Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts tonen met het label Prozaisch Poetisch. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Prozaisch Poetisch. Alle posts tonen

woensdag 2 augustus 2023

Hermafrodiet

 


De dichter, een hermafrodiet.
Hij wekt het gedicht bij de muze
en muze, dat is de diffuse
verbinding van hem en het lied.

Hijzelf brengt het voort als een vrouw,
hij kent de verrukking der lenden,
hartslagverdubbeling en de
uitputting straks, moederlauw.

Hij kent ook bij nieuwe maan
de onrust van vruchtloze stonden,
wanneer wat geen vorm had gevonden
zijn weg zoekt bij hem vandaan.

Hij kent alleen niet het geluk
van het leven in zich te bevatten,
dat is hem onthouden. Dat, en
het liefhebben uit één stuk.

Guillaume van der Graft (1920 – 2010)

 

Hij schreef dit gedicht in 1948. De tijd (denk ik ) dat men er nog van overtuigd was dat interseksualiteit behoorde tot de mythische verhalen.
Zie het verhaal van Ovidius in boek IV van de ‘Metamorphosen’:
De zoon van Hermes en Aphrodite gaat zwemmen in een vijver maar wordt omstrengeld door de nimf Salmacis en zij vergroeien samen tot één persoon.

Hugo de Groot schrijft in zijn tijd (1583 – 1645):

‘Geboren menschen zijn mannen oft wijven: want diemen man-wijven noemt, werden aen d'een ofte d'ander zijde gereeckent, nae den aerd die in haer overtreft.’

In onze tijd raak ik het spoor een beetje bijster met al die verschillen.

De Hermafrodiet op de foto zagen we in het Uffizi museum. Een Romeinse kopie van een Grieks bronzen origineel. Verder liggen er, voor zover ik weet, kopieën in het Louvre en in St. Petersburg.

Dat van der Graft/Barnard teruggrijpt naar het beeld van een hermafrodiet, wat het dubbele gevoel weergeeft bij het produceren van een gedicht begrijp ik dan weer.

 

 

 

woensdag 12 juli 2023

Joséphine


Geschreven door Kate Williams (1974) in 2013.
Ze is een Engelse historica en doet nogal wat voor TV.
Dit boek is een verhaal over het leven van Josephine de Beauharnais (1763), vrouw van Napoleon.
Over Napoleon zijn natuurlijk al legio boeken geschreven en die gaan waarschijnlijk allemaal over zijn veldslagen en zijn briljante strategische inzichten.
Maar….achter elke belangrijke man staat een sterke vrouw anders wordt die man niet belangrijk. In dit geval is dat Josephine.



Geboren als de creoolse Marie-Josèph- Rose de Tascher  de la Pagerie, kort gezegd: Yeyette. Een suikerriet- plantagehouders- dochter op Martinique wat onder de Franse Antillen valt in het Caribische gebied, met een onbezorgde jeugd.
Maar overal komt een eind aan en na veel gedoe trouwt ze op zestienjarige leeftijd met Alexandre de Beauharnais, ook geboren op Martinique maar sinds zijn vijfde al woonachtig in Parijs.
Met toezeggingen van bruidsschatten, die helaas bij toezeggingen bleven gingen ze wonen in Parijs.
Josephine echter, nauwelijks geletterd, paste daar helemaal niet ondanks pogingen van Alexandre om daar verandering in aan te brengen.
Hij kreeg al snel genoeg van haar en vertrok naar zijn regiment.
Toch raakte ze zwanger en kreeg in 1781 een zoon: Eugene. Later, in 1783, kwam daar een dochter bij: Hortense.
Omdat Josephine er meestal alleen voor stond, geldzorgen had stopte ze met brieven schrijven aan Alexandre, wat hij haar hoogst kwalijk nam en redenen zocht om te kunnen scheiden. Die vond hij natuurlijk in zogenaamd overspelig gedrag en Josephine vertrok naar een klooster. Later werd ze door de rechtbank in het gelijk gesteld.
Het was een chique klooster waar Josephine heel veel leerde over omgangsvormen, verzorging en mode.

Daarna trok ze in bij haar tante, die met haar minnaar, een markies, in Fontainebleau woonde. Daar leerde ze omgaan met de aristocratie en door haar aantrekkelijkheid als maîtresse, met geldschieters.
Ze maakte de 'affaire du collier' mee wat indirect een aanleiding was voor de Franse Revolutie en
belande, omdat ze inmiddels tot de aristocratie behoorde in de cel ook al was ze tijdens de eigenlijke Revolutie op Martinique.

Voor Josephine precies op tijd ging Robespierre’s kop eraf en kwam ze vrij op voorspraak van Jean Lambert Tallien.  (die samen met Paul Barras en Louis Marie Stanislas Fréron Robespierre ten val brachten)
Ze was inmiddels weduwe want Alexandre werd geguillotineerd en meer dood dan levend. 
Maar ze hervond zichzelf en werd langzamerhand een bekende society figuur. Als slachtoffer van de Terreur ben je dan in het voordeel.
In de gevangenis was ze bevriend geraakt met Theresa Tallien en werd één van de 'Merveilleuses'.
Johan op de Beeck noemt dat ook ergens in zijn boek.

Het was gewoon weer een kliekje die elkaar allemaal hielpen en de hand boven het hoofd hielden. Josephine werd maîtresse van Barras en Barras speelde weer een belangrijke rol in de carrière van Napoleon.

Zo rolde het balletje en ontmoetten die twee elkaar.
En ze leefden nog lang en gelukkig…..
Nou, niet echt.
Napoleon hield op zijn manier echt van Josephine maar zij kon hem geen troonopvolger schenken. Dat moest wel gebeuren in het belang van Frankrijk.
In 1809 zijn ze gescheiden.

Waarom weten we zoveel over die twee?
Ze waren vlijtige brievenschrijvers al was Napoleon wat actiever dan Josephine. Die brieven zijn voor een groot deel bewaard gebleven.
 
Op schilderijen zie je Josephine altijd met haar mond dicht. Ze had een slecht gebit vanwege het snoepen van suikerriet in haar jonge jaren volgens de schrijver.
Wat ik ook zo fascinerend vind:
Marie Antoinette had een gat in haar hand (zeggen ze) maar Josephine spande toch de kroon.
Marie Antoinette had haar ‘Petit Trianon’ en dat was werkelijk petit wanneer ik zo de beschrijvingen lees van het kasteel van Malmaison van Josephine en Napoleon.

Hoe is het mogelijk dat dat allemaal geaccepteerd werd na zo’n revolutie? Dat iemand als Napoleon, die zich ontwikkelde tot potentaat daarvoor de kans kreeg.

Mensen blijven toch wonderlijke wezens.
Maar het is een boeiend boek.




 

zondag 25 juni 2023

De Franse revolutie dl 2

Het tweede deel over de Franse Revolutie, geschreven door Johan op de Beeck. Vorig jaar las ik het eerste deel en gelukkig pikte ik de draad moeiteloos weer op. In dit tweede deel gaat François Robert verder met zijn verhaal.

De ondertitel is nu: van Robespierre tot Napoleon. Dat betekent grotendeels de neergang van de revolutie. Wat mij opviel was de totale chaos waarin de revolutie belandde.

Iedereen raakte het oneens met iedereen;  er ontstonden allerlei subgroepen die elkaar weer bevochten. Bij de sansculotten moest ik denken aan onze boeren. Ze willen meeregeren maar weten ze iets van het algemeen belang en van politieke spelletjes? De conpiracy theorieën waren niet van de lucht en maakte iedereen verdacht. En verdachten......belanden onder de guillotine. 

Zo gingen Danton en Desmoulins met zijn vrouw omdat ze het niet langer eens waren met de terreurwetten van Robespierre. Het zal je vriend maar wezen die zijn handtekening zet onder jouw doodvonnis. Ik denk dat de beste man in deze tijd een stickertje zou krijgen; iets van hoog functionerend autisme of zo. Hij acteerde natuurlijk niet alleen. Saint Just hielp een handje om allerlei politieke verantwoordelijkheden om te zetten in strafbare misdaden met het beruchte gevolg. Alle zaken en activiteiten kun je positief of negatief benaderen. Net hoe je pet staat. 

Ook vrouwen ontkwamen niet aan het flitsende mes, alleen al vanwege hun intellect wat bedreigend scheen te zijn: Olympe de GougeMadame Roland en Lucile Desmoulins en natuurlijk Marie Antoinette zijn de meest bekende.

