Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 12 augustus 2013

Alles waar ik spijt van heb

Nog in de Claudelmodus:
Geschreven door Philippe Claudel in 1999. Ik las de digitale editie van de eerste vertaalde druk uit 2010.
Oorspronkelijke titel: Quelques-uns des cent regrets
Beetje slecht vertaald naar mijn gevoel: enkele van honderd ‘regrets’ dus niet ‘alles’. Maar het is ook lastig; een titel pakkend vertalen.
‘Voor iedereen die we pijn doen.’ Dat staat er voorin.

Het duurde even voor ik echt goed de draad te pakken had. Het begon natuurlijk weer met slecht weer en overstromingen. Dan kom je al in een depri bui.
Dat bleef ik wel het hele boek door houden. Het is ook geen vrolijk onderwerp: de begrafenis van je moeder met alles eromheen en in jezelf.
Het boek heeft een open einde. Gelukkig maar. Je begrijpt het wel. Daarna hoeft er niets meer worden gezegd of bevestigd.
Halverwege het boek begon ik nattigheid te voelen en werd het vanzelfsprekend spannender.
De hoofdpersoon keert terug naar zijn geboortedorp dat hij op zijn zestiende de rug heeft toegekeerd om redenen die langzamerhand door middel van flashbacks duidelijk worden.
Hij keert terug om als enig kind zijn moeder te begraven. Hij heeft haar in al die jaren niet meer gezien of gesproken. Zijn vader is een foto aan de muur.
De priester, een bijzonder figuur, stelt hem een belangrijke vraag: ‘Heb u u al afgevraagd waarom uw moeder is overleden? Vast niet. [..] Vraag u eerst maar eens af waarom uw moeder is overleden, dan bent u al veel dichter bij haar.’
Uiteindelijk, wanneer hij voor de laatste keer het ouderlijk huis binnengaat en alles wat klaar ligt in ogenschouw neemt vallen de puzzelstukjes definitief op hun plaats……………..en heeft het water zich teruggetrokken binnen de oevers van de rivier en schijnt de zon een beetje.

Eén ding kan ik niet goed plaatsen; een jongetje, een Romatypetje dat in het verhaal hier en daar opduikt.
Is dat een beeld van hemzelf zoveel jaar geleden?

Claudel kan de dingen zo mooi omschrijven, dingen die in mijn eigen geest latent aanwezig zijn weet hij in mooie woorden en zinnen te vangen zoals:
Ik ben aan de andere kant van het leven beland, terwijl ik nog niet eens zo oud ben. Ik ben de drempel overgegaan naar het land waarin je over je schouder kijkt naar wat je niet meer kunt strelen, omdat je weet dat vóór je een assig einde ligt. Hoop heeft plaatsgemaakt voor melancholie. De kleuren zijn vervaald, het gelach en de wangen ook.
Tot voor kort keek ik ook nog vooruit, dat is niet meer want er is weinig aantrekkelijks te zien om me naar te richten en dan ga je als vanzelf achterom kijken. Als christen zou je je moeten uitstrekken naar het hiernamaals maar dat is voor mij toch heel eerlijk gezegd nog wel te abstract. Het is nu een beetje grijs niemandsland.
Deze is ook mooi:
Sommigen draaien op rode wijn of ander drank, anderen op wierook en de geur van waskaarsen, voor weer anderen, misschien het overgrote deel, vormt het verspreiden van gedestilleerde haat en kwaad de nodige brandstof.
Nog één dan:
‘Wat mag het zijn?’ vroeg de waard vriendelijk glimlachend […] Waar kon ik op dit moment om vragen? De wijde wereld, het hazenpad, verlangen naar realiteit, mijn wortels, afscheid, een doodklap of gewoon de ouderdom? Uiteindelijk koos ik voor een jagersplateau en een kwart liter rode wijn.

Een aanrader.


woensdag 7 augustus 2013

Facebook

Via Facebook, jawel, kwam ik op de site van de Volkskrant met dit bericht.
Nu begrijp ik opeens heel veel meer van dit fenomeen waar al ruim een miljard mensen gebruik van maken.
Zelf ben ik er nog niet zo lang lid van maar ik snapte er niets van. Berichten kreeg ik niet door of pas veel later zodat je als mosterd na de maaltijd nog eens kon reageren. Keek ik mijn startpagina terug dan zaten er opeens berichten tussen die ik niet eerder had gezien.
Het vergalde wel een beetje mijn plezier.
Nu erkent Facebook dat zij bepalen wat ik wel of niet te zien krijg gebaseerd op een algoritme.
Ik word er niet blij van maar begrijp nu wel veel meer.

