Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Niet in Gods naam. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Niet in Gods naam. Sorteren op datum Alle posts tonen

woensdag 6 februari 2013

Kunst en Geloof

Weer eens naar een Hillegondadebat geweest.
Deze keer ging het over de relatie tussen beeldende kunst en geloof.
Sprekers waren Liesbeth Labeur alias Sela (sela .nl) en Janpeter Muilwijk. Beiden kunstenaars die de nodige prijzen op hun naam hebben staan.
Sela kende ik van verschillende fora, de Calvijnglossy, van haar expositie ‘de brede en de smalle weg’ (ballenbak) in Middelburg, de expositie ‘kunst en reformatorisch enzo’ in Dordrecht.
In het downloadbare magazine staat op pag 30 een prototype van ‘ons’ glasobject waarvan het de bedoeling is dat het dit jaar in één van onze kerken komt te hangen, maar dan op ware grootte.

Ons protestants ‘probleem’ is dat we sinds de beeldenstorm zeer terughoudend zijn met afbeeldingen maken van wat (vooral) boven is vanuit de tien geboden. Zo werd er gesteld.
Zelf heb ik dat eigenlijk niet. Voor mezelf lag de nadruk altijd op het ‘niet aanbidden’. Dat je God niet afbeeldt; kúnt afbeelden lijkt mij logisch.
Zo zei ds. Van der Linden dat naar zijn mening het doel van het verbod op het afbeelden lag in de fixatie. Wanneer je God afbeeldt fixeer je Hem in een beeld en dat kan niet. Dat vond ik wel een goede opmerking.
Maar oké, de kunstenaars herkenden die schroom kennelijk wel. Muilwijk ‘verpakte’ Jezus dan enigszins in bijvoorbeeld een dakloze met stigmata. Dat heeft natuurlijk een diepere betekenis, zie Matth. 25 laatste gedeelte.
Hij heeft duidelijk zijn eigen stijl gevonden in tegenstelling tot Sela die zoekende is. Persoonlijk vind ik zijn kunst wat zoetsappig. Wel leuk is zo’n eigentijdse annunciation. In de klassieke schilderkunst komt dit zo vaak naar voren.
Dankzij de cursus kunstgeschiedenis weet ik nu dat, traditioneel gezien Maria wordt afgebeeld in het blauw en dat er vaak witte lelies te zien zijn, symbool van de reinheid. Verder spreekt het lam, de duif en het kruis in het raam voor zich.
Muilwijk noemde als inspiratiebron Giotto. Nu weet ik ook dat hij degene was die als eerste emotie en ruimtelijkheid in zijn schilderijen probeerde te brengen. De cursus kunstgeschiedenis werpt zijn vruchten af!

Sela’s kunstuitingen zijn heftiger, ze experimenteert meer en ze raakten mij meer. Ze begon met een 'donderpreek' uit één van de psalmen. Ze bedoelde te zeggen dat onze ideeën veranderen maar fenomenen zoals de donder en de bliksem hetzelfde blijven. Waar ze naar toe wilde weet ik eigenlijk niet goed meer.

Ze zet zich af tegen de refocultus die mensen uitsluit. Dat kwam zeer duidelijk naar voren. Ze liet een stukje horen van een gemixte sound van een stem van een waarschuwende, galmende dominee met een stevig beat eronder. Ik herkende het uit 'de ballenbak' van Middelburg. Waardering had ik voor haar variant op de sola’s van de reformatie: het sola pictura.
Op een vraag uit het publiek of er grenzen zijn aan de religieuze kunst antwoorden beiden, na aarzelen, ontkennend. Wel geloofde de één, Muilwijk, dat kunst en religie kunnen en moeten samengaan terwijl Sela daar niet in geloofde. De wegen gaan volgens haar uit elkaar.
Waarschijnlijk heeft zij feitelijk gelijk omdat de gelovigen zich zo minimaal hebben ingelaten en nog steeds inlaten met kunst, maar ik denk net als Muilwijk dat een samengaan mogelijk en zelfs een heilige verplichting is. De hele kosmos is tenslotte eigendom van Christus.
Juist christenkunstenaars zouden, geïnspireerd door Gods Geest, de mooiste kunst van de wereld moeten kunnen maken.

