Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 2 augustus 2012

Filmpje











Een .....filmpje..... om van te duizelen, maar zo fascinerend. Elke keer weer als ik het bekijk. En dan te bedenken dat er ook een 'wereld naar binnen toe' is, die bestaat uit moleculen, atomen, protonen en dergelijke dingen meer tot het pas bewezen, ontdekte Higgs-Boson deeltje toe. Waarvan hieronder een (animatie) plaatje.
Wat zou ik me verloren voelen in zo’n ruimte wanneer ik niet de overtuiging had dat er een hogere Macht bestond die alles onder controle heeft.
Wie wil beweren dat de mens te gering is om het waard te zijn met God te verkeren, moet wel heel groot zijn om daarover te kunnen oordelen.

Blaise Pascal (Gedachten: grondslagen 231)

woensdag 1 augustus 2012

Dure medicijnen

In een uitgelekt rapport van het CVZ (college voor zorgverzekeringen; niet de zorgverzekeraars zelf, CVZ is een overheidsorganisatie) wordt het advies gegeven aan de regering om te dure medicijnen voor sommige zeldzame ziekten niet meer te vergoeden. (Zij mogen dat niet zelf beslissen)
Het gaat om de aandoeningen Pompe en Fabry. Ik had er nog nooit van gehoord. In mijn tijd kwamen deze aandoeningen niet voor in mijn leerboeken.
Van de bedragen die werden genoemd ging het mij een beetje duizelen. In eerste instantie dacht ik dan ook: stoppen ermee, veel te duur.
Maar zo simpel ligt het toch niet.
Dat het een ‘uitgelekt’ rapport is zegt ook al iets; wij zouden dit eigenlijk niet mogen weten. Zulke dingen worden normaliter dus beslist ‘achter onze rug om’. Nu we het wel weten zouden we ons een mening kunnen vormen over dit medisch ethische dilemma. Want dat de kosten voor de gezondheidszorg de pan uitrijzen is wel duidelijk. De afgelopen decennia zijn we verwend met alle ontdekte mogelijkheden. We kregen het zelfs druk met nadenken of alles wat mogelijk was ook wel moest gebeuren. Nu komt daar een andere invalshoek bij kijken. Vanwege de centjes zal nu en in de toekomst niet alles meer mogelijk blijken te zijn.
Het meest irritante voor mij hieraan is dat het slijk der aarde een beslissende rol lijkt te moeten gaan spelen.
Eigenlijk vind ik dat een brevet van onvermogen naar onszelf toe. Om de één of andere reden vind ik beslissingen nemen zónder dat geld een rol speelt een stuk zuiverder en acceptabeler. Je hebt natuurlijk mensen die zich altijd laten leiden door de mammon, maar die zijn in mijn ogen tamelijk beklagenswaardig.
Dan heb ik het niet over mensen die dat helaas moéten.
Op medisch-ethisch vlak zou geld geen rol van betekenis mogen spelen. Misschien zijn in de toekomst gen reparaties mogelijk, maar waarschijnlijk zal er dan juist eerst weer een berg geld ingepompt moeten worden.

Terecht wordt in het commentaar van het ND ook de vraag gesteld hoe het eigenlijk zit met deze industrie die zulke exorbitante bedragen rekent. Daar zouden ook wel eens een aantal onderzoeken door onafhankelijke instanties op losgelaten kunnen worden. Terwijl ik ‘onafhankelijk’ typ moet ik eigenlijk al weer grinniken. Hoe kun je controleren of dat werkelijk met een objectieve blik gebeurt en er niet weer geld van de ene broekzak in de andere vestzak verdwijnt? De farmaceutische industrie is er één met zeer grote belangen en een machtige lobby.

Onwillekeurig ga ik zitten denken of ik het zou accepteren wanneer er zo veel geld voor mij zou worden uitgegeven. Met een – voor zover ik weet - gezond lichaam is dat makkelijk bedenken maar waarschijnlijk zou ik net zoals zovelen denken dat na al die jaren premie betalen voor anderen, zij dat nu dan maar voor mij moeten doen. Alsof je daar een soort van recht op hebt. Dat recht is van regeringswege wel gecreëerd, maar of dat een ongelimiteerd recht is.......en als er grenzen gesteld moeten worden, waar moeten die dan gelegd worden? Hoe dan ook, het is/wordt een moeilijke discussie.

dinsdag 31 juli 2012

Grappig hè, zo’n vogelvoederbakje waar meestal de Turkse Tortels en de Huismussen elkaar verdringen en nu de muizen de restjes komen opeten. De bak zelf is een souvenirtje uit Portugal. Voor mij zijn ze op deze manier de verbeelding van Gods handen.

maandag 30 juli 2012

Marginaal en missionair

‘Een kleine theologie’, geschreven door Wim Dekker, ‘voor een krimpende kerk’.
Eerste druk verschenen in 2011. Ik heb de vijfde uit 2012 gelezen.
Op de achterkant een samenvattende zin: analyse van de situatie in de kerk: er is sprake van een nieuw missionair verlangen, maar ook van een diepe geloofscrisis.
Het eerste deel is een wat beschouwend en analyserend gedeelte. Er staan veel dingen in die ik na een flink aantal jaren te hebben doorgebracht op verschillende fora wel opmerkelijk vind en herken. Bijvoorbeeld het feit dat heel veel gelovigen zijn afgeknapt op het instituut kerk. Dat er buiten de kerk vaak meer geloof is te vinden dan in de kerk. Hij signaleert ook het tekort aan kennis binnen de kerken en daar zal dan eerst iets aan gedaan moeten worden. Eerst van binnenuit een verdieping doormaken voordat we missionair kunnen zijn. Jammer vind ik hierbij dat hij zo consequent het woord kerk blijft gebruiken als hij de gelovige gemeente of gemeenschap bedoelt. Ik heb daar altijd moeite mee. Veel dominees doen dat.
Het tekort aan kennis is ook iets wat ik op atheistische fora ben tegengekomen. Vooral evangelen willen zo graag de blijde boodschap uitdragen maar missen veel kennis. Atheïsten of ietsisten weten vaak meer dan die goedbedoelende mensen omdat zij ook zeer wel weten waarom ze zijn afgeknapt en weten van daaruit zeer kritische vragen te stellen waar men dan geen antwoord op weet. Vaak zat ik met kromme tenen het gewurm en gedraai te lezen. Bepaald geen reclame voor het christelijke geloof. Dat waren geen schapen onder de wolven maar lammetjes en ze werden verscheurd. (Matt 10:16) Alleen de oprechten ontvingen enig respect.
En ja, dat heb ik zelf ook doorgemaakt. Daardoor ontdekte ik ook bij mijzelf een tekort aan basiskennis en een gebrek aan het doordenken van dogma’s en heb ik me op de apologetiek gestort. Als ik nu dingen van mijzelf teruglees moet ik vaak wel lachen. Ach, het is allemaal onderdeel van mijn levenspad.
Dekker houdt niet zo van de apologetiek. (laatste hoofdstuk) Ik kan dat wel begrijpen, je kunt geloven niet in een redeneerkader vatten maar ik heb inmiddels wel geleerd dat het zelden of/of is maar veel vaker en/en. Apologetiek is niet sluitend; het is een handvat. Geloven doe je met je hart én met je verstand.
In ieder geval: Het is niet prettig, zoals ook Dekker schrijft in zijn boek dat je voortdurend een gevoel van stil blijven staan ervaart in die gesprekken. (p 72) Mensen die het geloof vaarwel hebben gezegd hebben dat heel vaak zeer bewust en op voor hen goede gronden gedaan. Zo blijft het beeld actueel dat gelovigen eigenlijk niet van deze tijd zijn en verzuimen na te denken. Het is psychologisch best ingrijpend wanneer er zo badinerend tegen je wordt gedaan.
Zo herinner ik me nog een uitspraak van de ‘grote Kuitert’ tijdens een boekbespreking van hem (Zeker weten) dat hij door zijn toenmalige buurman, een natuurkundige, een beetje was uitgelachen toen hij hoorde dat hij, Kuitert nog in een zesdaagse schepping geloofde.
Ja, dat is echt al heel lang geleden. *grinnik*
Toch doet dat wel iets met je psyché. Ik zou nog altijd willen weten of en in welke mate dat Kuitert heeft getriggert en ik bestudeer mezelf om na te gaan wat het met mij heeft gedaan en soms nog doet. Aan de andere kant: voor veel atheïsten is het óók kwetsend wanneer gelovigen doen alsof zij ‘de trein missen’, geen moraal hebben en ook nog het lef hebben om aan te komen met eeuwig hellevuur.
Zo vind ik de opmerkingen in het boek van Dekker heel belangrijk wanneer hij zegt dat we op onze taal moeten letten. (rond p 130) We moeten leren om in eigentijdse woorden verantwoording af te leggen van het geloof in ons. Anders kun je niet missionair zijn en wordt de kloof tussen geloven en niet geloven steeds breder en dieper.
In het laatste gedeelte gaat hij in op verschillende vormen van kerk zijn, waarbij hij bedoelt: gemeente zijn. (denk ik) Op p 180 komt hij wat dat betreft toch tot de interessante uitspraak: “Voor velen is de kerk teveel historisch belast, terwijl ze best bereid zijn om over geloof na te denken. Koppel die twee dus niet direct aan elkaar.”
Hier slaat hij de spijker op de kop. Praat dan over ‘gemeente zijn’ en niet over ‘kerk zijn’ denk ik dan.
Veel in het boek gaat over het missionair zijn, wat logisch is gezien de titel, maar ik denk dat interne verdieping meer prioriteit moet hebben en daarin is hij m.i. weinig concreet al komt hij op p 180 toch tot een basisvraag: “ wat vind jij nu zo belangrijk, dat je dat graag met anderen zou willen delen?” Eerst daarover nadenken vóór men missionair wil zijn. Ik zou daar de volgende ‘overdenkvraag’ aan toe willen voegen: wat en in wie geloof ik nu eigenlijk en vooral waarom.