Dank u Facebook.

Laatste Taboe

Ik vond een blogje van Matthijs Vlaardingerbroek , missionair werker in Den Haag.
Het is mij uit het hart gegrepen.

Ik hou ook niet van zingen. Ik doe het denk ik niet goed; haal verkeerd adem en dan ga ik geeuwen. Dat probeer ik dan te verbergen met verkrampte kaken terwijl de tranen me in de ogen springen.
Wat een gedoe.
Wij zingen tijdens de diensten in onze kerk alleen maar psalmen en wanneer het orgel ook nog een belabberd tempo aanhoud is het helemaal een drama.
Enkele organisten weten mij wel mee te sleuren maar bij de meesten kak ik in. Terwijl ik de tekst vaak wel mooi vind. Muzikaal een preek beantwoorden of emoties vertolken is iets anders dan correct technisch een van dissonanten bol staande riedel spelen.
Bij opwekkingsliederen is voor mij de melodie soms aantrekkelijker dan de tekst. Als er tenminste echt ritmisch wordt gezongen en daar ontbreekt het ook nogal eens aan.
Al met al is het zingen van psalmen, gezangen en geestelijke liederen voor mij geen feestje.

Ooit hoorde ik iemand heel stellig zeggen: ‘een Christen behoort graag te zingen’.
Het Farizeïsme ten top maar het zweet brak me uit. Kennelijk ben ik geen christen. Inmiddels zit ik daar niet meer zo mee.

Een paar maanden geleden op een gemeenteavond met als onderwerp ‘de psalmen’ heb ik het één keer durven zeggen naar aanleiding van een vraag dat ik thuis nooit naar psalmen e. d. luister, maar meestal naar classic FM. Naar teksten luister ik meestal niet en de melodie vind ik te simpel.
Er werd niet op gereageerd. Men weet er geen raad mee, ja het is een taboe.
Ik ben blij te lezen dat er meer zijn. Het voelt een beetje als uit de kast komen.
Ook dat eeuwig zingen in het hiernamaals heeft mij nooit kunnen be ‘koren’. Ik moet er niet aan denken. Ik hoop dat de Heer een groot orkest heeft. Dan heeft Hij vast heel veel violisten nodig.
Hij heeft vast ook wel piano’s en misschien heeft Hij ook wel een kleihoekje en een grote tuin zonder slakken en luizen waar alles groeit en bloeit met geuren en kleuren zoals de afgelopen warme dagen en een bibliotheek.....
Vind ik allemaal leuk.
Ik ben echt de moeilijkste niet als ik maar niet hoef te zingen.
...........en keukenkastjes schoonmaken.


dinsdag 6 augustus 2013

Toeval bestaat niet. We noemen zo een gevolg van een oorzaak die we niet zien.

Voltaire (1694 - 1778)
Frans schrijver, essayist, filosoof en vrijdenker

maandag 5 augustus 2013

Het Onderzoek

Geschreven door Philippe Claudel in 2010.
Oorspronkelijke titel: L’Enquête. Ik las de digitale editie die gebaseerd is op de tweede druk van 2011.
Ik las al eerder Meuse l’Oubli en Grijze Zielen

Een Kafkaiaans aandoend verhaal met een vleugje ‘Wonderland’ van Lewis Carroll en een snuifje ‘Techno’ van Aldous Huxley.
De hoofdpersoon is De Onderzoeker en moet de zelfmoorden onderzoeken die in Het Bedrijf (het leven, de wereld) plaatsvinden. Het zijn er namelijk opvallend veel en nader onderzoek is nodig.
Hij komt echter in een stad terecht, waar het natuurlijk weer regent en sneeuwt, die hij niet begrijpt, de logica is ver te zoeken en niets is meer wat het lijkt. ‘Was logica niet slechts een zuiver mathematisch idee, een soort van vooronderstelling die nooit empirisch was bewezen?’

