Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Geloof en Wetenschap 1. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Geloof en Wetenschap 1. Sorteren op datum Alle posts tonen

zaterdag 27 november 2021

Weten en Geloven

Omdat onze concerten nu al voor de tweede keer zijn gecanceld en om die narigheid naar de achtergrond te duwen moet ik mijn geest maar dwingen om denkvitaminen tot me te nemen al wordt dat in deze tijd voor mij wel steeds moeilijker. Het lijkt allemaal zo zinloos.

‘Ons weten stamt uit het Griekse denken, terwijl ons geloven voortkomt uit een Joods-Christelijke bron.
Dat laatste is meer gericht op de relatie met God terwijl het eerste meer gericht is op ordening en orde.’

Een zinsnede die ik vond in een artikel (uit 2016) van Palmyre Oomen (1947) en die mij toch weer prikkelde.

Ze legt in grote lijnen uit hoe het komt dat de wetenschap (weten) en de theologie (geloven)  bij Thomas van Aquino nog met elkaar door één deur konden maar later uit elkaar zijn gegroeid en hoe we tot een synthese kunnen komen.
Het nominalisme en deïsme waren twee stromingen die hieraan ten grondslag lagen.
1. Het nominalisme van Willem van Ockham die er van overtuigd was dat God eigenlijk te groot was om rekening mee te houden. Dat God ook te kennen is uit het boek van de natuur komt dan te vervallen. Alleen de Bijbel blijft over.  

2. Het deïsme komt voort uit de traagheidswet van Newton: ‘Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort.

God heeft deze wereld in gang gezet en dan rolt het wel verder zonder Zijn ingrijpen. God kun je kennen uit de natuur, maar niet meer uit dat Boek. Het is niet zo dat God verdwijnt maar meer gaat samenvallen met de natuur en dan toch naar de achtergrond verdwijnt.

Fascinerend dat de leerstelligheden deze twee Godgeleerden hebben geleid naar het methodologische atheïsme en de wig tussen geloven en weten.
Terwijl, bezien vanuit de eerste quote van Palmyre Oomen de jood en de heiden zich beiden in het hart van iedere gelovige bevinden.
De heiden in de harten van deze twee theologen hebben iets in gang gezet wat ze waarschijnlijk zelf niet wilden en ook niet konden voorzien maar waar we nu nog mee te maken hebben.

In een volgend artikel zet Palmyre Oomen uiteen, geïnspireerd door de procestheologie van A. N. Whitehead, hoe er een synthese bereikt zou kunnen worden tussen theologie en wetenschap.

Het sympathieke van Oomen vind ik haar standpunt dat je als gelovige dit alles aan je voorbij kunt laten gaan omdat het de kern van je geloof niet aantast. Maar wanneer je verdieping zoekt kan dit helpen.  Fides quaerens intellectum (het geloof dat inzicht zoekt)
En wát ik tot nu toe gelezen heb over Whitehead bevalt me wel.

Het statische in de theologie wordt door Whitehead vervangen door het dynamische volgens Gijsbert van den Brink in ‘een publieke zaak’ (p332)
Het ‘worden’ i.p.v. ‘zijn’.  Eerder schreef ik  al dat wanneer je Genesis vertaalt met ‘wording’ i.p.v. ‘oorsprong’ het voor mij allemaal logischer wordt. 

Terug naar Oomen.
Vanuit de schepping kun je zeggen dat de natuurwetenschappen het fout zien, of dat alles poëtische is bedoeld of je neemt een derde afslag zoals Oomen (en Whitehead) doet.
God staat dan niet aan de ‘maak’ kant maar aan de ‘trek’ kant. Aan de kant van het appelleren en inspireren zoals een dirigent niets begint zonder orkest en een orkest niets zonder dirigent. Ze hebben elkaar nodig om tot het beoogde resultaat te komen. Ze zijn relationeel betrokken op elkaar.
‘God is ten aanzien van ieder particulier gebeuren actief, altijd en overal en steeds ánders in relatie tot andere omstandigheden.’
Dat gedachtengoed bevalt me wel al denk ik dat God óók aan de ‘maak’ kant staat.
Hij is dynamischer dan werd aangenomen en anticipeert veel meer op wat er in de wereld gebeurt. Laat mensen op de juiste ideeën komen om problemen te lijf te gaan.
Ik moet daar wat meer over gaan nadenken.

