Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 19 april 2018

De Antieken


Een korte literatuurgeschiedenis.
Geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer in 2000. Eerder las ik van hem ‘Peachez’, ‘Brieven uit Genua’ en ‘La Superba’.

Pfeijffer is classicus en geeft in dit boek een (kort) overzicht van de Griekse en Romeinse letteren uit de oudheid. Van Homerus tot de val van het West Romeinse Rijk. Ik las vanwege onze vakantie in Athene, om een beetje in de sfeer te blijven, een digitale versie naar de tweede druk uit 2000.
Veel namen kende ik wel uit allerlei verhalen en verwijzingen maar om hen te kunnen plaatsen in de geschiedenis werd al wat lastiger.
Nu weet ik natuurlijk alles feilloos te plaatsen. Net zoals Pfeijffer al die miljoenen boeken uit de Griekse en Latijnse literatuur allemaal gelezen heeft (p 223) en alles zo keurig heeft nagevlooid op fouten en heeft samengevat.
Zo moest ik ook grinniken om de titel van de bron van al zijn kennis, die hij noemt op één van de laatste pagina’s:
‘Bluff Your Way in the Classics’ van Ross Leckie. (soms ook: The Bluffer's Guide to The Classics)

Desalniettemin is het een handig naslagwerk wanneer je er een namenregister bij hebt om snel te zoeken.
Helaas ontbreekt die. In ieder geval in mijn e-book.

Een paar dingen die mij bijbleven:
We hebben geen complete, originele oude literaire teksten, alleen kopieën.
Veel Griekse geschriften zijn door de Romeinen overgeschreven en daardoor hebben we veel meer Griekse geschriften. Ik begrijp uit het boek dat de Romeinen de Grieken als voorbeeld hadden en eigenlijk stik jaloers waren op hun ontwikkeling. ‘Ze zijn nooit meer bijgekomen van deze shock. De confrontatie met de Griekse cultuur veroorzaakte een minderwaardigheidscomplex.’
(ik zou trouwens deze zinnen omdraaien *grinnik*)

Voor oude teksten (Pfeijffer heeft het hier over Herodotus) geldt dat wanneer we niet onmiddellijk begrijpen wat de relevantie is van een bepaalde passage, we beter ons best moeten doen, en niet verzinnen dat die passage later is toegevoegd.
Zou dat ook voor de Bijbel gelden denk ik dan?

Ooit vroeg ik mij af waarom Socrates zomaar die gifbeker dronk. Hij had toch kunnen vluchten ofzo en nu kreeg ik het antwoord als citaat van hemzelf:
‘De doodstraf is door de Atheense wetten opgelegd en als ik de Atheense wetten onrechtvaardig zou vinden dan had ik daar eerder tegen moeten protesteren. Dus mijn straf is rechtvaardig en is het onrechtvaardig om te ontsnappen. En een daad van onrechtvaardigheid gaat in tegen alles waar ik mijn hele leven voor heb ingezet.’
Kom daar maar eens om in onze tijd….

De dichter Aratus kwam uit Soli in Cilicië, klein Azië en was actief rond 270 BC. Auteur van Phaenómena,
De Phaenómena gaat voornamelijk over de dingen die zich voordoen. Waar ken ik dat toch van?
Fenomenologie avant la lettre?
Ik begin steeds meer de indruk te krijgen dat filosofische bewegingen meer rondcirkelende golfbewegingen zijn dan dat er iets nieuws uit tevoorschijn komt.

Over Cicero (106 – 43 BC) die de Phaenómena van Aratus heeft vertaald in het Latijn, schrijft hij dat zijn mooiste truc misschien wel zijn vermogen is om hopeloze zaken te winnen door de jury ervan te overtuigen dat de kwestie waarvoor zijn cliënt terecht staat in feite helemaal niet de kwestie is waar het om draait.
Cicero schreef behalve traktaten heel veel brieven en had niet de intentie om die te publiceren. Juist daardoor geven die een mooi tijdsbeeld.
Ik vond nog een foto van vorig jaar uit Rome; standbeeld van Cicero.

En dan was er nog een klein stukje waarin ik Pfeijffer zélf meer herkende in dit verder bloedserieuze boek:

‘Kijk,’ zegt Aristoteles, ‘die Ideeën van jou Plato, dat is allemaal wel aardig bedacht, maar het is een beetje vergezocht. Jouw vriend Speussippus zei het al:” Ik zie een eik, maar eikeligheid kan ik niet zien.” Maar ik begrijp wel wat jouw probleem is. Jij wilt de waarheid zeggen. Fair enough. Maar jij ligt wakker bij de gedachte dat we niets kunnen zeggen wat altijd en eeuwig waar is als we iets zeggen over een ding in de wereld, omdat dat ding noodzakelijkerwijs veranderlijk en vergankelijk is. Daarom heb jij die Ideeën nodig, als een soort onveranderlijke en onvergankelijke versie van de werkelijkheid. So far so good. Maar ik denk niet dat we die Ideeën nodig hebben om de waarheid te zeggen. We moeten alleen een ander beginpunt kiezen. De structuur van ons denken is de logica. En logica drukt zich uit via taal. We moeten de structuur van de taal als uitganspunt nemen.’

Filosofie in een notendop maar wel helder toch?









Geen opmerkingen:

Een reactie posten