Hij heeft dan de keus om zich eraan over te geven of er tegenin te manoeuvreren. Hij is een mens die graag zoveel mogelijk mensen te vriend houdt en dat maakt alles wel gecompliceerd.
Er tegenin gaan probeert hij wel maar dat heeft zulke gevolgen dat hij ervoor terugschrikt om door te zetten. Hij verliest zijn grip op de wereld om hem heen tot uiteindelijk zijn ‘elastiekje’ breekt en hij zijn hotelkamer aan gort slaat.
Het wordt hem vergeven en hij wordt op de juiste koers gezet: de groene lijn volgen.
Wat heerlijk duidelijk.
Zo beland hij bij de Psycholoog die hij stug als man blijft zien ook al is het een vrouw.
Daar ontdekt hij dat hij zijn naam niet meer weet en dat hij zijn identiteit ontleent aan zijn werk.
Dat vond ik wel grappig. Dat ontdek ik ook in de wereld om mij heen al weten de meeste mensen hun naam nog wel. *grinnik* Ik heb alleen een naam.

Uiteindelijk ontmoet hij, wat hij denkt dat hij is, de Oprichter (God), de Schaduw die hij steeds al was tegengekomen als foto aan de muur of op een sleutelhanger. Maar de Oprichter/Schaduw weet niet wat hij heeft opgericht: “Ik wil het horen uit de mond van een mens: wat heb ik opgericht? [..] U had een opdracht, een rol, een doel en ook als u denkt dat u dat doel niet bereikt hebt, dan weet u nog steeds wie u bent en waarom; maar wie ben ik eigenlijk? Ze hebben me een bezem in handen gedrukt, ik kan me niet herinneren wanneer, maar het slaat in elk geval nergens op. Wat is mijn functie? Wat heb ik volgens u opgericht?”
Maar voordat de Onderzoeker antwoord kan geven lost hij op en is er niets meer. Niets.

Het boek fascineerde mij van begin tot eind. Ik kreeg medelijden met de Onderzoeker die zó niet begrepen werd. Wat voel je je dan toch beroerd. Zouden mensen met een psychische stoornis dat vaak hebben? De eenzaamheid waar je in beland, de wereld die ongrijpbaar complex is. De blijdschap wanneer je weer een stukje verder wordt geholpen en je denkt weer grip te krijgen. Vervolgens word die je weer uit handen geslagen.

Claudel kan schrijven. Veel heb ik weer in de notities opgeslagen. Een paar:
“Hij had iets verdwijnends over zich.”

“Zoals de meerderheid van zijn tijdgenoten maakte hij zich op te sterven met een financiële reserve. Hij besefte plotseling hoe belachelijk dat was.”

“Heel vaak proberen we dingen die we niet snappen te vangen met woorden en begrippen die we wél begrijpen. Al zolang de mens zich onderscheidt van de andere soorten heeft hij de wetten van het universum gemeten naar de maatstaf van zijn eigen hersenen en de voortbrengselen daarvan, waarbij hij zich er niet altijd bewust van is geweest hoe nutteloos dat kan zijn. Iedereen weet dat je met een vergiet geen water kunt scheppen. Waarom gaat men er dan altijd vanuit dat de geest wél alles kan bevatten?”

“…terwijl op zijn hoofd en zijn regenjas de regendruppels en sneeuwvlokken stierven.”



Afgelopen zaterdagavond was er een film uit 2011 op TV van Philippe Claudel: ‘Tous les Soleils’.
Een Komedie.
Die heb ik opgenomen maar moet hem nog kijken. Hij is behalve auteur ook scenarioschrijver en regisseur.

woensdag 31 juli 2013

Paulus

Ondertitel: Een leven tussen Jeruzalem en Rome.
geschreven door Fik Meijer eind 2012.
Wat zal ik er van zeggen? Het is (Bijbelse) geschiedenis voor volwassenen met een hoog hypothese en aannamegehalte. Wat Paulus gedacht en gevoeld heeft en waaróm hij dingen deed of juist niet, daar kun je over speculeren maar blijft feitelijk onbekend.
Niet dat hij onzin schrijft, hij leeft zich zeer goed in in de persoon van Paulus en weet heel veel over die oude tijd maar wanneer je, zoals ik, in de Refohoek bent grootgebracht dan weet je eigenlijk al wel veel van Paulus en zijn zendingsreizen. Die werden in geuren en kleuren verteld op (zondag)scholen.
Misschien was het bedoeling om het boek voor een breed publiek te schrijven, maar wie zijn er behalve gelovigen/theologen nu geïnteresseerd in Paulus? En juist deze groep kan wel iets steviger kost aan dan deze melk.