Een probleempje vond ik nog in het boek van van den Brink waar hij in een voetnoot de zinsnede van Whitehead aanhaalt:
‘God is the great companion- the fellow-sufferer who understands.' 
De God die ik tegenkwam in het boek van Harold Kushner en waar ik niets van moest hebben.
Palmyre ontkent dat. En ze is gepromoveerd op Whitehead.
In een ander artikel schrijft ze dat binnen het denken van Whitehead God een ‘condicio sine qua non’ voor verlossing uit lijden is. (voorwaarde zonder welke het gevolg niet ingetreden zou zijn)
Ik moet toch haar boek eens lezen: ‘Doet God ertoe’.

Dat er aan deze filosofie/theologie allerlei haken en ogen zitten zoals van den Brink ook  schrijft zal waar zijn maar geen enkel denkproces is ooit af. Hij moet dat als geen ander weten. Ook denkprocessen zijn ‘wordend’.
Je kunt je pad vinden door op weg te gaan net zoals de priesters uit Jozua 3.
Pas toen zij hun voeten in het water zetten ontstond er een pad. Een wijze les die ik mezelf altijd voorhou wanneer het moeilijk wordt. Dat geldt ook voor denkpaadjes.

woensdag 4 april 2012

De menselijke geest: illusie of werkelijkheid? (2)

De tweede avond was een stapje terug in de tijd. René Descartes leefde van 1596 – 1650.
Een methodisch twijfelaar. Hij zocht naar een basis waaraan hij niet meer kón twijfelen om vandaaruit opnieuw te kunnen gaan denken. Zo kwam hij op het bekende ‘cogito ergo sum’. Voor mezelf heb ik dat ook doorgemaakt, het zoeken naar een fundament voor mijn geloof. Voor mij is dat de Schepper geworden. Als ik om mij heen kijk naar een bloem of ik hoor het gefluit van de vogels in deze tijd van het jaar, of ik luister naar bijvoorbeeld Beethoven, die natuurlijk een totaal zinloze componist is bekeken in het licht van de evolutie of ik kijk in de spiegel en ik bedenk welke ingewikkelde dingen ik kan bedenken (en anderen nog veel meer) dan staat het voor mij onomstotelijk vast dat er een grote Geest moet zijn die achter dit alles zit. Die alles, heel langzaam met kronkelwegen, hoogte- en dieptepunten, stuurt naar een hoger plan.
Terug naar Descartes. Hij onderscheidde twee ‘werelden’: res cogitans en res extensa. Dat laatste is de materiele werkelijkheid en het eerste het Zelf, waarin ziel, geest, rede en verstand samenvallen. Dualisme.
Een paar punten van Descartes die belicht werden: Verdriet, woede, angst en alle andere passies moeten verklaard worden als effecten van de inwerking door het lichaam op de ziel. Niet de ziel maar het lichaam veroorzaakt de passies. Daar kreeg ik spontaan associaties met Swaab die ruim 350 jaar later ongeveer hetzelfde zegt. Zie (1) Maar dan op empirische basis. Neem ik aan.
Doordat we de mogelijkheid hebben om emoties te evalueren kunnen we ons rationeel verhouden tot emoties en ze integreren. Het meeberekenen van Swaab.
Wat verder belicht werd uit het oeuvre was de ‘generositeit’. Ware generositeit is het besef dat alleen de vrije wil ons toebehoort en het besluit daar goed gebruik van te maken.
Daar kwam de vrije wil weer om de hoek kijken. Zou Descartes weet hebben gehad van de NGB van Guide de Brès uit 1561? In dit geval van de ‘Confession de Foy’ uit 1580 in Frankrijk.
We kregen een stuk tekst uit ‘Les passions de l'âme’, de passies van de ziel. Het geschrift is één jaar voor zijn dood gepubliceerd en het is gebleken dat het een zeer belangrijk werk is.
Misschien een ideetje voor moederdag ofzo…
Toen we dat stuk hadden gelezen mochten we commentaar leveren. Iets wat mij en mijn vriendin was opgevallen was dat Descartes kennelijk goed op de hoogte was van het Nieuwe Testament en dan met name van de vruchten van de Geest. Het rare was dat niemand dat naar voren bracht maar dat anderen meer associaties hadden met het Boeddhisme. Terwijl het toch bekend is dat Descartes een gelovige Rooms katholiek was. Daar valt ook weer over na te denken……een teken aan de wand?
Voor de aardigheid een citaat uit 'de passies':
Ik geloof dan ook dat de ware generositeit, dat wil zeggen, de hoge waardering van zichzelf waarop men met recht aanspraak kan maken, slechts bestaat in de wetenschap dat, buiten die vrije beschikking over de wil, niets ons naar waarheid toebehoort, en dat men ons kan prijzen of laken; en verder in het besef dat men het vaste en onwankelbare voornemen heeft om daar een goed gebruik van te maken, dat wil zeggen, om nooit vrijwillig datgene na te laten of op te geven waarvan men meent dat dat het beste is. En dat alleen versta ik onder een leven dat volmaakt in overeenstemming is met de deugd. Wie dat weet en dat voelt, zal allicht beseffen dat anderen diezelfde kennis en datzelfde gevoel hebben: het is immers niet iets waarvoor men van anderen afhankelijk is. Daarom zal hij ook niemand minachten. Want hoe vaak hij ook anderen fouten ziet maken en hoe vaak daardoor ook hun zwakheid aan het licht komt, hij zal altijd eerder geneigd zijn om hen vrij te pleiten dan om hen te veroordelen: immers, hij gelooft dat zo’n fout voortkomt uit gebrek aan kennis, en niet aan goede wil.”