Robespierre was geen ongelovige maar wanneer religieuze redenen ingeroepen worden om andere meningen te verbieden heeft dat  niets met God te maken maar met eigenbelang. Zo streed hij ook voor godsdienstvrijheid maar dan wel in de vorm die hij dicteerde. Het ontaarde langzamerhand in een totalitair regime. 
Nadat hij ten val was gebracht werd het Directoire in het leven geroepen; een bestuur van vijf mannen waarvan er elk jaar een werd 'vervangen'.

Intussen was in het zuiden van Frankrijk een jonge generaal bezig met zijn carrière. Zijn overwinning in Toulon (1793) op de royalisten, herinnerd door Barras zou het keerpunt worden van de geschiedenis. Zijn naam: Napoleon Bonaparte. Op 23 december 1799 eindigde de Franse Revolutie. 'Citoyens, la révolution est fixee aux principes qui l'ont commencée. Elle est finie.'

De opnieuw bedachte kalender begon in 1792 maar werd in 1805 definitief weer afgeschaft. 
Jammer dat Op de Beeck nergens iets schrijft over Josephine de Beauharnais. Ze wordt w el genoemd maar krijgt verder geen aandacht terwijl in het Louvre toch een gigantisch werk van Jacques- Louis David hangt van het spektakel.
Ook Jean Baptiste Bernadotte wordt wel genoemd. Dat gaf herkenning want ik heb ooit het boek van Annemarie Selinko gelezen: 'Desiree'. Desiree Clary was de eerste verloofde van Napoleon en is later met deze Bernadotte getrouwd en koningin geworden van Zweden en Noorwegen. 

Ergens schrijft Op de Beeck bij monde van François Robert dat de revolutie heeft gezorgd voor een democratisering van justitie. Hoe dat kan met behulp van de guillotine is voor mij wel raadselachtig. 

Robert heeft een respectabele leeftijd bereikt na Bonapartist te zijn geworden. Politiek gezien geen hoogvlieger en na in zaken te zijn gegaan, ook geen echte zakenman. In 1826 stierf hij, inmiddels gescheiden, in zijn winkel. Zijn portret hangt in Versailles, naast dat van Danton dus hij heeft wel iets betekend. 




vrijdag 26 mei 2023

Zonder vrije wil

Geschreven in 2011 door Jan Verplaetse,  (1969) een Vlaams filosoof en schrijver.
Al eerder noemde ik hem omdat ik in de Filosofie special uit 2019 over de vrije wil, herkenbare dingen las.
In dat artikel herkende ik wel het gedachtengoed van Schopenhauer maar werd hij niet genoemd. In dit boek staan verschillende uitspraken van hem.

Nu heb ik zijn ‘filosofisch essay over verantwoordelijkheid’ eindelijk gelezen. En dat was een hele kluif.
Een aantal stukken heb ik, als geïnteresseerde leek, verschillende keren moeten lezen om echt te begrijpen waar het over gaat.


Wat nu volgt is eerst een lijstje met woorden waarvan je de betekenis moet kennen anders raak je echt de weg kwijt.

Syllogisme: een redenering die uit twee of drie premissen (vooronderstellingen dat iets waar is) bestaat en gevolgd wordt door een logische, onweerlegbare conclusie.
Een voorbeeld wat ik zelf vaak gebruik tot hilariteit van de familie:
P1. Mensen zijn raar. P2. Ik ben een mens dus C.  Ik ben raar.
Een variatie op het Socrates-is– sterfelijk syllogisme.
Determinisme:  elk gevolg wordt voorafgegaan door een oorzaak.  Indeterminisme is dan het tegenovergestelde: niets ligt vast.
Causaliteit:  oorzakelijkheid; het verband tussen oorzaak en gevolg.   Acausaliteit is het tegenovergestelde dus geen verband tussen oorzaak en gevolg.
Causaal determinisme is dan een oorzaak- gevolg- ketting maar altijd gericht op het verleden. (Wanneer het op de toekomst is gericht is het teleologische determinisme)
In de kwantumfysica zijn de meningen hierover nog verdeeld, althans in de tijd dat het boek is geschreven. Hoe het er nu voorstaat weet ik niet.
En kwantumfysica is geen dagelijks menselijk leven.
Compatibilisme: de filosofische stroming die stelt dat vrije wil en determinisme beiden waar kunnen zijn. Incompatibilisten denken dat het niet kan.
Daarin heb je weer harde en zachte incompatibilisten:  
Libertarisme; stroming die in een vrije wil gelooft en het eens is met P1 en P2 maar P3 verwerpt. (zie verder) Dit zijn zachte incompatibilisten.
Alternatieve opties: de mogelijkheid om een andere beslissingen te nemen.
Broncontrole: de productie van beslissingen moet in handen zijn van een bron waarover de beslissende persoon controle heeft, zoals het eigen Ik. (maar die kan uitputtend gemanipuleerd worden)

Het Syllogisme van Verplaetse (p37):
P1: indien causaal determinisme waar is, dan zijn alternatieve opties en broncontrole uitgesloten.
P2: Alternatieve opties of broncontrole zijn noodzakelijk voor verantwoordelijkheid.
P3: de alternatieven voor causaal determinisme zijn irrelevant of uitgesloten.

C: Verantwoordelijkheid is uitgesloten.

Alle premissen worden behandeld, vaak met behulp van gedachtenexperimenten.
Over P1 is iedereen het wel eens. Indien causaal determinisme waar is, dan…
De moeilijkheden zitten in P2 en P3. Dat wordt allemaal haarfijn uitgelegd en behandeld.

In hoofdstuk vier beschrijft hij de maatschappelijke gevolgen. Verantwoordelijkheid en schuld bestaan niet; hoe nu verder? Is dat om problemen vragen?
Verandert dat ons, mensen, in amorele en onverantwoordelijke wezens? Nee, natuurlijk niet.
Bij de gevallen dat het toch niet loopt zoals in onze samenleving is afgesproken zouden we niet voor het strafrecht moeten kiezen maar voor het maatregelenrecht.
Hoe komt iemand tot zijn/haar daad en hoe kunnen we dat in de toekomst voorkomen.
In Nederland gaan we al die kant op.

De antwoorden zijn voor mij niet altijd bevredigend maar wanneer dit weer een aanzet is tot verder denken over schuld en verantwoordelijkheid en hoe daarmee om te gaan dan is dat alweer mooi..

Zelf moet Verplaetse vaak tegen zijn intuïtie in redeneren en erkent hij het probleem van de ‘lijdzaamheid’ bij een onvrije wil wat op de loer ligt.
Hij redeneert vanuit een naturalistische visie en dat vind ik wel weer spannend omdat de gereformeerde wereld die vrije wil ook altijd verworpen heeft. (Pelagius/ Augustinus; Erasmus/ Luther; Arminius/ Gomaris en art 14 van de NGB)
Die gereformeerde leer heeft er geen problemen mee omdat God ons voor verantwoordelijk houdt. Dat mag Hij, als Schepper.
Daar zit een knoop, ja. Het zij zo.
Hij houdt ons ook voor rechtvaardig en schuldloos alleen al wanneer wij in Hem gelóven, terwijl we dat feitelijk niet zijn.
Expres zeg ik: gereformeerde leer want volgens mij ben ik nog één van de weinigen die overtuigd is van een onvrije wil.
In die leer zie je inderdaad dat die lijdzaamheid op geloofsgebied soms te grote proporties aanneemt.

Zinnige dingen schrijft hij over (zelf)verwijten maken en wat dat voor gevolgen heeft. Dat het beter is om pas op de plaats te maken en te onderzoeken hoe je zelf en/of de ander zover zijn gekomen dat er verwijten zouden kunnen ontstaan.
Mijn slogan is al jaren: ‘hoe meer ik weet, hoe beter ik begrijp en hoe gemakkelijker het wordt om de ander te vergeven.’

Maar ook hij moet erkennen dat een sluitende filosofische waarheid toch iets anders is dan de praktische wereld om ons heen.
Dat vind ik dan wel weer bijzonder van ons, mensen. Wanneer iets zo logisch is waarom geloven we dat dan niet en leven we er niet naar? Of op z’n minst: streven we niet naar een samenleving zonder verantwoordelijkheid en de schuldvraag.
Er zijn steeds minder mensen die verantwoordelijkheid willen en durven nemen en dragen omdat ze er vaak op worden afgerekend met soms nare gevolgen.
Afschaffing van verantwoordelijkheid betekent tenslotte niet dat we ons onverantwoordelijk zouden moeten gedragen.
Ik moet het laten bezinken er eens langer over nadenken. Om zijn argumenten meteen in discussies te gebruiken lukt mij nog niet. Het moet eerst zijn weg vinden in mijn grijze massa.

