Omdat ik de afgelopen tijd weer meer wordt geconfronteerd met de apologetiek dit blogberichtje. Waarom geloven we in een boek van meer dan 2000 jaar oud en putten we daar o.a. onze troost uit? Hoe betrouwbaar is dat boek?
Omdat ik zelf ook niet meer zo van de letterlijkheid overtuigd was, ben ik de Bijbel anders gaan lezen. Dat voelde voor mijzelf als een bevrijding. Bijvoorbeeld: de boeken Jona en Job als een midrash (leerverhaal) lezen is vele malen bevredigender en prikkelt mij tot meer nadenken, ook over de andere Bijbelse verhalen. Zo kan ik nu ook uit de grond van mijn hart zeggen dat de Bijbel betrouwbaar is. Betrouwbaar om er méé en eruit te leven en te leren.
Het OT is heilsgeschiedenis, geen wereldgeschiedenis of een veredeld biologieboek.
Omdat het voor de Joden wél ‘vaderlandse geschiedenis’ is, blijft het wel een beetje een dilemma. Ik denk dat in de verhalen na Gen. 11 in ieder geval een kern van waarheid zit.
Dat geven de verschillende vondsten ook wel aan.
Alle feiten op een rijtje voor zover we die nu kennen (rijtjes zijn altijd gemakkelijk):
Voor het Oude Testament:
Menerptah stele : uit 1209 BC, gevonden in 1896 bij Thebes. Inscriptie van de Egyptische koning Menerptah die regeerde van 1213-1203 BC en hoogstwaarschijnlijk Israël (Isrir) noemde. Staat in het museum van Cairo.
Mesa stele : Uit 840 BC ontdekt in 1868. Beschrijft de overwinning op koning Omri (vader van Achab) van Israël. Daarop wordt ook voor het eerst YHWH genoemd en mogelijk het huis van David. Staat in het Louvre. Op deze steen wint de koning van Moab de strijd tegen Israël, (Israël ging voor altijd volkomen ten onder – frase 7) en wordt er niets vermeld van het offeren van zijn zoon. Tsja.....Geschiedenis wordt geschreven door overwinnaars. (Dat geldt dan dus ook voor de Joodse geschiedenis.) Het verhaal staat in 2 Kon 3: 1-27.
De zwarte Obelisk : Uit 825 BC., Ontdekt in 1846. Te zien is hoe Jehu knielt voor koning Shalmaneser III. Staat in het British Museum. Koning Jehu staat voornamelijk beschreven in 2 Kon 9 en 10. Dat hij voor de Assyrische koning knielde heb ik nog niet in de Bijbel kunnen vinden.
(eigen foto's)
Tel Dan stele : Uit 870 -750 BC, gevonden in 1993. Inscripties van ws. Hazael koning van Damaskus waarin ook Israël wordt genoemd en het huis van David. Staat in het museum in Jeruzalem.
Voor het Nieuwe Testament zijn er, behalve de wetenschapper Lucas die ooggetuigenverslagen maakte en de vele andere kerkvaders ook de volgende buiten- Bijbelse bronnen:
Tacitus (56 -117) een Romeins historicus en schrijver. Hij spreekt in zijn annalen, over Christenen en Christus in Hoofdstuk 15/ 44
Flavius Josephus (37 – 100) een Joods historicus schreef in zijn ‘oude geschiedenis van de Joden' op twee plaatsen over Jezus.
In mijn eigen boek is dat Boek 18 – hfst 3 – par 63 en boek 20 –hfst 9 – par 199
(een Ambo/ Amsterdam uitgave, vierde druk uit 2005)
Lucianus van Samosata (120 – 180), een satiricus schreef ietsie pietsie badinerend:
The Christians, you know, worship a man to this day,--the distinguished personage who introduced their novel rites, and was crucified on that account.
Lees ook pericoop 13
Plinius Secundus of Plinius de Jongere (62 – 113) een letterkundige en politicus, hij schrijft ook over christenen in het laatste stukje van een brief aan een zekere Trajan.
Mara bar Serapion een stoïcijnse filosoof uit Syrië schreef een brief aan zijn zoon. De brief wordt gedateerd tussen 72 - max 300 AD en we kennen de man alleen uit deze brief.
Beginnen bij......"What are we to say,..." rond de nummertjes 18 en 19.
Er zijn nog meer bronnen maar die blijken toch weer niet zo betrouwbaar te zijn. Ook Flavius Josephus is omstreden maar voorlopig hou ik die erin.
Verder nog wat emotionelere argumenten:
Een boek wat al zo oud en toch het meest gelezen boek ter wereld is; een boek dat in staat is om mensenharten ten goede te veranderen waardoor ze gericht raken op de gans Andere en het welzijn van de medemens, een boek dat een doel, hoop en perspectief biedt; een boek dat talloze mensen heeft getroost in moeilijke omstandigheden en houvast biedt; een boek waarin je kunt blijven lezen en studeren en wat nooit gaat vervelen.
Dat is best een heel bijzonder Boek en stijgt uit boven alle anderen.
Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Stele. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Stele. Sorteren op datum Alle posts tonen
woensdag 22 januari 2014
vrijdag 20 februari 2015
De geschiedenis van de Joden deel 1
Het boek heeft als ondertitel: De woorden vinden 1000 v.C. - 1492, (ik las al dat het tweede boek dat in september 2015 uitkomt als ondertitel heeft: ‘geen woorden voor’)
Schama is meer van deze tijd en een tikkeltje wetenschappelijker.
Het is een stevige pil en dit is nog maar deel 1.
Maar boeiend voor wie geïnteresseerd is de joodse geschiedenis. Anders kom je er niet doorheen. Hij belicht punten waar je soms helemaal niet bij stil hebt gestaan.
Ik vond het lastig om er een lopend verhaal van te maken, dus is het wat hap snap.
Vroeger op school en zondagschool had ik het idee dat de wereld bestond uit Nederland en Israël wat door grote vorsten als David en Salomo werd geregeerd. Toen ik ooit ‘de Bron’ van James Michener las (uitgegeven in 1965; ik las het in de jaren tachtig) kwam ik tot de bewustwording dat Israël een ministaatje was dat ingeklemd lag tussen de wereldmachten: Egypte en Babel/Assyrië en dat deze wereldmachten aasden op de handelsroutes die dwars door Israël van Noord naar Zuid liepen. Dat boek definieerde ik voor mezelf als een boek dat ‘achter de Bijbel langs liep’ en kreeg ik voor het eerst het gevoel dat wanneer je de Bijbel leest als geschiedenis boek, je dan met veel dingen in de knel komt. Het is en blijft een geloofsboek met een heel andere lading en bedoeling.
Ook dit is zo’n achter-de-Bijbel-langs-boek. Het verbreedt de blik naar de wereld van toen.
Bij de deportaties naar Babel en Assyrië zijn er bijvoorbeeld joden gevlucht naar Egypte. Op het eiland Elephantine in de Nijl zijn Joodse fundamenten en geschriften gevonden.
Bijzonder vond ik te beseffen dat in de Arabische wereld van de eerste eeuwen zoveel Joden woonden. Zij deden voluit mee aan het sociale leven al mochten ze op de meeste plaatsen geen wapens dragen en vaak verplichte kleuren in hun kleding. Het ‘Jodenster geel’ was kennelijk al eerder uitgevonden dan WO2.
Na 70 AC waaierden de Joden uit naar de omringende landen, de Arabische wereld, de noordkust van Afrika en via de Kaukasus naar Europa en stichtten daar hun gemeenschappen.
(De brief van Jacobus is gericht aan de twaalf stammen in de verstrooiing; moet dus geschreven zijn na 70 AC naar mijn bescheiden mening)
In 1896 werd door twee Engelse zussen , de Geniza van Fustat (later Cairo) ontdekt. Zij keerden terug uit Egypte met boek fragmenten waarvan ze dachten dat het wel eens belangrijk zou kunnen zijn. Zij lieten ze zien aan Solomon Schechter van het Cambridgecollege die ze meteen herkende als zeer waardevol.
Hij zorgde ervoor dat de inhoud van deze opslagplaats bekend werd onder de intelligentsia en van daaruit is er veel meer bekend geworden over het joodse leven. Het was/is één van de grootste middeleeuwse archieven.
In de Islam zijn er de sjiieten, die vooral volgens de Koran leven en de soennieten die ook de Soenna en/of AHadith serieus nemen. Er zijn christenen die alleen de Bijbel serieus nemen en christenen die ook de belijdenisgeschriften erkennen en zo had/heb je in het Jodendom de joden die enkel de TeNaCH erkennen: de Karaïeten en joden die ook de Talmoed serieus nemen en later bijvoorbeeld ook de geschriften van de grootste rabbijn: Maimonides .
In Cordoba geboren in 1138. (Hier een standbeeld van hem in de joodse wijk van Cordoba. Wij waren in 2011 in Andalusië.)
Een enkele keer resulteerde dat in een 'broederclash' zoals rond 1242 in Frankrijk waar de Karaieten helaas steun zochten bij ketterjagende monniken en waardoor in opdracht van Lodewijk IX een enorme stapel Talmoedische boeken en manuscripten zijn verbrand. Dat is zeer onjoods: het jodendom versnippert, verscheurt en verbrand het woord van God niet. Oude kapotte boeken worden eervol begraven.
Over iets wat ik me ook vaak afvraag heeft Maimonides ook al nagedacht: waar komt toch die eeuwige judeofobie vandaan? Want dat speelt al veel langer dan de constructie van de ‘vervangingstheologie’ die gelukkig aan het verdwijnen is. Het stamt al uit het oude Egypte.
Volgens Maimonides is deze geworteld in de onzekerheid van andere godsdiensten ten opzichte van de onweerlegbare en simpele grootsheid van het Joodse geloof en de Mozaïsche wet. Ach, na Maimonides werd het alleen nog maar erger. De bekeringsdrift van de RK kerk kenden geen grenzen.
Het boek spitst zich naar het einde toe op de vervolgingen van de Sefardische Joden in Spanje en Portugal door de inquisitie. De rillingen lopen je over de rug wanneer je leest dat de joden steeds maar weer mochten ‘meedoen’; door hun schranderheid het er vaak goed vanaf brachten, vervolgens kwam er toch weer afgunst om de hoek kijken en moesten ze het ontgelden. Hun bezittingen werden afgepakt/ geconfisqueerd, hun boeken verbrand en werden ze vermoord. In 1066 werd Granada ‘gezuiverd’; in 1290 werden ze uit Engeland verdreven, in 1306 uit Frankrijk. In 1467 werden de Joodse bekeerlingen tot het Christendom, de ‘conversos’ in Toledo een kopje kleiner gemaakt. Dus bekering gaf ook geen zekerheid.
In 1492 werd door Ferdinand en Isabella het vonnis getekend voor de verdrijving van de joden in Spanje na jaren van inquisitie. Het werd nota bene getekend in het Alhambra dat vierhonderd jaar eerder was ontworpen door een Jood: Jehosef ibn Nagrela en onder de dynastie van de Nasriden werd gerealiseerd.
Schokkend vond ik het verslag van de Portugese koning Emanuel (!) in 1497. Hij wilde de joden in navolging van Ferdinand en Isabella van Spanje, verdrijven uit zijn land maar wilde de voordelen die de joden hem brachten niet kwijtraken. Daarom liet hij op de avond voor Pesach alle kinderen ouder dan twee jaar oppakken. Duizenden kinderen verdwenen en werden nooit meer teruggezien.
Daar ga je toch van over je nek?
Toen wij in 2009 in Israël waren was ik niet bepaald onder de indruk van de vriendelijkheid van de Israëliërs. Ik vond hen afstandelijk en stug. Wanneer je zo de geschiedenis leest en bedenkt in welke omstandigheden zij nu alweer verkeren, dan begrijp ik veel. Zelfs in hun eigen land kennen ze nauwelijks rust.
Het is een volk wat echt altijd is opgejaagd. Daardoor is hun kennis en kunde wel over de wereld verspreid. Want ik denk dat wij ongemerkt veel aan hen te danken hebben. Kijk alleen al naar het lijstje Joodse Nobelprijswinnaars.
Aan het einde van het boek is een tijdbalk van deze periode die begint met de stele van Merenptah.
Vlak voor deze tijdbalk staat een gedeelte uit psalm 19:
De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van Zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.
Toch wordt er niets gezegd, geen woord
gehoord, het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.
Het boek spitst zich naar het einde toe op de vervolgingen van de Sefardische Joden in Spanje en Portugal door de inquisitie. De rillingen lopen je over de rug wanneer je leest dat de joden steeds maar weer mochten ‘meedoen’; door hun schranderheid het er vaak goed vanaf brachten, vervolgens kwam er toch weer afgunst om de hoek kijken en moesten ze het ontgelden. Hun bezittingen werden afgepakt/ geconfisqueerd, hun boeken verbrand en werden ze vermoord. In 1066 werd Granada ‘gezuiverd’; in 1290 werden ze uit Engeland verdreven, in 1306 uit Frankrijk. In 1467 werden de Joodse bekeerlingen tot het Christendom, de ‘conversos’ in Toledo een kopje kleiner gemaakt. Dus bekering gaf ook geen zekerheid.