De volgende keer (16 april) krijgt Merleau Ponty de volle aandacht.

dinsdag 26 april 2016

Bestaat er een God?


Via geloofstoerusting.nl is een debat te bezien en te beluisteren tussen Emanuel Rutten, wiskundige en filosoof en Herman Philipse, filosoof over ‘Bestaat er een God?’, gehouden op 14 april in Utrecht.

Ik hou wel van die debatten. Wat hieronder volgt is een samenvatting.

Herman Philipse beet het spits af. Hij spreekt altijd over gloven en onglovig.
Dat klinkt zo sjiek.
Hij wierp de vraag op of God niet eerst moet worden gedefinieerd. Over welke god hebben we het eigenlijk? Want in de Hindoe tradities kennen ze wel 330 miljoen goden!
Hoe oud is dit universum? Volgens bisschop James Ussher ontstond het universum 4004 BC terwijl in de hindoetraditie dat 156 triljoen jaar geleden is geweest.
Wat achtergrond kennis: Hoe oud is de mensheid? Wanneer ontstonden godsdiensten die allemaal polytheïstisch waren.
Neanderthalers hadden al een godsdienst: 300.000 jaar gelden dus al.
Pas onder Amenhotep IV (Akhnaton) in Egypte (1344 BC )was er voor het eerst een monotheïstische godsdienst. (Ik denk dat de joden in 1400 BC uit Egypte zijn vertrokken)
Dat roept de vraag op waarom een oneindig goede, machtige en alwetende god die zegt de mensheid lief te hebben, zich zolang verborgen weet te houden?
‘Argument from Divine Hiddeness’.
Hoe is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme te verklaren? En hoe plausibel is een monotheïstische uitzonderingspositie?
Hoe is het polytheïsme te verklaren? Niet doordat die goden zich openbaarden.
De beste verklaringen voor religieuze overtuigingen zijn: óf het zijn naturalistische menselijke illusies óf het zijn naturalistische menselijke illusies....... behalve de Christelijke. En hoe plausibel is dat?
Hume: stel je bent polytheïstisch en je strijdt tegen een groep die ook polytheïstisch is. Je glooft dat de slimste god de strijd zal bepalen. Verdere overdrijving van de kennis van de goden is dan handig......oneindig machtig/oneindig goed/ oneindig groot is dus de beste god.
Het draait om groepscompetitie.
We hebben geen goden nodig om het bestaan van goden te verklaren.
Zijn er overtuigende bewijzen voor Gods bestaan? Nee.

