Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 21 januari 2013

Gods gedachten zijn niet die van de mensen.
Eens was het Gods idee dat er een reformatie nodig was: toen had niemand lust om hervormer te zijn.
Nu wil iedereen hervormer spelen; men kan er dus zeker van zijn dat God niet aan een reformatie denkt.


Sören Kierkegaard
Deens filosoof 1813-1855

donderdag 17 januari 2013

SGP en de vrouwen

Zal ik ….of zal ik niet…….oké, toch maar…..
Wat ik de afgelopen dagen toch met steeds meer humor, afgewisseld met ergenis, gadesla is het gesteggel binnen de SGP met hun vrouwen.
Door een uitspraak van de Hoge Raad is het hoofdbestuur van de SGP verplicht om vrouwen toe te laten op hun kieslijsten. Dat wordt dan ook met pijn in het hart gedaan met de woorden dat het geslacht van de kandidaat niet bepalend mag zijn bij de selectie van kandidaten.
Je ruikt dan al van drie kilometer afstand dat er binnenskamers wel een andere reden wordt bedacht om vrouwen te weren.

Wat ik echt helemaal niet begrijp is dat ten eerste de SGP het ‘regeerambt’ binnen de christelijke gemeente waar Paulus over schrijft gelijk stelt met het regeerambt in het algemeen. Kerk en staat zijn kennelijk nog steeds niet gescheiden. Hoe doen die SGP mannen het toch in het maatschappelijke leven? Hebben ze daar nooit vrouwelijke superieuren die over hen ‘regeren’? Weigeren ze die gewoon?
Bij allerlei seminars e.d. waar ze werkgerelateerd naar toe gaan/moeten? Leren daar alleen mannen? Of komen ze daar gewoon nooit?
Ten tweede begrijp ik niet dat de SGP met zo’n rigide opvatting dan wel weer koningin Beatrix accepteert als staatshoofd. Hoe kun je dit nu - in Gods Naam - allemaal met droge ogen blijven verdedigen.

De ingezonden opmerkingen in kranten zijn het leukst. Er zitten ook wijze opmerkingen tussen zoals “laat dit onderwerp geen splijtzwam worden’ en “de SGP staat voor meer dingen dan alleen de positie van de vrouw”.
Maar er zijn er die het wel bont maken. Dat God de vrouw een andere plaats heeft toebedacht dan de man. Deze meneer heeft kennelijk standaard Gen 1:28 overgeslagen.
Er is een slimmerd die vindt dat je gewoon alleen op mannen moet stemmen, dan komen er vanzelf geen vrouwen in de regering. Een mildere schrijver vindt het wel goed als vrouwen de partij binnenkomen mits ze als een Debora komen, áchter Barak aan.
Heeft hij Richteren 4 wel eens goed gelezen? Barak durfde alleen te handelen aan de rokken van Debora. (droegen ze toen rokken?) Het was Debora die Israël toen richtte/ regeerde.
Een mevrouw maakt dan weer een opmerking waar ik het mee eens ben: ‘De ‘Debora’s’ wíllen niet op de kieslijst staan’. Dat denk ik ook.
Echte Debora’s hebben die partij namelijk allang verlaten en zitten in andere partijen.
Ze vindt het voorbeeld van Debora niet sterk want die trad op in een noodsituatie. Ja, ja natuurlijk, ik denk dat God, de Almachtige alleen vrouwen inschakelt in noodsituaties........
En verder is het natuurlijk weer een list van satan om verdeeldheid te zaaien……

Voor mij is het wel duidelijk ( even generaliserend): SGP mannen willen in hun vroomheid geen tegenovers, ze willen ze eronder of hooguit ‘terzijde’.


