Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 8 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 - 1300 I Geschiedenis


Ingeschreven voor deze zesdelige leergang over 1000 jaar Westerse Cultuurgeschiedenis heb ik inmiddels twee lessen over de geschiedenis gehad.
Het duizelt mij.
De bedoeling is om de cursist grip te laten krijgen op datgene wat karakteristiek is voor onze Europese cultuur. Dus het is een heel brede benadering. Verschillende professoren werken samen: een historicus, een germanist, een neerlandicus/ componist, een kunsthistoricus en een filosoof.
Eén bekende is erbij van de collegereeks ‘Kruisbestuiving’.

Deze eerste leergang omvat de jaren 1000 tot 1300.

De historie.
De aanloop naar het jaar 1000 is natuurlijk ook belangrijk.
In 398 was daar de splitsing van het West- en Oost Romeinse (Byzantijnse) Rijk.
Het West-Romeinse Rijk, dat door eerdere invallen van de Goten (Visi - en Ostrogoten) en door grote volksverhuizingen (Longobarden) die de regio destabiliseerden was verzwakt , werd gekenmerkt door de val van Rome door Odoaker in 476, die zichzelf tot koning kroonde. Odoaker was de aanvoerder van een groep Germaanse huurlingen binnen het Romeinse leger.
Het Byzantijnse Rijk bleef bestaan tot de val van Constantinopel in 1453.

Met de teruggang van de macht van het Romeinse Rijk en de invallen van al die barbaren verdwijnt ook de geletterdheid. De macht lag in handen van degenen die wèl konden lezen en schrijven. Zij bepaalden de geschiedenis. En wie konden wel lezen en schrijven: de kerkelijke machtigen. De bisschop/paus van Rome Gregorius de Grote (540 – 604) had een actief bekeringsbeleid en deed zijn best om overal een christelijke tintje aan te geven. Ook maakt hij een begin met de kerstening van de Angelen van Brittannië. Leuk, die oude namen.
In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond van het Romeinse Rijk. Het Frankische Rijk besloeg toen zo ongeveer heel Europa.
En ondertussen zit er in Constantinopel een vrouw op de troon: Irene van Byzantium. Niet zo heel lang, 5 jaar, maar toch.

Buiten het Romeinse Rijk waren er voortdurend conflicten tussen Irak, Perzië (Sassaniden) met zijn Zoroastrisme en de Islam die in opkomst was. De Islam overwint in Perzië.
Ook dat krijgt allemaal aandacht want het Westen staat natuurlijk niet op zichzelf.

Ergens rond 660 strandde de eenheid in de Islam en ontstonden het Soennisme (ook de traditie volgend) en Sjiisme (alleen de Koran volgend).
En dat nauwelijks dertig jaar na de dood van Mohammed (632) Het zijn toch ook net mensen.
De Soennieten /Omajjaden werden de grootste en belangrijkste en stichtten een kalifaat in Cordoba als tegenhanger van het kalifaat in Bagdad.
Bagdad was het centrum van de wetenschap en daar werd veel bewaard en vertaald van de oude klassieken zoals Plato en Aristoteles. In het Westen was dat verloren gegaan.
Na de val van het Romeinse Rijk kwam het feodale stelsel in zwang. Een economische organisatie van de maatschappij. Leenheren, leenmannen en allerlei verplichtingen aan elkaar. Karel de Grote structureerde dat wat beter en het duurde tot ongeveer 1500 en ging vooraf aan het kapitalisme.

Rond het jaar 1000 waren er twee keizerrijken (Oost en West) en twee belangrijke kalifaten (Bagdad en Cordoba)
Na het jaar duizend kwam er verbetering in de landbouw door een betere ploeg en een andere manier van het bespannen van trekdieren.
Deze ‘simpele’ dingen zorgden ervoor dat er efficiënter werd gewerkt en bebouwd. Toen daar ook nog de bemesting bij kwam zorgde dat voor stijgende oogsten, groeiende bevolking, ontginning van meer land en wisselbebouwing.
Dit had weer tot gevolg dat er meer rijkdom kwam, meer welvaart en geld werd belangrijk. Kooplieden en ambachtslui concentreerden zich en vormden steden met eigen regels en privileges.
Engeland/Brittania was een eigen Romeinse provincie, die niet beïnvloed is door Karel de Grote.
De welbekende ´King Arthur´ was daar de aanvoerder in de strijd tegen Angelsaksen, een verzamelnaam voor verschillende Germaanse stammen die zich in Engeland vestigden.

Deze Angelen en Saksen stichtten grote koninkrijken. Via Rome en Ierland (St Patrick) kwam ook daar het Christendom en ontstonden kloosters met hoogstaande activiteiten, zoals bijvoorbeeld geschiedschrijving.
In 1066 veroverde Willem de Veroveraar, die hertog van Normandië was, Engeland. Hij werd koning en voerde het feodale stelsel in. De Franse taal en cultuur werden dominant en er ontstond een mengtaal wat nu het Engels heet.
Het tapijt van Bayeux kwam ter sprake, dat onder leiding van de vrouw van Willem is gemaakt en vertelt over de fameuze slag bij Hastings in 1066. (Bij Hastings moet ik altijd denken aan de rechterhand van Hercule Poirot.)
Op de wikipagina kun je het hele, 70 m lange tapijt bestuderen. Best bijzonder dat (waarschijnlijk) de komeet van Halley erop is afgebeeld.

