Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Christine de Pisan. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Christine de Pisan. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

woensdag 5 januari 2022

Eleonore van Aquitanië

Geschreven door Guus Pikkemaat (1929 – 2018) in 2008.

Een heerlijke dikke pil van bijna 600 pagina’s over een vrouw die haar stempel heeft gedrukt op West-Europa.
Eleonore/Alienor leefde van 1122 – 1204 en was tijdens haar leven koningin van Frankrijk want ze trouwde met Louis VII en werd ook nog eens koningin van Engeland, vanwege haar tweede huwelijk met Henry II uit het huis Plantagenet.

Haar naam kwam voorbij tijdens modules Europese geschiedenis en mijn belangstelling was gewekt. Ik had eerder nog nooit van haar gehoord.
Maar wat was dit boek een tegenvaller.


Ja, het klopt dat over vrouwen weinig in de geschiedenisannalen is opgetekend. Ze waren niet interessant genoeg ook al runden ze vaak de business wanneer de echtlieden weer eens op oorlogspad of kruistocht gingen. We weten niet eens haar exacte geboortedatum.
Maar wanneer een boek voornamelijk gaat over haar echtgenoten Louis VII, Henry II en haar zoons Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land dan vraag ik me echt af waarom je haar naam op de cover durft te zetten.
Het is een keurig beschreven feitenrelaas over de politieke manoeuvres en wendingen in die vroege middeleeuwen zonder een greintje fantasie.
Nee, dan de boeken van Hilary Mantel. Die zijn een stuk prettiger om te lezen.
Bij Pikkemaat voelde ik bijvoorbeeld geen enkele emotie bij de moord op Thomas Beckett.
Ongetwijfeld vult Hilary met haar fantasie dingen in maar het grote geheel beklijft dan toch veel meer dan dit gortdroge relaas.
Omdat ik niet graag een boek halverwege opzij leg heb ik me gedwongen om het uit te lezen.
Nu filteren waarom Eleonore zo belangrijk is geweest.

Ze werd opgevoed door een vader die zijn dochters serieus nam. (Behalve dan bij het opschrijven van haar geboortedatum) Zulke vaders zijn kostbaar. Ik heb er ook één gehad. Ik moet ook denken aan Christine de Pisan die ook zo’n vader had wat in die tijd heel bijzonder was.

Ze groeide op aan een hof met veel aandacht voor kunst en cultuur en bleef daar tijdens haar leven heel veel aandacht aan besteden. Bernard de Ventadour is een bekende naam die leefde aan dat hof. Een troubadour.
Het grote rijk Aquitanië erfde zij van haar vader en werd daarmee een interessante huwelijkspartner. Door haar huwelijk met Louis VII werd een nog groter rijk gerealiseerd wat weer uiteenspatte na haar scheiding want zij nam haar domeinen mee het volgende huwelijk in met Henry II. Zo ontstond het Angevijnse rijk. Haar twee dochters bleven achter bij Louis.
Deze Henry II bleef echter leenheer van de Franse koning en was tijdens zijn leven voortdurend in conflict met Louis VII.

Eleonora bleef macht uitoefenen in ‘haar’ rijk en het huwelijk leek in de eerste jaren best goed ondanks dat zij tien jaar ouder was. Ze kreeg nog acht kinderen maar niet allen bleven in leven. Drie dochters werden succesvol uitgehuwelijkt aan belangrijke Europese heersers.
Van de vijf zonen zijn Richard Leeuwenhart (Coeur de Lion/ Lionhearted), de uiteindelijke erfgenaam en Jan zonder Land (Jean sans Terre/ John Lackland) de belangrijkste.

Ze was populair bij haar volk, hield van de schone kunsten en de hoofse liederen waar het hof van Aquitanië om bekend stond. Aan haar hof werd de jeugd van de aristocratie onderwezen.  Haar invloed was dus heel indirect.
Henry was minder geliefd, had regelmatig ruzie met zijn zoons die dan weer hulp zochten bij Louis VII. Eleonore koos steeds de kant van haar zoons wat haar niet in dank werd afgenomen.
Henry vond het op een gegeven moment nodig om haar in Engeland gevangen te zetten/huisarrest te geven voor zestien jaren. Pas bij zijn dood gelaste zoon Richard haar vrijlating. Ze was inmiddels rond de acht en zestig. Ze nam de honneurs voor hem waar in Engeland en Frankrijk toen hij mee ging met de derde kruistocht. (1189 – 1192)
Zelf was ze mee geweest op de tweede kruistocht (1147 -1149) en had haar ogen goed de kost gegeven.