18-01-13 De Synode van de PKN doet het toch anders, die heeft sinds gistermiddag een vrouwelijke voorzitter. Maar dat zou geen nieuws moeten zijn.

woensdag 16 januari 2013

Mongol

Een film uit 2007 geregisseerd door Sergei Bodrov. In 2008 werd hij genomineerd voor een Oscar als beste buitenlandse film. Maar dat boeit me niet.
Ook van deze film zag ik ooit een flard op tv en vond de beelden en de sfeer de moeite waard om hem aan te schaffen. Ik vind hem de moeite méér dan waard al is ie af en toe tamelijk bloederig. Maar wat wil je tijdens de vroege middeleeuwen.
De film begint met een Mongoolse spreuk:
‘Minacht nooit een zwakke welp. Hij kan een woeste tijger worden.’
Vervolgens start het verhaal in 1192 en gaat snel in flash back terug naar 1172, het jaar waarin Temudgin 9 jaar is en hij met zijn vader die Kahn is van een klein, nomadisch Mongools volkje een vrouw gaat zoeken. Het blijkt al snel dat het een koppig jongetje is en dat veroorzaakt allerlei problemen.

Toch schopt hij het tot de grote Dzjengis Khan (opperste leider) die een groot Mongools rijk weet te stichten met een simpele wetgeving. Tot die tijd leefde en deed ieder maar naar wat (vooral) hem goedacht en daardoor kon je eigenlijk niemand vertrouwen. Opvallend vond ik zijn religieuze gevoel voor de god Tengri in een verder religiloze film.


Barre tijden op een prachtige aarde ontdaan van alle polyester- en fleece achtige plasticiteiten. Wat een verademing.
Rustige beelden van enorme onweersbuien, van eindeloze steppes en sneeuwvlakten.
Een zangerige taal en dito muziek.
En tevens een les in geduld, doorzettingsvermogen en afzien van jezelf.

vrijdag 11 januari 2013

De zee

De zee kun je horen
met je handen voor je oren,
in een kokkel,
in een mosterdpotje,
of aan zee.

Judith Herzberg

Bij het schoonmaken van de boekenkast kwam ik haar tegen. Dat laconieke van die laatste regel werkte op mijn lachspieren.
Zo begint ze ook ergens een gedicht: ‘Later, als ik zwakzinnig ben’ of

‘Hoe gaat het met je?
Antwoord: goed.
Antwoord zo omdat
het moet.

Boekenkasten schoonmaken is eindeloos.

donderdag 3 januari 2013

Kunstgeschiedenis V

Het laatste traject kunstgeschiedenis ging over de kunst en architectuur van na 1850 tot heden. Na de Franse Revolutie bleef het onrustig op de ‘kunst markten’ Allerlei stromingen en tegenstromingen bestrijden elkaar en vervloeien in een geheel van emotionele -ismen.
Kloven ontstaan tussen kunstenaars en publiek en kunstenaars onderling. Bijvoorbeeld van Gogh en Gaugain.
De meest bekende stromingen zijn het Burgerlijk realisme, dat vasthield aan de traditie. De School van Barbizon, voorlopers van het Impressionisme. Het Realisme, Post impressionisme, Symbolisme en Expressionisme, Fauvisme, Kubisme, Futurisme, Dadaïsme en Surrealisme. Abstract expressionisme, Popart en Postmodernisme. Deze kun je weer verdelen in allerlei onderstrominkjes.

Ga er maar aan staan.
….als je verbanden wilt vinden vind je die altijd, overal en in alles, de wereld explodeert in een netwerk, in een draaikolk van verwantschappen en alles verwijst naar alles, alles verklaart alles……
Een uitspraak van Umberto Eco in ‘de slinger van Foucault’
Zo voelde ik mij soms ook rondgeslingerd tussen alle stromingen.
Het is heel boeiend om, zeker wat betreft de modernere kunst, een poging te doen om het te begrijpen. Soms is het mooi, maar niet interessant en soms is het interessant maar niet mooi. Soms allebei, mooi en interessant maar nog vaker allebei niet.
Ook al begrijp ik het wel.
Dan zie ik de kunstenaar-mens, gevoelig voor indrukken, stuurloos, aandacht vragend voor eigen emoties, niet beseffend dat elk mens het druk heeft met de eigen emoties en die ook allemáál gehoord willen worden in een steeds dover wordende wereld.

