Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 9 november 2015

Het nulnummer


Numero Zero; geschreven door Umberto Eco (1932) in februari dit jaar. Ik las de tweede druk van maart.

Omdat ik zo ongeveer alle fictie van hem gelezen heb was ik wel nieuwsgierig naar dit boek. En zoals dán te verwachten is valt het een beetje tegen.
Op zichzelf een boeiend hoofdthema: is Mussolini wel echt vermoord of heeft hij zijn leven in betrekkelijke vrijheid ergens afgemaakt?
Ik moest een beetje denken aan ‘Siegfried’ van Harry Mulisch. Wij maar denken dat het ‘kwaad’ is geëlimineerd maar ondertussen……

Het boek speelt zich af in Milaan in 1992 gedurende de ambtstermijnen van de premiers Andreotti en Amato.
Een groep mensen gaan in opdracht van hogerhand een aantal nulnummers schrijven voor een krant met behulp van ‘oud nieuws’ in een nieuw jasje en dat van commentaar voorzien. Mensen zijn toch vergeetachtig dus het komt niet zo krap.
Simei, de hoofdredacteur en Colonna, de ik-persoon zijn als enigen op de hoogte van de werkelijke reden van dit project: te bewijzen dat het mogelijk is om scenario’s te schetsen aan de hand van ernstige voorvallen, die zelfs de politie niet weet.
Een nulnummer kan elke willekeurige datum hebben dus kan als voorbeeld dienen hoe een krant eruit had kúnnen zien en krijgt daardoor iets orakelachtigs.
‘Het is niet het nieuws dat de krant maakt, maar de krant die het nieuws maakt.’
Iedereen heeft zo zijn/haar taak , maar Braggadocio komt achter een zaak die wel eens explosief zou kunnen zijn.

Colonna voelt zich een loser maar ‘losers hebben, net als autodidacten, een veel breder kennis dan winnaars, als je wilt winnen moet je alles weten van één ding en geen tijd verdoen met het leren van al het andere, het genot van eruditie is voorbehouden aan losers. Hoe meer je weet hoe meer er in je leven niet goed is gegaan’.

Dit boek is duidelijk bedoeld als een aanklacht tegen de journalistiek waar het niet zo nauw wordt genomen met de waarheid. Alles wordt zó aangeboden dat het waar zou kúnnen zijn en wordt er een appél gedaan op de fantasie van mensen die de neiging hebben om zelf het nieuws aan te vullen op basis van onderbuik gevoel oftewel niets.
Zo ook dit boek. *gniffel*
Je voelt de irritaties van Eco in deze thema’s. Ik begrijp hem.
Politiek rechts vreet iets uit om het politiek links in de schoenen te schuiven en andersom. Ach, we zien het overal gebeuren. Ik denk aan de inval in Irak waar kernwapens zouden zijn. Ze moeten nog gevonden worden geloof ik.
Verder is Eco er nog steeds van overtuigd dat alles met elkaar samenhangt.
P 49: ‘zie je hoe alles met elkaar verband houdt?’
Een uitspraak van hem uit ‘de slinger van Foucault’
...als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles...

Redactievergaderingen zijn ook uitgelezen plekken om Eco’s eigen irritaties te ventileren:
...juffrouw Fresia, dat is uw eerste taak, u inlezen in kranten en tijdschriften waar horoscopen in staan en er een aantal terugkerende patronen uit destilleren. Maar beperkt u zich tot optimistische voor spellingen, de mensen houden er niet van om te horen dat zover een maand zullen sterven aan kanker. En stel horoscopen samen die voor iedereen kunnen gelden, ik bedoel, een lezeres van zestig zal niet kunnen geloven in de voorspelling dat er binnenkort een jonge man voor haar zal vallen, maar wel in de voorspelling dat, ik zeg maar wat, steenbokken in de komende maanden iets al overkomen waar ze gelukkig van zullen worden: dat gaat voor iedereen op, voor pubers als die ons toevallig lezen, voor ouwe taarten en voor boekhouders die hopen op salarisverhoging.’

Het enige probleem van dit boek is dat het te dun is. Veel te dun. Ik wilde nog meer hecht doortimmerde conspiracy.
‘Het leven is draaglijk, het volstaat er vrede mee te hebben. Morgen begint er weer een nieuwe dag.’
Zo'n einde past wel bij een man van 83.
Dat is misschien ook wel het wonderlijke van dit boek; ik vereenzelvigde me meer met de schrijver dan met de hoofdpersoon.

