Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zondag 31 maart 2019

House of Cards


Ik heb me gewaagd aan een Netflix serie. House of Cards.
Een hele lange. Zes seizoenen die ik in een paar weken heb gekeken.

Hoofdrollen voor Kevin Spacy als Francis Underwood totdat hij er vanwege een ‘me too affaire’ uitgeknikkerd werd. Hij is in deze serie een politicus en mikt op het presidentschap van de VS.
Robin Wright is Claire Underwood, zijn vrouw. Ook een ambitieuze dame met irritant weinig mimiek in haar gezicht, net als de huidige presidentsvrouw.
Maar soms is dat wel handig; ik ga het ook wat vaker proberen.

In het begin vond ik het echtpaar Underwood wel sympathiek. Ze deden bijna alles voor elkaar, zij het dat zij iets meer deed voor hem dan hij voor haar, maar waren loyaal ten opzichte van elkaar.
Gewoon een goede relatie met hier en daar wat foute ontsporingen.
Rookten gezellig met elkaar een jointje en wáren er voor elkaar, ondanks de drukke banen. Wat natuurlijk in een film gemakkelijker is dan in real life.
Tegenover anderen waren ze duidelijk zakelijker en koelbloediger ingesteld.
Dat veranderde in de loop van de serie totdat ik hen gewoon een akelig stel mensen ging vinden.
Keihard, ook naar elkaar en ze gingen over lijken richting het presidentschap van de VS en het behouden van die plaats.
Enige overeenkomsten met de huidige president werden wel duidelijk.

Het is niet echt een héél spannende serie, maar wat wel duidelijk naar voren komt is het gekonkel in de wandelgangen van het regeringsapparaat. Help jij mij om een wet er door te jassen dan help ik
jou om jouw ideeën vorm te geven. En wie erg lastig is krijgt opeens een ongeluk ofzo.
Maar toch altijd weer oppassen om - wat mijnheer Cathy ‘wisselgeld’ noemt - achter te laten want het kan tégen je gebruikt worden.
Alles kan tegen je gebruikt worden trouwens en wanneer er niets is dan wordt er zo nodig wel iets gecreëerd en/of uitgelokt.
Altijd berekenend bezig zijn. Het is niet voor niets, denk ik, dat er regelmatig een schaakspel in beeld komt vanuit de presidentiele slaapsuite. Vooruit denken wat de mogelijkheden van je tegenstander zijn en die zo veel mogelijk op voorhand tackelen.
“The road to power is paved with hypocrisy, and casualties.”
En dat niet alleen in de wandelgangen van het Capitool maar ook in de internationale betrekkingen. Aan Petrov, de Russische president, hebben ze wel een hele kluif. *grinnik* Hij is minstens zo hard en doet helemaal niet zijn best om dat te verbergen zoals de Underwoods.
Dan is er nog het kat en muisspel met de pers.
Doug Stamper is een akelige stafchef, vind ik. Hij is ziekelijk toegewijd aan Francis Underwood en regelt met zijn pokerface allerlei stinkende zaakjes voor hem.
Pas in het laatste seizoen worden alle losse eindjes afgewerkt. Van zogenaamde zelfmoorden tot in scene gezette overlijdens om aan de Underwoods te ontkomen. Dat moest ook wel want Spacy moest eruit. Het is dan ook niet het beste seizoen. Te rommelig.

Wat wel grappig is: Francis Underwood richt zich zo af en toe tot de kijkers en maakt hen deelgenoot van zijn gedachten. “Democracy is so overrated.”
Claire doet dat pas in het laatste seizoen, wanneer zij het tot president geschopt heeft en de strijdt aanbindt met de boze, blanke oligarchen.
Want Francis was alleen maar het middel tot haar doel.
Ze loopt ook altijd op zeer hoge hakken rond en stapt voorbeeldig netjes uit bed.
Wat ik raar vond is het gedoe van de zwangerschap. Totaal ongeloofwaardig.
Actualiteit zit er ook in met betrekking tot de strijd in Syrië. Plus het gebruik of misbruik van een terroristische organisatie ten gunste van de stemmingsuitslag van verkiezingen.
Nog iets: twee keer -geloof ik - komt het boek van Dickens in beeld: ‘A Tale of Two Cities’. In combinatie met Doug Stamper.
Ik heb het boek nooit zelf gelezen maar volgens de wiki pagina gaat het in het boek over de cyclus van verval en herrijzenis. Nou dat is wel van toepassing op Stamper. Helaas moet hij het tenslotte ook afleggen.