Onder haar bewind kreeg La Rochelle stadsrechten en een burgemeester.
Vele andere steden werden door haar begunstigd; natuurlijk met de verwachting van loyaliteit ten opzichte van haar en haar zoon.
De ‘code maritime’ werd opgesteld om zeelieden te beschermen tegen de willekeur van een kapitein of een reder.
De namen van de schepen moesten in de ankers worden gegraveerd zodat ze te herkennen waren. Een eerste vorm van registratie.
Vrouwen werden toegelaten tot de grote zalen die eerder een mannendomein waren.
Nadat ze door zoon Richard weer was vrijgelaten zorgde ze ervoor dat in Engeland uniforme gewichten en maten werden gebruikt voor de handel in granen, vloeistoffen en textiel. En er werden munten met een vaste standaard in gebruik genomen.
Verder stichtte ze nog een hospitaal in Surrey en werd ze luidkeels bezongen door de rondreizende troubadours.

Het beste contact bleef ze houden met haar zoon Richard, die erfgenaam was van de delen in Frankrijk en koning van Engeland. Helaas stierf hij zonder erfgenaam en ging alles over op zijn jongere broer Jan zonder Land die opeens Jan met Land werd.
Eleonore is om en nabij de tachtig geworden en heeft op Eleonore Plantagenet van Castilië  en Jan zonder Land na, haar kinderen overleefd.
Dat er heel veel nazaten van haar rondlopen moge duidelijk zijn. Keizer Otto IV van het Heilige Roomse Rijk was een kleinzoon.

De eindeloze twisten tussen de Capets en de Plantagenets leken weer bijgelegd toen een kleindochter, Blanche trouwde met Louis VIII.
In 1204 overleed deze oermoeder van veel Europese vorstenhuizen.  
Eleonore is begraven in het klooster Fontevraud bij haar man Henry II en zoon Richard.

Niet alles is even zeker, elke geschiedkundige kijkt weer anders tegen de geschiedenis aan; legt andere accenten en trekt andere conclusies.
Zo kwam ik deze scriptie tegen van een leerling van de universiteit van Gent.






maandag 8 maart 2021

De Bourgondiërs

Ondertitel: Aartsvaders van de Lage Landen. Geschreven door Bart van Loo (1973) in 2019.
Wanneer je geïnteresseerd bent in geschiedenis dan is dit boek een aanrader. Een stevige pil die vlot leest maar het is wel prettig wanneer je niet echt onbekend bent met de materie want anders raak je verdwaald in de vele namen.

Prettig ook dat ik het boek van Barbara Tuchman vorig jaar heb gelezen en verschillende modules heb gevolgd aan de Erasmus academie.
Een korte samenvatting van de belangrijkste koppen want hier ging natuurlijk het een en ander aan vooraf. Van Loo neemt een uitgebreide aanloop. De naam Rollo van de Noormannen kwam voorbij. Stichter van Normandië.
Die kende ik uit de Netflix serie ‘Vikings’.
De naam van de geschiedschrijver Froissart kende ik ook al van Tuchman.


