Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 3 januari 2017

Woorden van Christus


Geschreven door Michel Henry in 2002. In 2016 vertaald vanuit het Frans: ‘Paroles du Christ’
Michel Henry was een Franse filosoof en schrijver. Hij overleed in 2002 vlak voor dit boek uitkwam.
Een fenomenologische filosoof. Pas op latere leeftijd kreeg hij interesse in het Christendom. Zijn laatste drie boeken gaan daarover.
Dat heb ik uit deze studie.

Op een fenomenologische manier heeft hij de teksten van Jezus uit de Bijbel gelezen en geïnterpreteerd. Jezus was God én mens. Hoe kan dat? Hoe betrouwbaar is dat? En dat impliceert dat Zijn woorden Goddelijk en menselijk waren/zijn. Hoe kunnen we dat te weten komen.
Dat legt hij allemaal uit. Best wel taal-toegankelijk maar het is lezen en herlezen en weer lezen om te begrijpen wat hij bedoelt.

Zijn denken wordt bepaald door één vraag: wat is léven? Wat betekent dat fenomenologisch, want Henry blijft filosoof en geen theoloog. Het leven is de openbaring aan zichzelf. Het is een fenomenologie met gesloten ogen. Van datgene wat zichzelf ervaart. Van immanentie. Van ‘het bij zichzelf blijven’ (p123) en ‘het spreekt een taal waarvan alle eigenschappen zijn bepaald door de eigenschappen waarmee het leven zelf spreekt’. (p 124)
Deze taal van het leven is het Woord waarin God spreekt.
In het biologische leven, het uitwendige, zit geen kwaad. Want daar zit niets ‘menselijks’ in. Dat zit in het hart. Daar zitten de intenties en verlangens, ook bijvoorbeeld hebzucht en moordzucht. De ethiek van Jezus richt zich daarop.
Die ethiek zet de wereldse 'condition humaine' op zijn kop. Het menselijk hart (het vlees) is het principe van die condition humaine. En daarin schuilt het kwaad, onreinheid. Voedsel kan dus bijvoorbeeld niet meer onrein zijn.

De wereld is het zichtbare en het leven het onzichtbare. Menselijk leven is zelfs meer waard dan dat van de vogels en bloemen op het veld. Waarom reikt de mens dan naar datgene wat in de wereld is? Hij devalueert zichzelf daarmee.
Ook wanneer je de mens ondergeschikt maakt aan wetten devalueer je de mens. ‘De sabbat is er voor de mens; de mens niet voor de sabbat’.
Terwijl mens zijn, léven is en leven God.
‘Wij weten wat God is omdat wij levende mensen zijn en omdat er geen levend mens is zonder dat hij in zichzelf het leven heeft, niet als een hem onbekend geheim maar als precies dat wat hijzelf zonder ophouden voelt, als dat waarin hij zichzelf gewaarwordt, als zijn eigen wezen en zijn eigen werkelijkheid.’
Hij spreekt over de taal van de wereld en de taal van het leven. Bij dat laatste denk ik dat wij dat de ‘geloofstaal’ noemen en te maken heeft met de bevinding/ervaring.
De ‘wereldtaal’ kan geloofwaardig overkomen maar hoeft dat niet te zijn terwijl wij in onszelf het leven voelen en ervaren, iets wat we onszelf niet hebben gegeven maar waarvan we weten dat het er is. Dat is het Woord in ons en is God en is Waarheid; kan niet liegen.
Taal op basis daarvan is de levenstaal. Het luisteren naar dat Woord is ieder mens gegeven maar niet iedereen wil of doet dat. Of raakt geïrriteerd of gaat de discussie aan. Zie gelijkenis van de Zaaier in Matt 13; Marcus 4; Lukas 8 die hij op zijn eigen wijze uitlegt.

Het verbaast mij ook niet dat hij het evangelie van Johannes zo vaak noemt. Het is het meest filosofische evangelie. Daar wordt gesproken over het Woord, de basis van alles (‘Er zij licht’)en dat Woord is in het menselijke vlees gekomen.