Emanuel Rutten ging hierop in met te weerleggen dat er geen bewijzen zijn voor het bestaan van God. Bewijzen doe je in de wiskunde. In de filosofie wordt gewerkt met argumenten.
Het theïsme is de meest redelijke positie, dat kun je beargumenteren maar verder niet.
In onze tijd zijn de klassieke argumenten sterk verbeterd en zijn de oude filosofen weerlegd en zijn er nieuwe argumenten bijgekomen. Deze nieuwe argumenten maken gebruik van de ontdekkingen in de wetenschap.
Een definitie van God: een zelfbewust wezen dat geldt als eerste oorzaak van de werkelijkheid. Dat wezen is zelf onveroorzaakt. Geen twee want dan zou er toch één de eerste moeten zijn – dat wordt een causale cirkel – een logische tegenspraak. Dit verwierp Philipse later.
Als er een eerste oorzaak bestaat is deze ook uniek.
Deze oorzaak zou materialistisch kunnen zijn, dan hebben de materialisten gelijk. Het zou informatie kunnen zijn dan hebben de Platonisten gelijk of het is een bewustzijn, een zelfbewust wezen.
Wie dat zou zijn is een vervolgvraag en nu even niet aan de orde.
De eerste oorzaak is een zelfbewust wezen.
drie argumenten:

1. Kosmologisch argument
1e premisse: alles wat bestaat heeft een ontstaansoorzaak. Want uit niets kan niets ontstaan
2e premisse: het universum is begonnen te ontstaan, daar is consensus over in de wetenschap. (Dit verwierp Philipse later tot groot ongenoegen van Rutten.)
conclusie: Er moet een ontstaansoorzaak zijn van de kosmos.
De ontstaansoorzaak van de kosmos moet dan ook de ontstaansoorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie.
Niets veroorzaakt zichzelf dus moet de ontstaansoorzaak zich buiten alle ruimte, tijd en materie bevinden. Er zijn twee opties voor een dergelijke entiteit: ofwel abstracte objecten, bijvoorbeeld getallen maar zij veroorzaken niets. Ofwel een transcendent bewustzijn als grond/arche voor de kosmos. Die kun je met recht ‘God’ noemen.

2. Het Finetuning argument (of Antropisch Principe)
In de natuurkunde ontwikkelen we mathematische modellen van de kosmos. Daarin komen allerlei constanten voor. Bijvoorbeeld gravitatieconstanten, zwakke en sterke kernkracht constanten.
Die moet je meten. De uitkomsten kun je doorrekenen en dan kun je een beschrijving maken van ons universum.
Men is eens aan die getallen gaan sleutelen om te kijken welk universum dat zou opleveren. Wat bleek: er zou geen universum ontstaan waarop leven mogelijk zou zijn wanneer er ook maar íets zou veranderen aan die natuurconstanten.
Hoe kunnen we dat verklaren?
Het kan toeval zijn, maar dat is niet redelijk. Het kan noodzakelijk waar zijn, dat is niet redelijk. Er zou een multiversum kunnen zijn en in één daarvan zouden de getalletjes precies kunnen kloppen maar dat is ook niet geloofwaardig. (en daar schijnen andere problemen aan vast te zitten.)
Redelijke optie: we hebben die waarden omdat die gewíld zijn opdat er leven zou zijn. Dat verwijst naar een intentionele Wills Act. Een Wills Act van een bewustzijn die deze getalletjes gewild heeft en dat verwijst naar een transcendent bewustzijn dat geldt als grond en oorzaak van de kosmos.

3. Het Modaal Epistemisch argument (dit heeft hij zelf ontwikkeld)
1e premisse: als iets mogelijk waar is, is het kenbaar
2e premisse: het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat.
God bestaat.
Je kunt niet weten dat God niet bestaat; dan bestaat Hij want: zou hij niet bestaan dan zou dat mogelijk zijn en dus kenbaar maar dat was niet kenbaar. God bestaat.
Omdraaien gaat niet: Je kunt wel weten dat God bestaat. Het is namelijk mogelijk dat als God bestaat, God zelf het weet. Dat is niet onmogelijk dus mogelijk, dus kenbaar.

Pfffffffft..........

Het derde deel, het echte debat vond ik warrig. Het geluid werkte ook niet optimaal al werd het op 30 min, toen het ging over de Finetuning, nog wel even interessant. Naar mijn mening was Philipse niet op zijn best. Hij moet het afleggen tegen de jongere en snellere geest van Emanuel Rutten.
Ik heb mijzelf serieus af zitten vragen of ik bevooroordeeld ben om dat Emanuel christen is en Herman niet en hij ook nog eens badinerend doet over God. Maar ik geloof het niet.