Wat we van Paulus weten is dat hij, volgens de Bijbel (Lucas) in Tarsus/Turkije is geboren uit een Joodse ouders, uit de stam Benjamin, gestudeerd heeft bij Gamaliël, brieven heeft geschreven en waarschijnlijk onder keizer Nero in Rome is overleden. Geboortejaar onbekend dus weten we ook niet hoe oud hij was toen hij stierf. Nero regeerde tot 68 AC.
Wel had hij een zus en een neef die in Jeruzalem woonde. Hand 23:16

Ook Meijer gaat ervan uit dat niet alle brieven door Paulus zijn geschreven. Slechts zeven zijn er waarvan met zekerheid kan worden gezegd dat ze van Paulus zijn: Romeinen, 1 en 2 Corinthiërs, Galaten, Filippenzen, 1 Thessalonicenzen en Filemon.
De rest zijn pseudepigrafiën, door volgelingen geschreven onder zijn naam. Dat verschijnsel kende ik al uit het boek van Geurt Henk van Kooten: ’Paulus en de Kosmos’. Heeft niets te maken met bedriegerij. Het werd vaker gedaan om de boodschap kracht bij te zetten.
In onze tijd is dat anders, je hebt dan meteen een proces aan je broek.
De brieven staan niet in de volgorde waarin ze zijn geschreven, maar in de volgorde van grootte en ze zijn allemaal geschreven voordat de evangeliën op schrift werden gesteld.
Meijer gaat ervan uit dat Paulus in ongeveer 4 -6 BC is geboren en volgt hierin Hiëronymus die verschillende keren zegt dat Paulus in Gischala (Judea of Galilea) is geboren. Uit Joodse ouders, die in 4 BC als gevangenen zijn weggevoerd naar Tarsus. Daar heeft papa Paulus op een gegeven moment, naar de toen geldende wetten het Romeinse burgerrecht gekregen wat Paulus weer van hem erfde.
Ten tijde van de kruisiging was Paulus dan al minstens 30 jaar oud.

Daar zit voor mij een probleem. Meijer geeft aan dat de teksten van Hiëronymus niet met elkaar overeenstemmen maar volgt deze wel het hele boek door. Want ‘welk belang had Hiëronymus om van een gangbare opvatting af te wijken’.
Maar waarom zou Paulus liegen wanneer hij zegt dat hij in Tarsus is geboren? (Hand 22:3 )
Het eerst lezen we van Saulus wanneer hij als jongeman (jongeling SV) aanwezig was bij de steniging van Stefanus. (Hand 7: 58, Hand 22: 20) Dat was ruim na de opstanding, pakweg 30 - 33 AC (After Christ) Dan zou hij bij een vroege datering van geboorte al minstens 30 jaar zijn geweest. In die tijd was je dan geen jonge man meer.
Waarom niet als volgt: Joodse ouders, in Tarsus geboren in 15 AC. Die marge geeft Meijer ook aan. (p 46,47)
Raakte daar vertrouwt met het Griekse denken en oreren want in Tarsus waren (filosofische) scholen die de Atheense en Alexandrijnse naar de kroon staken volgens Strabo. (Grieks historicus) Met twaalf jaar ging Saulus naar Jeruzalem voor zijn Bar Mitswa en ging in de leer bij Gamaliël. Dan was hij rond de zestien toen hij op de kleding moest letten bij de steniging van Stefanus.
Dán kan ik me ook voorstellen dat Saulus Jezus nooit in levende lijve heeft ontmoet. Meijer heeft daar een m.i. te vage verklaring voor. (p 69-70)
Saulus is trouwens Hebreeuws, Paulus is Latijn en heeft niet te maken met zijn bekering.

Nog iets opvallends: volgens Meijer was het van Paulus een geniale vondst om een visioen op te roepen, omdat hij er al langer over dacht om zich aan te sluiten bij de christelijke gemeenten. Zo kwam hij op één lijn met de door God uitverkoren apostelen. (p 77).
Hoe waardevol het soms ook is wanneer ongelovigen met een ‘blanco’ blik naar de Bijbelse verhalen kijken, dit gaat mij te ver.
Maar een ieder oordele zelf.