Nog even een uitstapje: Henry vindt Karl Marx één van de belangrijkste christelijke denkers. Daar kijk ik niet gek van op. Tijdens mijn middelbare school en de lessen geschiedenis die over Marx gingen kon ik ook niet anders concluderen. Iemand die pleitte voor het gelijk verdelen van alle geld en goederen…dat was een uitermate christelijke-doe-gedachte.
Maar, zo kwam ik zelf tot de conclusie, vanwege de zondigheid in de mens, zijn hebzucht en machtswellust zou dit nooit haalbaar zijn en gedoemd te mislukken. Jammer.
Dat is ook gebleken bij de val van het communisme.
Henry benadert Marx iets anders dan deze huisvrouw. Volgens Hernry die twee boeken over Karl Marx schreef had Marx kennelijk ook door dat het kapitalisme een systeem is waarin de mens nog slechts uitgedrukt wordt in geld. Het leven als ervaring is eruit geweken.

"To be born is not to come into the world. To be born is to come into life."

Een quote uit een ander boek van hem: ”I Am the Truth. Toward a Philosophy of Christianity”. Het past ook bij dit boek.

maandag 2 januari 2017

Kerngedachte


‘De kerngedachte is dus dat wie voor het zijn zelf zorgt, te prijzen is. Want het zijn verhoudt zich tot het niets als licht tot donker. Er zijn, mogen bestaan, is licht. De dood, het niets, is duisternis.’

schreef Emanuel Rutten op 15 dec 2016 in één van zijn blogberichtjes.

God is licht, in Hem geen duisternis. God is: JHWH.
Ik ben, Zijn, Leven
What’s in a Name? vraagt die oude knar uit Stratford upon Avon dan nog...
Nou dit:
Leven


donderdag 29 december 2016

Het kwaad


of het drama van de vrijheid (Duitse ondertitel)
Geschreven door Rüdiger Safranski in 1997. Ik las een Nederlandse vertaling uit 2011.

Als filosoof schreef hij meer over personen dan over begrippen. Ik kwam hem op het spoor doordat hij genoemd werd in het boek ‘waar komt het kwaad vandaan’ van Dr. A.H. van Veluw (voornamelijk p. 117 - 126) en omdat er tijdens mijn colleges filosofie over werd gesproken.
Deze filosoof is gemakkelijker te volgen. (de materie niet)
Misschien moet ik me ook eens wagen aan zijn biografieën over Heidegger en Nietzsche.
Hoewel ik geen idee heb van zijn al dan niet religieuze status schrijft hij heel leerzame dingen over de geschiedenissen in de Bijbel.
Hij belicht de verhalen van een andere kant en dat geeft eye-openers die ik eens nader wil onderzoeken. Later.
Fascinerend is wel dat zowel Hannah Arendt als Safranski, als atheisten/ agnosten teruggrijpen op de Bijbel. Kennelijk is het één en ander in dit ondermaanse mét de Bijbelse verhalen beter te verklaren dan zonder.
Waarom snapt de rest van de a(nti)theïstische mensheid dan niet hoe waardevol die verhalen zijn?

In ieder geval: hij probeert lijnen te trekken door de geschiedenis heen om het kwaad in de wereld te verklaren.
Nee, meer begrijpelijk te maken, inzicht te geven. Hoe werd er over gedacht door de eeuwen heen door grote filosofen, leiders en schrijvers. ( ik kwam o.a. Cees Nooteboom tegen)
Waar komt het vandaan, moeten we het maar accepteren? Komt het uit onszelf of is het een strijd tussen goede en kwade machten met de mensheid als inzet?
Safranski bespreekt vooral het ‘morele kwaad’. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen.
Natuurlijk kwaad wordt alleen kwaad genoemd wanneer er mensen bij betrokken zijn. Raar is dat.
Een onbewoond eilandje wat door een tsunami verdwijnt: het haalt de voorpagina’s niet. Niemand die zich druk maakt behalve misschien iemand van Greenpeace. En dan nog alleen wanneer het op langere termijn bedreigend zou zijn voor de mens.
Bewijst wel datgene wat wij kwaad noemen en de mens met elkaar te maken hebben.
Het hoort bij de vrijheid van de mens. ‘Het drama van de vrijheid’.
Hij is voorstander van de vrije wil.