Tussen het cycladische beeldje en dit schilderij van Mark Rothko ('Oranje, rood, geel' en het duurst verkochte naoorlogse kunstwerk) zit een periode van pakweg 4000 jaar en voor mij een lange, boeiende reis van tien avonden, ruim 900 bekeken dia’s plus een bezoek aan het Utrechtse Catharijneconvent.
Het enthousiasme van de docent met zijn lijnentrekkende en uitleggende performance zal ik me altijd blijven herinneren.
Ik heb ervan genoten.

woensdag 2 januari 2013

Argumenten voor het bestaan van God

Op 19 december was er een debat in het Arminius denkcafé tussen Emanuel Rutten en Maarten Boudry. De vraag was: “Bestaat God?”. Het debat is hier terug te vinden.

Er werd Rutten gevraagd naar mogelijke bewijzen voor het bestaan van God. Bewijzen zijn er echter niet, er zijn argumenten te bedenken die het aannemelijk kunnen maken dat God bestaat. (zie ook de nieuwe Christelijke dogmatiek par 2.2) Ooit moest ik de godsbewijzen van Thomas van Aquino (1225 – 1274) uit mijn hoofd leren. Om het even voor mezelf weer op een rijtje te krijgen:
Het kosmologisch godsbewijs van Thomas van Aquino is gebaseerd op een a-posteriori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken uitgaat van de zintuiglijke waarneming. Daaruit blijkt dat Thomas meer door Aristoteles is beïnvloed omdat deze ook meer uitging van de waarneming dan van de theoretische mogelijkheden. Aan de andere kant ‘werkt’ Thomas ook met het bestaan van God en een bovennatuurlijke wereld zoals ook Plato deed, door de tekst van Exodus (3: 14) in zijn ‘wegen’ te gebruiken. Het kosmologische godsbewijs (de vijf wegen) van Thomas is als volgt:
1. Elk gevolg moet een oorzaak hebben; er is dan noodzakelijk een eerste oorzaak, die noemen we God.
2. Niets kan zichzelf maken, er moet een eerste maker zijn die niet gemaakt is. (kosmologisch godsbewijs)
3. Ontleend aan de tekst in Exodus : God is het hoogste ‘zijnde’ , al het andere is daarvan afgeleid.
4. Om te weten wat goed en kwaad is moet er een norm zijn. Deze hoogste norm is God.
5. Vanuit de orde en doelgerichtheid van de schepping, en de behoefte tot doelgerichtheid moet er iets zijn wat deze doelen oplegt. Dat noemen we God. (teleologische godsbewijs)

Thomas verwierp het ontologisch godsbewijs van Anselmus omdat deze God wel definieerde als essentie (dat wat het is) maar niet als existentie. (bestaan) Je kunt wel eindeloos filosoferen over de essentie maar dan is dat nog geen bewijs van existentie.
Het ontologisch godsbewijs van Anselmus (1033 – 1109) is gebaseerd op een a-priori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken is gebaseerd op theorie. Theoretisch ging Anselmus uit van een transcendente werkelijkheid en is daarmee in zijn denken meer Platoons dan Aristoteliaans.
Het ontologische godsbewijs van Anselmus is als volgt: bedenk het allergrootste en allervolmaaktste wat gedacht kan worden. Groter dan dit denkbare is God. God is iets waarboven niets groters gedacht kan worden. Het is beter te bestaan dan niet te bestaan. Een niet bestaande God is kleiner dan een bestaande dus bestaat God.

