Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht de stilte van het licht. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht de stilte van het licht. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 11 april 2019

Introductie Symboliek V


De laatste lessen zitten erop. Dit is een poging om de laatste drie samen te vatten.
De Verlichting, eind achttiende eeuw, trekt zijn sporen. Oude systemen sneuvelen, de kerk verliest haar macht; de mens wordt vrij in denken en doen en maakt zich los van de religie.
Dat wil niet zeggen dat ze er niet meer door werd beïnvloed, want dat wordt ze nu nog steeds maar de invloed werd duidelijk minder en veranderde.
Hoogwaardigheidsbekleders lieten zich portretteren met de nodige verborgen boodschappen om maar positief over te komen bij het plebs. Daar viel best een goede boterham mee te verdienen.
Het (neo) classicisme werd opgevolgd door de Barok en de Rococo.
Een belangrijke schilder van het Neoclassicisme was Jaques Louis David. (1748 – 1825)
Toen we in het Louvre waren hebben we voor dat immense schilderij gestaan van de kroning van Josephine de Beauharnais door Napoleon.
Steekwoorden voor David: Heroïsch en Patriottisch in een Romeins jasje. Staatsbelang ging boven persoonlijk belang. Dat maakt hij duidelijk met het schilderij ‘de Lictoren brengen Brutus de lichamen van zijn zoon'.
Brutus liet zijn zonen ombrengen omdat ze medeplichtig waren aan een staatsgreep.

De Pre-Rafaëlitische Broederschap (rond 1850) was een Britse stroming die het heilige naar beneden brachten in plaats van de mens te verheffen tot het heilige. Zij putten voornamelijk uit de oudheid en de Divina Commedia van Dante.
Voormannen hiervan: Dante Gabriel Rossetti (1828 - 1882) , William Hunt (1827 -1910) en John Everett Millais
(1829 -1896)
Een voorbeeld van de laatste:
Het lijkt een huiselijk tafereeltje maar de titel is: ‘Christus in het huis van zijn ouders’.
Jezus heeft een wond in zijn hand, Johannes komt met (doop)water aandragen. Maria is in het blauw/wit. Op de achtergrond schapen en er zit een duif op de ladder.
Het mystieke werd ook gezocht in het Symbolisme. Puttend uit de christelijke religie, maar met een eigen sausje. Wat soms ontaarde in blasfemie en occultisme.
Het wordt steeds moeilijker om symbolen en attributen te duiden.


Want dit zijn De Morgen- en Avondster van Evelyn De Morgan (1855 -1919) Ja, de vrouwen zijn in opkomst.

Eind negentiende eeuw gaan de stijlen uitwaaieren en is er bijna geen touw meer aan vast te knopen. Het Impressionisme, Expressionisme ( met ‘der Blaue Reiter’), Fauvisme, Kubisme, wat nog redelijk te volgen is via Picasso en waar door Marcel Duchamp beweging in wordt gebracht wordt opgevolgd door het Dadaïsme wat zich tegen alles en iedereen verzette, ook tegen zichzelf en het surrealisme, wat ik soms ook wel weer aardig vind.
Dan heb je nog de Art Deco en Art Nouveau die ik in mijn hart heb gesloten, het futurisme, de vage conceptuele kunst en de pop- en op-art als reactie op het abstracte expressionisme.
Alles stijlen zijn wel te vinden op Wiki.



De kunst raakte in het begin van de twintigste eeuw meer maatschappelijk betrokken. Käthe Kollwitz (1867- 1945) is pacifiste en laat dat merken.
Haar piëta (litho) is niet die van Maria en Jezus maar van de universele moeder die om haar kind treurt.
Later verloor ze zelf een zoon op het slagveld van WO1.










Marc Chagall (1887 -1985) is een Russisch- Joods schilder die een eigen, herkenbare iconografie creëert.
Vaak is zijn 'wandelende Jood (Ahasverus) te herkennen en de kruisiging van de Jood Jezus (de joden?) en attributen uit zijn geboortedorp Vitebsk.

Als laatste werden Paula Rego, (1935) Louise Bourgois (1911- 2010) en Marina Abramovic (1946) genoemd.
De laatste was ik al tegengekomen in het boek van Joost Zwagerman: ‘de stilte van het licht’.
Zij is een performance kunstenaar. Daar heb ik zelf niets mee.
Louise Bourgois is bekend door de giga spin bij het Guggenheimmuseum in Bilbao


Wat kun je zeggen over de moderne kunst? Het is vaak associatief. Eigenlijk moet je de voorgeschiedenis van de kunstenaar kennen om het goed te begrijpen.
In deze tijd is het belangrijk dat kunst iets losmaakt.
Maar bij mij gebeurt dat niet vaak en denk ik bij mijzelf: zoek het lekker zelf uit met je emoties en val mij daar niet mee lastig. Zeker als het ook nog niet eens mooi is om naar te kijken. Ik heb echt geen zin om me in een toiletpot (vroeg conceptueel) te verdiepen.
Voor mijzelf heb ik besloten dat er nu eenmaal mensen zijn die super gevoelig zijn en mensen die heel stoïcijns zijn. En daartussen zit een glijdende schaal. Zelf zit ik dichter bij het Stoïcisme. Er moet heel wat gebeuren voor ik geraakt wordt door beeldende kunst. En dan heb ik nog meer met driedimensionale kunst dan met twee dimensionaal.
Wat wél leuk is, is voor het geheel meer begrip te krijgen en om de lijnen te ontdekken.
Daarvoor was deze collegereeks dan ook heel geschikt en kijk ik er met plezier op terug ook al zijn zovele namen niet genoemd.

12-04-19
In 2013 schreef ik het wat vriendelijker op geloof ik:
Het is heel boeiend om, zeker wat betreft de modernere kunst, een poging te doen om het te begrijpen. Soms is het mooi, maar niet interessant en soms is het interessant maar niet mooi. Soms allebei, mooi en interessant maar nog vaker allebei niet.
Ook al begrijp ik het wel.
Dan zie ik de kunstenaar-mens, gevoelig voor indrukken, stuurloos, aandacht vragend voor eigen emoties, niet beseffend dat elk mens het druk heeft met de eigen emoties en die ook allemáál gehoord willen worden in een steeds dover wordende wereld.






donderdag 31 augustus 2017

De stilte van het licht



Ondertitel: ‘Schoonheid en onbehagen in de kunst’
De laatste essaybundel van Joost Zwagerman (1963 - 2015) Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Maar ik weet nu al dat ik opzoek ga naar een tweedehands papieren versie.
De foto’s van de schilderijen zijn namelijk in zwart wit en dan mis je teveel.

Na ‘brieven uit Genua’ van Pfeijffer ben ik in ‘Eilandgasten’ begonnen van Vonne van der Meer, daarna in ‘Vaslav’ van Arthur Japin maar geen van die boeken konden me boeien; wat een geneuzel.
Ik weet het; ik doe hen tekort. Maar zomaar alles achter elkaar door slobberen zoals vroeger kan ik niet meer.
Deze bundel was een stuk aangenamer.


Langzaam lezend; de kunstwerken waar Zwagerman zo boeiend over schrijft erbij zoekend via Google, meekijkend; zo had ik weer het gevoel dat ik leefde.
Hoe mooi kan kunst zijn wanneer je een klein beetje bij de hand wordt genomen en gaat leren kijken.
KIJKEN.
Naar het hoe en mogelijk het waarom, al gaat Zwagerman soms wel heel ver naar mijn idee.
Zelfs naar contemporaine kunstwerken zoals die van Koons, Polke, Hopper en Borremans, Dumas en Rothko kijken wordt leuk. Er zitten echt mooie tussen.
Over Rothko schreef ik al eerder.

Ik merkte nu ook dat ik gewoonlijk te weinig de rust neem om te kijken. Maar in een museum lukt dat nauwelijks. Er is ook zoveel te zien. Veel te veel prikkels.
Zus Cathy is eens naar het Rijksmuseum geweest om ‘de Nachtwacht’ te bekijken. Daarna is ze weer naar buiten gelopen. Ik begrijp het.
Maar voor één schilderij per keer zijn musea toch echt te duur.
Via ‘Google afbeeldingen’ laat ik echter bij voorkeur een hele lading met kunstwerken van één kunstenaar over mij heen komen. Om de sfeer te proeven.
Van Joan Miró word je vrolijk, bij Koons haal ik mijn schouders op zoals hijzelf ook – heel doordacht - doet maar van Borremans en Dumas werd ik al depressief. Laat staan iemand die veel gevoeliger is.
Niet alleen schilderijen komen aan bod; ook literatuur en performance kunstenaars al zijn die in mindere mate vertegenwoordigd.

Deze bundel kon ik niet lezen zonder het feit in mijn achterhoofd dat hij er hierna een einde aan gaat maken. Hij groeide er naar toe door te veel – waarschijnlijk onbewust – over ‘leegte’, ‘verdwijnen’, ‘stilte’, ‘het verlangen om er niet te zijn’ enzovoort, te schrijven.
Ik geef direct toe dat voor mensen die in tijd voorbij zijn aan die gebeurtenis alles gemakkelijker te duiden is en de neiging om die betekenis aan zijn teksten te geven misschien te veel aanwezig is.
Ook zat ik mij al lezende en kijkende te realiseren dat ik blij ben dat ik niet zo’n gevoelig wezen ben zoals Joost, die zo ongeveer begon met ‘vals licht’ en zich heeft ontwikkeld tot de stilte ervan.
Enne Joost, een glazen stolp over een (open) uurwerk was heel normaal hoor, ondanks jouw mooie verklaring. Volgens mij was dat een bescherming tegen het stof. (p 201-202)

‘Wat is de staande uitdrukking? Eerst Napels zien en dan sterven. Goethe zag wel wat in dat adagium en schreef erover. In onze tijd behoort het adagium toe aan cabaretiers die ons aansporen om naar Parijs of een andere wereldstad te gaan, om daar dan elke dag uitbundig te leven alsof je laatste uur geslagen heeft. Zó moest dat nu juist niet volgens van Gogh. Het moest juist omgekeerd. Eerst sterven, en daarna kon je Napels en al het andere ter wereld pas écht zien.
Zo moet het, denk ik, zijn. Eerst sterven, het liefst ‘een paar keer’ en je daarna opnieuw onderwerpen aan het rood van Rembrandt. En kijken wat er dan gebeurt. Vast heel veel.’


Nog een kleine correctie van mijn kant:
'In het evangelie volgens Lucas diende een wolk als een soort megafoon: 'En er klonk een stem uit een wolk, die zeide: Deze is mijn Zoon, de uitverkorene, hoort naar Hem.'
Misschien had Herman Gorter die Bijbelplaats in gedachten toen hij, in de Verzen van 1890, schreef:
'en de vaders en voorouders stonden omhoog
in stille wolken met hun schouders
Toen werd het stiller en een wolk van licht
begon te drijven op het zeegezicht'.


Ik denk dat Gorter verwees naar Hebr 12:1 waar geschreven staat dat wij door een wolk van getuigen omringd worden.

In ieder geval een aanrader voor allen die geïnteresseerd zijn of willen raken in beeldende kunst.


We're two of a kind
Silence and I
We need a chance to talk things over
Two of a kind
Silence and I
We'll find a way to work it out




vrijdag 13 april 2012

De Ziel

In deze maand van de filosofie is het thema ‘de ziel’.
Komende nacht gaat Bert Keizer in debat met Dick Swaab. Helaas kan ik mijn nachtrust slecht missen dus reden om daar nu mijn eigen, religieus gevormde gedachten eens op los te laten. De resultaten van de debatten lees ik wel in de krant of in het Filosofie Magazine. Wat is de ziel eigenlijk en is ie nou onsterfelijk of niet.

Tijdens mijn jaren werken, het verplegen van zieken en bejaarden ontdekte ik dat, hoe oud mensen ook zijn, hun geest was dat vaak niet. Hun geest had zich in de loop der jaren wel verbreedt en verdiept – oké niet altijd even duidelijk, er zijn altijd mensen die niets leren - maar was niet ouder geworden in tegenstelling tot hun lichaam. Dat vertoonde veel meer de sporen van aftakeling, vaak tot verbazing van de bezitters zelf omdat ze zich niet oud voelden.
Dat eigen unieke levende ‘Zelf’ zou ik willen omschrijven als de Ziel. Nu….…in 2012.
In het Oude Testament echter is de mens een levende ziel; in het Nieuwe Testament heeft hij/zij een ziel in een lichaam.
De ziel in het Oud Testamentische jodendom kan sterven. Wanneer de mens sterft, sterft ook zijn ziel. "...De ziel die zondigt, díé zal sterven" Ezech. 18: 4, 20. Mens en ziel vallen samen.
Het Bijbelse jodendom kent het begrip hel niet. Zij spreken over het dodenrijk (sheool) en dat is de plaats waar de doden heen gaan en waar geen bewustzijn is.
Pr 9: 5 Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets;
Pr 9: 10 Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk.
Ps 115:17 Niet de doden loven de HEER, niet wie zijn afgedaald in de stilte.