Ongetwijfeld doe ik deze filosoof tekort met mijn samenvatting. Want hij schrijft zoveel behartenswaardige dingen. Er staan vele strepen in het boek.

maandag 22 mei 2023

Wat je zoekt, zoekt jou


Ondertitel: een mystieke reis door het leven van de Perzische dichter Rumi

Een ode aan de mysticus en dichter uit de dertiende eeuw: Molana Djalal Eddin Mohammad Balchie Rumi.
Kortweg: Rumi.
Geschreven door  Kader_Abdolah (1954) in 2022. Ik las een digitale editie.
Over het leven van Rumi is best het één en ander met zekerheid bekend omdat zijn oudste zoon Walad een biografie heeft geschreven.



Rumi werd geboren in 1207 in Balch in, wat nu Afghanistan is. In 1273 stierf hij Konya, het rijk van de Seltsjoeken in het huidige Turkije.
Toen hij rond de dertien jaar was moest hij met zijn vader op de vlucht voor de ‘grote leider’ Dzjengis_Khan.
De film 'Mongol' gaat over deze man. 

Onderweg, op die vlucht, komt Rumi verschillende mensen tegen en leert verschillende talen spreken. Omdat de vader van Rumi een bekende mysticus en imam was: Bahao Eddin, ontmoet hij allerlei belangrijke schrijvers en filosofen uit die tijd.
Ze wonen een tijdje in Bagdad waar Bahao een baan krijgt als gastgeleerde aan de universiteit. Ja deze werd al in de elfde eeuw gesticht.
Rumi kan daar vanzelfsprekend ook studeren.

Op een reis naar Mekka ontmoeten ze Tusi, een jonge wiskundige en sterrenkundige. Daar leert Rumi ook weer veel van.
Waarom vertel ik dit?
Tusi legt aan Rumi de Melkweg uit: ‘De Melkweg lijkt op de wolkenvelden, maar hij is samengesteld uit een groot aantal kleine, sterk geclusterde sterren. Door hun dichtheid lijken ze op de melkachtige wolkenvelden, maar het zijn sterren.’
Dat raakte aan mijn eigen ervaring!

Rumi woont een tijdje in Mekka terwijl zijn vader verder reist naar Laranda om het gezin weer te verenigen.
In Laranda ontmoet Rumi Gohar Khatoon en trouwt met haar. Ze krijgen twee zoons.
Op vierentwintig jarige leeftijd overlijdt Bahao Eddin en blijft Rumi  met vrouw en kinderen achter.
Hij kan echter zijn draai niet vinden, mist leiding en is blij wanneer een vriend van zijn vader aanklopt: Tamarzi.
Deze stuurt zijn vrouw en kinderen weg en zorgt dat Rumi weer kan gaan studeren en zich op zijn poëzie kan richten.
Maar Tamarzi vertrekt ook weer en sterft. Zarkoeb is zijn volgende ‘leider’, en die wordt weer opgevolgd door ShamseTebrizi, volgens Wiki een soefi en derwisj.
Daar krijgt Rumi een verhouding mee terwijl hij inmiddels voor de tweede keer is getrouwd. Tot …op een dag Shamse ook weer verdwijnt.

Weggegaan of vermoord? Niets is zeker.
Maar juist door het gemis met de bijbehorende de pijn stijgt Rumi boven zichzelf uit en wordt een beroemdheid.

Ik merk nu een verdeeldheid in mijzelf. Nu ik weet dat Rumi en Shamse Tabrizi toch wel een heel bijzondere relatie hadden lees ik die liefdesgedichten anders en dat irriteert me.

“Als je opeens mijn geliefde niet bent
valt alles uit elkaar
Mijn troost, mijn metgezel!
Het gaat niet zonder jou.”

Ik zal wel een bekrompen geest hebben maar op dit moment kan ik echter niet anders. Misschien dat ik later de schoonheid van die gedichten (weer) ga leren, maar op dit moment is het even een brug te ver. De laatste helft van het boek waarin veel gedichten staan laat ik maar even voor wat het is.
Zouden  mensen met een andere geaardheid de gedichten en liedjes die gaan over de liefde tussen een man en een vrouw ook met zulke gemengde gevoelens lezen?


De titel van het boek zou zomaar een Bijbelse titel kunnen zijn: Wie zoekt, die vindt. Wanneer je Hem hebt gevonden kom je erachter dat Hij al op zoek was naar jou.
Voor Rumi is de zoektocht naar God vooral een zoektocht naar en in zichzelf.

dinsdag 11 april 2023

Pasen

Het zal in alle vroegte zijn als toen.
De steen is weggerold. Ik ben uit de grond opgestaan.
Mijn ogen kunnen het licht verdragen.
Ik loop en struikel niet.
Ik spreek en versta mijzelf.
Mensen komen mij tegemoet. Wij zijn in bekenden veranderd.

De ochtendmist trekt op.
Ik dacht een dorre vlakte te zien.
Volle schoven zie ik, lange halmen, aren, waarin de korrel zwelt.
Bomen omranden het bouwland.
Heuvels golven de verte in, bergopwaarts, en worden wolken.

Daarachter, kristal geworden, verblindend,
de zee, die haar doden teruggaf.
Wij overnachten in elkaars schaduw.

Wij worden wakker van het eerste licht.
Alsof iemand ons bij naam en toenaam heeft geroepen.

 

Huub Oosterhuis (1933 – 2023)
 

Op eerste paasdag overleden……zeggen ze.
Ik denk eerder dat hij juist is opgestaan buiten de dimensies tijd en ruimte en dit gedicht/ lied voor hem waarheid geworden is. 

woensdag 5 april 2023

Goede vrijdag

Good Friday

Am I a stone, and not a sheep,
That I can stand, O Christ, beneath Thy cross,
To number drop by drop Thy blood’s slow loss,
And yet not weep?

Not so those women loved
Who with exceeding grief lamented Thee;
Not so fallen Peter, weeping bitterly;
Not so the thief was moved;

Not so the Sun and Moon
Which hid their faces in a starless sky,
A horror of great darkness at broad noon –
I, only I.

Yet give not o’er,
But seek Thy sheep, true Shepherd of the flock;
Greater than Moses, turn and look once more
And smite a rock.

 

Goede Vrijdag

Ben ik een steen en geen schaap,
Dat ik kan staan, o Christus, onder Uw kruis,
Om drup voor drup het verlies van uw bloed te tellen,
En toch niet te huilen?

Niet zo geliefd bij die vrouwen
Die met buitengewoon verdriet over U klaagde;
Niet zoals de gevallen Petrus, bitter huilend;
Niet zo ontroerd als die rebel;

Niet zoals de zon en de maan
Die hun gezichten verborgen in een sterren loze hemel,
Een gruwel van grote duisternis op klaarlichte dag -
Ik, alleen ik.

Geef niet op Heer,
Maar zoek Uw schapen, ware Herder van de kudde;
Groter dan Mozes, draai en kijk nog eens
En kastijd een steen.

Christina Rosetti (1830 - 1894)




 





Een buste van Jezus met doornenkroon. Gefotografeerd in een klein museum met opgravingen, ergens in Dijon vorig jaar.
Het paasverhaal spreekt me niet altijd aan; zeker niet in een tijd dat 'men' zo lyrisch doet over de Mattheus Passion  die je als ware christen elk jaar wel zou moeten bezoeken.
Innerlijk verzet ik me tegen dat melodramatische gedoe over een gruwelijk verhaal wanneer het 'moet'.
Wellicht had Rosetti daar ook last van.


donderdag 9 maart 2023

Het verlaten individu



Geschreven door Esther van Fenema (1970) in 2022. Ondertitel: ‘Waarom voelen we ons zo leeg?’  Ik las de tweede druk.

Esther kende ik van een enkele column in Trouw in vakantietijd. Ze heeft een analyserende blik en Ik las haar graag.
Dit boek deed nogal wat stof opwaaien in mijn sociale omgeving maar dat komt wellicht doordat ze ongelovig is maar niet vies van God en de Bijbel.
Ze put er onbekommerd uit.
Ze beschrijft in haar boek de zeven hoofdzonden en wat dat zoal teweeg brengt. Daar heeft ze in haar praktijk genoeg van gezien.
Heel schematisch doet ze dat en dat waardeer ik zeer.


Eerst een introductie van de betreffende zonde, dan hoe de cultuur door de jaren daarover gedacht en geschreven heeft; vervolgens op welke manier het haar psychiatrische praktijk is binnengekomen; wat het doet met het individu en wat het doet met de samenleving en als laatste een conclusie.
Superbia, (hoogmoed)
Acedia (luiheid of onverschilligheid),
Avaritia (hebzucht),
Gula (onmatigheid),
Luxuria (lust),
Ira (woede) en
Invidia (afgunst) passeren de revue en zij voegt er nog een zonde aan toe:
Vacuüm (leegte)
Dat laatste zou ik echter geen zonde noemen maar een gevolg van al die andere zonden waar we mee behept zijn en tegen zouden moeten vechten.

Dat Vacuüm is ontstaan doordat de mens zich verbeeldt dat hij/zij de positie van God heeft ingenomen, denkend dat hij/zij overal recht op heeft, alles zelf kan bepalen en het leven rekbaar en grenzeloos is ten opzichte van eigen genoegens.
Maar dan zonder de verantwoordelijkheid die daarbij hoort en zonder het inzicht en het overzicht te hebben.
‘Als iedereen er van overtuigd is dat hij God is, wie durft dan nog op te staan en te roepen dat God niet meer bestaat?’
Dat vind ik dan wel weer humor.
Hebzucht is volgens van Fenema wellicht de meest opzichtige hoofdzonde (p79) maar verderop noemt ze de afgunst de zonde die ons het meest bedreigt. (p240)
Ach, je moet ze alle zeven niet willen.

Ik moest denken aan de film ‘Seven’ waarin een psychiatrische seriemoordenaar mensen dood die in zijn ogen lijden aan deze zonden. (Een obesitas mijnheer wordt bijvoorbeeld gedwongen om zich dood te eten) Hij doet het om mensen wakker te schudden en een betere wereld te creëren.
De detectives  Bratt Pitt en Morgan Freeman proberen hem te vangen maar zijn steeds net te laat. De slimmerd zorgt ervoor dat aan het einde Bratt Pitt zelf opdraait voor de hoofdzonde ‘Woede’.
Het is een nare film.

Het boek is lezenswaardig alleen…..wat is de uitweg?
Je niet met deze zonden inlaten lijkt me de gemakkelijkste weg maar wordt de wereld in zijn geheel daar beter van of kunnen we het tij in z'n algemeenheid niet meer keren?
Daarover zegt van Fenema niets. Ze weet het ook niet las ik in een interview.
Volgens mij weet niemand het goed.
Er zijn veel mensen die dit alles keurig weten te signaleren en te duiden, Andries Knevel heeft het op Cvandaag over een tijd van transcendentieverlies, relevantieverlies, referentieverlies en eschatologieverlies, prachtige woorden maar hoe dan verder?

Je kunt wel zeggen dat we terug moeten naar God – dat denk ik ook -  en ons leven  spiegelen aan Zijn gegeven morele regels; tot erkenning komen dat het onszelf toch niet lukt…….
Maar hoe geef je daar dan praktisch en realistisch handen en voeten aan? Er is zoveel ‘kleine’ immoraliteit en criminaliteit  dat ik er moedeloos van word.
Er zijn moreel hoogstaande mensen maar de wereld wordt nog steeds geen betere plek.

Verbeter de wereld en begin bij jezelf….. nee, niet van Gandhi. Hij zei het iets uitgebreider en mooier:

‘All the tendencies present in the outer world are to be found in the world of our body. If we could change ourselves, the tendencies in the world would also change. As a man changes his own nature, so does the attitude of the world change towards him. This is the divine mystery supreme. A wonderful thing it is and the source of our happiness. We don’t need to wait to see what others do.’

‘Alle tendensen die in de buitenwereld aanwezig zijn, zijn terug te vinden in de wereld van ons lichaam. Als we onszelf zouden kunnen veranderen, zouden de tendensen in de wereld ook veranderen. Als een mens zijn eigen aard verandert, verandert ook de houding van de wereld tegenover hem. Dit is het hoogste goddelijke mysterie. Het is iets geweldigs en de bron van ons geluk. We hoeven niet af te wachten wat anderen doen.’


Gandhi zei het raak: ‘Als mensen zich zouden kunnen veranderen….
Alle zelfhulpgoeroe’s ten spijt…..er ligt een ‘goddelijk mysterie’ aan ten grondslag.
Is het dan toch niet verstandiger om het bij Hem te zoeken?
Een andere oplossing zie ik ook niet.








 

woensdag 1 maart 2023

Magnolia




 De bloem

van de Magnolia,

dronken van zijn eigen geuren,

vraagt niets van het leven.


een beetje van Sylvia Plath en een beetje van mij.

zondag 19 februari 2023

Tulpen, lente, dichters en ChatGPT










Droom van de kleurrijke tuin
Bloeiende tulpen rijzen,
Ontwikkelen in de warme zon.
De lente komt terug,
Stralend mooi en warm.
De geuren van de bloemen
Verspreiden zich over de hele wereld.
Beroemde dichters schrijven
verhalen over de tulpen en de lente,
Het zijn de woorden van de natuur
die de ziel verwarmen. 

 

Met het invoegen van de drie woorden: tulpen, lente en dichters genereerde ChatGPT dit gedicht. En ik vind het zo gek nog niet, vooral die laatste zin.
Wat vind ik er verder van? Dat weet ik niet.

Het leven wordt zo wel steeds ingewikkelder en chaotischer. Wat is een echte foto of dictaat en wat niet. Waar kun je nog op vertrouwen en waarop niet (meer).
Moet je nu voortdurend rekening houden met het feit dat je bedrogen kunt worden?
Dat denk ik wel.
In de kunst wordt het ook lastig. AI art ‘steelt’ op basis van alles wat ooit is gemaakt de ideeën en stijlen en fabriceert op deze manier kunstwerken.
Wetgeving op dit vlak is er (nog) niet.
Zou deze ontwikkeling die grote zeepbel, die de Kunst (met grote K) in feite is, kunnen doorprikken?

Ik volg het allemaal met belangstelling.
De foto's zijn in ieder geval echt door mijzelf gemaakt.



 

dinsdag 14 februari 2023

Valentijn

Op deze Valentijnsdag een gedicht van de Perzische dichter en filosoof Rumi.
Als je iets romantisch wilt is het dit wel.
Vind ik.
Ben je ook meteen van die ‘verplichte’ cadeautjes en blommetjes af.

‘I choose to love you in silence…
For in silence I find no rejection, 

I choose to love you in loneliness…
For in loneliness no one owns you but me,

I choose to adore you from a distance…
For distance will shield me from pain, 

I choose to kiss you in the wind…
For the wind is gentler than my lips, 

I choose to hold you in my dreams…
For in my dreams, you have no end.’ 

Rumi (1207 - 1273)

 

‘Ik kies ervoor om in stilte van je te houden...
Want in stilte vind ik geen afwijzing,

Ik kies ervoor om van je te houden in eenzaamheid...
Want in eenzaamheid bezit niemand jou behalve ik,

Ik kies ervoor om je van een afstand te aanbidden...
Want afstand zal me beschermen tegen pijn,

Ik kies ervoor om je te kussen in de wind...
Want de wind is zachter dan mijn lippen,

Ik kies ervoor om je in mijn dromen vast te houden...
Want in mijn dromen heb je geen einde.’

 

maandag 13 februari 2023

De Jaren

Geschreven door Annie Ernaux (1940) in 2008.

Dit boek is ook een terugblik op haar geschiedenis maar dan in een breder verband dan in 'De Schaamte'.
Aan de hand van enkele foto’s blikt ze terug op haar leven en de wereld om haar heen in die tijd.
Daarmee zet zij weer een mooi tijdsbeeld neer. Uitgebreider dan in het vorige boek wat ik las van haar.
Wel jammer dat ze veel kunstenaars, tv programma’s en politici uit Frankrijk noemt. Dat is natuurlijk wel leuk voor de Fransen maar mij zegt het niet zo veel.



Ooit schreef Virginia Woolf ook een boek met dezelfde titel.  Dat heb ik nooit gelezen maar uit recensies begrijp ik dat het boek ook een flinke periode beslaat uit de geschiedenis.
Bij kunstenaars is dat geen jatten maar geïnspireerd worden door….

