Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 23 augustus 2017

De mens zichzelf een vraagstuk.


Geschreven door de Franse filosoof Gabriël Marcel (1889 – 1973)in 1956.
Oorspronkelijke titel: L’ Homme problematique. Ik las een derde druk uit 1969.
Hij wordt samen met Kierkegaard een christelijke existentialist genoemd en daardoor trok hij al mijn aandacht in het boek ‘de Existentialisten’ van Sarah Bakewell waar hij een keer werd genoemd.

Hij is onbekend; in geen van mijn filosofieboeken heeft hij een eigen lemma. In ‘Oriëntatie in de filosofie’ van Gijsbert van den Brink wordt hij één keer genoemd en in ‘de Denkers’, een uitgave van Filosofie Magazine bij uitgeverij ‘Contact’ wordt hij als iemand beschreven die aandacht heeft gevraagd voor het existentiële, het metafysische en het spirituele in de mens. Maar hij deed dat liever via het schrijven van toneelstukken om zo meer mensen te kunnen bereiken.
Paul Ricoeur (1913 -2005) is een bekendere naam en was een leerling van Marcel die zijn gedachtengoed levendig hield. Die moet ik dan ook dringend eens gaan lezen.

Zelf vindt Marcel zich geen existentialist maar meer een neo-socraat.
'Er zijn mensen die mij op zeer gekunstelde wijze trachten in te delen bij wat zij het existentialisme noemen[…] heb ik hen weersproken en heb ik verklaard, de benaming neo-socratisme veel toepasselijker te achten op de soms wat struikelende gedachtegang, welk ik heb gevolgd, van het ogenblik af dat ik zelfstandig ben gaan denken'. (p 67)
Marcel spreekt over abstracte en existentiële denkers. Abstracte denkers zoals Kant denken diepzinnig na over van alles, maar los van de menselijke emoties. Existentiële denkers doen dat juist vanuit hun emoties. Beetje kort door de bocht denk ik, maar wel helder.
In het eerste deel legt hij uit hoe de mens zich een vraagstuk werd en in het tweede deel gaat hij de onrust, vrees en angst via het gedachtengoed van verschillende filosofen te lijf.
De mens heeft zich altijd de vragen gesteld die betrekking hadden op zijn oorsprong, zijn ‘zijn’ en zijn bestemming. Maar in vroegere dagen was dat niet zo verontrustend. Veel was vanzelfsprekend en lag vast in de tradities.
Maar hoe verder de mens zich ontwikkelde hoe meer hij zich bewust werd van het niet zo vanzelfsprekende. De mens komt steeds vreemder tegenover zichzelf te staan. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in de beeldende kunst.
We leven in betonnen blokken, werken van 9 – 5 en raken los van de aarde. Vervreemding. Ontworteld.
Dit noemt hij ‘de barakkenmens’. (naar de Duitse wijsgeer Hans Zehrer)
‘Wie ben ik, waarom leef ik en wat voor zin heeft dit alles’. Dit worden steeds nijpender vragen waarop men een antwoord gaat zoeken. Maar nu los van het vroegere referentiekader.
We zitten in systemen gevangen; hoe is dat zo gekomen. Het Nationalisme (geboren uit de Franse Revolutie) en de Industriële Revolutie noemt hij als boosdoeners. (p 27-28)

De barakkenmens vertoont een afstervingsproces maar de werkelijke oorzaak zoekt Marcel in het metafysische.
‘Wanneer wij aan de woorden precies de betekenis hechten welke Nietzsche hun gegeven heeft, ligt dan soms de dood van God niet ten grondslag aan het feit, dat de mens voor zichzelf een vraag zonder antwoord is geworden?’
Wanneer hij over Nietzsche spreekt, lees ik voor mij veel herkenbaars. Nietzsche was niet zo’n kwaaie pier. Ik heb hem op een forum, na anderhalf boek van hem te hebben gelezen, wel eens een HSP- er genoemd. Een etiketje wat we hem nu waarschijnlijk zouden geven maar wat toen totaal onbekend was.
Hij was iemand die bijna profetisch de tijd aanvoelde en probeerde dat onder woorden te brengen, te waarschuwen en een oplossing te zoeken.
Dat laatste op een verkeerde manier, dat wel.
‘Alles wat hechtheid en waarde had in het christendom was voorgewend. Van het ogenblik af dat dit doorzien wordt, verzinkt het leven derhalve in een niets zoals de mens er nog nooit één gekend heeft.’ (uit Karl Jaspers ‘Nietzsche’)