Terug naar Europa: het rijk van Karel de Grote werd na zijn dood verdeeld onder zijn kleinzonen. De eerstvolgende keizer was Keizer Otto I, de Grote. (912 -973) Hertog van Saksen, Koning van Duitsland en Italië en later tot keizer gekroond over het Heilige Romeinse Rijk.
Er ontstonden conflicten tussen keizers en pausen over bisschopsbenoemingen. Er waren altijd conflicten tussen wereldse en kerkelijke machten.
Wanneer bisschoppen geen officiële erfgenamen kregen vervielen hun bezittingen namelijk aan de staat of kerk. Net wie het voor het zeggen had op dat moment.
In 1054 is daar het grote schisma tussen de Oosterse, Byzantijnse en de Westerse kerken over het Filioque. In het eerste boek van Matteo Strukel over de Medici’s wordt het Filioque besproken op het concilie van Ferrara- Florence in 1439. Maar dat zal nog wel eens langs komen.
En in 1071 de slag bij Manzikert waarbij het Byzantijnse rijk definitief zijn invloed verloor in het Midden Oosten aan de Seltsjoeken. Deze slag werd de aanleiding tot de kruistochten omdat de Byzantijnse keizer Alexios Komnenos om hulp vroeg aan de paus in Rome Urbanus II. Deze deed op de synode van Clermont in 1095 een oproep voor de kruistochten met de ‘slogan’: ‘God wil het’. Deos lo Vult.

Op het eerste Lateraanse Concilie (1123) werd het celibaat ingevoerd. Dat had een politieke achtergrond en geen theologische.Ook werd er gesproken over de ‘inverstituurstrijd’ tussen Hendrik IV en Gregorius VII met het concordaat van Worms als gevolg waarin keizer Hendrik V de macht over de bisschopsbenoemingen opgeeft. Want ja, zijn vader, Hendrik IV was ervoor in de ban gedaan (rond 1080) en was vertrokken naar de burcht Canossa waar hij nogal lang moest wachten tot de paus genegen was hem weer in genade aan te nemen.

Die kruistochten zijn ook een hoofdstuk apart. De eerste kruistocht was in 1096 onder leiding van Godfried van Bouillon. In 1099 werd Jeruzalem ingenomen.
Op historiek.net staat een mooie samenvatting hierover.
Belangrijke namen: keizer Frederik Barbarossa : kwam om bij de derde kruistocht.
Richard Leeuwenhart en zijn broer Jan zonder Land, vochten tegen Saladin, sultan van Egypte en Syrië. Ook in diezelfde derde kruistocht.

Maar ook een belangrijke naam is die van Eleonora van Aquitanië. (1122 – 1204) Moeder van o.a. Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land. Er is in de officiële geschiedenis weinig over haar terug te vinden maar vrouwen waren nu eenmaal niet zo interessant. Toch heeft de Wikipagina een groot lemma over haar. Tijdens haar leven kwam de legendevorming al op gang.
Zij was eerst getrouwd met de Franse troonopvolger, Lodewijk VII, zodat zij koningin over Frankrijk werd. Dat huwelijk werd ontbonden met dramatische gevolgen en daarna trouwde ze met de Engelse troonopvolger, Hendrik Plantagenet, zodat ze koningin over Engeland werd.
Bij Lodewijk twee kinderen: dochters en bij Hendrik acht koters waaronder dus Richard en Jan. Ze heeft veel invloed gehad op de culturele ontwikkeling van West Europa.
En er is een film over haar gemaakt: ‘Lion in Winter’. Ik had er nog nooit over gehoord. Maar misschien wel de moeite eens waard.
Jan zonder Land is de koning die de Magna Charta ondertekende in 1215, wat nog steeds de basis is van het Engelse rechtssysteem.

Philips Augustus, zoon van Lodewijk VII en Adelheid van Champagne brak de macht van de Planta Genetas in Frankrijk en verwierp het feodale systeem.
Er staat van hem ook een flinke lap tekst op de Wiki site.
Ook in Frankrijk werd de ‘Godsvredebeweging’ (Pax Dei) belangrijk. Uitgaande van de abdij van Cluny was het een antigeweld-beweging die de basis is geworden voor het humanisme.
En had je de beweging van de Katharen/ Albigenzen. Een religieuze beweging in de Languedoc die geloofde in dualisme. Fel bestreden door de Inquisitie totdat er nauwelijks meer Katharen waren.

In Spanje werd El Cid een roemruchte naam. Officieel Rodrigo Díaz de Vivar.
Onze koning is een directe nazaat van hem. En er zijn weer verschillende toneelstukken over hem gemaakt, romans en gedichten geschreven.

Na de val van Byzantium in 1204 na de vierde kruistocht werd Boudewijn van Vlaanderen keizer over Byzantium en werd gekroond in de Haga Sophia wat dan nog steeds een byzantijns christelijk gebouw is.
Pas in 1453 na weer eens een herovering van Constantinopel door de Ottomanen onder leiding van Mehmet werd het een moskee. En nu is het een museum wat nog op mijn bucketlist staat.
Mehmet en de patriarch raakten bevriend en konden daardoor bewust allerlei bekeringspogingen zoals na 1517 buiten de deur houden.
Als laatste de kleinzoon van keizer Frederik Barbarossa: Stupor Mundi, het wonder der wereld. De bijnaam van keizer Frederik II von Hohenstaufen (1194-1250).
Een begaafd mens, maar niet geliefd. Ook weer gedoe met de paus, kruistochten en bannen.


Van al die namen en feiten heb ik het idee dat in ze in de leergangen op andere terreinen weer zullen terugkomen. Daarom benoem ik ze maar. Dan blijven ze ook wat beter in mijn herinneringen hangen.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




dinsdag 1 oktober 2019

Zingeving


Waarom zijn we in dit land zo bezig met zingeving? Je kunt geen krant of magazine opslaan zonder dat je artikelen tegenkomt die hierover gaan.
In Trouw komt er wekelijks iemand langs die vertelt wat zijn/haar leven zin geeft.
Zo rees vanzelf de vraag waarom dat zo belangrijk is voor ons. Kunnen we niet zònder? En hoe zou je leven er dan uitzien?
Is het een welvaartsprobleem? We hoeven ons niet druk te maken over wat we vanavond eten of waar we slapen zullen. We zitten bovenaan die Maslovpiramide. Wat komt daarna?
Houden zingeving en de hopeloze zoektocht naar erkenning verband met elkaar?