Bij haar vorige boek wat ik las (De Schaamte) kwam bij mij nogal eens de vraag op waarom ze de Nobelprijs had gewonnen. Nu begrijp ik dat beter.
Ze schrijft heel beschouwend en afstandelijk – over zichzelf in de derde persoon - , maar toch intens en vaak zo herkenbaar.

‘Ze wil het geheugen van het collectieve geheugen terugvinden in een individueel geheugen, en zo de geleefde dimensie van de Geschiedenis uitdrukken.’
Een collectieve autobiografie zo las ik ergens.
Ik denk dat dat de lading wel dekt.

Het was best veel wat in deze beschreven jaren zich allemaal ontwikkelde.
‘Er was een typische vrouwengevoel aan het verdwijnen, het gevoel van natuurlijke inferioriteit.’
Iedereen was bezig om zichzelf uit te vinden, het consumerende kopen, de computer die zijn plek veroverde en later de cd, dvd en smartphone.
De gebeurtenissen in de wereld; zelfs de watersnood in Nederland wordt genoemd.
De ongemakkelijkheid met de diverse rassen die hun plekje kwamen opeisen in Europa.
Je kunt het zo gek niet bedenken of ze noemt het op een mooie, soms ironische, verhalende wijze.

Een schitterende uitsmijter waarin ze het heeft over de jaren zeventig:

‘Hoe je aan zelfexpressie kon doen: door potten te bakken, te weven, gitaar te spelen, sieraden te maken, toneel te spelen, te schrijven. Er hing een immens onbestemd verlangen naar creativiteit in de lucht. Iedereen claimde artistiek bezig te zijn of plannen in die richting te hebben. Het was een uitgemaakte zaak dat al die bezigheden op de een of ander manier tegen elkaar opwogen, en wie niet schilderde of dwarsfluit speelde, had altijd nog de mogelijkheid zichzelf te creëren door in psychoanalyse te gaan.’

Het is een aanrader. Meer dan ‘De Schaamte’

vrijdag 3 februari 2023

De Schaamte


Geschreven door Annie Ernaux (1940)  in 1997
Van een Nobelprijswinnaar voor de literatuur (2022) moet je iets gelezen hebben.
In dit boekje blikt ze terug op een gebeurtenis in haar twaalfde levensjaar.
In 1952.
Dat heeft zijn sporen achtergelaten en ze valt meteen met de deur in huis.
Ze schrijft nuchter over haar jeugdjaren en wanneer je net Joseph Roth achter de rug hebt is het wel even wennen.



Zelf zegt ze ook: ‘Het lijkt of ik altijd probeer te schrijven in die materiële taal van toen en niet met woorden en een zinsbouw die toen niet bij mij zouden zijn opgekomen. De betovering van metaforen, het jubelen van de stijl zal nooit voor mij weggelegd zijn.’

Geen diepere lagen, gewoon recht toe recht aan maar daarmee zet ze een tijdsbeeld neer waarin ik me zelfs af en toe herkende. Ook al ben ik een stuk jonger.
Bij ons werd de geschiedenis niet verdeeld in 'voor de oorlog' en 'na de oorlog'.

‘Er werd gelet op hoe mensen zich gedroegen ,hun doen en laten werd tot in de kleinste verborgen drijfveren ontrafeld, er werden tekens verzameld die, samengevoegd en van interpretatie voorzien, andermans geschiedenis vormden.’

Dit zijn dingen die ik me ook herinner van het dorp waar ik opgroeide. Niet van mijn ouders. Mijn moeder was zwijgzaam, maar de sfeer in het dorp was zo. Er werd op je gelet.
Vooral bij mijn schoonouders was het ook van: ‘Wat zouden ze anders wel niet van ons denken?'
In mijn puberteit ging ik daar juist mee spelen. Ik herinner me nog dat mijn oma geen gestreepte kousen voor mij wilde breien. Dat was gek.
Gelukkig mocht ik al jong zelf mijn kleding kopen en thuis vonden ze mijn smaak in het geheel niet gek. Het werd vooral door mijn vader zelfs gestimuleerd om origineel te zijn. Maar ik herinner me de blikken wel en had er pret om.

Wat ik ook wel herinner is:
‘over het algemeen kende men anderen maar moeilijk het volle, onvoorwaardelijke recht op ziekte toe, omdat ze altijd de verdenking op zich laadden dat ze eraan toegaven.’
Bij ons werd dan veel geschaard onder ‘aandachttrekkerij’.

Alleen die schaamte, die ze beschrijft, is mij vreemd al herinner ik me wel vlagen.
Ze is opgegroeid in het stadje Yvetot en haar ouders hadden een kruidenierswaren winkel.

In dit boekje, een novelle is het meer, schrijft ze vooral over die schaamte over haar ouders, afkomst en woonplaats.  Pas tijdens een reis met haar vader met als eindpunt Lourdes ontdekt ze dat er een heel andere wereld bestaat. Een wereld met restaurants, hotels met zachte bedden en warm en koud stromend water. Andere gewoontes en ander eten. Andere types mensen die je buiten sloten waardoor de schaamte alleen maar groter werd.

Ik vind het wel een beetje een verdrietig boek. Wanneer ik terugdenk aan mijn eigen jeugd zat ik, zoals ik het nu zie, aan de ‘andere’ kant. Ik was geen boeren- of daggelders dochter. Meteen zit ik me af te vragen of ik andere meisjes uitsloot. Ik kan me wel herinneren dat het gebeurde. Sommigen stonken.
Kun je van kinderen verwachten dat zij zich daarover heen zetten?

Het is een dun boekje maar het rakelt veel op.

 

dinsdag 24 januari 2023

De Kapucijner crypte

Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939) in 1938 dus kort voor zijn overlijden.
Het is een ‘vervolg’ op de 'Radetzkymars'; daarom heb ik deze er meteen maar achteraan gelezen. Niet echt een vervolg: dit boek gaat over een neef van de Von Trottas uit het andere boek. Hij moet oom zeggen tegen het Districtshoofd maar het kan gemakkelijk apart gelezen worden.

Ik las een digitale editie naar de derde druk uit 2014.
Het vorige boek tekende het verval van de Habsburgers; dit boek het verval van Oostenrijk met de ‘Anschluss’ als laatste gebeurtenis in 1938.


 
Het was een spannende tijd.
'Zo ongeveer zullen de mensen ooit een dag voor het Laatste Oordeel leven, honing zuigend uit de giftige bloemen, de uitdovende zon prijzend als schenkster van het leven, de verdorde aarde kussend als de moeder der vruchtbaarheid.'
Je zou het zo naar deze tijd kunnen overzetten.

Neef Franz dus, zoon van een nationalistisch dromer van een groot Habsburg rijk en niet onbemiddeld, krijgt op een dag bezoek van weer een andere neef uit Sipolje/ Slovenië om zijn erfenis op te halen. De vader van Franz was overleden en had ook aan hem wat geld nagelaten. Dat is het begin van een lange vriendschap. Joseph Branco behoort tot een eenvoudige tak van de familie, s ‘zomers boer en s ’winters verkoper van tamme kastanjes.

Ik zit me nu te bedenken dat Roth ook 'de wandelende jood' ten tonele heeft gevoerd in de vorm van Manes Reisiger, koetsier en vriend van Joseph Branco.
En ik realiseer me dat hij in de Radetzkymars dat misschien ook heeft gedaan in de vorm van professor Moser .
Eigenlijk wel leuk wanneer je dat ontdekt. De kunstschilder Chagall deed dat ook vaak in zijn schilderijen en de schrijver Marcel Möring in zijn boeken. Wie weet hoeveel kunstenaars en schrijvers dat nog meer doen of hebben gedaan.

De vriendschap tussen de heren gaat zover dat Franz op verzoek bij hetzelfde regiment beland als Joseph Branco en Manes Reisiger.
Voordat hij naar zijn regiment vertrekt trouwt Franz met Elisabeth. De huwelijksnacht mislukt door het overlijden van bediende Jacques. In het andere boek is er ook een droevig sterfbed met een bediende Jacques uit dat andere huishouden.
De heren worden gevangen genomen en belanden in een Siberisch werkkamp. Daaruit ontsnappen ze maar verliezen elkaar uit het oog.
Franz gaat terug naar zijn moeder en vrouw, die met heel andere dingen bezig is.
Enfin, ze krijgen een zoontje maar doordat het rijk in elkaar stort en er altijd klaplopers zijn moeten Franz en Elisabeth hun kapitale pand als pension gaan verhuren.