Nu ga ik me storten op de Amerikaan Stanley Hauerwas: ‘een Robuuste kerk’. Eens kijken of ik vanuit het positivistische Amerikaanse nog iets kan leren en of het veel verschilt met de Hollandse nuchterheid van Dekker. Dekker haalt hem ook hier en daar aan. Net als Charles Taylor, dus die moet ik ook nog eens lezen. Het valt me op dat er veel over dit onderwerp wordt geschreven de laatste tijd. Als het maar niet bij schrijven blijft………..

Vaak wanneer ik mijn beschouwing over een boek heb geschreven ga ik via Google kijken wat er door anderen over is geschreven om een beetje te vergelijken. Of ik geen grote dingen heb gemist b.v. Grappig is dan om te zien hoe iedereen vanuit zijn/haar eigen referentiekader heeft gelezen en geschreven. Er wordt ook over dit boek zo verschillend geschreven dat ik denk dat er nog wel een bescheiden beschouwing bij kan.

maandag 16 juli 2012

‘Traditie is het doorgeven van het vuur en niet de aanbidding van de as.’
Gustav Mahler

Deze oneliner vond ik wel toepasselijk na het doornemen van het manifest dominee2.0
Al moet ik erbij zeggen dat ik hun 'klacht' niet zo herken met betrekking tot onze gemeente.

donderdag 12 juli 2012

De Goddelijke Komedie/ La Divina Commedia III

Het Paradijs/Hemel/Paradiso

De Hemel die Dante onder leiding van Beatrice betreedt bestaat uit negen kringen met namen van planeten. Daarbuiten is het empyreum, de plaats waar God woont. Dantes ogen moeten langzaam wennen want het wordt steeds maar lichter en lichter. De mensen zijn hier schimmen, hebben een toestand van gelukzaligheid waardoor hun verschillende willen eerst in elkaar en daarna in de ene Wil van God opgaan. (III)
Wat mij verbaasde in Canto V is dat Dante een betoog van Beatrice door God geïnspireerd noemt. In feite noemt hij dus zijn eigen betoog door God geïnspireerd. Dat is nogal wat om van jezelf je zeggen. Ik denk dat je God pas achteraf kunt zien en duiden. Ex 33: 18-23.
In VII komt het nog een keer voor wanneer Dante bij monde van Beatrice zegt: “Volgens mijn onfeilbaar inzicht…..” Ook al een beetje last van een te groot ego?