Waarom word ik chagrijnig wanneer er op een dag nul bezoekers zijn geweest op mijn blog? Nou ja, eerlijk gezegd komt dat praktisch niet meer voor, maar waarom kijk ik daarnaar alsof het om belangrijke kijkcijfers gaat?
Zou ik blogger blijven wanneer er een week lang niemand naar kijkt? Of een maand.
Die vraag stel ik mijzelf regelmatig maar ja, ik denk het toch wel. Ik word er gelukkig van om mezelf - op ‘papier’ - uit te spreken om te voorkomen in kringetjes te blijven 'draaidenken' en word chagrijnig wanneer dat eens een week lang door omstandigheden niet lukt. Ik vind het ook prettig om eens terug te kunnen kijken wat ik van een bepaald boek vond. De ‘ouderdom’ met zijn vergeetachtigheid gaat ook mij niet voorbij.

Schrijven doe ik al mijn hele leven. Er ligt hier een dagboekje van toen ik zes/zeven jaar was. Best grappig. De dagboeken uit mijn tienerperiode heb ik maar verscheurd. Dat leek mij verstandiger.
Een tijdje geleden sprak ik een kunstenaar die antwoordde op mijn vraag of hij nog zou schilderen wanneer hij geen succes zou hebben direct met ‘nee’.
Kennelijk is dan de erkenning die tot zingeving leidt belangrijker dan zijn expressie.
Begrijpen doe ik dat niet.
Vincent van Gogh bleef schilderen tot hij er bij neerviel en hij verkocht tijdens zijn leven niets; hij kreeg geen erkenning. Waarom zag hij, theologisch geschoold, zijn schilderen wèl als zingevend in zijn leven? Wat was zijn stuwende kracht? Kwam die kracht van boven? *
Ik denk trouwens wel dat juist dàt een kenmerk is van de ware kunstenaar. Dat nietsontziende doorgaan.

Veel zingeving komt via religie tot ons. Tot eer van God leven is de hoogste vorm van zingeving die we onszelf opleggen. Of komt dat toch ook van buiten onszelf? Net zoals geloven zelf. Dat moet wel.
Toch zijn veel gelovigen die ik daarover spreek daar volgens mij teveel mee bezig. Met die eer van God.
Vaak krijg ik daar reli-jeuk van. Het is zo’n theologisch correcte houding en ook nog eens vaak aangeleerd maar is het ook de diepste werkelijkheid van zo iemand? Behoort dat werkelijk tot je diepste zijn? Dan gaat er bij mij iets grondig mis.
Wanneer God dood zou zijn wordt het weer een stuk lastiger.
Ergens las ik dat je geen religie nodig hebt om zin aan je leven te geven. Oppervlakkig gezien is dat zo. Je verzint doelen en houd je daar mee bezig en dat maakt je gelukkig. En dat is het doel. Geluk.
Maar…..in de kern is dat zinloos en doelloos, dus nutteloos.
De meeste mensen in deze tijd leven zo oppervlakkig dus laat ze de illusie hebben dat ze zinnig bezig zijn. Velen zijn het trouwens ook, als radertjes van het grote geheel. Al is het op een andere manier dan ze denken.
Wanneer ik bijvoorbeeld iemand zo ‘kortzichtig’ bezig zie dan bedenk ik bij mijzelf dat ik op die manier beslist niet wil leven en dus heeft het leven van die ander zijn nut. Maar nu wordt het wel erg gecompliceerd en klinkt het niet erg aardig. Ook al geldt het andersom ook.
Ik ben er echter van overtuigd geraakt dat alleen binnen het geloof je leven echt zin heeft en dat je dat dan ook niet zo nodig zelf naar zingeving hoeft te zoeken. Je ‘zijn’ is al genoeg.
God draagt zorg voor de zin van jouw/mijn leven. Dat denk ik. Heel ontspannend.


*Ik heb Vincents boek, wat ik ooit las, er eens op nageslagen: ‘Een leven in brieven’. Er staan hierover prachtige dingen in.
In brief 133 uit juli 1880 schrijft hij:

‘Goed, wat wil je, wat in ons innerlijk gebeurt, is dat ook van buiten zichtbaar? Je kunt een groot vuur in je ziel hebben en niemand komt er zich ooit aan warmen, en de voorbijgangers zien niets dan een beetje rook boven uit de schoorsteen komen en gaan huns weegs.
Welnu, wat te doen? Het vuur van binnen onderhouden, zout in zichzelf hebben, geduldig wachten – en toch met hoeveel ongeduld – wachten zeg ik op het ogenblik dat wie maar wil zal komen zitten, wie weet er zal blijven? Laat wie in God gelooft, wachten op het uur dat vroeg of laat zal aanbreken.’

En even verder:

‘Tussen nietsdoeners en nietsdoeners is immers een groot verschil? Er zijn er die nietsdoeners zijn uit luiheid en lafheid van karakter. […]Dan is er ook een ander soort nietsdoener, de nietsdoener tegen wil en dank, die innerlijk verteerd wordt door een groot verlangen naar actie; die niets doet omdat hij niet in staat is iets te doen, omdat hij als het ware ergens in gevangen zit, omdat hij niet datgene bezit wat hij nodig heeft om actief te zijn; omdat noodlottige omstandigheden hem daartoe veroordeeld hebben. Zulk één weet zelf niet altijd wat hij zou kunnen doen, maar hij gevoelt bij instinct: Toch ben ik wel ergens goed voor, ik voel dat ik een reden van bestaan heb!'
Dan geeft hij het voorbeeld van een vogel in een kooi en besluit met: ‘Weet je wat de gevangenis doet verdwijnen? Dat is elke diepe, ernstige genegenheid. Vrienden zijn, broeders zijn, lief hebben. Dat opent de gevangenis met een soevereine macht, met een machtige betovering. Maar wie dat niet heeft, blijft in de dood. Daar waar de genegenheid herleeft, herleeft het leven.’
Het woord liefde is groot voor Vincent. Hij houdt het bij ‘genegenheid’ maar is dat ook niet een rijke vorm van liefde?