Dit is overeenkomstig met de idee van de Egyptenaren die ook in een dodenrijk geloofden maar niet in een tweedeling van goed/kwaad in die zin dat er twee bestemmingen waren. De ‘slechten’ houden op te bestaan. Wanneer mensen na het sterven op hun laatste reis gaan en aankomen bij de poort van het dodenrijk wordt hun hart als laatste oordeel gewogen door Osiris met de veer (Ma’at) der waarheid. Werd je te licht bevonden dan werd je opgegeten/ vernietigd. Werd je goedgekeurd dan mocht je het dodenrijk binnengaan.
Het jodendom nu is daar eigenlijk heel terughoudend in. Zij zijn meer gefocust op het leven nu. Al geloven ze wel dat de doden zullen opstaan in de 'Olam Haba'; de toekomende eeuw. Verder kennen ze wat dat betreft weinig dogma’s.

In het boek Daniel wordt wel al over een tweedeling gesproken in 12: 2. Maar Daniel is geschreven in de 2e eeuw BC en is mogelijk beïnvloed door het Hellenisme. (taal en stijl schijnen niet te kloppen met een vroege datering)
Deze tweedeling wordt gedeeltelijk voortgezet door Jezus in het NT ( Matt 10: 28 ) wanneer Hij zegt: Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor Hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen (‘appolumi’ = vernietigen) in de Gehenna. (Gehenna was de vuilstortplaats buiten Jeruzalem waar al het vuil van de stad verbrand werd)
Jezus laat hier duidelijk zien dat God wél in staat is de ziel te vernietigen.
Mijn conclusie is dan dat de ziel niet per definitie onsterfelijk is.
Even tussendoor: Jezus ging ook een keer bewust het spreken over de wrekende God uit de weg: In Lucas 4: 18,19 citeert Hij 2 verzen uit Jesaja 61: 1,2 waar Hij…….’en de dag der wraak van onze God’ weglaat. Opmerkelijk!

Homerus is de eerste Griek ( Tekst en liedjesschrijver 800-750 BC) die spreekt over verschillende bestemmingen na de dood in zijn ‘Odysee’. Bij goed gedrag via de Hades (= dodenrijk/ sheool) naar de Elysische/ Elyseïsche velden, een paradijselijke toestand (Oh, Champs d’Elysees……...) en anders naar Tartarus waar je gepijnigd werd.
Plato (en Socrates) heeft dat dualisme van lichaam en ziel verder logisch uitgewerkt in Politeia (608-614) en Phaedrus (246 a-e) geschreven in ongeveer 360 BC.
Petrus schrijft in 2 Petr. 2:4 ook over Tartarus (NBV), De enige keer dat het in de Bijbel wordt genoemd. De hellenisering van het jodendom is interessante materie net als die van het christendom. Daarachter God die het allemaal heeft laten gebeuren. Moeten we dat zien als voortgaande openbaring? Ik vind het allemaal moeilijk te beoordelen.

Conclusie?
De ziel is datgene wat jou en mij tot die unieke persoonlijkheid maakt en is niet per definitie onsterfelijk.
Dat is alleen de drieenige God.
1 Tim 6:16



(Linkje naar Alverzoening waar nog e.e.a. staat)


dinsdag 25 september 2018

Jezus


Geschreven door Shusako Endo in 1973 maar pas in dit jaar uit het Engels vertaald.
Ondertitel: ‘het verhaal van een leven’.

Eerder las ik van hem ‘Stilte’ dat inmiddels verfilmd is door Martin Scorcese. Daar ben ik echter niet nieuwsgierig naar. De film die in mijn hoofd is ontstaan bij het lezen is naar alle waarschijnlijkheid mooier dan die in de bioscoop.

Endo is een Japanner met een westers geloof. Hij is op jonge leeftijd Rooms Katholiek gedoopt.
Voor Endo is het ook niet belangrijk wat feit of fictie is. Het gaat hem veel meer om de betekenis van feit en waarheid.
Feit is bijvoorbeeld de kruisiging, - ik dacht dat alle kenners en theologen het daar wel over eens waren - maar betekenis daaraan geven heeft met geloven te maken.


