If people are good only they fear punishment and hope for reward, then we are a sorry lot indeed.
Albert Einstein (1879 - 1955)
natuurkundige en uitvinder
Als mensen alleen goed zijn om straf te ontlopen of beloning te ontvangen dan zijn we een treurig lot beschoren.
Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
donderdag 14 november 2013
zaterdag 9 november 2013
Zwammen
Tijdens een wandeltochtje door de bossen van Drenthe stuitte ik op een paar paddenstoelen die ik nog nooit heb gezien.
Na verschillende sites met paddenstoelen doorgekeken te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat ik een heel nieuw soort heb ontdekt.....
Zo heb ik ze gedoopt tot Cathy-tulazwammen.
Vogelspin was namelijk de associatie die bij me opkwam.
Oké...voor wie de echte naam weet..... ik hou mij aanbevolen.
Na verschillende sites met paddenstoelen doorgekeken te hebben ben ik tot de conclusie gekomen dat ik een heel nieuw soort heb ontdekt.....
Zo heb ik ze gedoopt tot Cathy-tulazwammen.
Vogelspin was namelijk de associatie die bij me opkwam.
Oké...voor wie de echte naam weet..... ik hou mij aanbevolen.
vrijdag 8 november 2013
Drenthe
Meneer Cathy was toe aan wat rust. Oké, weekendje Drenthe geboekt.
Het was leuk; veel gefietst en gewandeld en plots bedacht ik me dat we ons dichtbij het Drents Museum in Assen bevonden waar de dode zeerollen te zien zijn. (tot 05-01-2014)
Voor de maandag was er storm voorspeld, van wandelen of fietsen zou niets terecht komen en zo had ik binnenbreins besloten dat het museum een mooi, educatief alternatief zou kunnen zijn.
Helaas, ik was vergeten dat Anno Domini 2013 op Zondag in Nederland er van alles open is en op Maandag van alles gesloten. Kunnen we dan nu niet definitief de shabbat naar de maandag verplaatsen?? Zo raak ik van de leg.
Dus helaas voor mij en tot grote vreugde van meneer Cathy bleef de deur van het museum gesloten. Was ik zo dichtbij…………
Volgens meneer Cathy stelde ik me aan. Ik had toch van die dode dingen nog niet zo lang geleden in Amman, Jordanië gezien?
Daar lagen er enkele in het Nationaal Museum wat we hebben bezocht. De hondjes mogen ook wat van de kruimels die van de tafel vallen: Jordanië mag ook een beetje mee profiteren van de vondsten uit Qumran. (1947-1956)
Eigenlijk had hij wel gelijk.
Zou het in Assen erg veel verschillen van deze attributen die ik dáár vrijelijk mocht fotograferen en die ik zelf toch niet kan lezen?
Het was leuk; veel gefietst en gewandeld en plots bedacht ik me dat we ons dichtbij het Drents Museum in Assen bevonden waar de dode zeerollen te zien zijn. (tot 05-01-2014)
Voor de maandag was er storm voorspeld, van wandelen of fietsen zou niets terecht komen en zo had ik binnenbreins besloten dat het museum een mooi, educatief alternatief zou kunnen zijn.
Helaas, ik was vergeten dat Anno Domini 2013 op Zondag in Nederland er van alles open is en op Maandag van alles gesloten. Kunnen we dan nu niet definitief de shabbat naar de maandag verplaatsen?? Zo raak ik van de leg.
Dus helaas voor mij en tot grote vreugde van meneer Cathy bleef de deur van het museum gesloten. Was ik zo dichtbij…………
Volgens meneer Cathy stelde ik me aan. Ik had toch van die dode dingen nog niet zo lang geleden in Amman, Jordanië gezien?
Daar lagen er enkele in het Nationaal Museum wat we hebben bezocht. De hondjes mogen ook wat van de kruimels die van de tafel vallen: Jordanië mag ook een beetje mee profiteren van de vondsten uit Qumran. (1947-1956)
Eigenlijk had hij wel gelijk.