Laat ik dan nu de conclusie maar trekken dat zingeving niet altijd zichtbaar en voelbaar hoeft te zijn in dit leven.
Dat er periodes in een mensenleven kunnen voorkomen waarin alles stil lijkt te staan.
Dat niet alle nietsdoen per definitie lui en passief is.
Vincent heeft nooit kunnen bedenken dat zijn schilderijen zo belangrijk zouden worden voor zovelen. (en zo duur)
Hij volgde eenvoudig zijn innerlijke drive. Al was dat meestal verre van eenvoudig.
En natuurlijk komt God daarmee aan zijn eer. Daar zorgt Hij zelf wel voor.


vrijdag 27 september 2019

2012 en 2019











Tijd verglijdt.
Een foto uit 2012 en van deze maand. Het was weer even plezierig vertoeven.
Gazipasa is gegroeid van 22.000 nüfus (= inwoners) naar 50.000. Het vliegveld is drukker geworden met veel gasten voor Alanya die over de aangelegde snelweg de andere kant op worden vervoerd.
Alles groeit; ook de palmen. Voor dezelfde foto moest ik nu meer afstand nemen. Het gaat daar beduidend sneller dan in mijn eigen tuin.

Voor mij ook opvallend was het Gözleme (soort pannenkoek) restaurant van twee Turkse dames. Toen heel klein begonnen met een tentje bij het strand. Tien plaatsen in het gras onder twee grote parasols.
Nu een vast gebouw met prachtige open keuken aan het einde van de boulevard met plaats voor minstens veertig mensen. En de Gözleme nog even lekker al moeten we als Nederlanders nog steeds vragen om suiker want dat is niet gebruikelijk.

Een typisch vrouwelijke manier van handel drijven. Onzeker en klein beginnen; eerst kijken of het lukt. Wanneer het lukt wat uitbreiden en zo stapje voor stapje verder. Mannen zouden naar de bank gaan, een x bedrag lenen en meteen iets groots neerzetten. Daarna moet dan de winst komen. Best grappig.







woensdag 4 september 2019

Hart der Duisternis



Een klassieker, geschreven door Joseph Conrad (1857 – 1924) in 1902 en ik las de in 1994, door Bas Heijne vertaalde uitvoering. Oorspronkelijke titel 'Heart of Darkness'.

Een boek dat vele ander schrijvers heeft geïnspireerd. Wat is het geheim?
Achteraf denk ik dat de sfeer heel bepalend is. Broeierig en onheilspellend met veel psychologie.
Ene Marlow, een zeeman, vertelt een verhaal (raamvertelling) aan zijn collegae terwijl hun schip voor anker is gegaan aan de monding van de Theems om het tij af te wachten.
Voor deze Marlow ‘lag de betekenis van een voorval niet binnenin als een pit, maar daarbuiten, als iets om het verhaal heen, dat slechts door het verhaal aan het licht werd gebracht zoals een gloed een nevel aan het licht brengt…’.



Aanleiding is de stad Londen in de verte, wat eens onontgonnen gebied was en door de Romeinen – verplicht- werd bezocht. Ze waren geen kolonisten maar veroveraars en pakten gewoon alles wat er te pakken te krijgen was en moorden uit wat er voor de voeten kwam.
Wat ligt/lag daaraan ten grondslag? Slechts een idee.
Het lastige aan dit boek was, dat de film in mijn hoofd verschillende keren vastliep.
Maar goed: het verhaal.

Volgens velen op het wereldwijdeweb speelt het zich af in Belgisch Congo maar ik heb over de precieze plek niets expliciets kunnen vinden. Daarvoor moet je de hints kunnen plaatsen. Ze varen via handelsposten in Gran Basan (Ivoorkust) en Petit Popo (Togo).
‘het midden van een kaart, slangachtige rivier’. Dat zou dan de rivier de Kongo kunnen zijn. Deze rivier en dit uitgestrekte gebied hadden altijd al een magische aantrekkingskracht gehad op Marlow. (Het donkere hart van Afrika)
Daarom zoekt hij een baan als kapitein op een boot van een handelsmaatschappij die daar heen en weer vaart om ivoor op te halen.
Na de reis over zee en in het binnenland van handelspost naar handelspost belandt hij op de laatste post waar zijn schip zou moeten liggen. Op de handelspost valt voor het eerst de naam ‘Kurtz’. Die naam intrigeert Marlow.
Kurtz, een man waar iedereen een hoge pet van op heeft vanwege o.a. zijn welsprekendheid en die vanuit de verst afgelegen handelspost het meeste ivoor weet aan te leveren.
Helaas is Marlows schip gezonken en zit hij weer drie maanden vast bij de post om zijn schip op te vissen en te herstellen.
Maar op een dag is het zover, dan komen ze, Marlow, een administrateur, een paar pelgrims (?) en een ‘zwarte’ bemanning aan bij de post van Kurtz.
‘De aarde zag er onaards uit. We zijn vertrouwd met de aanblik van de geketende gestalte van het geknechte monster, maar daar – daar kon je dingen zien die monsterlijk én vrij waren. Het was onaards en de mensen waren….Nee ze waren niet onmenselijk. Tja, weten jullie, dat was het ergste – dat vermoeden dat ze niet onmenselijk waren. Het drong maar langzaam tot je door. Ze krijsten en sprongen en draaiden wild in het rond en trokken afschuwelijke gezichten, maar wat je deed huiveren was enkel en alleen de gedachte aan hun menselijkheid – als die van jezelf – de gedachte aan je verre verwantschap met dit woeste en uitgelaten rumoer.’

Kurtz blijkt ziek te zijn en knettergek, het leven in de rimboe heeft zijn sporen achtergelaten. Ze moeten hem meenemen want ‘hij heeft de Maatschappij meer kwaad dan goed gedaan… het district is een tijdje niet voor ons toegankelijk.’
Maar Kurtz heeft wel de macht over de bevolking van het dorp. Dus het wordt nog een lastige klus om hem mee te nemen.
Onderweg sterft hij. Zijn laatste woorden zijn: ‘Afgrijselijk, zo afgrijselijk.’

Het boek is een aanklacht tegen het kolonialisme, wat niet beter blijkt te zijn dan het veroverende Romeinse imperium. Het is een aanklacht tegen het (zwarte) mensonterende winstbejag. Je moet het ook lezen in de context van die tijd. En een aanklacht tegen het verliezen van decorum wanneer een mens de macht krijgt/ neemt over anderen.
‘Door eenvoudig wilsvertoon kunnen wij een praktisch onbeperkte macht ten goede uitoefenen.’
Ja, Ja.
Wie of wat is een mens als niemand kijkt? Dan blijkt hij een donker hart te hebben ‘…want daarginds was er niets dat je van buitenaf in bedwang hield’.
‘Wat is het leven toch een eigenaardige zaak – dat mysterieuze bouwwerk van genadeloze logica voor een armzalig doel. Het beste waar je op kunt hopen is dat het je iets over jezelf leert – wat te laat gebeurt – een oogst van onuitwisbare spijtgevoelens.'
Dan is het afgrijselijk, ja.
Ach, ik kan nog wel een pagina vullen met mooie zinnen.

Volgens de Wiki pagina is dit boek ook een metafoor naar de innerlijke mens. Dat vond ik heel lastig te duiden. Ik heb nog zitten piekeren over die administrateur (calculator?) en een pelgrim in een roze pyjama....maar ik weet daarover niks zinnigs te zeggen.

Uit een oude Volkskrant:

Heart of Darkness is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van Conrad, die in 1857 in Polen werd geboren als Teodor Józef Konrad Nalecz Korzeniowski. Op zijn zeventiende reisde hij af naar Marseille om daar een loopbaan als zeeman te beginnen. In 1890, toen hij inmiddels de Britse nationaliteit had aangenomen en zijn naam had verengelst, kreeg hij een aanstelling op een stomer, waarmee hij van Kinshasa naar Stanley Falls in het diepe binnenland van Congo voer, om daar een zieke handelsagent op te halen, die overigens op de terugweg stierf.

Dit boek heeft aan de basis gefungeert van de film 'Apocalyse Now' van Francis Ford Coppola die heb ik echter nog nooit in zijn geheel gezien.




vrijdag 30 augustus 2019

Schoonheid en Schande



Heerlijk zo’n boektitel. Het lijkt wel een bouquetreeks roman. En dat alles als uitvloeisel van onze vakantie in Italië.
Geschreven door Sarah Dunant (1950), Geschiedenis gestudeerd in Cambridge en is journaliste en nog wat meer. Oorspronkelijke titel: Blood and Beauty.

Maar het is geen bouquetreeksromannetje, het is een historische roman over de Borgia’s. De beruchte Spaans/ Italiaanse familie uit de Renaissance.
Deze dame schrijft beter dan Matteo Strukul.
In 1492 wordt Rodrigo Borgia tot paus gekozen. Paus Alexander VI. Het jaar van de verdrijving van de Joden uit Spanje, de val van Granada en de ontdekking van Amerika en de dood en geboorte van resp. Lorenzo I en Lorenzo II de Medici. Grootvader/ kleinzoon.


Wanneer ik aan Rodrigo denk zie ik een graatmagere Jeremy Irons voor me uit de serie ‘De Borgia’s uit 2011. Nu weet ik dat deze paus, zeker toen hij op leeftijd kwam kogelrond was.
Deze schrijfster laat een indrukwekkende lijst van geraadpleegde literatuur na. En dan nog blijven er dingen die we gewoon niet weten, ondanks Johannes Burchard, secretaris van paus Alexander, die de gewoonte had om feiten te noteren in een dagboek. Dat moet een fascinerend dagboek zijn.

Paus Alexander VI (1441 – 1503), wordt paus op zijn 61ste, Hij heeft dan een relatie met Vanozza dei Catanei en is hij vader van vier kinderen.
Lang leve het celibaat.
Juan, Cesare, Lucrezia en Joffre. Deze namen worden ook wel eens op een andere manier geschreven.
De Borgia’s staan bekend als een hechte familie, maar zeer machtswellustig. Ze gaan daarbij over lijken. Letterlijk.
Cesare is de beruchtste, waarvan gedacht wordt dat hij achter de moord op zijn oudste broer zit en de moord op zijn zwager Alfonso van Bisceglie, zoon van Alfons II van Napels, huis van Aragon.
Alfonso’s zus was weer uitgehuwelijkt aan de jongste Borgia, Joffre.
Het koninkrijk Napels besloeg in die tijd de hele ‘voet’ van Italië.

Alfonso was de tweede echtgenoot van Lucrezia. Van haar eerste echtgenoot, Giovanni Sforza is ze gescheiden op grond van vermeende impotentie. Lucrezia werd eenvoudigweg gebruikt door haar vader om meer macht in Italië te genereren. Dat was gebruikelijk in die tijd, maar dat houdt natuurlijk een keer op. Haar derde echtgenoot was Alfonso d’Este van Ferrara en daar is het bij gebleven. Ze kreeg van hem zeven kinderen en had er één uit het huwelijk met Alfonso Bisceglie, genaamd Rodrigo.
Ooit las ik ‘Lucrezia’ van Eleanor Hibbert die onder de naam Jean Plaidy historische romans schreef. In dat boek raakt ze zwanger wanneer ze in het klooster zit te wachten op de nietigverklaring van haar eerste huwelijk.
De vader van het kind is Cesare’s boodschapper Pedro Calderón. Dat gaf in dat boek gedoe omtrent haar ‘maagdverklaring’ en heeft ze haar kind moeten afstaan. Dan stopt het boek.
Volgens Dunant zijn dat roddels geweest. Wel wordt in beide boeken deze Calderón vermoord.
Burchard schreef: ‘De knecht Pedro Calderón die afgelopen donderdag – niet uit vrije wil – in de Tiber viel, is vandaag opgevist. Hierover gaan door heel Rome geruchten.’
Cesare is verdacht. Ook zou er sprake zijn incestueuze relaties binnen de familie maar daar is geen bewijs voor.
Lucrezia heeft haar sporen verdiend door van Ferrara een belangrijke ‘kunststad’ te maken. Ze is de enige die iets positiefs heeft achtergelaten.