Het Nihilisme werd geboren als slotfase van het ontbindingsproces. (p 45) Op het terrein van de geest, wel te verstaan. Wanneer je om je heen kijkt zie je dat dat klopt. Mensen denken niet meer, durven het niet meer, zijn er bang voor. Men is alleen maar koortsachtig bezig met ‘doen’ om maar niet te hoeven denken.
Vanuit een innerlijke houding hebben we echter de vrijheid om aan dat nihilisme toe te geven of niet. We kunnen aanvoeren dat al het vroegere slechts denkbeelden waren maar je kunt je geestelijk, je ‘zijn’ weer openstellen aan die goede waarden van weleer.
De mens als ‘herder van het zijn’. (van Heidegger, die volgens Marcel beslist geen atheïst was, hoogstens een agnost)
Het existentialisme als totale vrijheid zoals Sartre propageerde leidt naar anarchisme omdat het geen fundament heeft.
Marcel is er van overtuigd dat de menselijke vrijheid in haar diepten enkel kan worden beschreven in betrekking tot de genade. Maar hierin vind ik hem lastig te volgen

Het tweede deel gaat over de onrust, de vrees en de angst van de mens. De begrippen legt hij heel kort en precies uit. Via de stoïcijnen, naar Pascal, Kierkegaard, Nietzsche, Heidegger, Sartre, Goethe en André Gide trekt hij de lijnen.
De conclusie die hij trekt is dat wij ons veel meer dan die oudere denkers moeten richten op de toekomst van de mensheid.
We moeten afscheid nemen van het eilandje in onszelf waarin we de vrijheid nemen om ons terug te trekken als gevolg van het individualisme.
Want ‘door overal de vrijheid te stellen komt Sartre, zonder dat hij zich hier rekenschap van geeft, er tenslotte wellicht toe haar geheel op te heffen’. (p 151)
Onrust, die gepaard kan gaan aan het nederige en het heilige, kan wellicht nog positief zijn maar angst is dat niet.
Onrust in het geloof kenmerkt zich door een voortdurende vindingrijkheid en dat doet zich niet voor bij angst.
Ook stipt hij de ‘functionaliteit’ aan.
‘Van een wereld waarin alles om functionaliteit draait, gaat een indruk van verstikkende droefgeestigheid uit.’ […] is uitgeleverd aan de wanhoop, omdat deze wereld in werkelijkheid leeg is, omdat zij hol klinkt’.
Dat ben ik geheel met hem eens. In verband met de milieuproblematiek zie ik het belang daarvan wel in maar het mag geen allesoverheersende attitude worden.
Ik ben wel weer een voorstander van functioneel denken als tegenhanger van piekeren. Wanneer je dat kunt is het juist heerlijk om stil te zitten (liefst in de zon) en zien hoe ver je kunt denken en of daar nog weer 'rek' in zit. 'Het rekbare brein'
Mmmm.... misschien wel een leuke boektitel.

Voor Marcel geldt dat het vlak waarop men de vrede werkelijk kan dienen, het vlak van het geloof, hoop en de liefde is.
‘Want alleen de liefde zal, onder overigens maar heel moeilijk voorstelbare omstandigheden, de eenheid van allen in allen verzekeren’.



15.15 uur
Met afgrijzen heb ik gisteravond naar Jinek zitten kijken. Behalve gewoon bewegen moeten we nu ook aan krachttrainingen gaan doen. Daardoor versterk je je spieren enzo.... Dan leef je weer langer zeggen ze.
Dan leef ik maar liever wat korter in plaats van zo 'leeg' bezig te zijn.
Nu lees ik net via mijn Bijbelrooster iets dat aansluit bij mijn functionele denken:
'Lichaamsoefening is niet zo nuttig, maar de oefening van de geest is juist wel erg nuttig, het heeft een goede uitwerking op alles wat je doet. Dat zal je niet alleen in dit leven helpen maar ook in het toekomstige'.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten