Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 9 augustus 2012

Missionair zijn

Naar aanleiding van de boeken over dit onderwerp die de afgelopen jaren al zijn verschenen moest ik toch eens wat langer over nadenken. Wat is dat eigenlijk: missionair zijn en moet dat en waarom dan?
Dat zijn eigenlijk de vragen die in mij naar boven borrelen. Tot nu toe heb ik eigenlijk voetstoots aangenomen dat je dat als gelovige behoort te zijn. Vanwege de passages in het Mattheüs en Markus evangelie waar de opdracht wordt gegeven door Jezus. Een gelovige moet waar ie kan het evangelie doorgeven. Maar is dat eigenlijk wel zo vanzelfsprekend zoals ik al die jaren heb aangenomen én ook zo goed mogelijk heb gedaan, zij het wat terughoudend. De meeste ontmoetingen met allerlei soorten mensen was tijdens mijn werk in de wijkverpleging en dan kom je als verpleegkundige en niet als pastor.
Een enkele keer werd me dat ook expliciet duidelijk gemaakt als ik toch weer wat te enthousiast was.
Ik ben eens gaan googlen op ‘missionair waarom’ maar kwam weinig zinnigs tegen. Wèl dat je van allerlei kunt bestellen aan folders, dvd’s, boekjes enz hoe je missionair kunt zijn of je kunt opstellen.
Eind van deze maand komt zelfs een glossy ‘Meer’ uit om door te geven aan je ongelovige buurman ofzo. En ik las allerlei tips hoe je dan een gesprek kunt aanknopen.
Moet dat nu echt zo? Ik word daar moe van en heb er eigenlijk helemaal geen zin meer in. Als mensen over de Bijbel of het geloof willen weten zetten ze de EO maar aan.
Daar kunnen mensen het met veel meer enthousiasme brengen dan ik dat kan.
Vorig jaar meende mijn ‘ongelovige’ overbuurman zijn leven te moeten beëindigen. (er waren zeker plausibele redenen) Verder dan een ‘weerpraatje’ zijn we nooit gekomen. De rest echter van mijn ‘ongelovige’ buurtbewoners hebben als een warme muur om zijn vrouw en kinderen gestaan.
Moest ik er iets mee?
Ik heb het gelaten voor wat het was. Dat vond ik op een bepaalde manier akelig en gaf me een schuldgevoel maar om me daar nu tussen te voegen vond ik van mezelf nog ongeloofwaardiger omdat er verder geen band was. Inmiddels heb ik geleerd om zulke dingen, bijna als Boeddhist los te laten. Wat gereformeerder gezegd: aan de Heer over te laten.

Geloof het of niet.
Mijn jongste zoon komt net thuis. Hij is een paar dagen op bezoek geweest bij vrienden die ergens in den lande Dabar werk doen.
Met een grote zucht zakte hij op een stoel en zei: “Dat is niks voor mij. Dat is gewoon bezigheidstherapie. Het werkt zo niet. Misschien moet je maar gewoon ‘bezigheidstherapie’ geven als gelovigen. Zo af en toe, als het eens uitkomt aanhaken bij een verhaal uit de Bijbel. Dat werkt een stuk beter dan tot doel te stellen het evangelie door te geven.”

Mijn idee! Op de meeste campings heet dat trouwens 'kinderanimatie'.
Gelukkig dat hij er nu al achter komt en niet pas op mijn leeftijd. Wees een Christen in al je activiteiten. Dat is als ‘vanzelf’ missionair zijn. Dan hoef je verder niets. Heerlijk voor zo'n luie Christen als ik ben. Verder alles, heel ‘gemakkelijk’ aan de Hemelse Vader overlaten.
Dus: hoe kunnen we missionair zijn?
Niet dus.
Gewoon Christen zijn met de bereidheid daarvan uitleg te geven.
Met gewoon Christen zijn bedoel ik dat je elke morgen, zoals een zonnebloem zich richt op de zon, je richt op Je Hemelse Vader. In ‘vaktaal’ heet dat de dagelijkse bekering en that's it.

maandag 6 augustus 2012

De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.

J.J.R. Tolkien

Omdat ‘mythen’ in relatie tot het religieuze vaak een negatieve connotatie hebben volgt een omschrijving van H.M. van Praag uit zijn boek ‘God en Psyche’ (p 29) waar ik me in kan vinden:

“de mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”

donderdag 2 augustus 2012

Filmpje











Een .....filmpje..... om van te duizelen, maar zo fascinerend. Elke keer weer als ik het bekijk. En dan te bedenken dat er ook een 'wereld naar binnen toe' is, die bestaat uit moleculen, atomen, protonen en dergelijke dingen meer tot het pas bewezen, ontdekte Higgs-Boson deeltje toe. Waarvan hieronder een (animatie) plaatje.
Wat zou ik me verloren voelen in zo’n ruimte wanneer ik niet de overtuiging had dat er een hogere Macht bestond die alles onder controle heeft.
Wie wil beweren dat de mens te gering is om het waard te zijn met God te verkeren, moet wel heel groot zijn om daarover te kunnen oordelen.

Blaise Pascal (Gedachten: grondslagen 231)

woensdag 1 augustus 2012

Dure medicijnen

In een uitgelekt rapport van het CVZ (college voor zorgverzekeringen; niet de zorgverzekeraars zelf, CVZ is een overheidsorganisatie) wordt het advies gegeven aan de regering om te dure medicijnen voor sommige zeldzame ziekten niet meer te vergoeden. (Zij mogen dat niet zelf beslissen)
Het gaat om de aandoeningen Pompe en Fabry. Ik had er nog nooit van gehoord. In mijn tijd kwamen deze aandoeningen niet voor in mijn leerboeken.
Van de bedragen die werden genoemd ging het mij een beetje duizelen. In eerste instantie dacht ik dan ook: stoppen ermee, veel te duur.
Maar zo simpel ligt het toch niet.
Dat het een ‘uitgelekt’ rapport is zegt ook al iets; wij zouden dit eigenlijk niet mogen weten. Zulke dingen worden normaliter dus beslist ‘achter onze rug om’. Nu we het wel weten zouden we ons een mening kunnen vormen over dit medisch ethische dilemma. Want dat de kosten voor de gezondheidszorg de pan uitrijzen is wel duidelijk. De afgelopen decennia zijn we verwend met alle ontdekte mogelijkheden. We kregen het zelfs druk met nadenken of alles wat mogelijk was ook wel moest gebeuren. Nu komt daar een andere invalshoek bij kijken. Vanwege de centjes zal nu en in de toekomst niet alles meer mogelijk blijken te zijn.
Het meest irritante voor mij hieraan is dat het slijk der aarde een beslissende rol lijkt te moeten gaan spelen.
Eigenlijk vind ik dat een brevet van onvermogen naar onszelf toe. Om de één of andere reden vind ik beslissingen nemen zónder dat geld een rol speelt een stuk zuiverder en acceptabeler. Je hebt natuurlijk mensen die zich altijd laten leiden door de mammon, maar die zijn in mijn ogen tamelijk beklagenswaardig.
Dan heb ik het niet over mensen die dat helaas moéten.
Op medisch-ethisch vlak zou geld geen rol van betekenis mogen spelen. Misschien zijn in de toekomst gen reparaties mogelijk, maar waarschijnlijk zal er dan juist eerst weer een berg geld ingepompt moeten worden.

Terecht wordt in het commentaar van het ND ook de vraag gesteld hoe het eigenlijk zit met deze industrie die zulke exorbitante bedragen rekent. Daar zouden ook wel eens een aantal onderzoeken door onafhankelijke instanties op losgelaten kunnen worden. Terwijl ik ‘onafhankelijk’ typ moet ik eigenlijk al weer grinniken. Hoe kun je controleren of dat werkelijk met een objectieve blik gebeurt en er niet weer geld van de ene broekzak in de andere vestzak verdwijnt? De farmaceutische industrie is er één met zeer grote belangen en een machtige lobby.

Onwillekeurig ga ik zitten denken of ik het zou accepteren wanneer er zo veel geld voor mij zou worden uitgegeven. Met een – voor zover ik weet - gezond lichaam is dat makkelijk bedenken maar waarschijnlijk zou ik net zoals zovelen denken dat na al die jaren premie betalen voor anderen, zij dat nu dan maar voor mij moeten doen. Alsof je daar een soort van recht op hebt. Dat recht is van regeringswege wel gecreëerd, maar of dat een ongelimiteerd recht is.......en als er grenzen gesteld moeten worden, waar moeten die dan gelegd worden? Hoe dan ook, het is/wordt een moeilijke discussie.

dinsdag 31 juli 2012

Grappig hè, zo’n vogelvoederbakje waar meestal de Turkse Tortels en de Huismussen elkaar verdringen en nu de muizen de restjes komen opeten. De bak zelf is een souvenirtje uit Portugal. Voor mij zijn ze op deze manier de verbeelding van Gods handen.

maandag 30 juli 2012

Marginaal en missionair

‘Een kleine theologie’, geschreven door Wim Dekker, ‘voor een krimpende kerk’.
Eerste druk verschenen in 2011. Ik heb de vijfde uit 2012 gelezen.
Op de achterkant een samenvattende zin: analyse van de situatie in de kerk: er is sprake van een nieuw missionair verlangen, maar ook van een diepe geloofscrisis.
Het eerste deel is een wat beschouwend en analyserend gedeelte. Er staan veel dingen in die ik na een flink aantal jaren te hebben doorgebracht op verschillende fora wel opmerkelijk vind en herken. Bijvoorbeeld het feit dat heel veel gelovigen zijn afgeknapt op het instituut kerk. Dat er buiten de kerk vaak meer geloof is te vinden dan in de kerk. Hij signaleert ook het tekort aan kennis binnen de kerken en daar zal dan eerst iets aan gedaan moeten worden. Eerst van binnenuit een verdieping doormaken voordat we missionair kunnen zijn. Jammer vind ik hierbij dat hij zo consequent het woord kerk blijft gebruiken als hij de gelovige gemeente of gemeenschap bedoelt. Ik heb daar altijd moeite mee. Veel dominees doen dat.
Het tekort aan kennis is ook iets wat ik op atheistische fora ben tegengekomen. Vooral evangelen willen zo graag de blijde boodschap uitdragen maar missen veel kennis. Atheïsten of ietsisten weten vaak meer dan die goedbedoelende mensen omdat zij ook zeer wel weten waarom ze zijn afgeknapt en weten van daaruit zeer kritische vragen te stellen waar men dan geen antwoord op weet. Vaak zat ik met kromme tenen het gewurm en gedraai te lezen. Bepaald geen reclame voor het christelijke geloof. Dat waren geen schapen onder de wolven maar lammetjes en ze werden verscheurd. (Matt 10:16) Alleen de oprechten ontvingen enig respect.
En ja, dat heb ik zelf ook doorgemaakt. Daardoor ontdekte ik ook bij mijzelf een tekort aan basiskennis en een gebrek aan het doordenken van dogma’s en heb ik me op de apologetiek gestort. Als ik nu dingen van mijzelf teruglees moet ik vaak wel lachen. Ach, het is allemaal onderdeel van mijn levenspad.
Dekker houdt niet zo van de apologetiek. (laatste hoofdstuk) Ik kan dat wel begrijpen, je kunt geloven niet in een redeneerkader vatten maar ik heb inmiddels wel geleerd dat het zelden of/of is maar veel vaker en/en. Apologetiek is niet sluitend; het is een handvat. Geloven doe je met je hart én met je verstand.