Umberto Eco heeft een eigen site.


zondag 8 november 2015

Vluchtelingen


Toch maar een berichtje eraan wagen want ik heb vanmorgen een bijzondere kerkdienst meegemaakt.
Vluchtelingen uit het Midden-Oosten.
Ze overspoelen West-Europa en zoeken een veilig heenkomen vanwege het geweld in eigen land. Neem het hen eens kwalijk.
Maar de reacties in eigen land brengen mij het schaamrood op de kaken. Zelfs medegelovigen vinden dat we hen niet moeten toelaten. Het worden er teveel, verstoren de rust en, nou ja.....
zie de laatste alinea bij mijn blogberichtje ‘To Kill a Mockingbird’
Ik heb zelfs al iemand (een medegelovige!) horen zeggen zo nodig de wapens op te nemen. De koude rillingen lopen over je rug.
Is dat goed? Is dat wat Jezus van ons vraagt?
Lijkt mij niet.
Zodra ze in dit land; in dit/ mijn dorp (tijdelijk) onderdak hebben gekregen zijn het naasten geworden en hebben wij de mogelijkheid om voor hen een naaste te zijn.
Ik ga het niet hebben over het regeringsbeleid. Ik begrijp best dat er ook veel problemen ‘meekomen’, maar die zijn er om opgelost te worden. Die taak moeten we ook bij de regering láten.
Wat wij kunnen is die mensen een warm en veilig onderdak bieden. Dat is onze taak en zeker als gelovigen ook onze roeping.
Vanmorgen was een groep Syriërs in onze kerk, medegelovigen uit de Syrische Orthodoxe Kerk.
Eén en ander werd door een tolk in het Arabisch vertaald.
Wat gaf het een verbondenheid om met elkaar de doop te zien bedienen aan een paar baby’s.
Met elkaar het ‘Onze Vader’ te bidden. Die oude, actuele woorden van alle tijden en alle plaatsen.
Zij in hun taal, wij in de onze. De Heer verstond het vast wel.

En gezamenlijk zingen gezang 112:

Eén naam is onze hope,
één grond heeft Christus' Kerk,
zij rust in éne dope,
en is zijn scheppingswerk.
Om haar als bruid te werven,
kwam Hij ten hemel af.
Hij was 't, die door Zijn sterven
aan haar het leven gaf.

Vergaard uit alle streken
in heel de wereld één,
werd dit haar zalig teken,
dat allen is gemeen.
Eén bede vouwt de handen,
één zegen breekt het brood,
één vuurbaak staat te branden
in 't duister van de dood.

Voor mij was het een bijzondere dienst omdat ie mij het gevoel bezorgde in een eeuwenoude en wereldomspannende traditie te staan.


maandag 2 november 2015

The Words


Een film uit 2012, geregisseerd door Brian Klugman en Lee Sternthal.
De hoofdrollen zijn voor Bradley Cooper, Jeremy Irons, Dennis Quaid en Zoe Saldana.
Een film die bestaat uit een verhaal in een verhaal in een verhaal. Een soort ‘Inception’ maar dan anders en toch wat eenvoudiger te volgen.
Omdat ik ook nog eens van plan ben om mijn magnum opus te schrijven vond ik het wel een boeiende film. Waar ik tegenaan loop is het bedenken van een geloofwaardig verhaal met plot en het dan ook nog eens weten te brengen dat het leuk/ leerzaam, boeiend, whatever, gevonden wordt.
Wel, dat is ook het probleem in het boek van Clay Hammond (Dennis Quaid) waar Rory Jansen (Bradley Cooper) boeken schrijft. Hij doet dat best aardig maar vindt geen uitgever.
Op een dag vindt hij in een oude aktentas, die hij van zijn vrouw cadeau heeft gekregen, een manuscript van iemand en ja, die iemand (Jeremy Irons als de oude man) duikt natuurlijk op
wanneer blijkt dat zijn boek inmiddels een bestseller is geworden.
Deze oude man vertelt zijn levensverhaal aan Rory en de situatie waarin zijn manuscript is ontstaan en is ook weer is kwijtgeraakt.
Dat manuscript is door Rory gevonden en klakkeloos gebruikt.
Tsja, wat te doen.
Een verhaal over moraliteit, waar volgens mij wel meer uit gesleept had kunnen worden.
Het verhaal van de oude man is de diepste laag, het verhaal van Rory de ‘middelste’ en alles wordt verteld door Clay die over dit geheel een boek schreef.