Filips de Stoute/ Philippe le Hardi alias Philippe II de Bourgogne  (1342 – 1404) is de jongste broer van de Franse koning. Hij was geen troonopvolger van de Franse troon maar kreeg van zijn vader Jan II (de Goede), Bourgondië toebedeeld. De reden: Filips stond op jonge leeftijd zijn vader bij in de slag bij Poitiers en was samen met hem gegijzeld door de Engelsen. Dat staat allemaal in Tuchman’s boek.
De Bourgondische tak is dus een zijtak van het koninklijke huis 'Valois'.
Deze Filips had last van expansiedrang en trouwde uit economische perspectieven met Margaretha van Male. Zij was een rijke koopmansdochter en bracht zo het rijke Vlaanderen onder Bourgondische invloed.
Het ‘royale Bourgondische leven’ vindt in hem zijn oorsprong want hij hield wel van een feestje.
Zijn zoon Jan zonder Vrees/ Jean sans Peur alias Jan I van Bourgondië  (1371 – 1419), breidde de zaken uit en keek niet op een mensenleven.  Hij vermoorde zijn grootste rivaal en neef, de hertog van Orléans wat hem zelf later de kop kostte.
Hij trouwde met Margaretha van Beieren en kreeg een stuk of elf kinderen waaronder Filips de Goede, die hem zou opvolgen.
Deze Filips de Goede/ Philippe le Bon alias Filips III van Bourgondië (1396 -1467) staat op de cover van het boek. Hij was o.a. de stichter van de orde van het Gulden Vlies.
Hij is drie keer getrouwd en bij zijn laatste vrouw, Isabella van Portugal werd zijn opvolger geboren. Verder had hij een leger aan Bastaardkinderen.
Filips de Goede was voorzichtiger in het uitbreiden van zijn imperium. Hij sloot – vanzelfsprekend – strategische huwelijken en Bourgondië werd het rijkste gebied van West Europa. Hij hield van feesten en ook van kunst. De Vlaamse Primitieven kregen bij hem de ruimte. Omdat hij voortdurend rood stond was hij ook voortdurend op zoek naar inkomsten. Het gebied van de Lage Landen, onder het bewind van zijn nicht Jacoba van Beieren was reuze interessant. Dat pikt hij dan ook in.
Zijn zoon, Karel de Stoute/ Charles le Hardi alias Karel van Bourgondië (1433 – 1477) was weer een echte krijgsheer. Een beetje zoals zijn opa Jan zonder Vrees. De belastingen werden steeds hoger en hoger vanwege  de militaire strapatsen en toen Karel bij het beleg van Nancy om het leven kwam schoot de vlam in de pan. Hij was getrouwd met Margaretha van York en hun enig kind en dochter Maria van Bourgondië, (1457 – 1482) stond voor een moeilijke taak. Ze lag als rijke erfgename heel goed in de huwelijksmarkt en trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk, uit het huis Habsburg om een tegenwicht te bieden aan de Franse koning.
Ze heeft geen bijnaam; verschil moet er zijn.
Als vorstin van de Nederlanden kwamen wij zo zonder de macht van de Habsburgers.
Helaas overleed Maria jong, na een val van haar paard (1482) en was haar zoontje Filips de Schone/Philippe le Beau alias Filips I van Castilië (1478 – 1506) de opvolger onder regentschap van zijn vader Maximiliaan. 
Hij trouwde met Johanna van Castilië (de waanzinnige) en ze  kregen zes kinderen waaronder de kroonprins, de latere Keizer Karel V. (1500 – 1558)

Hij was telg uit het huis Habsburg door zijn opa Maximiliaan en door zijn moeder Johanna heerser over het Spaanse Rijk.  Onder zijn zoon Filips II van Spanje (1527 -1598) werd het inmiddels beruchte 'pronkstuk' de 'Acte van Verlatinghe' getekend in 1581 en werd Nederland onafhankelijk. 
Dan wordt het voor mij minder interessant. De Nederlandse geschiedenis boeit me gewoon niet.

Via Wiki is nog een overzicht te vinden van dit alles.
Het leuke van van Loo is dat hij behalve humor ook de kunst erbij betrekt. Zo zat ik te lezen met de laptop binnen handbereik om de genoemde oude meesters en hun kunstwerken meteen op te zoeken.
Dan blijft alles wat beter hangen.

Ook leuk dat ik Christine de Pisan weer tegenkwam. Hofschrijfster van Filips de Stoute en Jan zonder Vrees. Eén van de allereerste vrouwen die leefden van de pen.
Ze nam het op voor vrouwen die hun bezittingen minstens even goed konden beheren als hun mannen. Ze moesten wel want veel mannen vertrokken naar het slagveld en keerden vaak niet terug. Ze kreeg daarna - natuurlijk-  van alles over zich heen.
Gelukkig kunnen we concluderen op deze internationale vrouwendag dat we sinds die tijd toch enige vooruitgang hebben geboekt. Evolutie is iets van de lange adem. Maar het komt goed.


PS: de Franse namen heb ik er zelf bij gezocht. Omdat ik die leuker vind.





vrijdag 12 juni 2020

Vernielzucht

Wat is dat in de mens, die vernielzucht?
Ooit maakte ik mij verschrikkelijk boos over de vernielingen die door IS in Palmyra (2016) werden aangericht. De tempel van Bel is grotendeels vernield.