woensdag 19 december 2018

Sterren, Seth en Maagd



Zo rond kerst word je geconfronteerd met de sterrenhemel. Niet alleen bij een heldere, koude hemel waar van alles te zien is. Zoals bijvoorbeeld de Orion die in het boek Job en Amos al worden genoemd.
Maar ook juist door het kerstverhaal. Wijzen die een bijzondere ster zagen en op pad gingen.
Dat begrijp ik nog.
Je kunt je weg vinden aan de hand van sterren/ hemellichamen wanneer je daar handig in bent geworden. Dat geldt zeker deze astronomen.
Maar dat een ster stopt boven een huis en de wijzen dan precies weten welk huis ze moeten hebben.....dat heb ik altijd te wonderlijk gevonden.




Hoe zit het eigenlijk met die sterren in de Bijbel?
In principe zijn ze geschapen ‘tot tekenen en tot vaste tijden’ (Gen 1:14 ) Die vaste tijden lijken mij duidelijk. De sterrenhemel draait per dag en per jaar.
De eerste keer dat een ster met diepere betekenis kan worden gezien is in het verhaal van Bileam. (van die sprekende ezel) Hij voorspelde in Numeri 24:
‘Er zal een ster voortkomen uit Jakob (Israël) , en er zal een scepter uit Israël opkomen; die zal de palen der Moabieten verslaan, en zal al de kinderen van Seth verstoren.’ (vernietigen lijkt mij niet de juiste vertaling)
Deze Bileam was een astronoom/astroloog uit Mesopotamië die door de koning van Moab, Balak, was ingehuurd om de Israëlieten te vervloeken.
Met die ster wordt Jezus bedoeld. Zo lezen wij als christenen dat erin terug. Maar waarom alle kinderen van Seth, de heilige lijn in de Bijbel, verstoord zullen worden is mij niet duidelijk.
Seth was als plaatsvervanger van Abel, de tweede uit het gezin van Adam en Eva. Via hem loopt de heilige lijn (Gods zonen) en via Kain, de oudste, de onheilige.
Iets dergelijks had ik al eerder wat uitgezocht.

Zo las ik ook ergens dat de zevende na Adam uit het geslacht van Kain, Lamech was, ook een moordenaar. En de zevende uit het geslacht van Seth was Henoch, die met God wandelde.
Dat zegt ook alweer genoeg. Helaas vermengden deze lijnen zich weer met elkaar met de zondvloed tot gevolg.
Zit ik meteen weer te bedenken waarom Cham als tweede zoon van Noach wordt genoemd. Dat was niet bepaald een heilige lijn. In Gen 9: 24 staat dan ook dat Cham de jongste zoon was.
Sem zou dan de doorgaande heilige lijn moeten zijn en tweede zoon. Want uit de lijn van de Semieten wordt Jezus geboren. Dat ook dat klopt zou je kunnen opmaken uit Gen 10:21 (HSV)
Dus het rijtje van Noachs zonen verandert voor mij vanaf nu in Jafeth, Sem, Cham.
Logisch.

Dat heb ik nu altijd. Ik begin ergens mee en beland dan in allerlei andere interessante zaken.
Terug naar de sterren.

Zou het kunnen, zo vraag ik mij af, dat de ster die door de wijzen werd gezien in het sterrenbeeld Maagd (Virgo) stond? De ‘dierenriem’ was toen al bekend. (zoeken op Dendera dierenriem)
Mogelijk is daardoor ook de verwarring ontstaan met de ‘maagd’ en ‘ jonge vrouw’ in Jesaja 7:14?
In het sterrenbeeld Maagd heet de grootste ster ‘Spica’: ‘Korenaar’.
De Hebreeuwse naam is ‘Tsemach’ wat ook vertaald mag worden als ‘Spruit’ en dát komt verschillende keren voor in het Oude Testament van de Bijbel waarvan wij geloven dat het om Jezus de Messias gaat.
Jes 4:2; Jer 23:1 en 5; Jer 33:15; Zach 3:1 en 8 en Zach 6: 8 en 12
Een Maagd heeft toch iets te maken met een Spruit.
Als je verbanden wilt zien zie je ze overal en altijd; dat weet ik, maar toch...

