Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts tonen met het label kunst(on)zinnig. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kunst(on)zinnig. Alle posts tonen

donderdag 17 september 2015

Antoni Gaudi (1852 – 1926)


Een weekje cultuur snuiven in Barcelona en Madrid. Oorspronkelijk had ik Toledo er ook nog bij bedacht maar dat werd een beetje veel. En dat allemaal terwijl ik eigenlijk niets van Spanje moest hebben. Ik associeerde het teveel met de bejaarde ouderen in Benidorm, de hoog geblondeerde ‘Greetjes’ van Torremolinos en de seksende, spuitende en slikkende jongeren in Lloret de Mar.
Alleen Gaudi was interessant vanwege zijn ver doorgevoerde ‘Art Nouveau’ wat in Spanje het ‘Catalaans Modernisme’ wordt genoemd en door het laatste studioalbum van The Alan Parsons Project.
‘La Sagrada Familia for the Lion and the Lamb’
Dat veranderde na een reis door Andalusië in 2011 op zoek naar Moorse invloeden. Sevilla, Granada, Cordoba en meer.
Ik was óm.

Gaudi was een eigenzinnig architect. Zijn stijl is zeer herkenbaar. Het loopt over van de organische elementen. Bij de Sacrada Familia, zijn grootste werk, krijg ik associaties met druipende zandkastelen die we vroeger aan het strand maakten met de kinderen. In 2029 hopen ze klaar te zijn met de bouw waarvan in 1882 de eerste steen is gelegd. Dan is er totaal 147 jaar ( met periodes dat er niets gebeurde) aan gewerkt en dat is voor zo’n kathedraal niet uitzonderlijk lang.

Toen we er ongeveer vijftien jaar geleden waren met de kinderen was de binnenkant nog kaal en stonden er – vanzelfsprekend – alleen pilaren die op bomen leken.
De ‘voorgevel’, de entree nú, met zijn vier torens was klaar en konden we ons erdoor wurmen. Van de ene toren naar de ander.
De achterkant zag er heel anders uit. Veel moderner en ik vroeg mij af waar het moest eindigen. Dat de stijl veranderde kwam door een brand in de crypte in 1936 waarbij de oorspronkelijke tekeningen en modellen werden verwoest.
Nu staan ook aan de 'achterkant' – wat uiteindelijk een zijkant gaat worden – vier torens en is de binnenkant van de basiliek overweldigend. Deze is met spoed enigszins op orde gebracht in verband met een pauselijk bezoek in 2010.
Je waant je op een fantasy -achtige manier klein door de hoogte en meteen ook weer verheven boven het ‘aards gewriemel’. Precies de bedoeling van een ‘Godshuis’, lijkt mij.

Het is de bedoeling dat er achttien torens komen. Die staan voor Jezus, Maria, vier evangelisten en de twaalf apostelen.
Ik vond nog een aardig filmpje op het wereldwijdeweb wat in rap tempo laat zien hoe het zou moeten gaan worden.
Ik hoop dat ik tijd van leven krijg om hem nog eens af te zien.

Verder hebben we Park Güell en de twee huizen: Casa Milà of La Pedrera met zijn wonderlijke ‘dakwerken’ en Casa Batlló bezocht en dat was nog niet eens alles van deze architect.







donderdag 3 september 2015

Kissing Earth


Rumoer in Rotterdam. Het zou een titel van een boek kunnen zijn.
Nu gaat het om ballen.
Voor het pas vernieuwde Centraal Station komt een kunstwerk van de Deense kunstenaar van IJslandse afkomst Olafur Eliasson (1967)
Het gaat om twee wereldbollen tegen elkaar aan. Kissing Earth. Vorige week is een proefopstelling gemaakt met een soort grote strandballen. Tien meter hoog.
Touwen eraan met zandzakken zodat de werelden niet in de kosmos zouden verdwijnen.
Het commentaar was niet van de lucht. Nu is het zo dat Rotterdammers overal commentaar op hebben dus daar moet je je niet teveel van aantrekken…..ze draaien wel bij, verzinnen een ludieke Rotterdamse naam voor het kunstwerk om het eigen te maken en worden er vervolgens trots op.
Ik heb sowieso meer met driedimensionale kunstwerken dan met twee dimensionale. En volgens mij gaat het prachtig worden.
In eerste instantie dacht ik ook dat het beter en passender zou zijn om het beeld van Zadkine daar neer te zetten maar mijn intuïtie zegt dat het daar gaat ‘verdwijnen’ in de grootte van het plein en van het station.
De maten van aansprekend kunstwerk zijn heel belangrijk weet ik nu uit ervaring. Daar moet heel goed over nagedacht worden.

Tien meter hoog is heel groot wanneer je erbij staat, maar zoals een art impression laat zien valt het in het geheel wel mee. Bovendien worden ze gedeeltelijk doorzichtig, gedeeltelijk glanzend en ook nog eens s ’avonds verlicht
In die hoekige wereld van omliggende bebouwing en van het station met zijn zeer hoekige uitloper leveren de werelden een mooi contrast.
Een beetje vergelijkbaar met het nog grotere werk van Anish Kapoor in Chicago.

Ik hoop dat het doorgaat, ik verheug me erop. Sommige kunstenaars moet je hun gang laten gaan, daar zijn het kunstenaars voor. Zij hebben voelsprieten die andere mensen niet hebben. Te hoge kosten? Dat is heel relatief.
Het is nu eenmaal geen lopende band werk. Alles moet speciaal worden gemaakt en dat kost veel tijd en dus veel geld. Dat weet ik inmiddels ook uit ervaring.
Maar wanneer er vele generaties van kunnen genieten van iets moois verdwijnen de kosten naar de achtergrond.
Vaak barst een morele discussie los. Zoveel geld terwijl er mensen zijn die nauwelijks kunnen rondkomen. Ja dat is zo maar die mensen zullen er altijd zijn, ook wanneer al het ‘ballengeld’ voor hen zou worden uitgetrokken. In een korte termijn visie zou dat mooi zijn en tijdelijk ‘werken’ maar veel minder op de langere termijn.
Terwijl wanneer toeristen naar Rotterdam komen dat positief is voor de stadse economie. Daar profiteert - als is het indirect - iedereen weer van.



zaterdag 15 augustus 2015

Het wonder van de architectuur


Van alle kunstvormen ben ik, behalve van muziek ook wel erg gecharmeerd van de architectuur.
De uitspraak van Goethe: ‘Bouwkunst is gestolde muziek’ vind ik prachtig. Zoals muziek heeft ook bouwkunst te maken met compositie, orde, harmonie, ritme en kleur en misschien nog wel meer.
Sinds de komst van de computers die je lekker van die zeer ingewikkelde berekeningen kunt laten verrichten heeft de kunst van de architectuur ook een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Zo denk ik tenminste als leek. Allerlei ingewikkelde overkappingen en schuine wanden kunnen gemakkelijker doorberekend worden op stabiliteit e.d. Je kunt meer verantwoord tot het uiterste gaan.