Wat een stelletje cultuurbarbaren waren die IS-ers. Zo verschrikkelijk dòm om zich te vergrijpen aan cultureel erfgoed.
Tegelijkertijd schaamde ik me heel erg. Ik maakte me bozer over de verloren cultuurschatten dan over de mensen die door IS zijn vermoord. Ik maakte mij drukker over materie dan over mensen.
Hoe dat kan binnen een mens is mij nog steeds een raadsel.
Is dat omdat de tempel van Bel een oud bekend bouwwerk was en de vermoorden één grote grijze groep vormt? Wie het weet mag het zeggen.
Racistisch opgevoed ben ik niet. Ik had o.a. twee donkergekleurde poppen en later een bruine, type Barbie. Ik geloof dat het geen officiële Barbie was.  Het waren wel mijn favorieten. Best wel vooruitstrevend van mijn ouders.   

Nu zie ik beelden op het journaal van omvergehaalde standbeelden. Dat is eigenlijk hetzelfde. Een nieuwe beeldenstorm.  Net zo erg en net zo dom als die van 1566.
Ik maak me weer boos, enorm.  Wat een stelletje sukkels. 
Ja, ik maak me ook boos over racisme en ik maak me ook boos over dat machogedrag van de Amerikaanse politie wat mensenlevens kost.
Dat moet zeker heel rap veranderen.
Mijnheer Cathy kwam voor zijn werk wel eens in Amerika en had geen goed woord over voor het gedrag van  dat geüniformeerde deel der natie. Alsof zij Übermenschen waren, zo badinerend werden buitenlanders behandeld.

Maar waar blijven we wanneer we alles wat ons niet welgevallig is in de geschiedenis maar willen uitwissen?
Waarom denkt het gekleurde deel van ons volk dat alleen zij slachtoffer zijn? Geldt dat door de geschiedenis heen ook niet voor vrouwen, kinderen, homo’s en joden?
Wat heeft die laatste groep al niet meegemaakt?  

We kunnen met zijn allen wel de straat op gaan. En niet alleen tegen racisme maar ook tegen antisemitisme en voor feminisme.
Ik heb het boek van Storig nu  gelezen; ik denk dat ik het maar verbrand. 
Er komen geen vrouwelijk filosofen in voor. Hannah Arendt wordt één keer zijdelings genoemd. Geen woord over Aspasia van Milete, Hypatia van Alexandrië, Hildegard von Bingen, Christine de Pisan, Mechthild van Maagdenburg , Christina van Zweden, Simone de Beauvoir, Simone Weil, Susan Sontag, Martha Nussbaum en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Zij betekenden kennelijk ……niets.
Tegelijkertijd moet ik wel grinniken. Dacht Storig nu echt dat vrouwen niet konden en kunnen denken? Hoeveel van die beroemde mannen zijn met ideeën van vrouwen aan de haal gegaan om het op hun eigen conto bij te schrijven? Oké, misschien Kant niet.
Alles wordt toch bedacht in samenhang met andere mensen? Zelfs met vrouwen, homo’s, joden en minder witte mensen? Niemand staat op zichzelf.

Terug naar de beeldenstorm: al die standbeelden van mensen zijn beelden van mensen.
Met hun goede en slechte kanten. Mensen die iets betekenden voor onze culturele geschiedenis.  Tijdsmomenten. Tijdsmonumenten. Dat kun je vervolgens goed of fout vinden. Een kwestie van goede scholing.
Dat racisme alleen in blanke mensen zit geloof ik ook niet. Het zit in de mens. Van welke kleur ook. 
Dat we daar iets aan moet doen begrijp ik en sta ik volledig achter, maar op deze manier wordt er gepolariseerd; we gaan in ‘wij en zij’ denken en dat is heel fout.  Dat vraag om moeilijkheden.
Buiten dat moet iedereen, altijd met zijn tengels van andermans spullen afblijven of van spullen in het publieke domein. 
Er zijn andere manieren dan toe te geven aan vernielzuchtige onderbuikgevoelens. Richt een politieke partij op!
Ik moet ook opeens denken aan de gouden koets. Voor herstelwerkzaamheden uit de roulatie gehaald. Ik denk, nee, weet wel zeker dat we hem alleen nog maar terug zullen zien in een museum. Jammer.