Vervolgens vraag ik me wel af of er nog eerlijke, integere en loyale mensen bestaan.


'Politics is no longer theatre, Politics is show business'




dinsdag 26 maart 2019

De Uitreis


De eerste roman van Virginia Woolf (uit 1915) die vorig jaar pas voor het eerst is vertaald in het Nederlands.
Oorspronkelijke titel: ‘The Voyage Out’.
Eerder las ik van haar ´Mrs Dalloway´.

Deze Mrs Dalloway komt ook heel even kort voor in dit boek.

Het echtpaar, Helen en Ridley Ambrose gaat op (boot) reis naar hun huis, ergens in Zuid Amerika. Ze nemen hun nichtje Rachel Vinrace mee. Rachels moeder is overleden toen Rachel elf was ofzo en ze werd zeer beschermd opgevoed door twee tantes in Richmond. Wel is zij een goede pianospeelster. Haar vader is reder en eigenaar van het schip.
Inmiddels is zij vierentwintig jaar oud en nog zo groen als gras. Daar komt verandering tijdens deze reis. Ze maakt in korte tijd een heftige ontwikkeling door.
Dit boek valt dan ook onder de ´Bildungsromans´.
Norwegian Wood van Haruki Murakami valt daar bijvoorbeeld ook onder.

Aan het vaste land ligt het huis van de Ambroses vlakbij een hotel en daar logeren weer veel mensen. Soms is het lastig om te onthouden wie wie is, maar dat kan ook door mijn leeftijd komen. Vroeger had ik daar nooit last van.
Aan de hand van gesprekken met die mensen van allerlei pluimage komt Rachel tot de ontdekking dat er toch wel veel meer in de wereld is dan wat zij in de gaten had op het rustige platteland bij haar tantes.

Af en toe kreeg ik de slappe lach; Woolf is een feministe en wat ze dan een mannelijk personage (Terence Hewet) in de mond weet te leggen:
‘Dat is iets wat me altijd weer verbaast’[..]‘Het respect dat vrouwen, zelfs ontwikkelde, bijzonder bekwame vrouwen, voor mannen hebben,’ ging hij door. ‘Ik geloof dat we hetzelfde soort macht over jullie uitoefenen als we over paarden uitoefenen, zoals wel gezegd wordt. Die zien ons als drie keer zo groot als we zijn, anders zouden ze ons nooit gehoorzamen. Om precies die reden lijkt het mij twijfelachtig of jullie ooit iets zullen bereiken, zelfs al krijgen jullie stemrecht.’
Gelukkig is dat in pakweg honderd jaar wel een beetje veranderd.

Ergens anders laat ze St. John Hirst, van het type Sheldon uit ‘The Big Bang’ vragen: ‘Wat is zij voor iemand? Kan ze redeneren, heeft ze gevoelens, of is ze alleen maar een soort voetenbankje?’
Hirst en Hewet zijn een paar jongemannen die een grote rol gaan spelen in het leven van Rachel.
Tijdens een kerkdienst in het hotel luistert Rachel voor het eerst eens kritisch en besluit meteen om nooit meer te gaan. Ze komt tot de ontdekking dat het allemaal slechts theater is.

‘Niemand voelt, niemand doet ook maar iets anders dan kwetsen. Echt, Helen, de wereld is slecht. Het is een marteling om te leven, te verlangen. [..] Het leven van die mensen, probeert ze uit te leggen, ‘de doelloosheid, de manier waarop ze leven. Je gaat van de één naar de ander en ze zijn allemaal het zelfde. Van geen van allen krijg je ooit wat je wilt.’

Er wordt een soort van expeditie op touw gezet en zes personen vertrekken voor een paar dagen, per boot de rimboe in; het echtpaar Flushing, Hirst en Hewet en Helen Ambrose en Rachel.
Daar gebeurt iets raars met Rachel waarvan je achteraf zou kunnen zeggen dat zij daar een infectie opliep die haar fataal zou worden. De titel is dubbelzinnig: de ontwikkeling van Rachel uit een bekrompen milieu maar ook de uitreis van het leven.
Tijdens de expeditie erkennen Hewet en Rachel dat ze toch wel wat voor elkaar voelen. Maar meteen ook merk je de irritaties: Hewet praat alleen over zichzelf en stoort Rachel later voortdurend tijdens het pianospelen. Hoe irritant, dat egocentrisme.