Zou het in Assen erg veel verschillen van deze attributen die ik dáár vrijelijk mocht fotograferen en die ik zelf toch niet kan lezen?
woensdag 6 november 2013
God bewijzen
Geschreven door Stefan Paas en Rik Peels, uitgegeven in 2013.
Ondertitel: argumenten voor en tegen geloven.
Zulke boeken trekken altijd heel erg mijn aandacht omdat ik mij jaren geleden op de apologetiek heb gestort en alle nieuwe uitgaven die daar betrekking op hebben opslurp. Maar zo langzamerhand lees ik niet veel nieuwe dingen meer.
De titel bevreemde mij. God bewijzen. Dat kan niet. God hoort vooral bij de metafysische werkelijkheid en bewijzen zijn attributen die bij de fysische werkelijkheid/ wetenschap horen.
Misschien is dit net zo’n poging als ‘Wij zijn ons brein’ van Swaab.
Een stellige titel waarbij je al vraagtekens hebt maar die je toch nieuwsgierig maakt en de kooplust prikkelt.
Het boek is opgedeeld in vijf flinke hoofdstukken die weer zijn onderverdeeld en gelukkig allemaal een conclusie hebben. Prettig voor mijn seniorenbrein.
In de proloog komt het al aan de orde: het is belangrijk om redelijke argumenten, geen bewijzen, te hebben waarom je gelooft.
Hoofdstuk 1 en 2 betogen dat het heel redelijke is om te geloven en dat je daar eigenlijk geen argumenten voor op tafel behoeft te leggen; dat de ongelovige maar moet aantonen waarom het niet redelijk zou zijn. Paas en Peels leggen de ‘bewijslast’ bij de atheïst met het voorbeeld van een stofzuigerverkoper. Wanneer je als gelovige een goede stofzuiger hebt zal een stofzuigerverkoper moeten aantonen dat ie niet deugt of dat zijn stofzuiger beter is dan de mijne.
Of dat gaat werken betwijfel ik intuitief. Wij hebben iets moois aan te bieden, waarom zouden we dat simpelweg niet doen? Als het heel natuurlijk is om te geloven – en dat geloof ik ook - moeten we oppassen om niet al te veel in de verdediging te schieten.
Lezende weg verbeelde ik mij dat ik dingen herkende van het vrijdenkersforum waar ik een tijdje lid ben geweest en waar ook Stefan Paas eens pogingen deed de goegemeente aldaar iets zinnigs bij te brengen.
Het 3e hoofdstuk is het langste en betoogt waarom de argumenten tégen het bestaan van God niet overtuigend zijn.
In het 4e hoofdstuk wordt een leven zonder God besproken en in het 5e de argumenten vóór het bestaan van God. Voor mij als gelovige was dat het minst interessante maar dat geven de schrijvers ook aan: gelovigen zouden het kunnen overslaan. (Behalve de uitleg van het ontologische Argument van Anselmus, de weerlegging van Immanuel Kant en de weerlegging daar weer op. Par 5.8 Ik geloof dat ik het nu echt begin te snappen.)
Het 4e hoofdstuk vond ik meest boeiend. Daarin wordt een poging gedaan verder door te denken over een wereld zonder God en een Goddelijke moraal.
Ze halen Nietzsche aan, die ik zie als een sterk, visionair HSP-er (High-Sensitive-Person) met zijn ‘God is dood’ verhaal. Door de secularisering onderschatten we het gapende, moraalloze gat dat onder onze beschaving ligt.
Wat gaat het opleveren wanneer we niet meer teren op de Joods Christelijke beschaving/ moraal en zelf de regels moeten gaan bepalen?
Je hebt dan in mijn ogen sowieso een autoriteitsprobleem.
Natuurlijk zijn er de basale regels van het gezonde verstand, bij P&P de ‘onderbouw’ genoemd. Maar hoe lang zijn de regels voor de steeds wisselende ‘bovenbouw’ houdbaar. Het is een terechte vraag die in het boek gesteld wordt.
‘Hoelang kunnen mensen blijven geloven in waarden die in hun eigen ogen niet meer zijn dan culturele constructies’. (p 266)
Zo geloof ik ook dat in de kern een leven zonder God eenzaam, doelloos, hoop-loos en waarden-loos is.
