Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 31 mei 2018

Hoe God verdween uit Jorwerd


Hoe God verdween uit Jorwerd
Geschreven door Geert Mak in 1996. Ik las de achttiende druk uit 2001.
Van hem las ik ooit ook ‘de eeuw van mijn vader’ en ‘in Europa’. Het zijn geschiedenis beschrijvende boeken. Ik weet nog dat ik het interessant vond maar ben alweer veel vergeten.

Dit boek gaat over de verandering binnen een halve eeuw (1945 -1995) in een dorp op het platteland van Friesland. Omdat ik zelf ook uit een plattelandsdorp kom, herkende ik veel.
De ontwikkelingen zijn in grote lijnen overal hetzelfde.
In eerste instantie waren die dorpen bijna zelfvoorzienend en was de sociale samenhang groot. Dat was ook wel noodgedwongen. Mij benauwde die sociale controle me regelmatig en was ik blij dat ik vanwege de ‘inservice-opleiding’ voor Verpleegkundigen in de stad kon gaan wonen. Als kind gingen ook wij af en toe naar ‘de stad’. Dat was een belevenis. Mijn vader, die op het kantoor van een garagebedrijf werkte leende een auto en hop, daar gingen we. Door de landerijen naar de grote stad. Ik kende ook maar één stad. Op dit moment is alles volgebouwd en zijn er alleen 'de andere kant op' nog weilanden te bekennen.

Grappig ook de passage over hoe de douche zijn intrede deed. ‘Als iemand zo driest was om daar een apart kamertje voor in te richten, dan ging je daarheen’.
Zelf herinner ik me nog het ‘badhuis’ in ons dorp. Toen we te groot werden voor de zinken teil voor de potkachel moesten we op vrijdagmiddag mee naar het badhuis. Dat heeft niet echt lang geduurd. Ook wij kregen een ‘badkamer’ met een ‘lavet’.
Ik herinner me ook nog ons eerste telefoonnummer: 647. Slechts drie cijfers.
De intrede van de televisie, wat door de dominee bij ons op het dorp steevast ‘het blauwe licht’ werd genoemd heeft volgens Mak ook gezorgd voor ‘de ontbinding van de dorpssolidariteit’. Ik ben het met hem eens.
Vroeger gingen mensen uit verveling de straat op en maakten overal praatjes. Iedereen wist alles van elkaar. In deze tijd zijn mensen verstoord wanneer je ’s avonds aanbelt. Alsof die televisie nog interessante dingen brengt. Het meeste is stompzinnige entertainment of wordt in die vorm gegoten.
Maar ja, geef het volk brood en spelen....

‘Dankzij de moderne techniek kregen de boeren de indruk dat ze de natuur steeds beter in de hand hadden. Dat deed hun angsten afnemen, maar het verminderde ook hun ontzag voor het Hogere. Ze hoefden niet meer tijdens de hooiweken gespannen naar ieder onweerswolkje te kijken. Er was nu immers kuilgras en dat kon wel een buitje verdragen. Angst voor muizenplagen bestond niet meer. Er waren immers bestrijdingsmiddelen. De oude bid- en dankgezangen voor het gewas hoefden niet meer zo nodig. Steeds vaker bleef het vee immers zomer en winter in de stal en werd het voer van buiten aangevoerd, weer of geen weer.’

Deze passage vat mooi samen hoe God verdween, niet alleen uit Jorwerd en niet alleen bij de boeren maar overal. De voortschrijdende mechanisering en schaalvergroting maakten en maakt de mens minder afhankelijk van de grillige natuur. De mens zal de behoefte om alles onder controle te krijgen nooit opgeven, en deels is dat terecht. Maar hij denkt daarmee te kunnen opklimmen om op de troon van God te gaan zitten.
En dat is naïef.
Wanneer ik bedenk hoe we ons afhankelijk maken van maar één energiebron: elektriciteit, dan slaat mij de schrik om het hart.
Ooit las ik dat ons zonnestelsel door ons melkwegstelsel beweegt met een snelheid van 800.000 km/uur. Het idee alleen al maakt mij duizelig.
Dat er niet meer botsingen met meteorieten plaatsvinden mag een wonder heten.
Dat we ons steeds onaantastbaarder voelen wil dan ook beslist niet zeggen dat het ook werkelijk zo is.

woensdag 30 mei 2018

Oorsprong


Geschreven door Dan Brown in 2017. Van hem heb ik al meerdere boeken gelezen. ( O.a. 'Inferno' ) en het concept is duidelijk.