In New Delhi was ik onder indruk van de Bahai tempel in lotusbloemvorm en ons eigen vernieuwde Centraal Station in Rotterdam vind ik een plaatje



Afgelopen week viel mijn oog op een artist impression van de Dior- winkel in Seoel. Weer heel anders maar die mag er ook zijn. Weer terug naar de florale vormen van de ‘Art Nouveau’ maar dan in een moderner jasje. Prachtig.


Volgende maand naar Barcelona. Dan wil ik me gaan verdiepen in de werken van Antoni Gaudi.
Ooit hebben we ons al eens met de kinderen als slakjes door de Sacrada Familia gedraaid. Eens kijken of ie al opschiet. En er is natuurlijk nog veel meer van Gaudi waar we de vorige keer niet aan toe kwamen.

vrijdag 3 april 2015


Salvador Dali. (1904-1989)

dinsdag 24 februari 2015

Mark Rothko (1903-1970)


Dag meneer Rothko,


Vandaag ben ik naar een expositie geweest van uw schilderijen in het Haags Gemeentemuseum.
In deze tijd hebben wij de mogelijkheid om via de computer – u weet waarschijnlijk niet wat dat is - e-tickets te bestellen, dan kun je zomaar langs die lange rij wachtenden voor de kassa zoeven en ben je zo binnen. Dan is het ook nog lekker rustig zodat je tenminste nog iets kunt zien.
Via een cursus kunstgeschiedenis had ik al van u gehoord en ook dat er een schilderij van u tegen een recordbedrag is geveild. Dat hebt u vast nooit kunnen bedenken en is toch leuk voor de verkoper.

Dát schilderij was er niet maar anderen wel. Veel mensen zullen zeggen: ‘wanneer je er één hebt gezien dan heb je ze allemaal gezien.’ Maar daarmee ben ik het niet eens. Ze hebben toch allemaal hun 'eigenheid'.
Ik had op de expositie een hoge dosis esoterische tantes verwacht omdat u spreekt over spirituele ervaringen waarvan u moet huilen maar dat viel best mee. Ik heb ook niemand zien huilen. Er waren ook kinderen met hun ouders die hen wat culturele bagage wilde meegeven. Ze lagen soms languit op de grond met hun potloden te experimenteren en er waren belangrijke, in het zwart geklede mannen die indrukwekkende gesprekken hielden over ‘Vogue’ enzo. Al weet ik niet precies wat dat met uw schilderijen van doen had.

Gelukkig was ik daar met mijn kunstenaar-schoonzus die mij het e.e.a. kon uitleggen. Over uw ingewikkelde techniek van laag over laag terwijl de verflaag toch niet dikker lijkt te worden en waar de onderliggende kleur zo mooi doorheen schijnt zodat een kleur gaat léven. Kennelijk is dat iets wat niet elke, zichzelf kunstschilder noemende, artistiekeling kan.
Dat, hoe langer je kijkt hoe meer kleuren je ziet.
Gelukkig zag ik dat ook wel. Met mijn kegeltjes is niks mis.

Volgens de advertenties zou je in uw schilderijen gezogen worden dus ik had mij schrap gezet. Mijn schoonzus had daar echter meer ‘last’ van dan ik. Kennelijk ben ik daar toch te nuchter voor. Gelukkig maar, nu kon ik haar steeds nog net aan haar pumps terughalen. U hebt wat teweeggebracht.
Wat ik enorm in u waardeer is dat u veel van uw schilderijen gewoon zonder titel hebt nagelaten. Ik zou ook niet weten welke titel geschikt is voor zo’n kleurvlak maar nu wist ik tenminste dat ik nergens naar behoefde te zoeken en dat ik niets kon missen.
De mooiste vond ik deze:
Het lijkt wel of het gele vlak helemaal opbolt en naar je toekomt. Ja sorry, het tegengestelde van ‘inzuigen’. Jammer dat u overleden bent anders zou ik u aanraden de randjes wat strakker te trekken.

















Het allerleukste vond ik, en dat vindt u misschien niet leuk, één van uw eerste schilderijen van een dame. Ik herken de ‘zit’. Nog even en ze gaat met haar enkels draaien. Bij mij knakt dat zo lekker. Ik ben de enige die dat vind.















Ik heb een foto gemaakt van een mevrouw voor één van uw schilderijen. Ik was onder de indruk van haar. Ze was helemaal in vervoering. Jammer dat ze een zwart truitje aanhad maar als ik eerlijk ben vind ik in dit geval mijn foto mooier dan uw, wat depressief aandoende schilderij.


Maar verder mijn complimenten voor uw kleurgebruik in uw vrolijke periodes.
Echt mooi.













/simplistische modus


maandag 3 november 2014

Christenkunst


Een aantal jaren heb ik mij beziggehouden met het realiseren van kunstwerken in de beide kerken van onze kerkelijke gemeente. (Ger. Bondsgemeente van de PKN)
Afgelopen zaterdag was het zover. De presentatie.
De ontwerpster van beide kunstwerken, 'de Sluis' en 'De Dijkdoorbraak' is Janne-Marie Schouten. Mijn schoonzus.
Het eerste kunstwerk is gebaseerd op een strofe uit het gedicht 'Maria' van Willem Jan Otten. (prijswinnaar P.C. Hooft prijs 2014)
Dat mag ik waarschijnlijk niet helemaal kopiëren vanwege het copyright. Hier dan alleen het stukje waar het om draait.
Het hele gedicht staat in de bundel ‘Op de hoge’, uitgegeven door van Oorschot, Amsterdam in 2003.
Omdat een gedicht van Otten de inspiratiebron was van één van de kunstwerken hebben we hem ook uitgenodigd.
Hij was enthousiast, hij kwam en droeg zelf zijn gedicht voor staande bij het kunstwerk.
Kippenvel, mede ook door het pianospel daarna.