Volgens mij was het Voltaire die zei: Als God niet bestond zou men hem moeten uitvinden.
Ondertitel: argumenten voor en tegen geloven.
Zulke boeken trekken altijd heel erg mijn aandacht omdat ik mij jaren geleden op de apologetiek heb gestort en alle nieuwe uitgaven die daar betrekking op hebben opslurp. Maar zo langzamerhand lees ik niet veel nieuwe dingen meer.
De titel bevreemde mij. God bewijzen. Dat kan niet. God hoort vooral bij de metafysische werkelijkheid en bewijzen zijn attributen die bij de fysische werkelijkheid/ wetenschap horen.
Misschien is dit net zo’n poging als ‘Wij zijn ons brein’ van Swaab.
Een stellige titel waarbij je al vraagtekens hebt maar die je toch nieuwsgierig maakt en de kooplust prikkelt.
Het boek is opgedeeld in vijf flinke hoofdstukken die weer zijn onderverdeeld en gelukkig allemaal een conclusie hebben. Prettig voor mijn seniorenbrein.
In de proloog komt het al aan de orde: het is belangrijk om redelijke argumenten, geen bewijzen, te hebben waarom je gelooft.
Hoofdstuk 1 en 2 betogen dat het heel redelijke is om te geloven en dat je daar eigenlijk geen argumenten voor op tafel behoeft te leggen; dat de ongelovige maar moet aantonen waarom het niet redelijk zou zijn. Paas en Peels leggen de ‘bewijslast’ bij de atheïst met het voorbeeld van een stofzuigerverkoper. Wanneer je als gelovige een goede stofzuiger hebt zal een stofzuigerverkoper moeten aantonen dat ie niet deugt of dat zijn stofzuiger beter is dan de mijne.
Of dat gaat werken betwijfel ik intuitief. Wij hebben iets moois aan te bieden, waarom zouden we dat simpelweg niet doen? Als het heel natuurlijk is om te geloven – en dat geloof ik ook - moeten we oppassen om niet al te veel in de verdediging te schieten.
Lezende weg verbeelde ik mij dat ik dingen herkende van het vrijdenkersforum waar ik een tijdje lid ben geweest en waar ook Stefan Paas eens pogingen deed de goegemeente aldaar iets zinnigs bij te brengen.
Het 3e hoofdstuk is het langste en betoogt waarom de argumenten tégen het bestaan van God niet overtuigend zijn.
In het 4e hoofdstuk wordt een leven zonder God besproken en in het 5e de argumenten vóór het bestaan van God. Voor mij als gelovige was dat het minst interessante maar dat geven de schrijvers ook aan: gelovigen zouden het kunnen overslaan. (Behalve de uitleg van het ontologische Argument van Anselmus, de weerlegging van Immanuel Kant en de weerlegging daar weer op. Par 5.8 Ik geloof dat ik het nu echt begin te snappen.)
Het 4e hoofdstuk vond ik meest boeiend. Daarin wordt een poging gedaan verder door te denken over een wereld zonder God en een Goddelijke moraal.
Ze halen Nietzsche aan, die ik zie als een sterk, visionair HSP-er (High-Sensitive-Person) met zijn ‘God is dood’ verhaal. Door de secularisering onderschatten we het gapende, moraalloze gat dat onder onze beschaving ligt.
Wat gaat het opleveren wanneer we niet meer teren op de Joods Christelijke beschaving/ moraal en zelf de regels moeten gaan bepalen?
Je hebt dan in mijn ogen sowieso een autoriteitsprobleem.
Natuurlijk zijn er de basale regels van het gezonde verstand, bij P&P de ‘onderbouw’ genoemd. Maar hoe lang zijn de regels voor de steeds wisselende ‘bovenbouw’ houdbaar. Het is een terechte vraag die in het boek gesteld wordt.
‘Hoelang kunnen mensen blijven geloven in waarden die in hun eigen ogen niet meer zijn dan culturele constructies’. (p 266)
Zo geloof ik ook dat in de kern een leven zonder God eenzaam, doelloos, hoop-loos en waarden-loos is.