Voeg theologie, filosofie en kunstgeschiedenis samen in culturele (hoofd) steden; voeg ingrediënten toe zoals een fysieke of mentale bedreiging voor de mensheid et voilà......
Het was weer een pageturner.

Theologie: waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe.
In beeld gebracht door een schilderij van Paul Gauguin met de titel: D’où venons-nous? Que sommes-nous? Où allons-nous? (een schilderij wat je van rechts naar links moet ‘lezen’)
Filosofie: William Blake, Winston Churchill en een snufje Nietzsche.
Culturele steden: Bilbao met het Guggenheim, Barcelona met de Sacrada Familia en het Casa Mila en Madrid.
Mentale bedreiging: strijd tussen geloof en wetenschap en Artificiële Intelligentie (Ik herinner me uit een college dat Douglas R. Hofstadter over AI nogal wat heeft geschreven. Daar moet ik me ook eens in verdiepen.)
En natuurlijk: Robert Langdon met een vrouwelijke sidekick.

Edmond Kirsch is futuroloog; hij houdt zich dus bezig met de toekomst en heeft een paar zeer geavanceerde computers ontworpen waarvan één met de naam Winston. Dat die een erg grote rol zou spelen kreeg ik best snel door.
Daarom was de ontknoping niet helemaal een verrassing voor me. De ander computer is de E-wave.
En wat gewoon leuk was: wij zijn, behalve in Bilbao, op al die plekken geweest die hij noemt in zijn boek.
Ik heb zelfs nog een foto (via de spiegel) van de kettinkjes die Gaudi inspireerde voor de Sacrada uit het Casa Milà. Bovenste etage. In dit boek de plaats waar Edmund Kirsch woonde.

Wanneer je thuis bent in de materie is het geen probleem maar anders is het wel handig om wat kreten te kennen zoals o.a. de Turingtest, het Miller-Urey experiment en Abiogenese.
Verder heb ik op het www nog gezocht naar de uitspraak van William Blake die een rol speelt in het boek: ‘De duistere religies hebben afgedaan & het licht der wetenschap straalt.’


Die uitspraak heb ik niet kunnen vinden; wel deze:
‘Kunst is de boom van het leven. Wetenschap is de boom van de dood.’
(Art is the tree of life. Science is the tree of death.)
Die lijkt er behoorlijk tegenin te druisen.



donderdag 24 mei 2018

Human

Een documentairefilm uit 2015 onder de regie van Yann Arthus-Bertrand die eigenlijk fotograaf is.
‘Ik ben slechts één man tussen zevenmiljard anderen die probeert de wereld waarop wij leven te begrijpen.’ *
Een bevlogen mens die de schoonheid van de aarde in beeld probeert te brengen. Daar slaagt hij in. In deze film is dat in contrast met het menselijke drama. Lange uren van interviewen, plakken en knippen moeten hieraan vooraf zijn gegaan.
De interviews hebben allemaal hetzelfde beeld: alleen het gezicht tegen een zwarte achtergrond om hen zo meer gewicht te geven. Dat werkt.
‘Ik zoek geen antwoorden in getallen of statistieken maar in de mens zelf. Na veel te hebben gefotografeerd zoek ik het in gezichten, ogen, reflecties en woorden die de mens weerspiegelen.
Er is een uitdrukking: ‘de ogen zijn de spiegels van de ziel’ en ik geloof daarin. Want er is niets confronterender dan iemand die je recht in de ogen kijkt.’



Het is een lange zit van drie uur maar de moeite waard.
Gesprekken met allerlei soorten mensen met allerlei culturele achtergronden over liefde, lijden, armoede, onrecht, oorlog, homoseksualiteit, vergeving, gezin, vluchtelingschap enz.
Eigenlijk zou je na elke onderwerp de film even moeten stilzetten om vanuit de eigen positie eens te reflecteren.
Wat maakt ons eigenlijk tot menselijke wezens?
Dat is toch de menselijke interactie, goed of slecht. De menselijke emotie, de lach en de traan zijn de gemeenschappelijke dingen die ons tot mens maken.
It's not the gender of the person I love that defines me," one subject states profoundly. "It’s the quality of my loving that defines who I am.'
En dat in contrast met de schoonheid van deze wereld in kleuren en motieven, want ook een vuilnisbelt kent artistieke schoonheid. Maar dan moet je even niet verder denken
Daar zit meteen het dilemma, we maken er een rotzooi van. Op het menselijke maar ook op het natuurlijke vlak.
Het zijn echt prachtige beelden; geschoten vanuit de stilte boven ons. (Bertrand filmde voornamelijk als ballonvaarder.)
Maar die stilte hè….
Dat er een God is, is vanuit die prachtige beelden van ons kleine blauwe planeetje niet moeilijk voor te stellen maar dat Hij ons er zo’n intermenselijke en milieutechnische zooi van laat maken is onbegrijpelijk.
Deze aardkloot is prachtig; mensen zijn in al hun veelkleurigheid schitterende wezens en toch…..
wanneer je dieper kijkt……wat een tranendal.