.......
Hij was de sluis waardoor een oceaan kwam aangezet,
een eeuwig schuimend buitengaats dat door één lichaam
en één dood geschut moest worden naar het laagste land.
........







Het tweede kunstwerk is gebaseerd op een preek die Janne-Marie hoorde van ds. J.J. Verhaar die zeer tot haar ver-beeld-ding sprak.
Zij maakte een tekening en meteen een gedicht in de lijn met de strofe van Otten:




Hij was het water dat als een druppel uit de hemel viel
maar waste, waste....tot de dijken braken zodat een zondvloed
schoon schip maakte, vruchtwater van de nieuwe mens.








De kunstwerken zijn gemaakt van pure materialen, glas en hout en verbeelden op een heel eigen manier het evangelie. De speciale verlichting versterkt de symbolische betekenis.
Het klinkt allemaal nogal zakelijk maar dat is omdat ik bang ben er te lyrisch over te worden. We zijn er zo lang mee bezig geweest met veel verschillende prachtmensen en ik ben zo verschrikkelijk blij en dankbaar met het resultaat.

foto's: Jan Verburg.

Gerelateerd aan:
Christelijke kunst? en Kunst in de Bijbel




maandag 12 mei 2014

Naaldkunst

Wanneer je Padma Shri Shams intikt in Google kom je op een naaldkunstenaar uit.
In Agra valt zomaar nog meer te ontdekken dan de Taj Mahal.
Bij een bezoek aan het juweliers familiebedrijf Koh-I-Noor werden we met hem geconfronteerd. Dit bedrijf koopt alles op van deze naaldkunstenaar die de mooiste driedimensionale kunstwerken heeft gemaakt met naald en borduurzijde dat hij vaak eerst zelf ook nog in de juiste kleur verfde. Hij verwerkte daar gouddraad en (half)edelstenen in die geleverd werden door het bedrijf Koh-I-Noor.
(Koh-I-Noor heet ook de grootste diamant die, helaas voor India, nog steeds tot de Britse kroonjuwelen behoort.)
Járen deed hij over één kunstwerk. Hij vulde zijn borduurwerken niet op met een vulmiddel maar borduurde draad over draad.
Als ik me goed herinner is deze kunstenaar in 1999 overleden. Helaas werd hij op latere leeftijd blind.
Zijn werken zijn vooral scènes uit de natuur en bloemige stillevens.

Waar ik door verrast werd is dat hij als Hindoe een wandkleed maakte van de Goede Herder. (ongeveer 1.00x 0.75) En wat voor één. Hij deed er achttien jaar over. Je weet toch maar nooit wat er in de hoofden en harten van mensen omgaat.

donderdag 26 december 2013

Kerst feest

Een kerstplaatje.
De wijzen uit het oosten bij de pasgeboren Jezus.
Een schilderij van de Chinese christen schilder He Qi .
Hij schildert allerlei Bijbelse tafereeltjes op een eigen kenmerkende manier.
Nu eentje hier. Gewoon omdat ze zo feestelijk veelkleurig zijn.

donderdag 24 oktober 2013

Stijltje pik

Er zijn van die dingen in het leven die iedere keer je pad kruisen. Zo heb ik ooit van mijn zus een tip gekregen van een vrolijke kunstschilder: Gerdine Duijsens.
Zij schildert inderdaad op een manier dat je er vrolijk van wordt. Bij veel van haar schilderijen krijg ik inwendig de slappe lach. Het is een beetje Fiep Westerdorp ,de tekenaar van Jip en Janneke, maar dan voor volwassenen.
Jip en Janneke zijn bijna altijd ‘en profile’ afgebeeld maar je kunt je voorstellen dat wanneer ze ‘en face’ getekend of geschilderd worden ze er enigszins uitzien als de figuren van Gerdine.

Regelmatig loop ik met mijn dochter door de ’Woonstore’ en laat ik daar nu hetzelfde type schilderijen zien hangen. Maar dan van Theo Broeren.
Hoe zit dat. Wie heeft het van wie ‘gepikt’. Dat bleef maar in mijn achterhoofd hangen.
Wat een heerlijke uitvinding is het internet dan weer. Gewoon jezelf de tijd gunnen om erachter zien te komen.
En jawel: Een bericht in een regionaal krantje schept duidelijkheid:
“eerlijk duurt het langst; Kunstenaar Gerdine Duijsens wint in hoger beroep rechtszaak tegen diefstal gedachtengoed en verplettert copycat Theo Broeren uit Oss”

Maar dan in juni van dit jaar een persbericht van het tegenovergestelde.

Je zou je penselen toch aan de wilgen hangen?
Als ik het allemaal goed begrijp is er toegeslagen in de tijd dat de man van Gerdine overleed en zij even niet in staat was om te werken.
Gerdine liet het er niet bij zitten, klaagde Theo aan en kreeg in eerste instantie gelijk. Ze kon aantonen dat zij eerder was met die stijl. Theo moest dokken. Die arme Theo kon toen niet meer slapen. Ach, ach.
Helaas besliste de Hoge Raad weer anders.
“Stijl is niet te beschermen, de auteurswet geeft geen exclusief recht aan degene die in de volgens hem kenmerkende stijl werkt”, besloten de rechters van dit hoogste rechtscollege. Ook niet als hetzelfde materiaal wordt gebruikt of als er wordt gewerkt in ‘dezelfde methode die een bepaald artistiek effect oplevert.'

Het opent wel perspectieven…..wie zal ik eens gaan na-apen om mezelf te verrijken?
Nee, ik ben toch te trots om me tot zoiets te verlagen. Blèèèèh……
Zijn schilderijen blijven maar fijn in de ‘Woonstore’ hangen.
Ze zullen mij niet meer tot inwendig grinniken kunnen verleiden.

Vanwege het copyright waag ik me niet aan een voorbeeldplaatje.
De geïnteresseerde kijkt zelf:

Gerdine Duijsens
Theo Broeren

donderdag 28 februari 2013

Jean Paul Gaultier

Rotterdam is een beetje in de ban van Jean Paul Gaultier. Met dochterlief ben ik naar de Kunsthal geweest naar een expositie van hem. Een fascinerend mens zo bleek wel weer.
Ik herinnerde hem vaag uit modespecials van Elseviers magazine. Mannen in rokken en allerlei andere vreemde zaken. Madonna die iets wonderlijks corsletterigs van hem droeg. Een enfant terrible, zo werd hij wel gezien. Ik was toen veel te druk om er echt aandacht aan te besteden.

In de Kunsthal vertelde hij via een groot scherm over zijn jeugd en hoe het allemaal zo gekomen is.
Het was een verademing om eens te horen dat iemand een vrolijke onbezorgde jeugd heeft gehad. Weliswaar had hij geen broertjes of zusjes maar dat deerde hem niet. Hij keek en keek en keek.
Iemand, ogenschijnlijk zonder trauma’s, die is gaan doen wat hij het liefste deed. In eerste instantie zijn beer aankleden, later vrouwen en nog later mannen. Mannen voor de (andro)gein als vrouwen. Ik herinner me die man met die teddybeer wel, nu begrijp ik het ook allemaal wat beter.
Zijn modellen waren niet bloedmooi, graatmager en anorexia-achtig maar mensen van vlees en bloed die als boeren en boerinnen over de catwalk liepen. Geen theater zoals andere couturiers maar juist natuurlijk, zoals mensen zijn.
Op die manier zocht hij de grenzen van de schoonheid op. En gaat daarin naar mijn smaak soms te ver. Dan choqueert het wel maar is het niet mooi.
Hij was achttien en zat nog op school toen hij door Pierre Cardin als assistent werd aangenomen en van hem kreeg hij de vrijheid en alle ruimte om zich te ontwikkelen. Een gezegend mens ben je wanneer je zulke goeroes in je leven tegenkomt.

In de eerste zaal waar zijn creaties stonden heb ik eerst een half uur gebiologeerd naar de poppen zelf staan kijken in plaats van naar de creaties. Daar ga ik verder niets over zeggen dan is de spanning eraf. Maar af en toe was het best ‘ creepy’ zoals dochter Cathy het noemde.
Naar mijn bescheiden mening stopt Gaultier teveel mooie details in één creatie, waardoor ze vaak erg onrustig worden. Niet alles vond ik mooi maar er zaten zeker prachtige dingen tussen.
De opgewekte, levenslustige manier waarop Gaultier zijn werk betekenis gaf; tegen de mensen in al hun veelkleurigheid en tegen zichzelf aankeek stond mij wel aan.
Ik mag hem wel, die Jean Paul.
Hij mag onder het kopje kunst(on)zinnig.

woensdag 6 februari 2013

Kunst en Geloof

Weer eens naar een Hillegondadebat geweest.
Deze keer ging het over de relatie tussen beeldende kunst en geloof.
Sprekers waren Liesbeth Labeur alias Sela (sela .nl) en Janpeter Muilwijk. Beiden kunstenaars die de nodige prijzen op hun naam hebben staan.
Sela kende ik van verschillende fora, de Calvijnglossy, van haar expositie ‘de brede en de smalle weg’ (ballenbak) in Middelburg, de expositie ‘kunst en reformatorisch enzo’ in Dordrecht.
In het downloadbare magazine staat op pag 30 een prototype van ‘ons’ glasobject waarvan het de bedoeling is dat het dit jaar in één van onze kerken komt te hangen, maar dan op ware grootte.

Ons protestants ‘probleem’ is dat we sinds de beeldenstorm zeer terughoudend zijn met afbeeldingen maken van wat (vooral) boven is vanuit de tien geboden. Zo werd er gesteld.
Zelf heb ik dat eigenlijk niet. Voor mezelf lag de nadruk altijd op het ‘niet aanbidden’. Dat je God niet afbeeldt; kúnt afbeelden lijkt mij logisch.
Zo zei ds. Van der Linden dat naar zijn mening het doel van het verbod op het afbeelden lag in de fixatie. Wanneer je God afbeeldt fixeer je Hem in een beeld en dat kan niet. Dat vond ik wel een goede opmerking.
Maar oké, de kunstenaars herkenden die schroom kennelijk wel. Muilwijk ‘verpakte’ Jezus dan enigszins in bijvoorbeeld een dakloze met stigmata. Dat heeft natuurlijk een diepere betekenis, zie Matth. 25 laatste gedeelte.
Hij heeft duidelijk zijn eigen stijl gevonden in tegenstelling tot Sela die zoekende is. Persoonlijk vind ik zijn kunst wat zoetsappig. Wel leuk is zo’n eigentijdse annunciation. In de klassieke schilderkunst komt dit zo vaak naar voren.
Dankzij de cursus kunstgeschiedenis weet ik nu dat, traditioneel gezien Maria wordt afgebeeld in het blauw en dat er vaak witte lelies te zien zijn, symbool van de reinheid. Verder spreekt het lam, de duif en het kruis in het raam voor zich.
Muilwijk noemde als inspiratiebron Giotto. Nu weet ik ook dat hij degene was die als eerste emotie en ruimtelijkheid in zijn schilderijen probeerde te brengen. De cursus kunstgeschiedenis werpt zijn vruchten af!

Sela’s kunstuitingen zijn heftiger, ze experimenteert meer en ze raakten mij meer. Ze begon met een 'donderpreek' uit één van de psalmen. Ze bedoelde te zeggen dat onze ideeën veranderen maar fenomenen zoals de donder en de bliksem hetzelfde blijven. Waar ze naar toe wilde weet ik eigenlijk niet goed meer.