Rondom deze familie is enorm veel geroddeld. Wat is waar en wat niet. Heel veel weten we niet.
Maar dat het een ‘maffia’ familie was is wel duidelijk. En ook nog van Spaanse afkomst, dat deed er ook geen goed aan. De meest pausen waren toch wel Italiaans.
Cesare was de ergste, met goedvinden van zijn vader. Hij was een slimme, sterke jongen. Op zijn zestiende was hij al aartsbisschop van Valencia. En op zijn achttiende kardinaal.
Natuurlijk allemaal doorgestoken kaart omdat het pa goed uitkwam.
Op zijn tweeëntwintigste legde hij zijn kerkelijke ambten neer want hij had andere ambities: het vergroten van het Borgia-rijk. In no time veroverde hij de Romagna. Sloot verbonden met de koningen van Spanje en Frankrijk ook net zoals het hem uitkwam, maar streed altijd mee in het leger.
Hij was een schuinsmarcheerder en liep syfilis op wat toen nog een onbekende ziekte was; volgens de schrijfster door het Franse leger meegebracht naar Italië. Hij werd gehaat en gevreesd. In 1507 sneuvelde hij, vier jaar nadat zijn vader was overleden.
Cesare schijnt gezegd te hebben: ‘Hoe meer schandaal hoe beter. Op die manier zal men ons vrezen tijden ons leven en worden we nooit of te nimmer vergeten na onze dood.’
Dat klopt. Wanneer je Wikipedia haalt heb je een soort van ‘eeuwig’ leven.




woensdag 28 augustus 2019

Trilogie 'de Medici'


Geschreven door Matteo Strukul in 2017 en 2018.
Strukul is Italiaan, geboren in Padua in 1973. Hij heeft daar rechten gestudeerd. Deze trilogie over de Medici trok mijn aandacht. Ik hou van historische romans mits de feiten kloppen.
Dat denk ik van deze boeken redelijk wel, al laat hij wel steken vallen.
Ook komt de schrijver niet bepaald in aanmerking voor de Nobelprijs voor de Literatuur; zijn boeken lezen als een trein.
Waren die Medici’s nu echt zo slecht? Woekeraars en uitzuigers. Dat vooroordeel had ik wel vanwege Catharina de Medici, de gifmengster die opdracht gaf tot de slachting onder de protestanten in de Bartholomeusnacht in 1572.
De oorzaak horen we niet vaak maar is er natuurlijk wel: elk gevolg heeft een oorzaak. De Hugenoten waren ook geen lieverdjes. Maar de Rooms Katholieken blijven in mijn ogen toch wel duidelijk de 'Bad Guys'.
De ‘Affaire des Placards’ zette in 1534 al kwaad bloed. Gevolgd door het ‘edict van Fontainebleau’ 1540.
Hugenoten zijn vernoemd naar een herberg ‘Porte Hugon’ vlakbij Rocamadour in de Dordogne waar snode plannen werden gesmeed. Tenminste, volgens deze schrijver. Ik kan het verder nergens terugvinden.

De Medici’s waren een rijke bankiersfamilie in de veertiende- , vijftiende eeuw (Renaissance) in Florence, Italië. Hun banken stammen uit eind veertiende eeuw
Italië was in die tijd onderverdeeld in stadsstaten waarvan Florence één van de rijkste was. Venetië was een andere rijkaard. Werden de stadsstaten eerder geregeerde door de adel; de rijke middenklassers kwamen op en kregen steeds meer macht. Vormgegeven in ‘de Signoria’

Alles resumerend denk ik dat de kracht van de Medici’s lag in het bedenken van win-win situaties en het geduld om kansen af te wachten.
Ze hadden ook allemaal een grote liefde voor de kunst en kunstenaars. Daardoor werd Florence de belangrijkste renaissance stad voor de kunst en is het niet gek dat Vasari daarover zijn boeken schreef.
De dynastie heeft ook voor een paar pausen gezorgd. Leo X die Maarten Luther excmmuniceerde en Clemens VII

Deel 1: de Medici
De Pater familias, Giovanni de Medici sterft in 1429.
Waarschijnlijk door vergiftiging. Zijn zoons Cosimo en Lorenzo zetten het familiebedrijf voort.
Cosimo noodgedwongen omdat hij de oudste was. Hij was liever kunstenaar geworden.
Hij heeft een flinke vinger in de pap gehad bij de voltooiing van de beroemde koepel van Florence: de ‘Cattedrale di Santa Maria del Fiore’. Vanwege de financiële middelen natuurlijk.
Filippo Brunelleschi was het genie dat de koepel wist te dichten.

De nodige vijandelijkheden tussen de leden van de Signoria worden verteld; Cosimo is een keer bijna ter dood veroordeeld, maar werd uiteindelijk verbannen naar Venetië, waar hij ook al snel de belangrijkste mensen voor zich wist te winnen. In die tijd werd het een chaos in Florence zodat men weer blij was met zijn terugkomst.
In bankzaken was hij ook goed. Hij wist het tot bankier van het Vaticaan te schoppen.
En passant wordt het ‘Filioque-probleem’ besproken omdat het werd behandeld op het concilie van Ferrara-Florence in 1439.
Cosimo de Medici was volgens deze schrijver een inspirator. Helaas liep deze verzoeningspoging tussen de Oosterse Orthodoxe kerken en de Kerk van Rome op niets uit. Volgens de Oosterse orthodoxe kerken getuigde het van superioriteitsgevoel om iets toe te voegen aan een gemeenschappelijk Credo. (van Nicea in 325) En dat werd niet gepikt. Er zat volgens de schrijver ook veel rancune achter omdat het westen zich nooit zo heeft bekommerd om de oosterse kerken.
Het ging hierom:
…..En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader (en de Zoon) aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten……
Dat ‘en de Zoon’ is pas in 1014 toegevoegd door paus Benedictus XIII

Deel 2: het huis de Medici
In dit deel wordt verteld hoe het verder verloopt met de nazaten van Cosimo. Piero is de zoon die het beheer van de banken overneemt. Een wat onopvallendere Medici maar met dezelfde liefde voor kunst. Evenals zijn vrouw Lucrezia Tornabuoni.

Na hem zijn het zijn zoons Lorenzo en Guiliano die de zaken overnemen. Onder de bevolking zijn ze populair maar onder de adel niet. Onder invloed van paus Sixtus IV wordt er een aanslag gepleegd op Lorenzo en Guiliano, nota bene tijdens een eucharistie in de ‘Cattedrale’!
Guiliano overleeft het niet.
Wat zijn pausen toch vaak corrupt geweest. ( op dit moment lees ik een boek over de Borgiá’s)
Het wordt de ‘Pazzi- samenzwering’ genoemd, naar een vijandelijke adellijke familie. De oudste telg van Lorenzo, Bianca, trouwde een ‘Pazzi’. Dat was natuurlijk voor de aanslag. Het liep daar allemaal lekker door elkaar. Net hoe het uitkwam en/of nodig was voor de dynastie.
Lorenzo krijgt de bijnaam ‘Il Magnifico’. Of Lorenzo I.
Ook Lorenzo was een liefhebber van kunst en gaf vele kunstenaars ondersteuning.
Hij trouwde met Clarice Orsini, een belangrijke naam in die tijd en kreeg tien kinderen. Eén ervan zou het tot paus schoppen; paus Leo X (1513) en ook zijn neefje, kind van de vermoorde Guiliano, werd tot paus Clemens VII in 1523 uitgeroepen. Zie boven.
Na zijn dood raakte de dynastie in verval. Piero II was daar schuldig aan. Hij zette de deur open voor Karel/Charles VIII van Frankrijk tijdens de Italiaanse oorlog om door Florence te trekken met zijn leger. Tsja. Dat leger gedroeg zich niet echt netjes en plunderde Florence.

Leuk is dat op dit moment een serie loopt over de Medici’s op de Belgische TV: 'Medici, Masters of Florence'.
Zelf moet ik altijd wel lachen wanneer ik in zo'n serie al die mooie mensen met keurige witte gebitten zie. Dat zal in die tijd wel anders zijn geweest. Op de wereldwijdeweb vond ik nog een site met grove fouten uit de TVserie.

Deel 3: Dochter van de Medici
Het laatste deel gaat over Catharina de Medici. Zij werd uitgehuwelijkt aan de tweede zoon van de koning van Frankrijk; Hendrik II.
Haar vader was Lorenzo II de Medici en die was weer een zoon van Piero II de Medici. Die was zoon van Lorenzo Il Magnifico of Lorenzo I
Pffft…voordat ik dat allemaal op een rijtje had in mijn hoofd ….
Dus……Catharina was een achterkleindochter van Lorenzo Il Magnifico.

In 1533 werd Catharina uitgehuwelijkt aan Hendrik die door de plotselinge dood van zijn oudste broer in 1536 kroonprins werd. Werd deze vergiftigd?
In 1547 werden ze koning en koningin.
Catharina had geen gemakkelijk leven. Ze was in Frankrijk niet geliefd. Ze was een ‘koopmans dochter’ van die bloedzuigers en gifmengers uit Italië. Ze was wel een sterke persoonlijkheid. Dat moet wel anders had ze het niet volgehouden.

Ze moest het opnemen tegen Diana de Poitiers, de twintig jaar oudere maîtresse van Hendrik.
Hendrik en Catharina kregen tien kinderen, maar wel dankzij de ‘sturing’ van Diana. Hoe vernederend.
Toen Hendrik gewond raakte in 1559 en aan zijn verwondingen stierf trok Catharina alle macht naar zich toe; verbande Diana naar één van haar kastelen en zij stierf daar in 1566.
Catharina onderhield banden met Nostradamus en verdiepte zich behalve in de theologie ook in de esoterie. Ook zij hield van kunst en gaf de kunstenaars in Frankrijk een boost. Dat is wel een mooi genetisch trekje.

Hendrik en Catherine (en Diana) waren overtuigd Rooms Katholiek en tijdens hun bewind werd het ene na het andere edict uitgevaardigd.
In 1551 het edict van Châteaubriant. In 1557 het edict van Compiègne en in 1559 het edict van Ēcouen dat de uitroeiing van de calvinisten beoogde. Volgens deze schrijver.
Allemaal gericht tegen de protestanten. Nee, het was daar geen gemakkelijke tijd. Geen wonder dat zovelen Frankrijk zijn ontvlucht.

In 1560 was er een poging van de protestanten om macht terug te krijgen maar dat mislukte en staat te boek als de samenzwering van Amboise.
Dat wist ik allemaal niet toen we daar ooit eens waren.
De bruiloft van dochter Margaretha (Margot) met Hendrik van Navarra in 1572 werd aangegrepen om de Hugenoten uit te moorden. Vanwege de bruiloft waren er heel veel in Parijs.
Gaspard de Coligny was hun leider en werd in die Bartholomeus nacht vermoord.
(Zijn dochter, Louise, was de vierde vrouw van Willem van Oranje)
Deze Hendrik van Navarra was katholiek – protestant, ontsnapte aan de Bartholomeusnacht – en weer katholiek, maar was tolerant.
Hij belandde als eerste ‘Bourbon’, na het ‘huis van Valois’ op de Franse troon (van 1589 – 1610) en vaardigde in 1598 het ‘Edict van Nantes’ uit wat de protestanten meer vrijheden verschaften en een eind maakte aan de godsdienstoorlogen. Een pragmatisch mens.
Helaas werd dit edict weer herroepen door Lodewijk XIV in 1685 in het ‘edict van Fontainebleau’