Safranski begint in het oude Egypte, de Griekse en Joodse/ Bijbels wereld en vervolgens de westerse denkwereld. Alle grote namen worden besproken: Augustinus, Leibnitz, Schelling, Schopenhauer, Hobbes, Hegel, Kant, Rousseau, de Sade, Nietzsche, de existentialisten, Freud en Hitler.
Ja, er bestaat kwaad om het kwaad. De diepste duisternis. Ik hoef maar aan Omran te denken.
Al zal degenen die erop worden bevraagd er wel een reden aan weten te geven denk ik zo.
Hij betrekt ook de kunst erbij omdat religie en kunst beiden producten zijn van de verbeeldingskracht. (of religie echt enkel een product is van de kracht van de verbeelding laat ik even rusten)
‘Het romantische geloof in kunst (van ná de Renaissance) wil het onmogelijke. Het wil met raffinement terug naar de naïviteit, met als resultaat dat de plaats van de oude substanties, het spiegelkabinet van de verdubbelingenzijn intrede doet: het gevoel van het gevoel, het geloof in het geloof, de gedachte aan de gedachte. Iedere emotionele opwelling beziet zichzelf’.
Dat is ook iets waarvan we tijdens onze zoektocht naar kunst in onze kerken ons zeer bewust waren en wat ons bezighield.
Ook kunst is vatbaar voor de dreiging die uitgaat van het niets van de zinloosheid.’
Hij schrijft heel veel zinnige dingen die het waard zijn om te overdenken.

Aan het einde van het boek, in de coda, stelt Safranski de vraag of ‘we niet allang machteloos vast zitten in een lawine die onstuitbaar het dal in dendert.’
Ik denk van wel. We zijn echt niet ‘vrij’.
Na de ‘dood van God’ is het de beurt aan de mens. Juist door zijn logica. Misschien niet in natuurlijke zin maar dan toch geestelijk.
Toen ik ooit op een Intensive Care werkte en over een bed hing met een (slapende) patiënt om allerhande apparatuur aan te sluiten, had ik een gesprekje met een chirurg. Hoe mooi al die technieken toch waren. Levensreddend.
“We moeten wel zorgen dat we de techniek de baas blijven” zei hij. “Wanneer de techniek over ons gaat heersen....daar wil ik liever niet aan denken”.
Inmiddels gaan we aardig die richting uit. En wie is zich daarvan bewust?
Zou dat ook de vaak onredelijke ‘angst’ of afkeer verklaren van veel mensen voor DE wetenschap? Hoe meer ik daarover nadenk hoe logischer dat weer wordt. Maar kun je de rollercoaster waar we inzitten vertragen of stilzetten door tegen de wetenschap te (blijven) ageren? Lijkt mij niet.
Geloven is niet logisch en veroorzaakt daardoor een breuk met het ‘werelds’ denken.
Het is wel levensreddend.



woensdag 28 december 2016

Omran


Dit is Omran Daqneesh
Via de krant kon ik zijn naam achterhalen.
Pas geleden zag ik het filmfragment op de tv. Mijn hart verkrampte.

Een ventje zoals mijn kleinzoon, verdwaasd op een stoel gezet in de ambulance. Zijn linker oogje half dicht. Er liep bloed lang zijn hoofd en dat kriebelde. Hij veegde er langs en ontdekte dat het nat was en kleefde aan zijn handje.
Hij keek er naar en probeerde toen wanhopig om het aan de stoel waar hij op zat af te vegen.
Hij wist kennelijk dat het niet in de haak was.

Een beeld van een oorlog. Op 17 augustus opgenomen. In Amerika werd het via de New York Times toen al een symbool van het lijden in Aleppo.
Ik krijg het kereltje niet meer van mijn netvlies af.