Ze zet zich af tegen de refocultus die mensen uitsluit. Dat kwam zeer duidelijk naar voren. Ze liet een stukje horen van een gemixte sound van een stem van een waarschuwende, galmende dominee met een stevig beat eronder. Ik herkende het uit 'de ballenbak' van Middelburg. Waardering had ik voor haar variant op de sola’s van de reformatie: het sola pictura.
Op een vraag uit het publiek of er grenzen zijn aan de religieuze kunst antwoorden beiden, na aarzelen, ontkennend. Wel geloofde de één, Muilwijk, dat kunst en religie kunnen en moeten samengaan terwijl Sela daar niet in geloofde. De wegen gaan volgens haar uit elkaar.
Waarschijnlijk heeft zij feitelijk gelijk omdat de gelovigen zich zo minimaal hebben ingelaten en nog steeds inlaten met kunst, maar ik denk net als Muilwijk dat een samengaan mogelijk en zelfs een heilige verplichting is. De hele kosmos is tenslotte eigendom van Christus.
Juist christenkunstenaars zouden, geïnspireerd door Gods Geest, de mooiste kunst van de wereld moeten kunnen maken.

donderdag 3 januari 2013

Kunstgeschiedenis V

Het laatste traject kunstgeschiedenis ging over de kunst en architectuur van na 1850 tot heden. Na de Franse Revolutie bleef het onrustig op de ‘kunst markten’ Allerlei stromingen en tegenstromingen bestrijden elkaar en vervloeien in een geheel van emotionele -ismen.
Kloven ontstaan tussen kunstenaars en publiek en kunstenaars onderling. Bijvoorbeeld van Gogh en Gaugain.
De meest bekende stromingen zijn het Burgerlijk realisme, dat vasthield aan de traditie. De School van Barbizon, voorlopers van het Impressionisme. Het Realisme, Post impressionisme, Symbolisme en Expressionisme, Fauvisme, Kubisme, Futurisme, Dadaïsme en Surrealisme. Abstract expressionisme, Popart en Postmodernisme. Deze kun je weer verdelen in allerlei onderstrominkjes.

Ga er maar aan staan.
….als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles……
Een uitspraak van Umberto Eco in ‘de slinger van Foucault’
Zo voelde ik mij soms ook rondgeslingerd tussen alle stromingen.
Het is heel boeiend om, zeker wat betreft de modernere kunst, een poging te doen om het te begrijpen. Soms is het mooi, maar niet interessant en soms is het interessant maar niet mooi. Soms allebei, mooi en interessant maar nog vaker allebei niet.
Ook al begrijp ik het wel.
Dan zie ik de kunstenaar-mens, gevoelig voor indrukken, stuurloos, aandacht vragend voor eigen emoties, niet beseffend dat elk mens het druk heeft met de eigen emoties en die ook allemáál gehoord willen worden in een steeds dover wordende wereld.

Tussen het cycladische beeldje en dit schilderij van Mark Rothko ('Oranje, rood, geel' en het duurst verkochte naoorlogse kunstwerk) zit een periode van pakweg 4000 jaar en voor mij een lange, boeiende reis van tien avonden, ruim 900 bekeken dia’s plus een bezoek aan het Utrechtse Catharijneconvent.
Het enthousiasme van de docent met zijn lijnentrekkende en uitleggende performance zal ik me altijd blijven herinneren.
Ik heb ervan genoten.

vrijdag 30 november 2012

Kunstgeschiedenis IV

Barok en Rococo

We zijn aanbeland in de zestiende eeuw. Luther met zijn reformatie brengt de macht van Rome aan het wankelen. De contraformatie is het antwoord en een grondslag voor een nieuwe, uitbundiger stroming; ‘barocco’.
Belangrijkste kenmerken: dynamische beweging door middel van diagonalen, asymmetrie en gebogen lijnen en emotionele effecten die worden bereikt door het chiaroscuro- effect van da Vinci (claire obscure) Daar komt onze Rembrandt om de hoek kijken die deze stijl met grotere zeggingskracht weet te brengen.
Dit is Petrus in de gevangenis.












Gianlorenzo Bernini kreeg de opdracht het St Pietersplein aan te kleden en het resultaat had het effect van een moederlijke omarming door de kerk.
Toen wij met onze jongste zoon, die toen vijf jaar was het St. Pietersplein opliepen slaakt hij een kreet en riep, geïmponeerd door de ruimte, enthousiast: “ Jippie.....Hier kun je lekker goed skeeleren!”
Op Bernini ben ik helemaal verliefd geworden. Ik kwam hem pas op het spoor via Dan Browns ‘Bernini mysterie’.
Sindsdien heeft hij mij niet meer losgelaten. Na Kees Verkade en August Rodin die ik gewoon eerder kende bracht hij het kippenvel op mijn lijf. Er zijn niet veel mannen die dat voor elkaar krijgen. *grinnik*
Als je de Renaissance David van Michelangelo en de Barokke David van Bernini met elkaar vergelijkt….tsja….geef mij Bernini dan maar. Daar spat de energie vanaf. Toen wij later nog eens in Rome waren was de eerste gang dan ook naar piazza Navona en villa Borgheze waar zijn meest bekende werken staan.

Je zou het werk van Bernini 'Intentioneel beeldhouwen avant la lettre' kunnen noemen.










In Nederland en Noord Duitsland blijft deze stijl wat ingetogener door het protestantisme. Toch ontwikkelt zich dankzij de welvaart een culturele bloei in de lage landen. Vooral de schilderkunst. Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen en van Ruysdael zijn bekende namen geworden. Elke stad of dorp heeft wel zo zijn ‘schilders buurt’.
In Frankrijk krijgt de architectuur meer ruimte onder de zonnekoning: Lodewijk de XIV. De barok in dit land gaat op kousenvoetjes over in de Rococo (1715-1770) met meer élégance en lichtvoetigheid. Evenals in Duitsland en Oostenrijk. Dan krijg je zoiets van Balthasar Neumann in het bisschoppelijk paleis van Würzburg:

donderdag 29 november 2012

Kunstgeschiedenis III

Renaissance, Maniërisme.

