Het wórden neemt ook een grote plaats in in haar denken. Sinds ik ergens gelezen heb dat je Genesis ook mag vertalen met ‘Wording’ ben ik gaan inzien hoe belangrijk dat is, die beweging. Simone bevestigde mij daarin. Filosofie moet worden geleefd; we zijn onderweg.
Haar bekendste uitspraak:
"Je bent niet als vrouw geboren, maar je wordt (tot) vrouw
(gemaakt)": "On ne naît pas femme, on le devient”, zou je ook vriendelijker kunnen interpreteren
dan dat zij – volgens mij – heeft bedoeld.
Later zegt ze namelijk over mannen hetzelfde. (in mijn e-reader p. 356)
Je bent het bij de geboorte nog niet; je wordt vrouw/man door het leven al werden
vrouwen wel vaak in een rol geduwd.
“De vrouw is geen voltooide en
vaststaande realiteit, maar een wording. En in die wording moet men haar
vergelijken met de man: dat wil zeggen, men moet haar definiëren naar haar
mogelijkheden.”
Kirkpatrick zal nooit de Nobelprijs voor de literatuur krijgen maar het boek leest wel prettig en makkelijk weg. Zij kan putten, niet alleen uit vorige biografieën maar ook uit pas (2018) geopenbaarde brieven en dagboeken van de Beauvoir.
Simone (1908 - 1986) groeit op in Parijs met vader, moeder en zus Hélène. Ze had niet een echt gemakkelijke jeugd. Het gezin leefde in een 'soort half- armoede'. Simone is slim en haar vader roemt haar: ‘Simone heeft de hersens van een man.
Ze denkt als een man. Simone is een man.’
En toch werd ze behandeld als meisje. Dat was vreemd.
De tijden zijn veranderd. Mijn ideeën ook. Ik zou dat nu, in tegenstelling tot vroeger beslist geen compliment meer willen noemen.
Grappig om te lezen dat Jo March, uit ‘Onder moeders vleugels’ zo’n inspirerend
voorbeeld voor haar was. Voor mij was
zij ook de interessantste uit dat boek. Lekker eigenzinnig.
Simone las veel en wilde al jong filosofie gaan studeren, tegen de wil van vooral haar moeder in.
Omdat ze als vrouw in 1925 geen toegang had tot Ecole
Normale Supérieure, moest ze dat via een omweg doen. Ze behaalde certificaten
voor wiskunde, Franse literatuur en Latijn.
Later ook voor geschiedenis van de filosofie en algemene filosofie en Grieks.
Samen met Simone Weil en Merleau -Ponty.
Ze raakte bevriend met Zaza, de stille geliefde van Merleau-Ponty en haalde in
1928 ook nog certificaten voor ethiek en psychologie.
Heel dat Franse onderwijs is een ingewikkelde kluwen. Op deze site site staat e.e.a.
uitgelegd over de studieroute van een Franse filosoof.
De dood van Zaza in 1929 was denk ik wel een katalysator om God vaarwel te
zeggen. Terwijl Maurice Merleau-Ponty een gelovig/religieus mens bleef.
René Maheu was degene die Simone haar bijnaam “Castor’ gaf en haar in contact bracht
met Jean Paul Sartre.
Simone heeft haar eigenzinnigheid haar hele leven
volgehouden en dat heeft haar veel opgeleverd maar ook veel gekost.
Haar relatie met Sartre was voer voor veel journalisten. Terwijl ik denk dat
zij in hem haar ‘soulmate’ had gevonden. Ze konden alles met elkaar bespreken,
elkaar scherpen en elkaar beïnvloeden, wat duidelijk over en weer gebeurde. Het
was beslist geen eenrichtingsverkeer van Sartre richting de Beauvoir zoals zo
vaak werd gedacht. Er was een gelijkwaardige 'wederkerigheid' zoals Simone dat noemde. Met recht een 'tegenover'. Wanneer ik kritisch om mij heen kijk dan ontbreekt dat in veel relaties.
Dat zij allebei daarnaast nog een ‘love-life’ hadden, werd in die tijd niet
begrepen. En ik begrijp nu ook niet dat het zo ‘breedvoerig’ moest zijn. Ik weet
even geen ander woord.
Ze heeft verschrikkelijk veel geschreven. Haar beroemdste
werk is ‘De tweede sekse’ (1949). Dat was een baanbrekend feministisch werk wat
over de hele wereld veel invloed heeft gehad.
Haar bekendste roman is ‘de Mandarijnen’ (1954). Die staat nog bij mij op de
plank te wachten.
Ik herinner me nu nog dat de vader van een vriendinnetje dat zat te lezen. Ik
keek tegen hem op; het was zo’n intelligente man. Het was vast een moeilijk
boek wat over die oranje vruchten ging.
Nu word ik zelf pas echt nieuwsgierig.