Virginia had een scherp oog voor menselijke trekjes en weet dat met humor en soms sarcasme in mooie taal om te zetten. Meteen leer je de schrijfster een beetje kennen.
Een los eindje wat mij betreft is het verdriet van Helen Ambrose op de eerste pagina´s. Dat begrijp ik niet. Ook niet bij herlezen.


vrijdag 22 maart 2019

Introductie Symboliek IV


Boven het volgende hoofdstuk in mijn syllabus staat geschreven: ‘Verheven en platvloers’.
De verhevenheid die door de religie werd voorgestaan werd steeds minder belangrijk in de zeventiende eeuw en het ‘platvloerse’ rukte op. Zelfs ‘de kladderaar Rembrandt’ raakte uit de mode.
Met de stillevens kwam het ‘genrestuk’ in zwang. Gewone dagelijkse taferelen al dan niet met verborgen boodschappen en of hints van bijvoorbeeld spreekwoorden en gezegdes.
Jan Steen is een bekende.
Gevaar voor ‘hineininterpretieren’ ligt dan wel op de loer. Verborgen bedoelingen zijn alleen af te leiden uit de context. Oesters en of patrijzen zijn niet altijd een symbool van lust al blijven een schedel, zandloper of uitgeblazen kaars wel vanitas symbolen. (ijdelheid, vluchtigheid)
Seks stond vroeger bekend onder de term ‘vogelen’, dus wanneer je een vogel in of uit een kooitje ziet is het ook de moeite waard om verder te kijken wat er precies wordt bedoeld.

Religie bleef wel een rol spelen maar raakte wat op de achtergrond. Letterlijk te zien op een schilderij van Joachim Beuckelaer: ‘de welvoorziene keuken’. (1566)

Langzaam gaan we richting Barok en wordt de (schilder) kunst wat grootser en meeslepender.
Dat weet ik nog uit mijn vorige collegereeks.
Dat was een stijl die in Nederland niet echt voet aan de grond kreeg. In Zuidelijke Europa des te meer.
De contrareformatie, reactie op de reformatie, pushte de religieuze kunstrichting; ze konden wel wat meer propagandamateriaal gebruiken. De Apocriefen en het naakt werden in de ban gedaan en het concilie van Trente bepaalde dat Maria toch wel erg belangrijk was. Zelfs zo belangrijk dat ze langzamerhand als medeverlosseres werd gezien.
De inquisitie deed zijn intrede.
Paolo Verones (1528 – 1588) was een schilder (leerling van Titiaan) die daarmee te maken kreeg. Hij schilderde het laatste avondmaal van Jezus en zijn discipelen te feestelijk en uitbundig en werd op het matje geroepen. Daar zijn nog aantekeningen van overgeleverd.
Uiteindelijk heeft hij de titel van zijn schilderij vervangen door ‘feest in het huis van Levi’ (1573)
Vanuit Frankrijk had de zonnekoning, Lodewijk de 14e veel invloed met zijn architectuur van Versailles.

Amalia van Solms probeerde in de Lage Landen die Europese grandeur in te voeren.
Zo werden onder leiding van Amalia en Frederik Hendrik verschillende paleizen en buitenhuizen onder handen genomen.
De ‘Bray’ familie en bijvoorbeeld Jacob Jordaens kregen kansen.

De plafondschilderingen kwamen in zwang. Les Trompe- l‘oeils oftewel schildertechnieken die het oog bedriegen. Ze gaven soms een kijkje in de godenwereld.
Uit villa Borghese heb ik daarvan een paar foto's want het fascineerde mij wel.
Ik heb nu ontdekt dat het (links) een fresco van Mariano Rossi is en voorstelt de Romeinse held en leider Marcus Furius Camillus.
En rechts een detail van ‘De raad van de Goden’ van Giovanni Lanfranco.
Wanneer je ze zo naast elkaar ziet zijn het twee totaal verschillende stijlen.
















Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er door de docente allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, lees er van alles naast en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.
















maandag 18 maart 2019

Dagboek van een krankzinnige en Heer en knecht


Deze twee korte verhalen van Tolstoj staan ook in hetzelfde boek als de Kreutzersonate.
In ‘Dagboek van een krankzinnige’ (1884) beschrijft Tolstoj de ommekeer van een wellustig en zondig, maar angstig levend mens tot een vrome gelovige.
Heel mooi beschrijft hij hoe je anders naar de wereld gaat kijken. In zijn tijd was dat de Russisch feodale maatschappij maar de ‘krankzinnige’ gaat de wereld met zijn bewoners zien als door de ogen van Jezus. Al wordt die nergens genoemd.
Het gaat wel met een tussenstapje: hij begint met op zon en feestdagen naar de kerk te gaan uit voorzorg, want je kunt nooit weten. Maar dan krijgt hij een spirituele ervaring, raakt zijn angsten kwijt en dat is het begin van zijn ‘krankzinnigheid’.
Als ik zo de Wikipagina lees denk ik dat het een autobiografisch verhaal is.