In Italië, dat niet zo veel wilde weten van de Gotische stijl (Goten waren barbaren) begon aan het begin van de vijftiende eeuw een wedergeboorte of herleving (Renaissance) van de klassieke idealen.
Kenmerkend aan deze tijd was de aandacht voor harmonie, mens en natuur: Antropocentrisch in plaats van Theocentrisch. Rijke aristocraten waren opdrachtgevers en beschermers van de kunstenaars die zich nu vrijer konden ontplooien.
Filippo Brunelleschi was een belangrijke architect omdat hij het wetenschappelijk perspectief toepaste en zo verdwijnpunten creëerde wat ook in de schilderkunst belangrijk werd. Tommaso Masaccio is daar weer beroemd mee geworden.
Florence was in deze tijd de belangrijkste culturele stad van Italië en dat was de paus een doorn in het oog. Donato Bramante (1444 - 1514) kreeg de opdracht om de St. Pieter te herbouwen. Helaas overleed hij en maakte Michelangelo Buonarotti (1475 – 1564) zijn werk af. Hij is het meest bekend door de beschilderingen van de Sixtijnse kapel, de beeldhouwwerken David en de Piëta. Samen met Leonardo da Vinci (1452 – 1519) ontstegen zij het type ambachtsman.
Rechts de Pietà van Michelangelo. Meteen rechts als je binnenkomt in de St. Pieter. Helaas achter glas. Wat je er ook bij bedenkt; het is gewoon prachtig
Het werk van deze veelzijdige mannenbroeders vormde dan ook het hoogtepunt van de Renaissance. Eigenlijk behoren Rafaël (1483 – 1520) en Titiaan (1489 – 1576) daar ook bij. Tegen het plafond van onze toilet hebben we een plaat van het plafond van de sixtijnse kapel geplakt. Kun je ‘op je gemak’ het geheel bestuderen.
Leonardo da Vinci is o.a bekend geworden door het gecombineerd gebruik van nieuwe technieken: ‘chiaroscuro’ is het gebruik van het licht-donkercontrast en het ‘sfumato’, een nevelig effect. Zie de Mona Lisa. Vorig jaar heb ik die eindelijk, tijdens een tripje Parijs in combinatie met wat minder goed weer, met eigen ogen gezien.
Ik moet ergens nog een zelfgemaakte maffe foto hebben…even zoeken……….gevonden:
Van deze kant was de Mona Lisa een stuk humoristischer! Ik begrijp haar stoïcijnse glimlach nu een stuk beter.








Het Maniërisme is een betrekkelijk kleine stroming in die tijd met wat meer decadentie. Persoonlijke expressie was het belangrijkste. Toen al!
De architect met de meeste invloed was Andrea Palladio. Zijn invloed rijkte ver zoals later zal blijken.

vrijdag 23 november 2012

Kunstgeschiedenis II

Gedurende de derde, vierde en vijfde avond kunstgeschiedenis vervolgden we een tijdreis van de vroegchristelijke en Byzantijnse kunst naar de Gotische. Dat beslaat zo ongeveer weer duizend jaar.
De oudste uitingen van Christelijke kunst zijn te vinden in de catacomben van Rome. Dat zijn wat Christelijke symbolen. Nadat Constantijn de Christelijke religie gaat gedogen in 313 komen de uitingen breder op gang, de symboliek blijft gehandhaafd.
Na Constantijn valt het rijk uit elkaar in west en oost, resp. Roomse en Byzantijnse rijk. Dat laatste rijk waarvan Byzantium/ Constantinopel/ Istanbul het culturele centrum was gaat ten onder aan de Turkse overheersing in de vijftiende eeuw. Het architectonische hoogtepunt van die stad is de Hagia Sophia. (532-537)

Deze staat nog op mijn ‘vererenmeteenbezoekverlanglijstje’ Grappig is wel weer dat deze moskee van oorsprong twee samengevoegde Christelijke kerkvormen bevat en pas in 1453 veranderde in een moskee. Nu is het een museum.
Nog een bekend Byzantijns gebouw is de San Marco in Venetie (1063) Jammer hoor dat kleine kinderen niet gewoon overal mee naar binnen willen en duiven voeren leuker vinden. Ik kan ‘m dus nog niet afvinken.
De westerse bouw van godshuizen zijn de Basilica, van oorsprong markthallen. De Basilicavorm is rechthoekig, verdeeld in drie of meer schepen met een verhoogd dak en geschikt bevonden voor het samenkomen van de christenen.
Maar de Longobarden trokken over West-Europa en verwoestten zo het een en ander. Onder Karel de Grote werd de rust weer hersteld en kwamen de monniken die waren gevlucht naar Engeland en Ierland weer terug. De paus weet de nieuwe christenen aan zich te binden en zo groeit de kerk van Rome uit tot een machtsblok dat het hele maatschappelijke en culturele leven beheerst.
Op deze manier ontstaat wel een gemeenschappelijke kunststijl: de Romaanse.
Aanvankelijke een sobere stijl, maar dat groeide door toenemende welvaart en kennis van de wiskunde uit richting Gotiek met haar hoge en ranke torens. Hier de cathedraal van Salisbury. In Italie landde deze stijl niet echt.
Kerken werden versierd met van alles en nog wat om de gelovigen in de juiste gemoedsgesteldheid te brengen. De beeldhouwwerken waren de plaatjes bij Bijbelse verhalen, want nog lang niet iedereen kon lezen.
Vele kerken werden gebouwd en dat stimuleerde weer de schilderkunst. Er waren meer plaatjes nodig. Werd er eerst geschilderd met tempera: kleurstoffen vermengd met eigeel, door de ontdekking dat men ook olie kon gebruiken gaf dat een ‘boost’ in de paneelschilderkunst.
Giotto di Bondone* (1267-1337) was de eerste die probeerde emotie en ruimtelijkheid in zijn schilderijen te brengen. (onder)
Zo gaan we richting Renaissance.
Mmm, het gaat wel erg in vogelvlucht.