Een paar interessante quotes:
‘de oude man’ : ‘to look in the cradle and there is no child’
Zo’n quote heeft een dubbele lading wanneer je er vanuit gaat dat een boek schrijven ook een soort van bevallen is.
Nog zo’n wijze: ‘ We all make choices. The hard thing is to live with them, and there ain't nobody that can help you with that.’
Waarbij ik mij dan weer afvraag of die hardheid realistisch is. Het kan ook een keuze zijn om niemand om hulp te vrágen.
en: 'You think you can just steal a man's life and expect there'd be no price to pay?'
Een existentiële opmerking van Rory waar ik ook over kan blijven peinzen:
'I'm not who I thought I was, okay? I'm not. And I'm terrified that I never will be.'
Zulke dingen kun je in een film aantippen maar eigenlijk slecht uitwerken; daarvoor moet je eigenlijk een boek schrijven.
Clay: 'At some point, you have to choose between life and fiction. The two are very close, but they never actually touch.'
Aan het einde van de film realiseert hij zich wat hij eigenlijk heeft gezegd. Althans zo interpreteer ik dat.



vrijdag 30 oktober 2015














Jeugdsentiment:

Kinderen van één Vader, reikt elkaar de hand.
Waar wij mogen wonen, in wat streek of land.
Hoe wij mogen spreken, in wat tong of taal,
kinderen van één Vader zijn wij allemaal.

Ik weet nog dat ik eindeloos die verschillende kinderen kon bestuderen; dat ik ze verschrikkelijk interessant vond.
Eigenlijk zijn wij best wel multi-culti opgevoed. Ik kan me herinneren dat ik ook twee negerpoppen bij mijn poppencollectie had.

dinsdag 27 oktober 2015


In het ND van 19-10-2015 een uitspraak van kunstenaar Roel Teeuwen die mij aansprak omdat ik met christelijke kunst ook zo mijn gedachten heb:

"Er is onder christenen veel middelmatigheid, op allerlei gebied. Die wordt vergoelijkt door er het etiket christelijk op te plakken. De middelmatigheid is een gevolg van het gevoel van onvrijheid. Niet de godsdienst is een belemmering, maar het gevoel gebonden te zijn aan het oordeel van de groep. Dat is heel droevig. Je moet een soort eigenwijsheid hebben om boven de grauwe middelmaat uit te steken."

Ik ben het met hem eens en misschien komt dat doordat we bij dezelfde denominatie horen maar als er ergens onvrijheid heerst is het wel onder gelovigen.
Ik denk dat het veroorzaakt wordt door angst.
En onvrijheid en angst druisen dwars tegen de Goddelijke woorden in.


maandag 26 oktober 2015

To Kill a Mockingbird/Spaar de spotvogel


Geschreven door Harper Lee in 1960.
Een klassieker die bij de verplichte kost behoort op Amerikaanse scholen, zo heb ik mij laten vertellen. Dit boek is ook verfilmd in 1962.
Ik had er echter nog nooit van gehoord.
In oktober 2010 is ie vertaalt en hier voor het eerst uitgebracht. In november 2013 beleefde het boek zijn tweede druk en in april 2015 t/m augustus 2015 zijn derde t/m achtste druk.
Dat heeft een reden.
Haar eerdere manuscript uit 1957 (Go Set a Watchman) werd destijds door de uitgever geweigerd en is zoek geraakt. Harper Lee’s advocate, Tonja Carter, heeft het vier jaar geleden teruggevonden en het is alsnog uitgegeven. Dat gaf weer een boost aan haar eerder uitgegeven, maar later geschreven boek van 1960 omdat het boek van 1957 een vervolg is op dat van 1960.


Jeremy Atticus Finch, afgekort tot Jem en Jean Louise Finch, afgekort tot Scout zijn broer en zus, kinderen van een advocaat, Atticus Finch, in Maycomb County, Alabama.
Moeder overleed toen Scout 2 jaar was en nu worden ze verzorgd door hun vader en een zwarte huishoudster Calpurnia.
Brede straten, grote tuinen en huizen met veranda’s en bijna altijd lekker weer.
Altijd buiten spelen en kattenkwaad uithalen. Vooral wanneer Dill er in de zomer bij komt. Het huis van de buren, waar je bijna nooit iemand ziet blijft geheimzinnig en een aantrekkingskracht uitoefenen.
De vrouwen van Maycomb County geven je een ‘Middlemarch’ gevoel; Scout voelt zich echter meer aangetrokken tot het mannelijke gedeelte.