Laten staan, al die ‘boeven’, tot leringhe ende vermaek.

donderdag 26 maart 2020

De waanzinnige veertiende eeuw



Geschreven door Barbara Tuchman (1912- 1989) in 1978. Ik las een digitale editie naar de negende druk uit 2009.
Barbara was journaliste en historica.
Omdat we met de colleges van het HOVO in deze eeuwen zijn aanbeland leek mij dit wel een aardige samenvatting.
Een stevige pil van 875 pagina’s maar dat komt goed uit in deze tijd van quarantaine. Trouwens, de Bibliografie en de noten nemen ook wel zo’n tachtig pagina’s in beslag.
Ze is bepaald niet over één nacht ijs gegaan.
Het duizelt mij nu wel van de namen. Halverwege heb ik de stamboom van het Franse koningshuis uitgedraaid om alles te kunnen plaatsen en te volgen en vooral niet te vergeten.
Nu een poging om er voor mijzelf wat structuur in aan te brengen.


De eigenlijke hoofdpersoon in het boek is Enguerrand VII van Coucy (1340 – 1397) maar hij komt pas op bijna de helft van het boek om de hoek kijken. Logisch: 1340

De veertiende eeuw draaide vooral om de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland met de nodige wapenstilstanden en onderhandelingen tot vrede; de oorlogjes tussendoor in Zwitserland en Italië, de pest, het kerkelijk schisma (twee pausen)en de vrije roversbenden die het leven van vele gewone burgers wel erg moeilijk maakten.
Tijdens de slag bij Poitiers wordt de Franse koning Jean II uit het huis Valois (wat kwam ná het huis Capet) door de Engelse koning Eduard III gevangen genomen en als gijzelaar vastgehouden.
Hij wordt na een paar jaar vrijgelaten maar zijn plaats moet worden ingenomen door een aantal adellijke heren uit Frankrijk. Eén daarvan is Enguerrand VII, heer van Coucy.
Coucy is een gebied ten noorden van Parijs in Picardië. Het is een gebied wat graag door de Engelsen wordt gebruikt als invalshoek in Frankrijk want Calais is sinds de slag bij Crécy in Engelse handen.
Om die reden is het kasteel van Coucy een zeer versterkte burcht en ligt op een strategische plaats.
Enguerrand wordt kennelijk verliefd in Londen want hij trouwt met Isabella, de dochter van Eduard III. Zij krijgen twee dochters: Maria en Philippa. De jongste trouwt met de negende Earl of Oxford en blijft in Engeland wonen. Maria trouwt met Hendrik van Marle uit het geslacht ‘de Bar’. In het boek heet hij Hendrik de Bar.
Maria, als erfgenaam heeft lang gevochten voor het behoud van de baronie na haar vaders dood maar heeft het tenslotte moeten afleggen tegen Lodewijk van Orléans, die het kocht en nooit afbetaalde.

Omdat Enguerrand een rustige en wijze man was en loyaal naar twee kanten, de Franse en de Engelse vanwege zijn Engelse schoonfamilie klom hij hoger en hoger op de maatschappelijke ladder. Pas na de dood van zijn schoonvader Eduard III wijdde hij zich volledig aan de Franse troon. Op pagina 729 staat een hele opsomming van zijn wapenfeiten en dat zijn er nogal wat.
Bij zijn laatste tocht, wat weer eens een kruistocht was, werd hij gevangen genomen en is in gevangenschap overleden. 1397. Dat was de slag bij Nicopolis.
Zijn tegenstander daar was Bayezid I, de overgrootvader van Mehmet die Constantinopel zou veroveren. In de serie Ottoman op Netflix heb ik die leren kennen.
Jammer dat er van deze Enguerrand geen portretten zijn. Uit de beschrijvingen begreep ik dat hij groot was en intelligent. Een echte ridder.
Of zijn paard wit was weet ik niet. *gniffel*