Catharina kon wel goed overweg met haar schoonvader. Deze zag dat zij het moeilijk had aan het hof en voorzag haar van een beschermer: Raymond de Polignac. Deze figuur heb ik echter nergens terug kunnen vinden.





zondag 11 augustus 2019

Laat me nooit alleen


Geschreven door Kazuo Ishiguro (1954) in 2005.
Het boek is verfilmd en was genomineerd voor Oscars. Maar die film ken ik niet al had ik lezende weg wel het idee dat ik wel eens een onbegrijpelijk flard op tv heb gezien.
Eerder las ik van hem ‘Vergeten Reus’ en ‘Toen wij wezen waren’.

Het verhaal speelt zich af op het Engelse platteland. Eind twintigste eeuw, omstreeks de tijd dat de Walkmans hun intrede doen in de geschiedenis van de mensheid.
Het eerste deel in een soort Engelse kostschool ‘Hailsham’, het tweede in ‘the Cottages’ en het in het laatste deel is de hoofdrolspeelster Kathy, een verzorgende die kris kras door Engeland rijdt.
Het verhaal wordt verteld door deze Kathy H., al bijna twaalf jaar een verzorgende van ‘donoren’.
Zij was bewoonster van Hailsham en the Cottages en heel langzaam ontrolt het verhaal door middel van kleine flash-backs.

Heel veel van die flash-backs kan ze nu pas goed duiden. De gebeurtenissen die vroeger vreemd waren krijgen nu betekenis.
Wie heeft dat niet? Herinneringen aan voorvallen, gebeurtenissen of dingen die tegen je gezegd zijn, waarbij pas veel later de kwartjes vallen.
Op die manier schrijft Kazuo via Kathy H. zijn verhaal. Fascinerend.
Regelmatig komt het idee naar voren: wát als er anders zou zijn gereageerd of een andere beslissing zou zijn genomen.

Hoofdpersonen zijn Kathy, Ruth en Tommy. Ruth heeft een manipulatief karakter; Tommy is een goedsul met driftbuien en Kathy de waarnemer.
Nu ontkom ik er toch niet aan om het een en ander te verklappen: Hailsham is niet de enige inrichting. Verspreidt over Engeland zijn er meerdere. Het blijkt een rijks-donoren-programma te zijn.
Ze zijn klonen en bedoeld om hun organen wanneer dat nodig blijkt te zijn, te doneren. De hele groep wordt erop voorbereid om verzorgende en later donor te worden of meteen donor, wat je wilt. Dat is hun toekomstvisie. Donor worden is het hoogst haalbare in hun leven. Soms drie of vier keer. Daarna ben je wel zo’n beetje uit gedoneerd en ga je dood.
Prompt kreeg ik associaties met de film ‘The Island’ waar het ook over klonen en ‘donoren’ gaat.
Maar boek en film zijn beide uit 2005 dus van kruisbestuiving is, denk ik, geen sprake. Maar dit leeft kennelijk wel in de menselijke geest.

De Hailshamgroep is een bevoorrechte groep. Alle kinderen wonen in een groot huis in een beschermde omgeving, krijgen goed onderwijs en goed te eten. Het onderwijzend personeel, wat bestaat uit ‘gewone’ mensen, is lief voor hen al zijn ze af en toe streng.
Ik merkte nauwelijks dat er iets vreemds aan de hand was. Datgene wat ik hierboven al heb verklapt wist ik niet toen ik aan het boek begon.
Het zijn ook gewone kinderen met hun liefjes en leedjes. Zeer op elkaar aangewezen, dat wel. Er komen geen (groot) ouders of familieleden in beeld. Op een bepaalde leeftijd wordt seks belangrijk. Daar wordt ook niet moeilijk over gedaan want ze kunnen zich toch niet voortplanten. En hen wordt geleerd dat er ‘buiten’ toch anders tegenaan wordt gekeken.
Voor de kinderen is creatief zijn erg belangrijk, daar wordt ook zeer nadrukkelijk op gewezen.
Want, zo las ik aan het einde van het boek: ‘De kunst legt de ziel van de kunstenaar bloot.’
En het personeel van Hailsham heeft zo haar eigen missie: aantonen dat ook klonen een ziel hebben. Dat leerlingen, die in een ontwikkelde omgeving waren grootgebracht zich ook konden ontwikkelen tot gevoelige en intelligente wezens. Net als gewone mensen.
Daarom werden hun kunstwerken regelmatig opgehaald door ‘Madame’. Het kon dienen als ‘bewijsmateriaal’.

Maar het rijksprogramma werd afgeblazen vanwege James Mordingdale, een geleerde die teveel op zijn ego-toer ging. Hij wilde wezens klonen met superieure intelligentie en fysieke eigenschappen.
Waar ken ik dat toch van uit de wereldgeschiedenis? Zo komt Hitler op kousenvoeten via de achterdeur weer binnen.
Het werkte beangstigend.
Madame verwoordt het zo: ‘ik zag snel een nieuwe wereld ontstaan. Wetenschappelijker, efficiënt, jawel. Meer remedies tegen oude ziektes. Heel mooi allemaal. Maar ook een kille, wrede wereld.’

Dat is wel iets om over na te denken.
Hoever gaan we in de medische wereld. Het klinkt altijd heel mooi wanneer er gezegd wordt dat bepaalde ziektes tot het verleden zullen gaan behoren. Maar wat is het prijskaartje in ethische zin?
Het is een boek met toekomstvragen. Maar de toekomst is er eerder dan je denkt.

De oorspronkelijke titel: ‘Never let me go’ verwijst naar een liedje van Judy Bridgewater. Het speelt een rol in het verhaal en is te vinden op YouTube.