‘In alle vooruitgang die we maken blijken we nog niet in staat om met elkaar te leven.
Ik stel in alle kinderlijke naïviteit de vraag waarom we in elke generatie steeds maar weer dezelfde fouten maken.’[..]
Elk mensenverhaal is uniek en verwondert mij. Tegelijkertijd hebben we allemaal dezelfde behoeften: voor liefde, vrijheid en erkenning.
Wat is dat: mens zijn. Wat is de zin van het leven? Onze verschillen zijn zo groot maar delen we niet veel meer waarden met elkaar dan we denken?
En als dat zo is waar om is het dan zo moeilijk elkaar te begrijpen?
Ik wil al deze vragen stellen in het spreken over menselijkheid. Misschien een gekke uitdaging maar in de loop van de jaren heb ik met duizenden mensen gesproken. Ze hebben hun verhalen verteld. Misschien wel voor het eerst in hun leven.
Ik wilde focussen op hun gezichten en woorden, het laten resoneren in de schoonheid van de landschappen.
Deze mensen vertelden me alles; de moeilijkheden van opgroeien, van liefde en geluk.
Het is de rijkdom en diversiteit van de stemmen uit hun hart wat hen tot mensen maakt.'


* Het cursieve heb ik vertaald weergegeven uit een trailer.

woensdag 16 mei 2018

Lunchconcert/repetitie


Zomaar belandde ik vanmiddag weer eens bij een lunchconcert in de Rotterdamse Doelen. In mijn agenda staat het trouw aangegeven maar zonder de notitie wie er speelt of wat er gespeeld wordt.
Zo blijft het iedere keer weer een verrassing.
Deze keer was het niet echt een lunchconcert maar meer een openbare repetitie zoals het ook wel wordt genoemd. De meest dirigenten snappen wel dat de bezoekers graag een ferm stukje muziek horen en beheersen zich sterk met de interrupties.
Deze keer niets van dat al.
Op de standaards stond ( en staat officieel op 18 mei s ’avonds ) een stuk van de Nederlandse componist Willem Jeths.
Titel: ‘Conductus – Constructio’; een tweedelig werk over de vernietiging en wederopbouw van Rotterdam en wat meteen een wereldpremière voor dit stuk betekent want Jeths schreef het in 2015.
De componist zat ook in de zaal en werd af en toe geraadpleegd door de dirigent: Thomas Søndergård, een Deense dirigent. Helaas is er geen Nederlands pagina van hem.

Het stuk begon met glaasje draaien. Nee, niet op de occulte manier maar met de vinger over de rand van een wijnglas. Ik moest even zoeken waar het vandaan kwam, maar een percussiemijnheer was de gelukkige uitvoerder. (Er waren meerdere percussionisten en er stonden drie grote onaangeroerde harpen)
Die uiterst fragiele klank in een doodstille zaal werd overgenomen door de violen. Dat was een kippenvelmoment.
Nu zoef ik meteen even naar het einde van de repetitie want daar klonken de forse klanken van een klokkenspel door een andere percussionist.
En meteen toen ik buiten stond hoorde ik diezelfde klanken komen uit de toren van het stadhuis van Rotterdam. Zou de dirigent het erom gedaan hebben om vijf voor één de zaal te laten leeglopen? Al weet ik helemaal niet of het carillon ook echt het einde van het stuk is.
Het was een impressie wat we te horen kregen.
Nu word ik wel nieuwsgierig naar het hele stuk en dat was natuurlijk de bedoeling.
Ondertussen zat ik me wel te bedenken dat moderne muziek toch niet echt aan mij is besteed. Ik mistte een doorgaande melodielijn en een ritme. Maar dat kan aan de impressie hebben gelegen.
Wel hoorde ik mooie consonanten; het was niet zo ijselijk modern dat je nekharen gaan steigeren.
Later vond ik op het www nog dit ‘interview’ met de componist wat het een en ander verduidelijkt.

Op de foto is het de grote trompet met die demper die me nogal intrigeerde.