De Franse troon werd in deze tijd bezet door Karel V, (de wijze) die getrouwd was met Johanna van Bourbon en werd opgevolgd door zoon Karel VI, (de waanzinnige) die trouwde met Isabeau de Bavièr oftewel Isabella van Beieren. (eigenlijk moet ik natuurlijk zeggen ‘Charles’ en geen ‘Karel’)
Zij kregen twaalf kinderen; zie Wiki
Rollen worden gespeeld door de broers van Karel V: Lodewijk van Anjou, Jean de Berry en Filips II (de Stoute) van Bourgondië die trouwde met Margaretha van Vlaanderen. Zijn zoon is Jean de Nevers oftewel Jan zonder Vrees
Karel VI heeft als enige broer Lodewijk van Orléans.
Deze spelen zo ongeveer de belangrijkste bijrollen. De achternamen verwijzen naar hun grondgebieden waarover ze graaf of hertog zijn geweest.

De Honderdjarige oorlog die deze tijd markeerde vergde enorm veel van het Franse volk. (en het Engelse, denk ik) Al die oorlogsinspanningen of het nu tegen de Engelsen was gericht of binnenlandse strooptochten door zich verplaatsende legers moesten worden betaald en het volk leed onder een enorme belastingdruk terwijl ‘het hof’ het ervan nam en overal een reden voor een feestje zag.
Het schisma was een ander probleem. De verdeelde kerk , die zich zo ongeveer alles veroorloofde wat God verboden had, met de ene paus in Rome en de ander in Avignon deed het volk ook geen goed. Wycliff uit Engeland, Geert Grote uit Nederland en Johannes Hus uit de Bohemen worden ook in dit boek genoemd. Het borrelde en bruiste onder het volk wat overal tussen geklemd zat en leed.
Dan nog de nodige pestgolven waarvan 1348 de grootste was. In 1361, 1374 en 1388 volgen er nog een paar.
Opstanden van de Jacquerieen, de boeren, waartegen Enguerrand vaak werd ingezet, kunnen niet onvermeld blijven net als de Marmosets en de Maillotins. Allemaal opstandige groepen.
Het was in die tijd geen fijn land om te wonen.

Nog wat kunstzinnige weetjes:

Leuk dat Christine de Pisan ook wordt genoemd die kennelijk een biografie van Karel V heeft geschreven. Ik heb alleen ‘het boek van de stad der vrouwen’ van haar gelezen.
Ze trok ten strijde tegen Jean de Meung, één van de schrijvers van de ‘Roman de la Rose’, een bestseller in die jaren.

Guillaume de Harsingny was lijfarts van Enguerrand de Coucy, en hield zich ook bezig met de krankzinnigheid van Karel VI. Hij stierf op zeer hoge leeftijd en liet een, voor die tijd zeer bijzondere tombe na.

In die tijd werd de ‘dance macabre’ ‘uitgevonden’. Het verscheen in een gedicht van ene Jean le Fevre. De dood die in de samenleving zó aanwezig was kleurde ook de kunst. De dodencultus was in de vijftiende eeuw op zijn hoogtepunt maar begon al in deze veertiende eeuw.
Ook werd in deze jaren begonnen met de bouw van de kathedraal van Milaan en maakte Claus Sluter zijn opwachting bij de steeds machtiger wordende ‘Bourgondiërs’.

Veel noemt Tuchman uit de kronieken van Froissart, een kroniekschrijver die in deze turbulente tijd leefde.
Ze schrijft heel vlot en gedetailleerd. Soms zelfs een beetje ‘te’ naar mijn idee. Maar op deze manier krijg je wel een heel mooi beeld van die waanzinnige eeuw, want dat was het wel.
Als je dat allemaal op je in laat werken: vroeger was echt niet alles beter, integendeel zelfs.
Pas halverwege de vijftiende eeuw zou het wat beter gaan worden. Mede door de boekdrukkunst.



dinsdag 25 oktober 2016

Het boek van de Stad der Vrouwen

Geschreven door Christine de Pisan in 1405. Ja u leest het goed.
Het eerste feministische boek uit de wereldliteratuur en uitgegeven – hoe kan het ook anders – door de Feministische Uitgeverij Sara in 1984.
Christine was als kind, geboren rond 1364 ergens in de buurt van Venetië, een slim meisje en dat werd opgemerkt door haar vader. Hij stimuleerde haar – bij gebrek aan een zoon, die later wel kwam - om verder te leren.
Op vijfjarige leeftijd emigreerde de familie naar Frankrijk. Vader de Pisan had een belangrijke functie aan het Franse hof gekregen.
In 1389 werd zij weduwe, bleef met drie kinderen achter en moest aan de kost zien te komen. Dat deed zij door te schrijven. Tussen 1390 en 1429 verschenen er tien poëtische en elf prozawerken. Voornamelijk over de vrouwen en de politieke thema’s van haar tijd.
Het verhaal dat zij naar aanleiding van al haar vragen over de sekseongelijkheid schrijft, is allegorisch, wat in die tijd heel gewoon was.