Aan het eind is Elisabeth weggelopen, moeder overleden, zoon op een kostschool gedaan en loopt Franz heel treffend naar de Kapucijner crypte. De titel van het boek.
Daar ligt inmiddels de voormalige Oostenrijkse wereld inclusief keizers begraven want de Anschluss is een feit.

  

zaterdag 21 januari 2023

Antwoord op de Godsverduistering


Ondertitel: Het christelijk geloof in gesprek met Joden, Grieken en atheïsten.
Geschreven door Dr. W. Aalders (1909 – 2005) in 1992.
Op een kring kwam dit boek ter sprake en schoot het mij te binnen dat ik het wel in de kast had staan, maar nooit gelezen. Het zijn van die namen waarvan ik ooit gehoord of gelezen heb dat ze van invloed zijn of zijn geweest en op een tweedehands boeken markt koop ik die dan.
Zo heb ik ‘m uit mijn kast geplukt met het idee dat het fijn is wanneer iemand gewoon antwoord heeft.  /ironie
De ondertitel doet alweer anders vermoeden en deed mij denken aan Abélard: Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen.


In die zeventiger jaren sprak men vaak over Godsverduistering. W. J. Ouweneel schreef in 1994 een boek met de titel: ‘Godsverlichting’. Ook gelezen maar ik weet er niet veel meer van.
Het zal mij ongetwijfeld mee ‘gevormd’ hebben. Misschien volgens sommigen misvormd.  /sarcasm
Aalders vindt dat het atheïsme van nu veel gevaarlijker is omdat het zo vriendelijk is. Hij heeft wellicht nooit antitheisten meegemaakt die ronduit vijandig zijn maar ik begrijp wel wat hij bedoelde; in deze tijd en in die tijd ook al, heeft ieder zijn waarheid, dus waar maak je je druk over. Er is meer onverschilligheid.
Dat is volgens onze huidige predikant het tegenovergestelde van liefde. Dus niet de haat maar de onverschilligheid. Toen hij dat eens zei raakte me dat en moet ik daar nog vaak aan denken.

Terug naar het boek: Aalders wil in dit boek het unieke karakter van het Christelijk geloof laten zien als tegenhanger van het nihilisme. Maar wat mij vooral aanspreekt is de invloed van het Griekse denken op het Nieuwe Testament.  Dus het gesprek met die Grieken. De Hellenisering.
In hoeverre is dat gebeurt en maakt dat deel uit van een voortgaande openbaring? Of moeten we dat anders zien?
Paulus  was degen die het Koine-Grieks als pionier introduceerde en heeft omgevormd tot ‘geloofstaal’ (p67/68)
Hij is volgens velen ook degene die joden en christenen van elkaar vervreemde. Maar dank zij hem is het Evangelie wel naar alle windstreken verbreid.
Ook Aalders gaat ervan uit dat Paulus via een Grieks gymnasium kennis heeft opgedaan wat gevolgd werd met een opleiding bij Gamaliël in Jeruzalem.
Wat ook belangrijk is dat de apocalyptiek (openbaring met betrekking tot het einde van de wereld) in de intertestamentaire tijd een grote plaats innam. Volgens Aalders weten we dat dankzij de Dode Zeerollen.  
Dat gaf de nodige angst waar het heidendom geen antwoord op had maar ook een beeld van contrast denken: duisternis – licht, leugen- waarheid, dood- leven, oud- nieuw.
Dus dan moeten we de brieven van Paulus lezen met die bril. Hij was ervan overtuigd dat die apocalyptische wending met Jezus had plaatsgevonden.  
Ik geloof ook dat dat de uitroep van Jezus: 'Het is volbracht' het grote kantelpunt in de geschiedenis is..
Een nieuwe tijd was ingegaan.

Hij heeft vast nooit kunnen denken dat het nog een paar duizend jaar zou duren. In de oudste brief, die aan de Galaten zou dat het meest te vinden moeten zijn. Dan moet ik die eens met die bril op lezen.
‘Zoals Paulus in zijn brief aan de Galaten zijn nieuwe en andere visie op Israël ontwikkelt, zo in zijn breedvoeriger Brief aan de Romeinen zijn nieuwe en andere kijk op de heidenwereld.’
(p85)

In de brief aan Eféze staan heel veel woorden die zijn ontleend aan de Griekse filosofie en religiositeit.  Bijvoorbeeld: wijsheid, kennis, aeonen, Die begrippen zijn ook doorgedrongen in de christelijke theologie en het Europese denken. (90) Vooral de Logos. (Woord)

Het Griekse denken hield ook al rekening met het bovennatuurlijke; de Ideeën wereld van Plato. In het innerlijk van de mens moet dan iets zijn dat raakt aan die hogere Werkelijkheid.
Dat noemt Plato de psyche, de ziel. (93/94) Volgens mij is dat niet hetzelfde, maar ik lees nog even verder.
Plato en Socrates worden gezien als gelovigen ‘avant la lettre’. Omdat zij in een ‘overzij’ geloofden. Daar refereert Paulus aan wanneer hij schrijft over heidenen die de wet in hun hart hebben. (Rom 2: 15) Want de wet ‘heeft hun ziel onrustig gemaakt en hen op het spoor gebracht van het Rijk der idealiteit.’
En wat doet de wet? Hij richt de mens op Christus volgens Paulus theologie.
Mij gaat dat een beetje te snel. Voor orthodoxe joden waarschijnlijk ook.

Clemens en Origenes zijn ook van die bekende namen die hun inbreng hebben gehad in de vroege kerk.
Zij ontwikkelde de ‘Logos theologie’ omdat zij tegenover de Griekse wereld en het Griekse denken er de volle nadruk op legden, dat de Logos waarvan in het Evangelie naar Johannes wordt gesproken, een wezenlijk andere Logos is dan de logos uit het Griekse denken. (p151)

Augustinus was een theoloog, vooral na zijn bekering natuurlijk, die gevormd is door Ambrosius. Ambrosius was het eens met Clemens en Origenes maar legde andere accenten.
Hij legde meer de nadruk op het  verlossingskarakter van de menswording van het Woord. (Jezus)
Augustinus is vooral door Ambrosius beïnvloed maar ook door een kring van platoonse christenen uit Milaan. (p163) en later door Cicero.
En dat vind ik dan weer interessant. Vooral die kring.
Nu kan Aalders schrijven dat het denken van Plato is verdrongen door Augustinus (p156) maar daar heb ik dan zo mijn gedachten bij.
Vaak ben je je niet bewust van alle invloeden die je in je leven hebt ondergaan maar ze zijn er wel degelijk. En zeker wanneer je je daar niet van bewust bent kun je er ook niet mee afrekenen.
Dus hoe dat nu o.a. met de ziel zit…..daarover heb ik nog geen argumenten gevonden om van mening te veranderen.

En of dit boek nu een antwoord is tegen atheïsme en nihilisme; nee, daarvoor is het te ingewikkeld geschreven. 

zaterdag 14 januari 2023

Radetzkymars


Geschreven door Joseph Roth (1894 – 1939)  in 1932.
Eerder las ik van hem 'de honderd dagen' over de laatste dagen van Napoleon en dat maakte indruk op mij vanwege de sfeer en schrijfstijl.
Nu las ik van dit boek een digitale editie naar de negentiende druk uit 2015.

Dit boek gaat over de opmaat naar de eerste wereldoorlog en het verval en de laatste dagen van het Habsburgse rijk en die van vier generaties ‘Von Trotta’.

Overgrootvader Trotta is een Sloveense  boer: ‘Thuis woonden ze in lage hutten, bevruchten s’ nachts hun vrouwen en overdag de velden. Wit en hoog lag ’s winters de sneeuw om hun hutten. Geel en hoog golfde ’s zomers het graan om hun heupen. Boeren waren ze, boeren! Het geslacht van de Trotta’s had niet anders geleefd! Niet anders!




Grootvader Von Trotta zit in het leger en is de held van Solferino omdat hij per ongeluk het leven redt van de jonge keizer Franz Joseph.
Hij wordt daarvoor in de adelstand verheven en in de orde van Maria Theresia.  Kapitein Joseph Trotta von Sipolje.
‘Hij was even eenvoudig en onberispelijk als zijn conduitestaat en alleen de woede die hem soms overviel, had een mensenkenner kunnen doen vermoeden dat ook in de ziel van kapitein Trotta de duistere afgronden gaapten waarin de stormen en de onbekende stemmen van naamloze voorvaderen slapen.’