Emanuel Rutten onderscheidt de argumenten in Kosmologische, Teleologische en Ontologische argumenten. Kosmologisch: elk gevolg heeft een oorzaak. Als het universum begonnen is te ontstaan, (en daar zijn de wetenschappers het over eens: er was een singulariteit 13,7 miljard jaar geleden,) dan moet er een oorzaak zijn van het universum. Dat moet dan ook de oorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie. Deze oorzaak moet zelf buiten de tjid en de ruimte bestaan en dus een transcendente oorsprong hebben. (ook het Kalam argument is hierop gebaseerd wat door William Craig kort geleden weer onder de aandacht is gebracht.)
Teleologisch: er is een orde, er zijn vaste natuurwetten kenbaar. Er moet dan een ontwerper zijn die deze wetten heeft verankerd. (intentionaliteit/ doelgerichtheid?) Ontologisch: dit is een a-priori argument, het staat los van de ervaring maar ontspruit puur aan het logische denken. Rutten noemde het argument van Plantinga: Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat. In die mogelijke wereld moet Hij noodzakelijk bestaan. Dus bestaat Hij ook noodzakelijk in alle mogelijke werelden, en dus ook in onze wereld.
Het is zo prettig als iemand in simpele bewoordingen dat allemaal kan benoemen.
Alleen: naar mijn idee klopt de eerste premisse van Plantinga niet. (hoor mij nou!) ‘Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat.’ Volgens mij is dit een non sequitur: het ene volgt niet logischerwijs uit het andere. Waarom zou het mogeijke bestaan van God in een mogelijke wereld moeten bestaan? Eigenlijk zou ik Plantinga zelf moeten lezen maar mijn Engels is niet van dien aard dat ik ingewikkelde filosofische thema’s met allerlei wiskundige formules adequaat kan volgen.

Rutten’s eigen argument* is heel kort als volgt: Premisse 1: ‘Al het mogelijk ware is mogelijk kenbaar’ en Premisse 2: ‘het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat’ dan volgt daaruit de conclusie dat God bestaat. Aan ieder die nu gaat proberen objecties te formuleren die ook zouden kunnen gelden in plaats van God kan in zijn proefschrift terecht waarin hij al die objecties weerlegt. In 'Radix' nr 3 van 2012 staat ook een uiteenzetting
Wel zei hij nog en dat ben ik met hem eens, het is wel een verschil is of je het hebt over het monster van Loch Ness of over God, Die de grond van de werkelijkheid is en een persoonlijkheid.

Boudry reageerde daarop dat Emanuel twee verschillende definities van kennis hanteert waardoor de conclusie niet meer klopt. Emanuel hanteert volgens Boudry een vorm van kennis die erg veeleisend is. Een Cartesiaanse vorm van kennis. Wanneer we die hanteren is er niets dat zeker is behalve voor alwetende wezens. Wij hebben alleen subjectieve kennis. (Mmm, volgens mij staat hierover ook een artikel in de laatste ‘Radix’ van Victor Gijbels met repliek van Emanuel. Die moet ik echter nog lezen.)
Tweede tegenwerping: we zouden een ander alwetend wezen kunnen postuleren. Het zou b.v. mogelijk kunnen zijn dat achter die God misschien wel een schrandere eenhoorn bestaat die God wijs maakt dat hij alwetend, almachtig en goed is. (Men spreekt in die filosofische wereld altijd over Almachtig, Alwetend en Algoed. Volgens mij is goed gewoon goed.)
Er valt weer genoeg na te denken.