Christine heeft zo haar vragen over die ongelijkheid want ze heeft ongetwijfeld gehoord of gelezen over Thomas van Aquino 1225 – 1274 en ik kan me zo voorstellen dat zij daar ook al depressief van geworden is:
“Tenslotte kwam ik tot de conclusie, dat het een verachtelijke daad van God was, toen Hij de vrouw schiep en ik verwonderde mij erover hoe een zo waardige werker er ooit toe overging om een dergelijk slecht werkstuk te maken, daar, zoals deze schrijvers zeggen, de vrouw een vat is, dat als het ware alle kwaad en alle ondeugd in zich bergt.”
Dan krijgt zij drie dames op bezoek met de namen: Rede, Rechtvaardigheid en Recht.... ik moest onwillekeurig denken aan de drie rrr’s waarmee ik opgevoed ben: Reinheid, Rust en Regelmaat. Ach, hebben ze niet allemaal zo hun charmes? /sarcasm

Deze dames zijn een drie-eenheid.
Door middel van een vraag en antwoordspel roepen de drie R-dames Christine op om een stad te bouwen. Een zinnebeeldige stad.
Eerst wordt Christine opgeroepen om haar eigen verstand te gebruiken: “We zijn gekomen om je te troosten, omdat we medelijden hebben met je verwarring, waarin je verkeert en willen je uit je onwetendheid halen, die je eigen verstand zo verblindt, dat je datgene wat je zeker weet, afwijst en geloof hecht aan hetgeen je slechts weet, ziet of kent door een aantal meningen van anderen.”
Zij helpen haar met die bouw en beginnen met de fundamenten.
Die bestaan uit de dappere vrouwen uit de mythen, sagen en legendes.
Het zijn volgens ‘vrouwe Rede’ de vrouwen die niet vies zijn van oorlog voeren en rijken veroveren of te heroveren.
Ze doen voor mannen beslist niet onder.
Er komen er verschillende uit de geschriften van Herodotus en Ovidius. Soms is het niet duidelijk of het feiten zijn of fictie is. Maar dat maakt eigenlijk niet zo uit.
Alhoewel: misschien zijn er verhalen van dames die wel feitelijk waar zijn maar door mannelijke schrijvers naar het land der fabelen zijn verwezen/geschreven. Dat zou heel gemakkelijk kunnen.
Later in het boek vond ik zoiets over Dido, de vrouw die Carthago stichtte.
Op de Nederlandse Wikipagina staat er meteen ‘mythologie’ achter. Op de Engelse site niet.
Volgens Christine schreef Flavius Josephus al over haar.
Eigenaardig.
Wie weet wordt Marie Curie ook nog eens mythologisch......
Wat zou Christine trouwens genieten van de lijst van vrouwelijke Nobelprijswinnaars. Al vind ik het nog wat aan de magere kant.

De muren worden volgens ‘vrouwe Rechtvaardigheid’, gevormd door vrouwen die uitblonken in goedheid, mededogen en zorg. Plus de vrouwen die uitblonken in de wetenschap.
Veel wordt overgenomen – begrijp ik – uit de geschriften van Giovanni Boccaccio, een Italiaans schrijver en dichter. (1313 – 1375) Wat hij schrijft is kennelijk boven alle twijfel verheven.

De bewoners vormen een bonte groep van wijze vrouwen die - naar mijn bescheiden mening – toch weer van alles ondernamen ter eer en meerdere glorie van hun mannen.
Tussendoor worden er vragen van Christine beantwoord. Ook zij vroeg zich al af of het waar was dat vrouwen soms verkracht willen worden. Nee, toen ook al niet. /sarcasm
Of er een verschil is tussen slimheid en wijsheid; ja, het ene komt door leren, het andere is een gave Gods maar alle twee samen is goed.
Of vrouwen zich kleden om te verleiden. Nee, zij houden gewoon van schoonheid en opsmuk.