Peter Grimes


Een kers op de taart van de week Wenen was wel de opera Peter Grimes van Benjamin Britten.
Het was zijn tweede opera en is voor het eerst uitgevoerd in 1945.

De Weense Staatsopera heeft het beroemdste operaorkest ter wereld en is een repertoiretheater.
Dat betekent dat er elke dag iets anders te zien en te horen is. Zo werd het ons verteld door de gids in het Musikverein. (van het jaarlijks uitgezonden concert op 1 januari)
Decors moeten snel omgebouwd worden.
Daar zit ook een klein beetje mijn probleem. Peter Grimes speelt zich af in Suffolk in het midden van de 19e eeuw. De decors zijn en blijven echter heel modern minimalistisch. Dat begrijp ik dan wel weer als Britten zit ingeklemd tussen het ballet Raymonda van Petipa en Glazunov op donderdagvond en ‘de barbier van Sevilla’ van Rossini op dinsdagavond.
Mooiere decors kunnen er zijn wanneer een opera een paar weken op dezelfde locatie wordt uitgevoerd.

Ondanks dat ik niet zo hou van klassiek geschoolde stemmen sleepte het verhaal mij toch mee.
Het was goed te volgen omdat bij elke plaats een opklapbaar systeempje zit waarop de tekst te volgen is in het Engels of in het Duits.

In grote lijnen het verhaal: Een ruwe visser, Peter Grimes, wordt het slachtoffer van roddel en achterklap en ziet daardoor maar één uitweg. Alleen Ellen, een schooljuffrouw blijft in hem geloven.
Wanneer aan het eind van de laatste akte de kustwacht van het dorp gewag maakt van een schip in nood wordt er gereageerd met: ach, weer zo’n gerucht.
Waarom beginnen oude tantetjes eigenlijk altijd met roddels?
Het orkest was schitterend.
Dirigent: Graeme Jenkins


dinsdag 27 december 2016

Willen en Nillen


Weer eens een uitstapje naar de ‘vrije wil’ waarin ik niet geloof.

Waarom? Omdat het in onze kringen veel gebruikte ‘robottenargument’ steeds maar achter in mijn geest blijft hangen terwijl ik al jaren meer voel dan onder woorden kan brengen dat het niet helemaal klopt.
Het robotten argument; wat bedoel ik daarmee?
Ik maak even gebruik van het boek: ‘Brieven van en scepticus’ van Gregory Boyd uit 2001. Een briefwisseling tussen ongelovige vader en gelovige zoon waarbij de zoon antwoord op de vraag van de vader waarom er zoveel leed in de wereld is en dan komt die ‘vrije wil’ in beeld.
Hij schrijft op p. 22:
‘Het lijkt mij pa, dat áls God zijn schepselen een vrije wil geeft, Hij ook ruimte moet laten voor de mogelijkheid dat ze misbruik maken van die vrijheid, zelfs als dat betekent dat anderen pijn gedaan worden. [….] God heeft dit zo gemaakt, omdat het alternatief zou zijn een ras van robots die niet werkelijk kunnen liefhebben – maar zulke robots zijn de moeite van het scheppen nauwelijks waard.’ [….] God schept vrije mensen die kunnen doen wat ze willen, en geen voorgeprogrammeerde instrumenten die uiteindelijk doen wat Hem behaagt'.

De vraag die dan opborrelt bij mij is: Natuurlijk had de almachtige God mensen kunnen scheppen die in vrijheid Hem zouden kunnen liefhebben en hoe zit het trouwens dan in het hiernamaals, wanneer we alleen maar goed kunnen zijn/doen? Zijn wij dan veranderd in robots? Natuurlijk niet.....hoop ik.
Is God een robot omdat Hij alleen maar goed kan doen/zijn?
En waarom besluiten wij dat we anders robots zouden zijn? Voorgeprogrammeerde mensen.