In dit boek beschrijft hij Jezus zoals Hij tot hem, Endo, komt: een onbegrepene door iedereen, ook door zijn leerlingen. Judas begreep hem nog het meest. Toen moest ik denken aan ‘Judas’ van Amos Oz, die Judas ook een andere rol toedicht dan de ‘gebruikelijke’.
Toch doet Endo het voor mij realistischer. Judas had als eerste door dat Jezus zover zou gaan dat hij zijn leven zou gaan geven en het stelde hem teleur dat Jezus niet de Messias was die zij in hun hoofd hadden.

Wanneer ik de Jezus van Endo tot mij laat doordringen lijkt hij mij een HSP-er, iemand die voortdurend mee wilde lopen en lijden met de sociaal zwakkeren. Iemand die overliep van liefde en een metgezel wilde zijn van alle mensen die op de één of andere manier met het leven in de knoop waren geraakt. ‘Wat kon Hij doen om de liefde van God te rijmen met het lijden van zovelen?’ Messias voor de lijdende mens. En zwakke en krachteloze die aanvankelijk niet wist wat hem te wachten stond, terwijl Hij op mij helemaal niet zo overkomt.
En voor mij is Jezus de Messias voor alle mensen; niet alleen de lijdende.
Endo beschrijft de aanloop tot Zijn kruisiging; de betekenis van Johannes de Doper, over de Zeloten en Essenen, de overwegingen van de hogepriesters en van Pilatus in het licht van die tijd.
Hij beschrijft het aanvankelijke enthousiasme van zijn leerlingen en de bevolking.
Zij zagen in Hem de Messias, die Israël krachtdadig zou verlossen van zijn vijanden, de Romeinen.
Wat kortzichtig eigenlijk: alleen maar verlossen van Romeinen.
Hij heeft ons bevrijd/verlost van ál het kwaad. Dat is toch veel grootser?

Soms klinkt hij logisch; bijvoorbeeld bij zijn gedachten over de woorden van Jezus aan het kruis.
'Mijn God, mijn God waar om heb Gij mij verlaten' zijn de eerste regels van psalm 22. Dat is een lofpsalm! Dat Jezus alleen de eerste woorden uitsprak zegt niet alles. Jezus kende die psalm die eindigt in een loflied.
Daarna volgt logischerwijs het: ‘ In Uw hand beveel ik mijn geest; U hebt mij verlost, Heere, getrouwe God.’ Uit psalm 31.
Endo benoemt het bijzondere van de kruisiging in die tijd: bij godslastering werd er gestenigd, niet gekruisigd. Maar in een ander blogje heb ik al geschreven dat in die tijd de Joden niet dat recht hadden. Zie Joh 18: 31.

Ook de opstanding, die door velen niet meer wordt geloofd wordt besproken. Endo vraagt zich af hoe het mogelijk is dat kleine bange discipelen zonder sterke overtuigingen zo plotseling veranderde in mensen die ergens voor stónden en zelfs zo vasthoudend werden dat ze de martelaarsdood ervoor over hadden.
Die gedachte ben ik eerder tegengekomen. Bij Pinchas Lapide in zijn ‘Opstanding, een Joodse geloofservaring’.
Dan ben ik wel weer zo nieuwsgierig om te bekijken wie er eerder was met deze, voor mij zeer goede, indirecte argumenten voor de opstanding.
Lapide schreef zijn boek in 1977, vier jaar na Endo. Zouden ze van elkaar geweten hebben?

Speculatief vind ik de idee dat de discipelen het op een akkoordje zouden hebben gegooid met de gerechtsdienaars om zelf buiten schot te blijven. Ze bleven inderdaad in Jeruzalem zonder dat hun een haar werd gekrenkt. In dat licht is het kruiswoord: 'Vergeef hen want ze weten niet wat ze doen' voor de discipelen heel aangrijpend. Toch denk ik dat je die woorden in een veel breder perspectief moet zien.
Jood en Romein (= heiden) hebben Hem vermoord. De hele mensheid is schuldig.

De overwegingen in de ziel van Jezus die Endo naar voren brengt vind ik ook te speculatief.
De poging vind ik dan weer niet raar maar wie zou in staat zijn om die te doorgronden?

Geen mens.




Een eigen foto van de trap naar het paleis van Kajafas waar Jezus overheen zou hebben gelopen. Ik neem dat alles maar met een korreltje zout.