Het leven wordt beschreven door de ogen van Scout, een wel erg slim en wijs meisje voor haar leeftijd van 6-8 jaar.
Het verhaal speelt zich af rond het jaar 1935. Gevonden in hoofdstuk 20, op pagina 267, genoemd tijdens de rede van Atticus voor de jury van Maycomb County.
De slavernij is allang afgeschaft maar nikkers verdédigen, dat doe je niet.
En dat doet Atticus nu juist wel met alle gevolgen van dien.
De rassen ongelijkheid komt duidelijk naar voren en veroordeeld maar er is ook de onderlinge ongelijkheid tussen arm en rijk en die wordt veel meer als normaal gezien en meer geaccepteerd terwijl dat natuurlijk net zo fout is.

De titels ‘To kill a Mockingbird’ en ‘Spaar de spotvogel’ zijn afgeleid van een zinsnede uit het boek. Atticus geeft zijn kinderen een luchtbuks en waarschuwt daarbij:
‘'Schiet zoveel blauwe gaaien als je wilt, als je ze raken kunt, maar onthou dat het doodschieten van een spotlijster een zonde is.'
Dit was de enige keer dat ik Atticus ooit heb horen zeggen dat iets een zonde was en ik vroeg juffrouw Maudi om uitleg.
‘ Je vader heeft gelijk’, zei ze. ‘Spotlijsters doen niks anders dan mooie muziek voor ons maken. Ze vreten je tuin niet op, nestelen niet in de maisdroogschuur, ze doen niks anders dan hun keeltje schor zingen voor ons. Daarom is het een zonde om een spotlijster dood te schieten.’

Aan het einde van het boek moet Scout deze opvatting weer bij haar vader in herinnering brengen.

En toch....in het boek vindt een onschuldige ‘zwarte spotlijster’ in een bepaalde situatie voor niets de dood en in een andere situatie gaat een schuldige ‘blanke spotlijster’ vrijuit.
Het rare is dat je dat van die laatste ook nog begrijpt.

O ja, tijdens de rede van Atticus voor de jury sprak hij iets uit wat ik wel intrigerend vond:
‘De getuigen à charge, met uitzondering van de sheriff van Maycomb County, hebben zich aan u, heren, aan dit hof gepresenteerd in de cynische overtuiging dat hun verklaringen niet in twijfel getrokken zouden worden, in het vertrouwen dat u, heren, hen zoudt geloven in de veronderstelling – de misdadige veronderstelling – dat alle negers liegen, dat alle negers in diepste wezen immoreel zijn, dat alle negers in de buurt van onze vrouwen niet te vertrouwen zijn, een veronderstelling die men van mensen van hun geestelijk niveau kan verwachten.
Dat dit, mijne heren, op zichzelf al een leugen is, even zwart als Tom Robinsons huid – dat hoef ik u niet uit te leggen.’


Vul nu voor ‘negers’ eens vluchtelingen / asielzoekers in.
Er is niets nieuws onder de zon.

Harper Lee overleed vrijdag 19-02-2016


donderdag 22 oktober 2015

Hannah Arendt, de studie 1



De filosofie herdacht: Denken met Hannah Arendt.

Met deze studie waarvan ik nu drie middagen heb gehad, werken we het boek door dat Hannah heeft geschreven in 1973: ‘Denken, het leven van de geest’.
Het is een eerste deel van een drieluik. Het tweede deel heet ‘Willen’ en het derde waar zij helaas niet meer aan is toegekomen omdat ze overleed zou ‘Oordelen’ zijn geworden.
Zij gebruikte het sjabloon van de ‘Kritieken’ van Immanuel Kant.
(de ‘kritieken’ van de zuivere rede, de praktische rede en van het oordeelsvermogen)
Drie middagen en het deel ‘verschijnen’ uit haar eerste boek waarin zij ingaat op het fenomenale van de wereld. Hoe doet de wereld zich aan ons voor.
Het zien en gezien worden.