* 26-11: Ergens las ik dat Giotto ook in Dantes Goddelijke comedie voorkomt. Dat heb ik even opgezocht. Hij zit inderdaad in het Purgatorium. Canto XI. Dante (1265- 1325) en Giotto leefden gelijktijdig. De kunstschilder zit daar kennelijk al bij voorbaat vanwege de ' ijdelheid van het menselijke kunnen'. Ook de leermeester van Giotto, mijnheer Cimabue wordt genoemd.

vrijdag 5 oktober 2012

Tijd

Door omstandigheden kwam ik in aanraking met een schilderij van Salvador Dali, ‘la persistence de la memoria’, de volharding der herinnering (1931) en dat blijft dan maar in mijn hoofd spoken.
Wat zie ik nu eigenlijk en wat betekent het. Moet het iets betekenen?
Wat zie ik: Smeltende, druipende klokken in een landschap, waarvan de weerspiegeling niet helemaal klopt, het zand weerspiegelt net zoals het water, een gesloten zakhorloge, een blok, een kale stronk, een aambeeld(?) en iets ondefinieerbaars bleeks met wimpers in het midden, wat gedrapeerd lijkt over wat rotsjes. Voor mij was het in eerste instantie een eendekop, maar ik begreep uit beschrijvingen dat het een gedeelte van Dali’s eigen gezicht is. - O, o cultuurbarbaar - Ik zie wel een silhouet van een gezicht maar dan in het donkere gedeelte.
Velen schrijven over mieren op het gesloten zakhorloge, maar die zag ik in eerste instantie niet. Voor mij was het gewoon versiering. Wie weet was het wel versiering en dacht Dali opeens: weet je wat? Ik schilder er pootjes aan!
Wat ik wel zie is de dode bromvlieg op de druipende klok die het meest links hangt. Op zijn schilderij met de exploderende klok komt ie weer terug.

Wat is de bedoeling van dit schilderij. De meesten komen toch uit op de gedachte dat Dali, behalve door druipende kazen hier ook is geïnspireerd door de relativiteitstheorie van Einstein en de onderbewustzijnstheorieën van Sigmund Freud.
Tijd is relatief en eigenlijk nietszeggend. Wanneer zijn we ons eigenlijk bewust geworden van tijd? En waarom hebben we het zo dwingend ingedeeld in eeuwen, jaren, maanden, weken, dagen, uren, minuten en seconden?
Ooit zat ik op een hoge berg boven de sneeuwgrens. Het was er doodstil. Ik was er alleen, maar ik weet niet hoelang ik daar alleen heb gezeten. Wanneer er niets is dan alleen maar stilte, verdwijnt je gevoel voor tijd. Een heel bijzondere ervaring was dat. Alleen maar 'zijn'; niets meer 'worden'. Pas toen een vliegtuig overvloog kreeg ik er weer een beetje besef van.
Onwillekeurig moet ik bij dit schilderij ook denken aan de song van APP (Alan Parsons Project): ‘Time’ waar de tijd ook vloeibaar is en uiteindelijk verdwijnt. Voor sommigen een angstaanjagend perspectief. Voor mij niet.
Time, flowing like a river
Time, beckoning me
Who knows when we shall meet again
If ever
But time
Keeps flowing like a river
To the sea
enz......


Ooit zijn we in zijn museum in Figueras geweest. Mijn kinderen herinneren zich de grote hal nog met die auto en dat vreemde schilderij op de muur.

dinsdag 2 oktober 2012

Kunstgeschiedenis

Omdat ik van alles veel te weinig weet heb ik me samen met een vriendin ingeschreven bij een cursus ‘introductie kunstgeschiedenis’ via de Vrije Academie. De eerste twee avonden hebben we nu gehad en ik heb genoten. Het zijn lange preken van twee uur, maar dat is geen enkel probleem. Er zijn plaatjes bij. Mijn vader zei vroeger wel eens: ‘een mooie preek duurt nooit te lang’ waar ik dan zo mijn bedenkingen bij had maar nu hing ik aan de lippen van de docent. Heerlijk om weer eens door een geïnspireerd iemand informatie op te slobberen. De Griekse oudheid was het eerst aan de beurt. Helaas niets over de Perzische en Egyptische oudheid, die hier toch aan vooraf gingen. ( we zijn eens in Egypte geweest) Maar ja, onze cultuur heeft nu eenmaal haar wortels in de Griekse beschaving, zo zeggen geleerde heren.

Hoe ontwikkelt zich de kunst van het statische Cycladische ( links: 2600 – 1100 BC) naar het ‘bewegende’ Hellenistische (rechts: 400 – 150 BC) waarbij de ontdekking van het verwarmen en gieten van brons toch wel een belangrijke katalysator was. Dan zitten we al in de 5e eeuw BC.

Belangrijk om te onthouden is dat alle ‘kunst’ opdrachten zijn van belangrijke heerschappen. Praktisch niets wordt zomaar bedacht zoals nu, maar wordt in opdracht gefabriceerd. Vakmanschap, daar draait het om. Harmonie en perfectie zijn sleutelwoorden. We hebben het verschil gezien tussen de Dorische, Ionische en de Korintische orde.

De tweede avond draaide om de Etruskische en Romeinse kunst. De Etruskische loopt een beetje parallel aan de Archaïsche van de Grieken, (statisch met amandelogen en de archaïsche glimlach) maar zij zijn meer meester in het bouwen. Het eerste tongewelf, nu nog te vinden in Perugia is van hen. Hiermee zijn zij waardige voorlopers van de Romeinse bouwkunst die dit verder ontwikkelden. Mozaïeken zijn ook een blijvende herinnering aan lang vervlogen tijden. Wel leuk dat we nu in Italië aan aanbeland. Zelf zijn we een paar keer in Rome geweest (en Tivoli), zo komen allerlei bekende plaatjes weer eens langs zoals het Pantheon en het Colosseum. Jerash werd genoemd, de Romeinse stad in Noord Jordanië. Daar zijn we ook eens geweest. (onder het forum met Ionische zuilen)