In ieder geval: Het is niet prettig, zoals ook Dekker schrijft in zijn boek dat je voortdurend een gevoel van stil blijven staan ervaart in die gesprekken. (p 72) Mensen die het geloof vaarwel hebben gezegd hebben dat heel vaak zeer bewust en op voor hen goede gronden gedaan. Zo blijft het beeld actueel dat gelovigen eigenlijk niet van deze tijd zijn en verzuimen na te denken. Het is psychologisch best ingrijpend wanneer er zo badinerend tegen je wordt gedaan.
Zo herinner ik me nog een uitspraak van de ‘grote Kuitert’ tijdens een boekbespreking van hem (Zeker weten) dat hij door zijn toenmalige buurman, een natuurkundige, een beetje was uitgelachen toen hij hoorde dat hij, Kuitert nog in een zesdaagse schepping geloofde.
Ja, dat is echt al heel lang geleden. *grinnik*
Toch doet dat wel iets met je psyché. Ik zou nog altijd willen weten of en in welke mate dat Kuitert heeft getriggert en ik bestudeer mezelf om na te gaan wat het met mij heeft gedaan en soms nog doet. Aan de andere kant: voor veel atheïsten is het óók kwetsend wanneer gelovigen doen alsof zij ‘de trein missen’, geen moraal hebben en ook nog het lef hebben om aan te komen met eeuwig hellevuur.
Zo vind ik de opmerkingen in het boek van Dekker heel belangrijk wanneer hij zegt dat we op onze taal moeten letten. (rond p 130) We moeten leren om in eigentijdse woorden verantwoording af te leggen van het geloof in ons. Anders kun je niet missionair zijn en wordt de kloof tussen geloven en niet geloven steeds breder en dieper.
In het laatste gedeelte gaat hij in op verschillende vormen van kerk zijn, waarbij hij bedoelt: gemeente zijn. (denk ik) Op p 180 komt hij wat dat betreft toch tot de interessante uitspraak: “Voor velen is de kerk teveel historisch belast, terwijl ze best bereid zijn om over geloof na te denken. Koppel die twee dus niet direct aan elkaar.”
Hier slaat hij de spijker op de kop. Praat dan over ‘gemeente zijn’ en niet over ‘kerk zijn’ denk ik dan.
Veel in het boek gaat over het missionair zijn, wat logisch is gezien de titel, maar ik denk dat interne verdieping meer prioriteit moet hebben en daarin is hij m.i. weinig concreet al komt hij op p 180 toch tot een basisvraag: “ wat vind jij nu zo belangrijk, dat je dat graag met anderen zou willen delen?” Eerst daarover nadenken vóór men missionair wil zijn. Ik zou daar de volgende ‘overdenkvraag’ aan toe willen voegen: wat en in wie geloof ik nu eigenlijk en vooral waarom.

Nu ga ik me storten op de Amerikaan Stanley Hauerwas: ‘een Robuuste kerk’. Eens kijken of ik vanuit het positivistische Amerikaanse nog iets kan leren en of het veel verschilt met de Hollandse nuchterheid van Dekker. Dekker haalt hem ook hier en daar aan. Net als Charles Taylor, dus die moet ik ook nog eens lezen. Het valt me op dat er veel over dit onderwerp wordt geschreven de laatste tijd. Als het maar niet bij schrijven blijft………..

Vaak wanneer ik mijn beschouwing over een boek heb geschreven ga ik via Google kijken wat er door anderen over is geschreven om een beetje te vergelijken. Of ik geen grote dingen heb gemist b.v. Grappig is dan om te zien hoe iedereen vanuit zijn/haar eigen referentiekader heeft gelezen en geschreven. Er wordt ook over dit boek zo verschillend geschreven dat ik denk dat er nog wel een bescheiden beschouwing bij kan.