af te zetten.
Wat ik ook zo aangrijpend vind is dat er van enige troost door een vorm van religie geen sprake is. Behalve in een enkele vloek komt God niet aan bod. Ondanks de joodse afstamming van moeders kant. Geen hoop, geen uitzicht. Dit boek toont het verschrikkelijke, kale menselijke leed in al zijn intensiteit.
“Wij ontlopen de hoop niet, de hoop ontloopt ons”.
Als een kind is overleden is ie juist altijd aanwezig. Pan-tonio-nisme. Tot deze uitspraak komt de schrijver en ik geloof hem. “Met een sofistisch foefje zou ik dus aannemelijk kunnen maken dat hij dood voor mij belangrijker is dan levend. Uitgesloten.
A. F. Th. switcht heen en weer tussen verleden en heden. Zo zie je Tonio opgroeien en op deze manier krijg je de indruk dat het leed stukje bij beetje in de menselijke geest wordt toegelaten. Zo ervaren de ouders het ook en zo werkt het denk ik, als een soort overlevingsmechanisme van het brein bij extreme schokken.
Op zoek naar de ware toedracht van het ongeluk weet A. F. Th. te boeien en bedolven onder al dat verdriet zelfs nog wat spanning op te bouwen.
Zijn beschrijvingen van de ontvangst van het Nederlandse voetbalelftal in Amsterdam dat ‘s werelds 2e werd in 2010 krijgt iets grimmigs wat overigens, ook zonder zijn verdriet heel terecht is.
Uiteindelijk durven de ouders het aan om de cameraopnamen te bekijken die er vanwege ‘Big Brother’ via het Holland Casiono op het kruispunt zijn gericht. Helaas, het cruciale moment ontbreekt in de schokkerige beelden. “Aldus ontbrak de oorzaak, maar niet het gevolg”.
Aansprekend is Tonio’s stenenverzameling waar ie zo trots op was en waar hij op zijn kindeigen manier geld van zijn ouders aftroggelde; dan nu zijn ouders die de laatste steen voor hem moeten aanschaffen. Met inscriptie.
Het breekt je hart.

De mooiste kunst wordt vaak verkregen uit de ellendigste ervaringen. Hoe dat in het hiernamaals zal gaan is mij nog een raadsel.

A. F. Th. van der Heijden heeft er de Libris Literatuurprijs, de NS publieksprijs en de P. C. Hooftprijs 2013 voor gekregen en ook in 2011 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre . Heel verdiend, maar of ie er echt blij mee kan zijn?

donderdag 20 december 2012

Mensen zijn als eieren, slechts gevuld met zichzelf.


Zweeds gezegde wat ik ooit eens, ik meen in de Visie, las en nooit meer ben vergeten. Natuurlijk roept het op tot zelfonderzoek.

dinsdag 11 december 2012

Vergeef

Vergeef mij dat ik met kleine woorden
meedoe en stal zeg
en ster
en dat ik in drie kleine letters
God zeg
en U denk te noemen daarmee.

Het water is veel te diep
tussen mij en de stal
en de ster is te hoog.
Ik verspreek mij wanneer ik U noem.

Vergeef mij dat ik met kleine woorden
toch meedoe en stal zeg
en ster
en dat ik in drie kleine letters
God zeg
en U denk te noemen daarmee.


Jaap Zijlstra