Volgens mij was het Voltaire die zei: Als God niet bestond zou men hem moeten uitvinden.
donderdag 31 oktober 2013
Geld is de wortel?
Jammer, jammer, jammer. Gemiste kans voor de christenheid in Nederland.
Ds. (?) Jan van de Bosch kent zijn Bijbel niet.
Hij maakte de uitglijder bij de Pauw en Witteman uitzending van 29-10-13.
Tijdens een discussie met Marike Stellinga over de crisis bij de Rabobank interrumpeerde hij met de opmerking dat in het Boek dat hij zegt dagelijks te lezen, staat dat geld de wortel is van alle kwaad.
Nee Jan, geld is niet de wortel van alle kwaad. Marike reageerde keurig: het is de smeerolie van de wereldeconomie.
Geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. (1 Tim 6: 10)
Het kwaad zit niet in muntstukken/briefjes of financieel plastic. Dat kan helemaal niet. Dat is dood materiaal en heeft geen moraal.
Het kwaad zit in het morele wezen dat mens heet.
uitzending gemist
Terug te zien op ongeveer 13.40
De rest van het programma heb ik gemist; ben in slaap gevallen.
Ds. (?) Jan van de Bosch kent zijn Bijbel niet.
Hij maakte de uitglijder bij de Pauw en Witteman uitzending van 29-10-13.
Tijdens een discussie met Marike Stellinga over de crisis bij de Rabobank interrumpeerde hij met de opmerking dat in het Boek dat hij zegt dagelijks te lezen, staat dat geld de wortel is van alle kwaad.
Nee Jan, geld is niet de wortel van alle kwaad. Marike reageerde keurig: het is de smeerolie van de wereldeconomie.
Geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. (1 Tim 6: 10)
Het kwaad zit niet in muntstukken/briefjes of financieel plastic. Dat kan helemaal niet. Dat is dood materiaal en heeft geen moraal.
Het kwaad zit in het morele wezen dat mens heet.
uitzending gemist
Terug te zien op ongeveer 13.40
De rest van het programma heb ik gemist; ben in slaap gevallen.
donderdag 24 oktober 2013
Stijltje pik
Er zijn van die dingen in het leven die iedere keer je pad kruisen. Zo heb ik ooit van mijn zus een tip gekregen van een vrolijke kunstschilder: Gerdine Duijsens.
Zij schildert inderdaad op een manier dat je er vrolijk van wordt. Bij veel van haar schilderijen krijg ik inwendig de slappe lach. Het is een beetje Fiep Westerdorp ,de tekenaar van Jip en Janneke, maar dan voor volwassenen.
Jip en Janneke zijn bijna altijd ‘en profile’ afgebeeld maar je kunt je voorstellen dat wanneer ze ‘en face’ getekend of geschilderd worden ze er enigszins uitzien als de figuren van Gerdine.
Regelmatig loop ik met mijn dochter door de ’Woonstore’ en laat ik daar nu hetzelfde type schilderijen zien hangen. Maar dan van Theo Broeren.
Hoe zit dat. Wie heeft het van wie ‘gepikt’. Dat bleef maar in mijn achterhoofd hangen.
Wat een heerlijke uitvinding is het internet dan weer. Gewoon jezelf de tijd gunnen om erachter zien te komen.
En jawel: Een bericht in een regionaal krantje schept duidelijkheid:
“eerlijk duurt het langst; Kunstenaar Gerdine Duijsens wint in hoger beroep rechtszaak tegen diefstal gedachtengoed en verplettert copycat Theo Broeren uit Oss”
Maar dan in juni van dit jaar een persbericht van het tegenovergestelde.
Je zou je penselen toch aan de wilgen hangen?
Als ik het allemaal goed begrijp is er toegeslagen in de tijd dat de man van Gerdine overleed en zij even niet in staat was om te werken.