In het vragenrondje kwam nog de boeiende vraag naar voren wat het doel van God zou kunnen zijn.
Rutten denkt ook in de richting van het uitdrukken van Liefde van God aan schepselen. Dat er actoren zijn die in vrijheid voor het goede kunnen kiezen en deel kunnen hebben aan die liefde.
Nog een boeiende opmerking kwam er van iemand die het geloof vaarwel heeft gezegd vanwege al het kwaad en het leed in de wereld. Door het leed en het kwaad in de wereld heeft God aan atheïsten het perfecte argument gegeven om niet te geloven.
Rutten gaf ook toe dat wanneer hij de kant van atheïsten zou moeten verdedigen hij ook juist dit argument zou inbrengen. Hij is bezig om dit te doordenken en zei ook, wat ik zelf ook heel belangrijk vind, dat wanneer je de emoties met betrekking tot dit probleem los maakt van het logische denken dat er dan heel veel over te zeggen en te verklaren valt.
Ik kijk uit naar zijn doordenking van dit onderwerp.

04-01-13 * In ‘Radix’ nr 3 staat een artikel van Emanuel over zijn argument voor het bestaan van God. Rutten noemt zijn eigen argument modaal-epistemisch. Het valt niet binnen de drie groepen die hij hierboven noemt.

01-02-13 Op Rutten's eigen site staat op 17 januari een powerpoint over de ontologische argumenten van Anselmus.

Oma worden

Natuurlijk, ik heb er zo’n acht maanden tijd voor gehad om eraan te wennen. Iedereen in mijn omgeving die al oma was bejubelde die zijnstoestand en benadrukte om het hardst hoe leuk het was.
“Je zult het zien hoor, wanneer het er eenmaal is.” Het bleef echter allemaal enigszins abstract.
‘Het‘ is er. Sinds vijf dagen. Heel concreet.
Een prachtig kereltje met alles erop en eraan. Ik was vergeten hoe klein zoiets was. Het liefst zou ik het onder mijn arm meenemen en er hele dagen naar gaan zitten kijken. Dat doe ik toch maar per foto om me niet te erg op te dringen bij de kersverse ouders. Zij hebben alle drie, en voor zover ik het nu kan bekijken alles goed doorstaan. God zij dank.

Nu ben ik oma. Nu ben ik, zonder dat het me gevraagd is, een generatie opgeschoven. Zonder overleg vooraf is mij een rol toegemeten die ik op de een of andere manier moet zien te gaan vervullen. Maar ik weet niet goed hoe. Moeder worden ging veel gemakkelijker. Veel instinctiever.
Als één van de oudste kinderen uit een groot gezin, later als verpleegkundige op kraam en kinderafdeling en nog later in de wijkverpleging heb ik van alles opgezogen in mijn brein. Hoe gaat dat allemaal? Dat leven?
Zwanger zijn, bevallen, opvoeden, wat doe je wanneer kinderen ziek zijn. Hoe ga je om met invaliditeit of chronische ziekten. Hoe pak je dat allemaal aan?
Zelfs het overlijden van mensen heb ik vele malen aanschouwd. Ook daarvan weet ik hoe dat zou kunnen gaan; hoe ik die laatste stapjes waardig zou kunnen nemen of ondergaan……………...
Zo verbeeld ik mij.
Van oma worden weet ik eigenlijk niets. Dat heb ik nooit zo bewust bestudeerd. Ik voel me onzeker en als ik iets in die richting ventileer wordt er een beetje gelachen. Ik moet blij zijn (dat ben ik ook !) en vooral niets laten merken van twijfel en onzekerheid.
Een foto van het kleintje is, als een paar uur oude aardbewoner, als achtergrond op mijn computer ingesteld en daar kan ik nu eindeloos naar kijken. Bij tijd en wijle moet ik dat gaan afsluiten. Wegklikken. Daar heb ik al moeite mee.
Terwijl ik toch al een beetje afscheid aan het nemen was van het leven (ik heb mijn plicht gedaan: zie 1 Tim 2: 15 pfffft…..) wordt er nu zomaar, met kracht een tentharing aan mijn aardse tent toegevoegd en stevig in deze wereldse grond geslagen.
“Het komt allemaal wel goed.” Ja, dat geloof en vertrouwen heb ik ook wel, het leven zal zijn beloop wel hebben maar wel graag als het kan, even in mijn eigen tempo.