Wie mogen er nu in de mooiste woningen en de hoogste torens wonen? Dat bepaalt ‘vrouwe Recht’. De hoogste toren is natuurlijk voor ‘de maagd’ Maria. Koningin des Hemels.
De andere mooiste onderkomens zijn voor maagden die hun leven lieten door martelingen vanwege hun geloof.
Zo wordt de stad der vrouwen voltooid en is een schuilplaats en burcht geworden tegen vijanden en aanvallers.

woensdag 19 oktober 2016

Vision


Een film uit 2009 over het leven van Hildgard von Bingen (1098 – 1179).
Een film van Margarethe von Trotta, die ook de film over Hannah Arendt regisseerde. Ook hierin speelt Barbara Sukowa de hoofdrol.

Hildegard wordt als tiende kind geboren uit adellijke ouders. Op haar achtste wordt zij naar een klooster gebracht en onder de hoede van Jutta von Sponheim geplaatst.
Het is een slimme meid en brengt het tot abdis die een eigen vrouwenklooster sticht. Hiervoor moest ze het opnemen tegen een mannenbolwerk. Maar het lukte haar.
Zij was geïnteresseerd in van alles en schreef boeken over haar visioenen, componeerde liederen, en was geïnteresseerd in de geneeskunst door middel van, wat je nu een holistische benadering zou noemen.
Over de film valt nog veel meer te zeggen maar de aanleiding om hem te bekijken vind ik eigenlijk boeiender.
Tijdens een gesprek met een vriendin kwamen we namelijk tot de conclusie dat in onze protestantse wereld; van ná de reformatie er wel erg weinig vrouwen zijn die vanuit hun geloof bekend geworden zijn. We kwamen echt niet verder dan wat Rooms Katholieke dames zoals Hildegard von Bingen (1098 -1179), Theresa van Avila (1515 – 1582), Theresa van Lisieux (1873 – 1879) en later schoot mij Christine de Pisan (1364 – 1430) nog te binnen.

We kregen als twee 50 plussers acuut een pijnlijk gebrek aan rolmodellen.
Vanuit mijn geboortedorp kan ik mij ook niemand herinneren op wie ik had willen lijken of aan wie ik mij kon optrekken. Pas in mijn huidige kerkelijke gemeente zag ik, toen ik er voor het eerst kwam, moderne, goed geklede en intelligent uitziende vrouwen mét kinderen. Dat kon dus alvast.
Maar echte rolmodellen.......nee, die zag ik bij nader inzien niet binnen mijn kerk.
In de studie ‘Sekse als antwoord’ (1997) geeft Maarten Verkerk aan dat de reformatie niet echt heeft bijgedragen tot verbetering van de positie van de vrouw. Ondanks het feit dat toch ook de vrouw geroepen is tot profeet, priester en koning.
In de praktijk leek het meer op huishoudster, minnares en nanny tot ver in de zeventiger, tachtiger jaren.
En nu hóór ik de reactie al: als huisvrouw moet je je ook priesterlijk en profetische gedragen ....bla... bla...
Toen kwam gelukkig mw. Grabijn van Putten en is het één en ander heel langzaam veranderd. Nee, zij heeft geen eigen Wikipagina.
Maar ook zij hield zich meer bezig met de politiek.
Net als de vrouwen-theologen van de feministische theologie. Dorothee Sölle is een voorbeeld.
Ook al schreef zij mooie dingen, – ik las ooit ‘Mystiek van de dood’ en ‘Leren vliegen’ - ze stond in haar denken te ver van mij af.

Bij nog weer nadenken: Manuela Kalsky is misschien een optie maar haar ken ik nog te weinig.
Toch maar weer terugvallen op die Rooms Katholieke dames? Dankzij hun heiligverklaring verdwijnen zij tenminste niet in de vergetelheid zoals bijvoorbeeld Tonneke Bijker en Marleen Ramakers.
Dat misplaatste masculiene denken binnen onze religie is er gewoon de oorzaak van dat we geen vrouwelijke rolmodellen hebben!


Tsja, dan is het nu de tijd om zelf maar een poging te wagen om rolmodel te zijn.
Wat een verantwoordelijkheid! Bestaat er een cursusje voor?