Wij zijn geschapen ‘in the image of God’, naar Gods beeld en gelijkenis. De betekenis die hieraan gegeven wordt is dat we zonder zonden zijn geschapen. Dat is zo maar....
Moest God deze kosmos scheppen? Nee, dat hoefde Hij niet.
Hij kon willen maar ook nillen. Een actief niet-willen.
Dank aan Hannah Arendt voor dit woord. Het betekent een ‘tegenwil’ wat iets anders is dan ‘ik wil niet’ want dat kan begrepen worden als een ontbreken van de wil of als de wil om de wil op te geven. Ja, ik heb geleerd dat ‘de wil’ best wel complex in elkaar steekt.
Een praktisch voorbeeld wat ooit in mijn eigen leven speelde: Zullen we deze kerk verlaten en naar een andere omzien of niet. We hebben actief besloten om dat niet te doen. Niet te willen. Dat is nillen.
Dat hoeft niet fout of ‘duisternis’ te zijn.

Zo kunnen wij willen en nillen juist omdát we naar Gods beeld zijn geschapen. Willen kan goed handelen tot gevolg hebben maar nillen kan dat ook. Alle tijd dat God de kosmos ‘nilde’ , nog niet wilde, was dat niet verkeerd.
Toch besloot Hij ‘op een dag’ om een wereld in aanzijn te roepen. Hij hoefde dat niet te doen.
De schepping is dus contingent. De grond van de beslissing om toch te scheppen ligt in de liefde.
Waarom heeft Hij dat zo besloten? Dat gedoe, die constructie met die schepping, val en verlossing. Ook daarvan moeten we de reden zoeken in de liefde. Ik zou het niet anders weten.
Alzo lief had God Zijn wereld....dat speldenpuntje in het immense heelal.
Dat liefhebben deed Hij allang voor de zondenval.

Wilde God voor Zich een volk verzamelen dat Hem eindeloos zou aanbidden of prijzen? Zo is mij dat wel geleerd. Misschien is dat ook zo.
Maar wanneer ik de schepping van de mens erbij betrek:
misschien wilde Hij ook wel een waardige ‘tegenover’. Een volk wat kan willen en nillen.
Mensen die eindeloos kunnen nillen tegenover alles wat niet in de haak is. Dan verander je echt niet in een robot. Dan zijn we als God. Naar het beeld van Jezus. (Rom. 8:29)

Opgelost? Mmmmm, nee, het wordt eigenlijk steeds onbegrijpelijker.


09-01-17
Na nog weer eens te hebben nagedacht valt het bovenstaande verhaal eigenlijk kort samen te vatten.
Wij zijn geschapen naar Gods beeld en dat roept grote verantwoordelijkheden op.
Daar moet de focus misschien veel meer op komen te liggen.

zaterdag 24 december 2016

Winters Wenen


Heel stiekem had ik het gehoopt. Dat er sneeuw zou liggen tijdens onze midweek Wenen. Het zag er niet naar uit volgens de Nederlandse weerberichten.
Tot mijn verbazing begon het echter dinsdagmorgen te sneeuwen en veranderde de muziekstad in een prachtig kerstsprookje.
We bleven plaatjes schieten. Elke wijk heeft zijn eigen kerstmarkt en eigen gezelligheid die s ‘avonds met lichtjes aan steeds sfeervoller wordt.















De meeste punten van mijn ‘bucket list’ zijn behaald.
Dat is niet zo moeilijk; je loopt gewoon een paar Japanners achterna en je komt vanzelf bij alle bezienswaardigheden.
Bijvoorbeeld de Weense Staatsopera, het Musikverein van het jaarlijkse nieuwjaarsconcert, het Prater, de Stephansdom en Schloss Schönbrunn met zijn palmhuis en de Hofburg, ‘de kus’ van Gustav Klimt in het Belvedère en nog wat andere schilderijen.
Door het prachtige winterse weer hebben we behalve het Belvedère de meeste tijd buiten doorgebracht dus er staan voor een eventuele volgende keer nog genoeg ‘binnenaangelegenheden’ op het programma.