Ik was even zo naïef om te denken dat de filosofie van een vrouw wat gemakkelijker te volgen zou zijn maar die illusie ligt aan diggelen. Het is behoorlijk breinbreken. Niets mis mee trouwens.
Het is wel fascinerend om te ontdekken hoe vast je zit in je eigen gedachten gangen en hoe lastig het is om daar verandering in aan te brengen. Dat kost even tijd.
Even fascinerend is het feit dat er mensen zijn die in het proces van denken zo ver op je vóór kunnen liggen. Ben ik in staat om haar te blijven volgen in die denkprocessen en misschien wel in te halen?
Want pas wanneer je iemand ‘inhaalt’ en de materie gaat beheersen kun je gefundeerde kritiek gaan geven. Denk ik.
Wel, de tijd zal het leren en die is in mijn voordeel.
Mijn vragen zijn: waar staat zij voor, hoe is haar gedachtegang gevormd en heeft dat betekenis voor ons, nu en in de toekomst.

Hannah’s denken komt toch vooral voort uit de Eichmannprocessen die een onuitwisbare indruk op haar hebben gemaakt. In dat licht moet ik haar dan ook blijven zien.
Wat is de relatie tussen denken en het kwaad zo is haar vraag.
Ik merkte dat ik stuiterde op haar idee dat er geen waarheid meer is, dus het zoeken daarnaar, zoals het hoofdkenmerk van ‘oude’ filosofische traditie was, is zinloos geworden. Deze filosofie is ten einde.
Het belangrijkste van de nieuwe traditie is het zoeken naar zin. Dat vormt de rode draad in haar boek.
In eerste instantie bleef dat voortdurend in mijn hoofd hangen. Klopt dat wel?
Ik ben er namelijk van overtuigd dat er wel degelijk Waarheid bestaat. En wij worden opgeroepen die zo dicht mogelijk te benaderen al zal dat misschien nooit 100% worden. In die zin heeft iedereen wel ‘zijn/haar’ waarheid maar dat is dan alleen omdat die ‘100% Waarheid’ niet gehaald wordt.
Zou het bij Hannah zo kunnen zijn dat ze gezien heeft bij Eichmann dat je niet achter ‘de Waarheid’ komt en zij het daarom over een andere boeg wil gooien door de vraag te stellen: wat is de zin van dit alles?

Nu begrijp ik dat bij haar de waarheid relatief is omdat bij onze ongelimiteerde wetenschappelijke vooruitgang datgene wat nu als waarheid geldt, morgen achterhaald kan zijn.
Op die manier gedacht begrijp ik haar wel.
Geinig is dat wel weer. Het is dus van belang je bewust te zijn op welke manier je naar de wereld om je heen kijkt. En dat er ook andere manieren zijn.
Ik kijk met ogen van, onder andere, de criminaliteit. Elke criminele gebeurtenis kan maar op één manier zijn gebeurd. Dat is die ‘overkoepelende waarheid’ (die bij God bekend is).
Aan rechters en advocaten de taak om die waarheid zo dicht mogelijk te benaderen.
Hannah keek naar de steeds veranderende wetenschap.

En toch.....en toch.....hoe langer ik erover nadenk: er is maar één waarheid. Ook in de wetenschap.
‘De wetenschap’ moet zich daarvan ook bewust zijn en zich bescheiden opstellen en eigenlijk steeds benadrukken: tot nu toe nemen we dit als waarheid aan.
Dit was even mijn eigen uitstapje.

Een paar quotes uit haar boek die met de fenomenologie te maken hebben:

“Niets en niemand in deze wereld bestaat zonder voor z’n zijn een toeschouwer te veronderstellen.”[ … ] “Naast de drang tot zelfvertoon, waarmee levende wezens zich in een wereld van verschijnselen invoegen, presenteren mensen zich ook in woord en daad, en geven ze op die manier te kennen hoe ze wensen te verschijnen en wat volgens hen geschikt is om gezien te worden en wat niet.”

En dat schreef zij al, lang voordat Facebook zijn intrede had gedaan.
Over ‘waarheid’ gesproken. In dit geval ‘authenticiteit’.
Op facebook vaak ver te zoeken.

Wordt vervolgd.


Disclaimer: dit blogbericht gaat niet alleen over haar boek maar ook over hetgeen in de lessen wordt besproken en waarvan ik voor mezelf een samenhangend geheel probeer te maken.