In 1492 werd door Ferdinand en Isabella het vonnis getekend voor de verdrijving van de joden in Spanje na jaren van inquisitie. Het werd nota bene getekend in het Alhambra dat vierhonderd jaar eerder was ontworpen door een Jood: Jehosef ibn Nagrela en onder de dynastie van de Nasriden werd gerealiseerd.
Schokkend vond ik het verslag van de Portugese koning Emanuel (!) in 1497. Hij wilde de joden in navolging van Ferdinand en Isabella van Spanje, verdrijven uit zijn land maar wilde de voordelen die de joden hem brachten niet kwijtraken. Daarom liet hij op de avond voor Pesach alle kinderen ouder dan twee jaar oppakken. Duizenden kinderen verdwenen en werden nooit meer teruggezien.
Daar ga je toch van over je nek?
Toen wij in 2009 in Israël waren was ik niet bepaald onder de indruk van de vriendelijkheid van de Israëliërs. Ik vond hen afstandelijk en stug. Wanneer je zo de geschiedenis leest en bedenkt in welke omstandigheden zij nu alweer verkeren, dan begrijp ik veel. Zelfs in hun eigen land kennen ze nauwelijks rust.
Het is een volk wat echt altijd is opgejaagd. Daardoor is hun kennis en kunde wel over de wereld verspreid. Want ik denk dat wij ongemerkt veel aan hen te danken hebben. Kijk alleen al naar het lijstje Joodse Nobelprijswinnaars.
Aan het einde van het boek is een tijdbalk van deze periode die begint met de stele van Merenptah.
Vlak voor deze tijdbalk staat een gedeelte uit psalm 19:
De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van Zijn handen,
de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.
Toch wordt er niets gezegd, geen woord
gehoord, het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.
zaterdag 25 april 2020
De Bijbel
en dan niet de Bijbel zoals we die kennen maar een boek óver de Bijbel.
Originele titel: ‘A History of the Bible: The Story of the World’s most Influential Book’
Barton laat in dit boek zien hoe de Bijbel zoals wij die kennen is geëvolueerd (oei, beladen woord) uit wetboeken, geschriften en brieven.
Ook Barton kijkt, net als Pagels met wetenschappelijke ogen. In de conclusie schrijft hij : “Net als in de rest van dit boek ga ik er niet van uit dat de lezers zelf gelovig zijn, alleen dat ze benieuwd zijn naar de plaats van de Bijbel in het geloof.”
Ik ben gelovig maar ook nieuwsgierig, dus kennelijk behoor ik niet helemaal tot de doelgroep van Barton. maar ik zie de Bijbelwetenschap als iets anders dan het geloof dat ‘de Heilige Schrift alles bevat wat nodig is voor verlossing.’
In mijn brein geeft dat geen problemen. Het zijn twee verschillende afdelingen. Een beetje zoals Spinoza dat ervoer: de betekenis van een tekst of het waarheidsgehalte zijn twee verschillende dingen.
Ik las weer een digitale editie naar de eerste druk want het is weer een dikke pil en als boek even te duur. Misschien een keer op de tweedehandsmarkt.
Het markeren en notities maken gaat me op de e-reader ook steeds gemakkelijker af. Er zijn dan ook weer heel veel stukken gemarkeerd.
Maar hoe krijg ik nu weer een samenhangend geheel. Pffft.
Het is een naslagwerk om te kauwen en weer eens stukken te lezen en te herkauwen.
In vier delen:
1. Het Oude Testament,
2. het Nieuwe Testament,
3. de Bijbel en zijn teksten en
4. De betekenissen
De vier delen bestaan weer uit verschillende hoofdstukken en daarin beschrijft Barton de geschiedenis van het Boek der Boeken.
Hoe uit de verhalen, mythen, gedichten, profetieën en spreuken een geheel ontstond. Wat kunnen we weten van de schrijvers en wat juist niet. Hoe zit het met de inspiratie van de Heilige Schrift, met zijn verspreiding en met al die vertalingen die we inmiddels hebben.
Wat werd eraan gerommeld, met goede bedoelingen natuurlijk, maar toch. *
Soms om het wat meer 'Christologisch' te laten kloppen? Dat idee heb ik gekregen bij psalm 22.
Iedere vertaler brengt zijn eigen context mee.
Het is niet een in beton gegoten geheel maar de Bijbel die we nu kennen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Van boekrollen tot codices.
En er waren zoveel handschriften.
Wat was de invloed van ‘kerkvaders’ zoals Hieronymus, Origenes, Marcion, Luther en Tyndale. Van geschiedschrijvers zoals Josephus en Philo en van filosofen zoals Erasmus en Spinoza.
Hebben we nog iets gemeenschappelijks met de Joden en wat dan; met de Rooms Katholieken met hun Traditie en wat dan; de betekenis van de reformatie en nog veel meer.
Een bloemlezing van wat mij opviel en het besef dat dit de wetenschap is tot nu toe en dat ook niet alle wetenschappers het altijd met elkaar eens zijn:
1. Het Oude Testament.
Geschreven in de achtste eeuw BC en Prediker en Daniel in de tweede eeuw BC. De verhalen zelf zijn ouder maar hoe een orale traditie verliep is niet volledig helder te krijgen.
Het is de vraag of Mozes de schrijver was van de Pentateuch, men denkt ook aan Ezra.
Het dateren van Bijbels materiaal is enorm moeilijk; de oudste manuscripten zijn de Dode-Zee rollen uit de tweede eeuw BC.
Er is de Menerptah stele waarop Israël wordt genoemd maar dat is ook het enige in de Egyptische teksten.
Hier had ik ook al het e.e.a. op een rijtje gezet.
In het huidige Irak zijn kleitafelteksten gevonden, de Murashuteksten over een Joodse familie ten tijde van de Babylonische ballingschap. 538 BC. Dat zijn leuke weetjes.
De bloeitijd van de Joodse literatuur ligt iets eerder dan de klassiek periode van de Grieken en later dan de Egyptische en Mesopotamische teksten zoals het Gilgamesj Epos.
Barton schrijft uitgebreid over de teksten en hun verschillende stijlen. Over de profeten, wijsheden, psalmen en apocriefen. Over de Talmoed en de Midrasj.
In het OT draait het uiteindelijk om de verhevenheid van God, de autoriteit van Mozes, en de centrale plaats van de Thora.
Over de Goddelijke Inspiratie van de Bijbel en de onfeilbaarheid, over rabbijnen en kerkvaders met hun invloeden.
Origenes bijvoorbeeld vond het al getuigen van domheid om de schepping letterlijk te lezen.
Hij was dol op allegoriseren.
Ook Barton heeft zo zijn twijfels bij de gepersonifieerde wijsheid in het Spreukenboek. Ik schreef daar al eerder over.
Men leest daar altijd Christus in, waarschijnlijk gebaseerd op de Griekse tekst maar het Hebreeuws geeft daartoe geen reden. Het gaat gewoon over wijsheid. Je kunt kennelijk ook te Christologisch lezen.
2. Het Nieuwe Testament
Aandacht voor de datering, en stijlen De brieven van Paulus – tussen 40 en 60 AC - die ouder zijn dan de evangeliën en niet allemaal door hemzelf geschreven.
De triniteitsformule bestond al bij Paulus. (2 Kor 13:13) Werd later een dogma. Gedoe bij Erasmus over het ‘Comma Johanneum’.
De chronologie die binnen de brieven naar voren komt en die in het boek Handelingen beschreven wordt klopt niet.
Heeft Paulus nu 1x in de gevangenis gezeten of verschillende keren? Hoe belangrijk is dat?
Hoe zit het met de tegenstrijdigheid in de gehoorzaamheidteksten van de vrouw?
Volgens de NRSV zijn er zinnen aan toegevoegd zoals 1 Kor 14: 33b – 36 en heeft dat tussen haken geplaatst omdat het niet overeenkomt met eerdere uitspraken van Paulus.
Is de Colossenzen brief nu wel of niet door Paulus geschreven? Volgens Barton wel en volgens G. H. van Kooten in ‘Paulus en de kosmos’ in 2002 niet. (p 130) Nou ja, dat moeten de geleerde heren zelf maar uitvechten.
De Hebreeënbrief is in ieder geval niet van Paulus, dat is al door Origenes aangetoond. Later weer niet geaccepteerd natuurlijk (King James en onze Staten Vertaling) en nog weer later weer wel.
Konden Petrus en Jakobus als Aramees sprekende ongeletterden zulke brieven schrijven in het Grieks? Ook best een dingetje, ja.
Dat onder pseudoniem schrijven om gewicht aan een geschrift mee te geven was meer normaal dan nu.
Het synoptische probleem van vier verschillende evangeliën komt aan de orde; door wie en wanneer geschreven. Andere evangeliën, zoals van Petrus en Thomas zijn sowieso jonger.
De invloed van het Hellenisme wat alles en iedereen in die tijd beïnvloedde: In de Hebreeuwse bijbel is de onsterfelijkheid van de ziel niet duidelijk terug te vinden. Daar ben ik ook al eens tegen aan gelopen.
3. De Bijbel en zijn teksten
De Dode-Zee rollen zijn een belangrijk bron gebleken.
Wanneer is de canon ontstaan. Aan het einde van de tweede eeuw was er al een soort van consensus over de boeken binnen de canon. Dat was rond de tijd van Origenes. (185 – 253 )
Door Athanasius werd dat proces officieel bekrachtigd. De beruchte paasbrief van hem uit 367 AC. Het fragment van Muratori lijkt dat te bevestigen.
Niemand koos boeken of geschriften uit; ze werden gelezen, verdedigd en werden belangrijk.
Nog een oud geschrift onder vele anderen is de Didachè.
De verschillen in handschriften wordt aan de hand van voorbeelden uit de doeken gedaan
De uitspraken van Jezus over de echtscheiding bijvoorbeeld. Wat de oorspronkelijke vorm was is niet meer te achterhalen. In ieder geval kunnen we er van uit gaan dat Hij de vrouwen wilden beschermen tegen uitbuiting. Dat past inderdaad bij Zijn wezen, denk ik.
Van de Hebreeuwse Bijbel (OT) is één zorgvuldig beheerde tekst en dat is de Codex Leningradensis. Geschreven door de Masoreten in 1008.
De Dode Zee rollen, later gevonden maar ouder van datum staan dicht bij deze tekst.
De Septuagint, een Griekse vertaling van het OT uit de tweede eeuw BC die na verloop van tijd minder ‘Joods’ en meer ‘Christelijk’ werd.
Dus je beroepen op precieze teksten tijdens een discussie is een hachelijke zaak. Maar dar was ik zelf ook al achter gekomen. Vertalen is verliezen, per definitie.
4. De betekenissen
Voor Joden is de Bijbel geen boek over onheil en redding maar meer een van God ontvangen leidraad voor het leven. Joden en Christenen interpreteren daardoor heel verschillend en ontwikkelden zich op verschillende manieren .
De val van de mensheid komt behalve in Genesis nauwelijks voor in de Hebreeuwse Bijbel.
Ook volgens Bonhoeffer is ‘het geloof van het Oude Testament geen religie van redding’.
Volgens Joden kan elke passage bijdragen aan interpretaties van andere passages. Context doet er niet toe. Midrasj, het interpreteren en uitleggen komt in alle geschriften voor.
Je hebt ook nog pesjat, remez, derasj en sod. Die kende ik al.
Een aantal rabbijnse aannames over de Bijbel:
1. De Bijbel is een cryptische tekst
2. De Bijbel is altijd relevant
3. De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden (midrasj richt zich erop om de verschillen met elkaar te verzoenen)
4. De Bijbel is door God geïnspireerd.
Veel overeenkomsten dus met de Christelijke manier van uitleggen. Zij gaat er ook van uit dat de Bijbel een geheel is. Nu dan inclusief het NT. Origenes en Augustinus waren belangrijke uitleggers.
Verder ging zo ongeveer elke zichzelf respecterende theoloog/filosoof de Bijbel vertalen.
Dat gaat nog steeds door. En ieder weer met die eigen context.
Maarten Luther bedacht, behalve allerlei goede dingen, dat de Bijbel zijn eigen interpretator is. Dat kwam/kom ik op fora ook wel eens tegen en begrijp er niets van. De Bijbel zou zichzelf uitleggen?
Dan snap ik niet waar we al die theologen voor nodig hebben.
Zo gaat Barton de middeleeuwen door, de Verlichting en daarna. Het is teveel voor een staccato blogbericht als dit.
Een ieder leze zelf.
* een voorbeeld. Om polytheïsme tegen te gaan?
Deut 32 : 8 HSV
Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal Israëlieten.
Septuagint:
Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal goden.
Zie ook Adam, Eva en de Duivel.
Abonneren op:
Posts (Atom)