In datzelfde Canto staat een kwestie waarover ik ook al zo vaak het hoofd heb gebroken: Waarom God ons op deze manier heeft willen verlossen, de manier van Christus kruisdood. Waarom die hele ‘constructie’ van in zonde vallen en verlossen?
Om de verhandeling die Dante erover geeft goed samen te vatten is lastig. Een poging: De mens is in zonde gevallen en heeft allerlei privileges verloren. Daardoor is hij ook zijn waardigheid kwijtgeraakt. Nooit zal hij tot zijn vroegere waardigheid terugkeren als hij geen boete doet.
De privileges die hij heeft verloren kunnen op twee manieren worden terugverdiend: ofwel God vergeeft de zonde ofwel doordat de mens (aan God) genoegdoening schenkt.
Maar de mens zou binnen de hem gestelde grenzen (gevallen staat) nooit genoegdoening hebben kúnnen verschaffen. Dat was uitgesloten. Dus moest God de mens eerst weer herstellen in zijn ongerepte staat. Daarom moest God gebruik makend van de middelen die Hem ten dienste stonden: Of alleen van Zijn barmhartigheid of van Zijn barmhartigheid en rechtvaardigheid samen. Door Zijn liefde heeft Hij alle wegen die voor Hem openstonden bewandeld om de mensheid weer op te richten.
‘God was door Zichzelf te geven, teneinde de mens in staat te stellen zich weer op te richten, meer goedertieren dan wanneer Hij hem alleen maar vergeving had geschonken.’
In principe kan ik hier wel een eind in meekomen, God kan niet ónbarmhartig zijn of ónrechtvaardig. Dat zou niet kloppen met Zijn Wezen. Door niet alleen barmhartig te zijn maar ook rechtvaardig geeft Hij inderdaad de mens zijn waardigheid terug. Naar menselijke maatstaven dan welteverstaan. Ik moet hier toch weer eens wat langer over nadenken.

Dante komt in de hemel ook een verre voorvader tegen die gesneuveld is bij één van de kruistochten. Hij gaat er trouwens als vanzelfsprekend vanuit dat we elkaar zullen herkennen in hel en hemel.
Canti XXV en XXVI zijn een soort persoonlijke geloofsgetuigenis van Dante, wanneer hij wordt ondervraagd door Petrus en Johannes. Ze zijn dan aanbeland in de achtste hemel. De hemel van de ‘vaste sterren’ en cherubijnen.
In de negende hemel wordt hem alles verteld over de engelen. En passant wordt Hiëronymus weerlegd met zijn idee dat de engelen eeuwen vóór de mensheid zijn geschapen. De engelen zijn degene die alles op aarde in werking hebben gezet en zouden die zo lang hebben moeten wachten voordat alles in beweging kon komen? Aan de val van engelen wordt ook nog een zin gewijd maar er wordt niet echt op in gegaan.
In de laatste hemel ontmoet Dante Bernhard van Clairvaux en Maria. Een sneeuwwitte roos is de verbeelding van Christus met de gelovigen. Er is nog een enkel leeg plekje o.a. voor Hendrik VII. (van Luxemburg) Dante zag in hem een redder van Italië; hij ging er volgens de noot achterin ook vanuit dat de wederkomst aanstaande was en dat de hemel dus bijna vol was. We vinden er o.a. Sara, Rebekka en Augustinus. Wonderlijk eigenlijk dat het 'eindtijddenken' zo van alle tijden is
In het Empyreum ziet Dante dan God als een drievoudige cirkel, het eeuwige Licht.

Wat heb ik er nu aan door dit boek te hebben gelezen? Mmmmm, het is een belangrijk werk uit de literatuurgeschiedenis, dus kan ik het afvinken van mijn lijstje. *grinnik*
Maar het heeft toch wel veel invloed gehad op van alles en nog wat en ik hoop dat ik nu beter dingen kan herkennen en kan duiden. B.v. in de literatuur en de beeldende kunst.
Herkenning geeft namelijk zo'n goed gevoel.
Ten diepste is het ook een poging meer grip te krijgen op de werkelijkheid om mij heen.