Gerdine liet het er niet bij zitten, klaagde Theo aan en kreeg in eerste instantie gelijk. Ze kon aantonen dat zij eerder was met die stijl. Theo moest dokken. Die arme Theo kon toen niet meer slapen. Ach, ach.
Helaas besliste de Hoge Raad weer anders.
“Stijl is niet te beschermen, de auteurswet geeft geen exclusief recht aan degene die in de volgens hem kenmerkende stijl werkt”, besloten de rechters van dit hoogste rechtscollege. Ook niet als hetzelfde materiaal wordt gebruikt of als er wordt gewerkt in ‘dezelfde methode die een bepaald artistiek effect oplevert.'
Het opent wel perspectieven…..wie zal ik eens gaan na-apen om mezelf te verrijken?
Nee, ik ben toch te trots om me tot zoiets te verlagen. Blèèèèh……
Zijn schilderijen blijven maar fijn in de ‘Woonstore’ hangen.
Ze zullen mij niet meer tot inwendig grinniken kunnen verleiden.
Vanwege het copyright waag ik me niet aan een voorbeeldplaatje.
De geïnteresseerde kijkt zelf:
Gerdine Duijsens
Theo Broeren
Zij schildert inderdaad op een manier dat je er vrolijk van wordt. Bij veel van haar schilderijen krijg ik inwendig de slappe lach. Het is een beetje Fiep Westerdorp ,de tekenaar van Jip en Janneke, maar dan voor volwassenen.
Jip en Janneke zijn bijna altijd ‘en profile’ afgebeeld maar je kunt je voorstellen dat wanneer ze ‘en face’ getekend of geschilderd worden ze er enigszins uitzien als de figuren van Gerdine.
Regelmatig loop ik met mijn dochter door de ’Woonstore’ en laat ik daar nu hetzelfde type schilderijen zien hangen. Maar dan van Theo Broeren.
Hoe zit dat. Wie heeft het van wie ‘gepikt’. Dat bleef maar in mijn achterhoofd hangen.
Wat een heerlijke uitvinding is het internet dan weer. Gewoon jezelf de tijd gunnen om erachter zien te komen.
En jawel: Een bericht in een regionaal krantje schept duidelijkheid:
“eerlijk duurt het langst; Kunstenaar Gerdine Duijsens wint in hoger beroep rechtszaak tegen diefstal gedachtengoed en verplettert copycat Theo Broeren uit Oss”
Maar dan in juni van dit jaar een persbericht van het tegenovergestelde.
Je zou je penselen toch aan de wilgen hangen?
Als ik het allemaal goed begrijp is er toegeslagen in de tijd dat de man van Gerdine overleed en zij even niet in staat was om te werken.
Gerdine liet het er niet bij zitten, klaagde Theo aan en kreeg in eerste instantie gelijk. Ze kon aantonen dat zij eerder was met die stijl. Theo moest dokken. Die arme Theo kon toen niet meer slapen. Ach, ach.
Helaas besliste de Hoge Raad weer anders.
“Stijl is niet te beschermen, de auteurswet geeft geen exclusief recht aan degene die in de volgens hem kenmerkende stijl werkt”, besloten de rechters van dit hoogste rechtscollege. Ook niet als hetzelfde materiaal wordt gebruikt of als er wordt gewerkt in ‘dezelfde methode die een bepaald artistiek effect oplevert.'
Het opent wel perspectieven…..wie zal ik eens gaan na-apen om mezelf te verrijken?
Nee, ik ben toch te trots om me tot zoiets te verlagen. Blèèèèh……
Zijn schilderijen blijven maar fijn in de ‘Woonstore’ hangen.
Ze zullen mij niet meer tot inwendig grinniken kunnen verleiden.
Vanwege het copyright waag ik me niet aan een voorbeeldplaatje.
De geïnteresseerde kijkt zelf:
Gerdine Duijsens
Theo Broeren
maandag 21 oktober 2013
Paddenstoelen
"Ze doen zich aan je voor vanzelf-
sprekend, op het moment van
verwachting zich vlezig onder-
scheidend van vergeeld blad."
een dichtregel uit een gedicht van Anna Enquist.
Abonneren op:
Posts (Atom)