Hij doet een goed huwelijk en krijgt een zoon en ontdekt in diens geschiedenisboeken dat de affaire niet is weergegeven zoals het in werkelijkheid is gebeurd. Hij protesteert daartegen tot aan de keizer toe en die laat zijn naam uit de boeken schrappen.
Trotta wordt nog wel even tot baron gebombardeerd en krijgt een keizerlijke gift voor zijn zoon. Het is voor hem wel een reden om uit het leger te stappen.

Zijn zoon, Franz, mag van hem het leger niet in wordt naar een kostschool in Wenen gestuurd en opgeleid tot jurist. Hij schopt het tot districtshoofd.

Iedere zondag wordt bij het ouderlijke huis de Radetzkymars gespeeld en dat maakt op kleinzoon Carl Joseph een onvergetelijke indruk. Dat hoort bij het stabiele leven wat helaas aan het verdwijnen is.
Carl Joseph is een wat labiele persoonlijkheid. Heeft amoureuze affaires maar geen nageslacht.
Vanwege gokschulden, die hij niet zelf maakt maar van anderen overneemt wordt zijn positie onhoudbaar. Zijn vader Franz en de keizer moeten er aan te pas komen om alles glad te strijken en als gevolg daarvan laat hij zich overplaatsen naar een suffig grensdorp.
Vlak voor de eerste wereldoorlog laat hij zich uit het leger ontslaan maar moet toch weer aantreden als dat nodig is.
Nee, hij sterft niet heldhaftig. Ja eigenlijk wel, vind ik. Hij probeert water te halen voor zijn dorstige kameraden en wordt daarbij neergeschoten.
Einde van de dynastieën; die van de Habsburgers en de von Trotta’s want Franz, als laatste overgebleven sterft op de dag van de begrafenis van keizer Franz Joseph.

Dit staat er nu zo zakelijk allemaal maar de manier waarop Roth dit allemaal beschrijft is geweldig mooi.
Je hebt van die tekenaars die met een paar strepen iets herkenbaars kunnen neerzetten. Zo is Roth ook. Met een paar zinnen weet hij een sfeer te scheppen die je niet meer vergeet.
Gewoon een goede schrijver.
 

 

woensdag 28 december 2022

De humor van de Bijbel



Geschreven door Okke Jager in 1954.  Het is weer een tweedehandsje*. Of derde of vierde.
Jager was theoloog en behoorde naar onze GB maatstaven tot de lichte dominees. Ik heb hem dan ook nooit horen preken.
Wel heb ik een Bijbels dagboek van hem waaruit ik wel eens een stukje las tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige. In die tijd moesten we om beurten de  dagopening verzorgen.
Achteraf bezien nogal gewaagd. Er zaten vooral meiden uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten.
En ook achteraf bezien paste ik daar slecht tussen al heb ik dat toen nooit zo ervaren. We hadden een gezamenlijk doel: de mensheid redden.



Maar die humor, wat is dat eigenlijk en komt dat in de Bijbel voor? Mijn familie van moeders kant waren/zijn de serieusiteiten zelve maar mijn familie van vaders kant had humor en ik zie het weer terugkomen bij mijn broers en zussen. Komt natuurlijk bij dat ik gewend ben aan dat type humor. Ik voel dat aan en begrijp dat direct.
Dat geldt niet voor ieders humor. De humor van mijnheer Cathy richt zich meer, zonder het daartoe te beperken, op gestoei met woorden en woordgrapjes. Is ook leuk.
Humor is ook zeer subjectief. Ik kan dan ook lang niet alles wat Jager aanreikt als humor zien.

Ironie, cynisme en sarcasme zijn ook allemaal vormen van humor die mij aanspreken. Alles waarmee je je ongenoegen of kritiek kunt uiten zonder ruzie te maken vind ik boeiend.
Dat zal wel te maken hebben met m’n conflict mijdende aard.

Volgens Jager komen ironie, sarcasme en woordspelingen het meeste voor in de Bijbel. Ja, daar geeft hij voorbeelden bij.
Wel is het zo dat hij als  ‘oorspronkelijke taal lezer’ meer in de Bijbel weet te ontdekken aan woordspelingen dan iemand die het Hebreeuws/ Aramees en Grieks niet machtig is.
Vertalen is altijd verliezen. Helaas.
Buiten dat was Okke Jager zelf ook een erudiet mens met een enorm taalgevoel.

Humor helpt om de zaken te relativeren en laat ons het betrekkelijke zien van alles wat we binnen de geloofswereld verabsoluteren. Er moet meer vrolijkheid komen. De feestzaal van Christus lijkt niet meer op een feestzaal.
Ja, daar verbaas ik me ook over. In de Bijbel staat bij de instelling van feesten vaak dat het een vrolijk feest moet zijn en wanneer ik dan bij de ‘hoge’ feesten in de kerk eens om mij heen kijk zie ik weinig vrolijks. We zijn er bang voor geworden om de één of andere reden. Blijdschap kan er nog net mee door maar vrolijkheid is uit den boze. Zo lijkt het.

Heel lang heb ik het blog van ‘de lachende theoloog’ (Jan Riemersma) mee gelezen en toen ik daar eens naar verwees op een forum kwam  er van iemand commentaar dat ze niets wilde lezen van een theoloog die zich zo noemde. Tsja.

Wat is dat toch?
‘Mensen zonder humor zullen in de humorist altijd een deserteur zien’. (p 47) Terwijl ‘humor vaak juist uit liefde en sympathie wordt geboren.’( p48)

‘Mag de Goede Herder niet glimlachen, als een schaap herders- allures krijgt?’(p 48)
En: Jezus is Iemand die overal engelen ziet en christenen zijn mensen die overal spoken zien.
Christus had de wijdopen ogen van een kind, waarin Hij de wereld opving; christenen hebben de spleetoogjes van oude mannen waarmee ze de wereld op afstand houden. Christus stak overal Zijn hand uit; Christenen houden altijd iets achter de hand. Christus keek een tollenaar uit een boom; christenen kijken de kat uit de boom.
Christus liep met een gezicht, waar dagelijks de nodiging vanaf straalde: ‘Kom tot Mij!’
Christenen lopen met gezichten rond, die aan iedereen verkondigen: ‘Blijf van mij af’.

Dit is een wat generaliserend stukje wat mede zijn taalgevoel laat zien maar staat er nu echt humor in de Bijbel? Wanneer je goed leest en nadenkt wel.

In Gen 11:5 bij de torenbouw van Babel.
Het idee: God is transcendent en immanent en zegt ‘Kom laten we neerdalen om die toren  eens te gaan bekijken die de mensen hebben gebouwd.’
Alsof Hij die toren, die in mensenogen groots is, vanuit de hemel niet kan zien.

David die rustig op zijn dak staat terwijl ‘de koningen uittrekken ten oorlog’. Ik zie Zelensky dat al doen. Belerende ironie.
Mechizedek, waarvan geen geslachtregister bekend is als een steekje onderwater omdat de Joden de stambomen altijd uitpluisden of iemand wel recht had op het priesterschap.

Abimelech, die tegen Sara zegt: ‘zie ik heb uw broer duizend zilverlingen gegeven’ terwijl hij al weet dat Abraham haar man is. (Gen 20:16) Je kunt je er zijn knipoog bij voorstellen.

Paulus die in de brief aan Filemon schrijft over Onesimus. De naam betekent nuttig of verdienstelijk en dan schrijft hij: ‘Hij was voorheen voor u van geen nut, maar nu is hij voor u en voor mij van veel nut.

Zelf vind ik de opmerking van Jezus uit Lukas 10 van ironie getuigen. Wanneer de zeventig die uitgezonden waren bij Hem terugkomen zijn ze helemaal euforisch omdat ze zelfs demonen konden uitwerpen.
Jezus zegt dan: (Nou, nou wat geweldig, dat hoor ik erin) ‘ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.’

In de laatste hoofdstukken waarschuwt Jager voor verkeerde humor. Dat is ook belangrijk. Humor kan namelijk behoorlijk doorschieten en dan wordt het profaan/blasfemisch.
Maar dat is ook weer lastig want wat er bij de één nog meer door kan, gaat voor de ander al te ver.
Voelsprieten ontwikkelen!
Tot slot een gedicht van Okke Jager: 

Kom haastig!