In een tijd, zoals vroeger, met weinig lichtvervuiling kun je echt heel veel zien, dat weet ik uit ervaring.
Maar wát ze dan precies hebben gezien weet ik niet.
Het Sterrenbeeld Maagd is na Hydra het grootste sterrenbeeld en haar dichtstbijzijnde ster staat 32 lichtjaren van ons verwijderd. (Vir Alaraph) De Spica ligt op 220 lichtjaar.
Dat is minder ver dan de 2,64 miljoen lichtjaren van de Andromedanevel die ik kon zien met het blote oog.
Alleen weet ik niet of het astronomisch klopt vanuit het oosten gezien, richting het westen.
En dan nog blijft het errug lastig om zo’n ster precies boven één bepaald huis te zien.
Misschien hadden die astronomen/astrologen toch speciale meetapparatuur.




woensdag 15 januari 2014

Gewoon Jezus

Geschreven door Tom Wright (N.T. Wright) in 2011 en vertaald in 2013. Wright is een Brits Nieuw Testamenticus en hij was bisschop van Durham.
Dit is zo’n naam die in de christenwereld regelmatig opduikt en ik werd nieuwsgierig. Hij heeft al best veel geschreven. Waarom las ik dit boek? Omdat mijn oog er op viel en omdat op de achterflap dingen stonden die mijn aandacht trokken. Dat - tussen alle debatten door over het wel of niet bestaan van Jezus, was Hij menselijk of goddelijk, moet je die wonderen letterlijk nemen of niet enz. - de echte Jezus leek te verdwijnen.
Al lezende weg ontdekte ik tot mijn eigen stomme verbazing dat ik het zo fijn vond om over Hem te lezen. Nog even en ik ben ook zo’n Jesusfreak die het alleen maar over Jezus wil hebben.

Wright heeft als thema een ‘weerpraatje’. Het ontstaan van een perfecte storm. Hij neemt de lezer mee naar de tijd van toen om een poging te doen met de ogen van toen naar de geschiedenissen van Jezus te kijken en naar de storm die Hij ontketende. Of hij daarin slaagt.....mmm... het valt niet mee om een 2013/ 2014 bril af te zetten.
Die storm bestond uit een westerstorm uit Rome, een hogedruk gebied van Joodse hoop en vervolgens een orkaan van Goddelijke liefde die botst op de kille macht van het Romeinse Rijk en de oververhitte aspiraties van de Joden. (p52)

Wright beschrijft hoe de Joden, onderdrukt door de Romeinen, uitkeken naar hun Koning, gebaseerd op eerdere patronen: Een koning verslaat de vijanden,(her)bouwt de tempel.
De tempel was de plaats waar de hemel de aarde ontmoette.
Mozes was de eerste die zich ontdeed van de vijanden, de Egyptenaren en een tabernakel bouwde. David en Salomo deden het ook; David versloeg de vijanden en wilde een tempel bouwen wat Salomo dan later deed.
In 167 BC versloeg Judas de Makkabeeër (huis van de Hasmoneën) gedeeltelijk Antiochus Epifanes en herstelde de tempel.
Nog weer later was het Herodes, (een Edomiet, Idumeër) getrouwd met Mariamne uit dat Hasmoneese koningshuis die de vervallen tempel restaureerde, uitbreidde en verfraaide zodat hij geacht werd een echte Joodse koning te zijn.
Nog weer later, in 135 AC was het Simon Bar Kochba (helaas vertaald met Simon de Ster) die een poging deed en voor een tijdje als Israëls grote koning werd gezien.
Maar vóór Bar Kochba kwam Jezus. In ruimte, tijd en materie.
(Dat is meteen ook wat verwarrend. Bij het patroon van vijanden verslaan, tempel (her)bouwen wordt ook meteen Simon Bar Kochba genoemd terwijl hij van ná Chr. is. Ik begrijp wel dat het voor het boek logisch is wanneer je wilt eindigen met het Koninkrijk van God maar dat kan soms voor verwarring zorgen.)

Jezus deed niets van dat alles. Jezus genas mensen, vergaf de zonden wat anders in de tempel gebeurde door de offers. Hij gedroeg zich als een tempel. Hemel en aarde ontmoetten elkaar in Jezus.

Als Jezus de tempel vertegenwoordigde wat betekende dat toen en wat betekent dat nu?
Het betekende toen dat de tempel in Jeruzalem overbodig werd. Het voorhangsel scheurde. Het betekende dat de hemel en de aarde elkaar ontmoette in een persóón.
Jezus vertegenwoordigde een nieuw begin. God werkte door Jezus en Jezus werkt door de Heilige Geest in de gelovigen zodat zij een uitbreiding zijn van de nieuwe tempel. Waar gelovigen zijn worden hemel en aarde verenigd. P. 242
Dit sprak mij het meeste aan en bevestigde mij in mijn ideeën.
Dat koninkrijk van God is met de komst van Jezus begonnen en elke gelovige die Jezus erkent als zijn/haar Koning is onderdaan van dat Koninkrijk wat niet te zien is maar dat van binnen zit. (Luk 17: 20,21)
Kort samengevat: gedraag je er dan naar. Dat betekent niet iemand anders vertellen over jouw geloof maar iemand vertellen dat Jezus de ware Heer van de wereld is! P. 241.

Er staan nog veel meer mooie dingen in zoals deze:
“Als de tempel de ruimte was waarin het domein van God en het domein van de mens elkaar ontmoetten, dan was de sabbat de tijd dat Gods tijd en de tijd van de mens samenvielen. De sabbat was voor ‘tijd’ wat de tempel was voor ‘ruimte’.” P 158, ook al had ik soms het idee dat Wright Jezus wel érg menselijk aftekende alsof Hij soms zelf niet wist waar Hij mee bezig was.

Een aanrader.

vrijdag 23 februari 2018

Aan de oevers van de Piedra huilde ik

Geschreven door Paulo Coelho in 1994. Ik las een digitale druk uit 2007.
Eerder las ik van hem ‘Overspel’, ‘Als een rivier’, ‘de Zahir’ en ‘de Alchemist’.
In dit boek staat als voorwoord: ‘Maar de Wijsheid vindt rechtvaardiging bij al haar kinderen’ Luk 7:35.
Zijn bedoeling met dit boek is om te benadrukken “dat we omringd worden door het Buitengewone. Om ons heen zijn tekenen van God die ons de weg tonen, engelen die smeken om gehoord te worden maar we besteden aan al die dingen geen aandacht, omdat we geleerd hebben via formules en regels God te bereiken. We begrijpen niet dat Hij er al is zodra we de deur voor Hem openzetten.”[….]
“Liefhebben is ons verbinden met de ander en in hem Gods vuur ontdekken.”
Pilar is een Spaanse, wonend en studerend in Zaragoza. Voeger had ze een jeugdvriend, maar die is de wijde wereld in getrokken; schrijft haar af en toe en in één van zijn brieven schrijft hij over zijn verlangen om naar het seminarie te gaan en zijn leven aan gebed te wijden.

Op een dag hoort Pilar van hem dat hij een lezing geeft in Madrid en haar uitnodigt om te komen.
Dat doet ze en wat volgt is een week van hen en weer reizen en heen en weer geslingerd worden tussen hun weer opbloeiende liefde en het wel of niet toegeven daaraan want hij is intussen een belangrijke geestelijke geworden met genezende gaven die de nadruk legt op de Maagd  Maria.
‘God is Liefde. En als iemand dat goed begrijpt, is dat wel de Maagd.[…]De Maagd begrijpt het mysterie van de absolute overgave, omdat ze heeft liefgehad en geleden, heeft ze ons bevrijd van de smart. Zoals Jezus ons van de zonde heeft bevrijd.’
Tsja, wat moet ik daarmee als gereformeerd opgevoed meisje.

Pilars spirituele kant wordt wakker geschud en de strijd tussen ratio en emoties ontbrand.
Ik zit me nu ter plekke te realiseren dat 'hij' in het boek geen naam heeft. Waarom dat zo is, daar moet ik nog over nadenken.
De Piedra is trouwens een rivier tussen Madrid en Zaragoza. Daar zit Pilar in de epiloog en schrijft haar verhaal om het daarna in het water te gooien want ‘wat in vuur is geschreven wordt door water geblust.’
Maar ze gooit het niet in het water maar biedt het ‘hem’ aan en daarna leven ze nog lang en gelukkig.
Nee, dat is een beetje flauw van mij.
Het is best een mooi boek met diepzinnige gedachten maar af en toe dacht ik wel dat het meer een boek was voor esoterische tantes. Voor mij was het een beetje over de top.