Onder het bewind van de verschillende Romeinse keizers werd kunst een staatsaangelegenheid. De kunst werd aangewend om de keizer te verheerlijken. Kunst werd politiek. Grappig dat ze teruggrepen op de Griekse manier van beelden maken. Het contrapposto: let op de benen. Een pose die heel vaak terugkomt. Romeinen waren wel meer decent, ze maakten beelden met kleren aan. Links Doryphoros en rechts Augustus primaporta

dinsdag 6 maart 2012

Alfons Mucha




Lang voordat ik Alfons Mucha (Tsjechie 1860-1939) kende was ik al helemaal idolaat van dit soort vrouwvriendelijke prenten. Toen ik 17 was en in de grote stad ging wonen was de eerste plaat die aan mijn muur kwam te hangen iets dergelijks. Ik weet niet meer of het een reproductie van een echte Mucha was of niet. Het was in ieder geval die stijl.
Later ontdekte ik dat het Art Nouveau of Jugendstil was. Nog steeds gaat mijn hart open als ik iets zie uit die periode. Het was een korte maar hevige periode in de kunstgeschiedenis: van ongeveer 1880 – 1920. Volgens de Wikipedia was het een reactie op het vorm vervagende Impressionisme, een stijl die mij trouwens ook aanspreekt net als de Art Deco die erop volgde.
In mijn eigen interieur is niet veel te vinden; sinds kort een Tiffany-lampje in vlindervorm, gekocht via marktplaats. Een paar kaarsenhouders met de seizoenen van Mucha en een koperen vaas die ik voor 5,00 euro kocht op de Rotterdamse rommelmarkt. Het zegt menéér Cathy niet zo veel.
Wat mij het meest aanspreekt is het flamboyante, weelderige met al die golvende lijnen. Veel bloemen en planten die sprookjesachtig aandoen. Het schijnt een optimistisch wereldbeeld weer te geven. Dat spreekt me ook wel aan in deze kille wereld die de eenentwintigste eeuw heet. Ook in de architectuur heeft deze stroming zijn prachtige sporen achtergelaten. Het meest bekend is misschien wel de Sacrada Familia in Barcelona van Gaudi.
In Praag, een mooie stad, is ook nog veel te ontdekken wat dat betreft. In Nederland is het Jan Toorop die iets in deze stijl gedaan heeft voor de slaoliefabriek waardoor het in Nederland de verheffende naam kreeg van slaoliestijl.
Het gekke is dat ik nog niet zo lang geleden ontdekte dat mijn muzikale voorkeur ook uitgaat naar componisten uit deze periode. (Brahms, Dvorak, Rachmaninov, Debussy, Bruch, Grieg, Ravel en Gershwin)
Toen ik dat ontdekte vond ik dat eigenlijk wel maf. Kan het zijn dat je zomaar als uit het niets zo’n voorkeur hebt of onbewust dat kunt ontwikkelen? Van huis uit heb ik niets van dat alles meegekregen. Slechts Deo Cantemus.
Vaak ben Ik zelf mijn grootste raadsel.

woensdag 1 februari 2012

Slaap of Droom?


Een beeld van een ets/schilderij wat al jaren door mijn hoofd spookt is van de Spaanse Francisco de Goya (1746-1828) De ets maakte hij rond 1798, pakweg 10 jaar na de politieke omwenteling die we als de Verlichting kennen en de bestorming van de Bastille/ Franse revolutie.
De ets verbeeldt een man die in slaap is gevallen boven z’n paperassen en in zijn droom wordt hij belaagd door uilen en vleermuizen. Op de tafel staat de tekst: ‘El Sueno de la razon produce monstruos’ te vertalen met: de droom van de rede produceert monsters.
Zo vlak na de Verlichting vind ik dit getuigen van een visionaire blik. Wanneer slechts de rede regeert, zoals men toen (en nog) propageert dan brengt dat monsters voort.
Uilen staan voor wijsheid en vleermuizen voor nacht, angst en dood. Als je goed kijkt lijken de uilen angstig te zijn voor de vleermuizen en proberen te vluchten.
Maar wat kom ik tegen op de wikisite en de site van het rijksmuseum: de titel van de ets is veranderd in: de slaap van de rede brengt monsters voort. De uilen symboliseren op Wiki dwaasheid. De uitleg is derhalve: wanneer de rede slaapt/ niet functioneert brengt dat monsters voort. Op deze manier kom je tot een totaal tegenovergestelde uitleg.
Ik ben zo arrogant om de mijne beter te vinden. *grinnik*

donderdag 15 december 2011

Twin Towers met wolk


Commotie over een architectonisch ontwerp “ the Cloud”
Het Nederlandse architectenbureau Mvrdv heeft voor Seoul, Korea twee woontorens ontworpen met een wolk er omheen die de twee torens met elkaar verbindt.
Toen ik van verre de krant zag liggen dacht ik bij mezelf; waar zijn er nu weer vliegtuigen in gevlogen…
Maar nee, het was een nieuw ontwerp. En de architecten hebben zich niet laten inspireren door…...zo verklaren zij. Een beetje naïef vind ik dat wel. Al ligt het er wel aan vanuit welke hoek de foto is gemaakt die je als eerste te zien krijgt.
Toen ik het wat beter bekeek vond ik het eigenlijk steeds mooier worden.
Het is gewoon een schitterend ontwerp!
Maar nu de commotie. Amerika op de achterste benen…...dit mag niet gebouwd worden. Dit herinnert teveel aan 9/11. Even een vergelijking trekken. Een heel taboe-aanse vergelijking, ik weet het, want niets is te vergelijken met….. voor je het weet krijg je van alles over je heen maar Israëlische symfonieorkesten hebben tientallen jaren geen muziek van Richard Wagner gespeeld. Dat herinnerde teveel aan Hitler voor wie de antisemiet Wagner een favoriet componist was. Pas in 2001 dirigeerde Daniel Barenboim in Jeruzalem een werk uit de opera Tristan und Isolde, opgevoerd door een Duits orkest en jongstleden juli waagde een Israëlisch orkest het op het jaarlijkse operafestival van Bayreuth in Duitsland. Dat heb ik altijd wel kunnen begrijpen, maar de rest van de wereld speelde de stukken wel. Daar werd door de Israëli’s niet boos op gereageerd voor zover ik weet. En het is prachtige muziek.
Waarom zouden er nu in Seoul dan niet van die torens gebouwd mogen worden? Nota bene aan de andere kant van de wereld. Maar ja, die is klein tegenwoordig…te klein kennelijk.