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’

‘Ja, Amen,’ zegt Mevrouw, ‘maar mag ik voor
De bontjas die ik gisteren zag hangen
Eerst sparen en hem aandoen, als het Koor
Een avond geeft in ‘Christ’lijke Belangen?’

‘Ja, Amen,’ zegt het kind, maar nu nog niet,
Ik moet nog met vakantie naar de bossen.
Maar ik zal zwaaien, zodat U het ziet,
Als U ons onder schooltijd komt verlossen.’

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Maar mag ik eerst die nieuwe lezing lezen,
Die ik gemaakt heb voor het Jeugdverband
Over ‘Gij zult het wel verstaan na dezen’?’

De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: “Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’


Okke Jager (1928-1992)
uit: Worden als een kind (1954)

 

 

*Dat is ook humor: het boekje behoort tot de ‘boeket-reeks’.

 

 

 

dinsdag 27 december 2022

Zonsondergang



Rond verschijnend,
Lichtgevend vuur,
Gebouwd in de ruimte,
Warmte afwerpend,
Westwaarts reizend;



Jouw fotografische omvang
conflicteert met het
afnemend licht van de getroffen dag,
Op het stervensuur opduikend en
doortrokken verschijnend
aan de verre grens van de aarde
Een op zijn doel afgaande regenboog
reikende ver tot in de hemel.
Je bent een kunstenaar, Zon!


R.G. Dandridge (1883 - 1930)



Vrij vertaald vanuit het Engels en de schepper van de zon is natuurlijk de echte Kunstenaar.





vrijdag 23 december 2022

Cantique de Noël

Veruit het mooiste kerstlied vind ik Cantique de Noël, beter bekend als ‘O, Holy Night’ van Placide Cappeau.  De tekst in combinatie met de prachtige muziek van Adolphe Adam …..het is elk jaar weer genieten, waar en op welke manier ik het ook ergens hoor.

Omdat ik ervan hou om terug te gaan naar bronnen, hier de Franse tekst: 

Minuit, chretiens, C'est l'heure solennelle
Ou l'Homme Dieu descendit jusqu'a nous
Pour effacer la tache originelle
Et de Son Pere arreter le courroux.
Le monde entier tressaille d'esperance
En cette nuit qui lui donne un Sauveur.

Peuple a genoux,
attends ta delivrance!
Noël! Noël! Voici le Redempteur!
Noël! Noël! Voici le Redempteur!

De notre foi que la lumière ardente
Nous guide tous au berceau de l'Enfant,
Comme autrefois une étoile brillante
Y conduisit les chefs de l'Orient.
Le Roi des rois naît dans une humble crèche :
Puissants du jour, fiers de votre grandeur,

A votre orgueil,
c'est de là que Dieu prêche.
Courbez vos fronts devant le Rédempteur.
Courbez vos fronts devant le Rédempteur.
 
Le Redempteur A brise toute entrave:
La terre est libre et le ciel est ouvert.
 Il voit un Frere ou n'etait qu'un esclave,
L'amour unit ceux qu'enchainait le fer.
Qui Lui dira notre reconnaissance?
C'est pour nous tous qu'Il nait, Qu'Il souffre et meurt.

Peuple debout,
chante ta delivrance!
Noël! Noël! Chantons le Redempteur!
Noël! Noël! Chantons le Redempteur!
 

Placide Cappeau (1808 – 1877)






 




vrijdag 16 december 2022

Wuthering Heights/ Woeste Hoogten

In 1847 geschreven door Emily Bronte. (1818 – 1848) Ze was toen dus 29 jaar oud.

En het was haar enige boek want op dertig jarige leeftijd overleed ze aan TBC.
Tijdens mijn middelbare schooltijd moesten wij voor de talen in ons vakkenpakket twaalf boeken per taal lezen, uit verschillende periodes en voor Nederlands het dubbele.
Dat waren nog eens tijden.
In die tijd heb ik dit boek ook al eens gelezen, evenals ‘Jane Eyre’ van haar zus Charlotte. In het Engels natuurlijk en daardoor veel gemist.


In grote lijnen herinnerde ik me het verhaal nog wel maar nu las ik het met meer belangstelling voor de schrijfster;  op haar leeftijd en de Victoriaanse tijd waarin ze het schreef.
Als het in onze tijd zou worden geschreven zouden de beide Catherines al vele malen zijn verkracht denk ik zo. Dat gebeurde toen nooit. 😊

Het geheel omvattende onderwerp is de onmogelijke liefde tussen Heathcliff en Catherine Earnshaw
Heathcliff is een vondeling die met Mr. Earnshaw meekomt na een grote reis. Verder weten we niets over hem en komen ook niets te weten.
Hij groeit op met Hindley en Catherine en het personeel op de Woeste Hoogten.
Behalve Nelly is dat de oude Joseph, die te pas en te onpas in een dialect de Bijbel weet te citeren. De vader van de Brontës was predikant.
Hindley groeit op tot een jaloerse dronkenlap, trouwt en krijgt een zoon: Hareton.
Catherine trouwt om pragmatische redenen met Edgar Linton, verhuist naar Thrushcross Grange en sterft bij de geboorte van haar dochter Catherine.
Heathcliff vat een obsessieve liefde op voor Catherine, en komt daar niet meer overheen. Hij vertrekt naar het buitenland als slachtoffer en komt terug vol wraakgevoelens en gaat wonen op de Woeste Hoogten. Zo obsessief hij in de liefde was is hij nu in zijn wraakgevoelens ten opzichte van alles wat geen Catherine heet.
Hij legt het aan met Isabelle, de zus van Edgar Linton, puur en alleen om zich te wreken. Zij krijgen een zoon, Lindon, een zwak schepsel met dezelfde agressieve en manipulerende inborst als zijn vader.
Heathcliff legt het erop aan om niet alleen de Woeste Hoogten maar ook Thrushcross Grange in zijn bezit te krijgen, wat hem ook nog op een nare manier lukt.
Aan het eind komt alles toch nog goed; krijgt Heathcliff op een wonderlijke manier vrede omdat hij Catherine ‘ziet’ en kunnen Catherine junior en Hareton, als volgend geslacht het, na de nodige strubbelingen, goed met elkaar vinden.

Vertellers van dit hele verhaal zijn Mr. Lockwood, een tijdelijke huurder van Trushcross Grange die de hele geschiedenis wat afstandelijk bekijkt en Nelly Dean, de huishoudster en verzorgster van de beide Catherines.

Wat vind ik er nu van, na zoveel jaren.
De sfeer is geweldig, echt Engels. Lekker beklemmend, heidevelden/ the Moor, mist, het pendelen tussen twee huizen die op gevangenissen lijken.
Waarom hoort dit boek tot de wereldliteratuur? Want zo romantisch is het allemaal niet; nee geen verkrachtingen maar wel kindermishandeling en taalgebruik wat er niet om liegt en wat niet aan de vertaling zal liggen.
Maar ze schrijft mooie zinnen, neemt de tijd om te schilderen met woorden en fabriceert  krachtige, intense persoonlijkheden. Het gaat natuurlijk ook om goed en kwaad wat niet altijd precies te duiden is. Het kwaad heeft toch altijd een oorzaak?  Ik krijg nu de neiging om ‘hasn’t it ’toe te voegen.
Heathcliff als zwartharige man tegenover de blonde Cathy die echt niet zo lief is.
Emily had, ondanks haar ‘bekrompen’ leven inzicht in menselijk trekken en hun mogelijke uitwerkingen. Dat is een gave.

 

Out on the wily, windy moors
We'd roll and fall in green
You had a temper, like my jealousy
Too hot, too greedy
How could you leave me
When I needed to possess you?
I hated you, I loved you too

Bad dreams in the night
You told me I was going to lose the fight
Leave behind my wuthering, wuthering
Wuthering heights

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window

Ooh, it gets dark, it gets lonely
On, the other side from you
I pine a lot, I find the lot
Falls through without you
I'm coming back love, cruel Heathcliff
My one dream, my only master

Too long I roam in the night
Coming back to his side to put it right
Coming home to wuthering, wuthering
Wuthering heights

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window

Ooh, let me have it, let me grab your soul away
Ooh, let me have it, let me grab your soul away
You know it's me, Cathy

Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold, let me in your window
Heathcliff, it's me, I'm Cathy, I've come home
I'm so cold

Kate Bush