dinsdag 30 juli 2013

Abortuskliniek/Kerk

In Houten is er sprake van dat naast een kerk een abortuskliniek wordt geopend.
In een eerste opwelling dacht ik : Hoe verzin je het! Dat moet niemand willen!
Maar in een tweede opwelling: is een abortuskliniek naast een kerk erger dan aan het andere eind van de stad?
Nee, natuurlijk niet. Abortusklinieken zijn altijd weerzinwekkend en zouden niet nodig moeten zijn. Ze zijn het ook niet naar mijn overtuiging.
Wanneer er echt sprake is van een noodgeval (per geval bekijken en beoordelen) dan zijn er ziekenhuizen waar vrouwen geholpen kunnen worden. Hypothetisch* zou het in dit land dan mogelijk zijn dat aan de ene kant van de gang wordt gevochten voor een babyleven van 24 weken en aan de andere kant wordt het in de container geplempt.
Waarin een klein land nog kleiner kan zijn.

En laat alstublieft niemand aankomen met allerlei statistieken om recht te praten wat krom is. Die kan ik zelf wel vinden . Wie weet hoeveel daarmee ‘ge – Stapel - t’ is.
Het argument dat ons land positief uitsteekt boven andere landen is een flutargument. Ook het argument dat we bij een antiabortus beleid weer terug zouden gaan naar de breinaaldentechniek is een drogreden (Ad consequentiam).

Een bekende uitspraak van Mahatma Ghandi is: "De beschaving van een volk is te meten aan de mate van respect waarmee ze met hun dieren omgaan."
Met deze respectabele wijsgeer ben ik het in dit geval niet eens ook al vind ik dieren heel belangrijk.
De beschaving van een volk is te meten aan de mate van respect waarmee ze met het zwakkere in hun samenleving omgaan. Ongeboren leven is zwak. (en bejaarden in verpleegtehuizen zijn dat ook!)
Kunnen wij ons dan nog beschaafd noemen?

Vragen zijn er nog steeds.
Wanneer is een mens een mens? Wanneer is leven ‘bezield’? Is dat een klompje van 16 cellen al?
Hebben we iets aan de tekst dat de ziel in het bloed zit?
Doch het vlees met zijn ziel, dat is zijn bloed, zult gij niet eten. Gen 9: 4
Zo zou je kunnen redeneren dat wanneer de bloedsomloop van een foetus ontwikkeld is, je dan van een mensje kunt spreken vijf à zes weken na de bevruchting.
Of houden we voor de zekerheid maar aan dat zodra een eicel en een zaadcel versmelten tot een unieke(!) zygote er sprake is van een minimensje. In wording dan.
Maar dan: wat te denken van alle spontane abortussen? Die God kennelijk toelaat. Zijn dat allemaal levende zielen? Dan wordt het wel erg dringen in de hemel.
Wanneer je rekent vanaf de conceptie worden zelfs de meeste vruchten afgestoten. Zo heb ik eens een atheïst horen zeggen dat God de grootste aborteur aller tijden is.

Het is complexe materie. Voorop staan, behalve eerlijke voorlichting, preventieve maatregelen en hulp aan de moeders. En de mensheid leren dat keuzes en daden gevolgen kunnen hebben die je moet accepteren. Zo kweek je moreel sterke mensen.
Voor de minister van Binnenlandse zaken van Finland, mw. Räsänen heb ik in dit geval respect, zij durft het probleem als hooggeplaatste te benoemen en haar nek uit te steken. Zij voerde als arts geen abortussen uit.
Evenveel respect voor wijlen koning Boudewijn van België die weigerde een, hem ongevallig wetsvoorstel over deze materie te bekrachtigen met zijn handtekening. (1990)

Voortdurend vraag ik mij zelf af of ik niet te gemakkelijk omga met de problematiek van de aanstaande moeders. Maar toch: ik ga ook voor de zekerheid en veiligheid: zolang we niet méér weten over bezieling en /of pijn bij ‘klompjes cellen’; aangetoond door integer wetenschappelijk onderzoek: handen af van ongeboren leven.



*Hypothetisch, want in dit land worden prematuurtjes geboren in de 22e tot 24e week van de zwangerschap in principe niet behandeld. Maar sterke mensjes kúnnen op die leeftijd uit zichzelf overleven.


28-08
Na een gesprek met een goede vriendin wil ik haar opmerking toch ook nog even doorgeven:
"We moeten als mensen in principe kiezen voor het leven en niet voor de dood. Anders gaat het grondig mis"
Daar kan ik het helemaal mee eens zijn.



* U was het die mijn nieren vormde,die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is het wat U gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel. Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor U geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in Uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Hoe rijk zijn uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal....*