In ‘Heer en knecht’ (1885) gaat een landeigenaar, Berchoenov, op pad om een stuk bos te kopen. Er is haast geboden want er zijn kapers op de kust. Zijn knecht Nikita gaat mee.
Berchoenov is ook diaken van de kerk en het benodigde geld heeft hij even geleend.
Het is winter dus reizen ze per slede.
Door het slechte weer en hevige sneeuwval verdwalen ze steeds. Draaien rondjes, twee keer door hetzelfde dorp, en besluiten op een gegeven moment maar buiten te overnachten en bij daglicht verder te gaan.
Berchoenov doet nog een poging om er stiekem met het paard vandoor te gaan, maar dat eigenwijze paard brengt hem weer terug bij de slede waar Nikita half bevroren is.
Berchoenov voelt zich schuldig; gaat op Nikita liggen om hem te ontdooien maar bevriest zelf. Nikita overleeft.
Wat is de bedoeling van dit verhaal? Want soms vroeg ik mij af wie nu de heer en wie de knecht was.
Nikita, de knecht is onderdanig maar neemt regelmatig het voortouw in het bepalen van de route en is niet materialistisch ingesteld in tegenstelling tot Berchoenov.
Hun nachtelijke dromen verschillen nogal. Nikita is bereid om te sterven want zijn leven stelt niet zoveel voor; Berchoenov komt pas tot inkeer in zijn stervensproces.



zondag 17 maart 2019

Kreutzersonate



Geschreven door Lev Tolstoj (1828 – 1910) ergens in 1888.

Eerder las ik ‘de Opstanding’ en ‘de dood van Ivan Iljitsj’ en ooit natuurlijk ‘Oorlog en Vrede’ en ‘Anna Karenina’.
Waarom de titel vertaald is met de Kreutzersonate snap ik niet.
Beter was geweest zoals, volgens mij, de oorspronkelijke titel: ´Kreutzersonate´.
De sonate is door Beethoven geschreven voor een vriend maar, - en daar zit ´m volgens mij de crux, - met gelijke partijen voor viool en piano. Althans volgens mijn aantekeningen van mijn colleges Kruisbestuiving, maar volgens Wiki is de pianopartij prominenter aanwezig.
Wanneer ik zelf luister vind ik dat lastig te beoordelen.
Hoe zit het met betrekking tot het boek?


Het verhaal gaat over een gesprek in de trein. Pozdnysjev vertelt over zichzelf, zijn huwelijk en moord op zijn vrouw aan een ik-persoon. Een verhaal in een verhaal.
Het is een lang verhaal en dus een lange reis.

Tegelijkertijd zat ik mij af te vragen of het misschien een typisch westerse wens is om alles zo exact te willen laten kloppen. Ik herinner me nog uit Dostojewski’s: ‘de gebroeders Karamazov’ dat of Aljosja of starets Zosima, dat weet ik niet meer, zoveel reisde en gesprekken voerde op één ochtend dat ik me zat te realiseren dat zoiets praktisch gezien niet mogelijk was.
Waarom vinden wij hier in het westen dat wel belangrijk? En lopen we daarom ook zo vast in de (oosterse) Bijbelse verhalen dat, wanneer we die letterlijk lezen, niet kloppend kunnen krijgen en dan ons verstand maar geweld aan doen want God zegt het nu eenmaal zo en dan klopt het?
Vind ik het erg wanneer er dingen niet kloppen in boeken die bekend staan als ‘wereldliteratuur’?
Ja, mijn westerse brein merkt het op maar ik heb inmiddels wel geleerd om naar de diepere lagen te zoeken en het ‘frame’ te laten voor wat het is.
Zo heb ik zelf kort geleden, bij een workshop schrijven een kort verhaal geschreven over een dirigent die tijdens een orkestrepetitie nadenkt over een paar grote vragen van het leven. Ik denk dat het in de praktijk niet op die manier voorkomt, maar het was voor mij toen een manier om te framen, te kaderen en hij dirigeert het laatste deel van Tsajkovski's 'Pathétique ' wat ook een beetje een functie heeft. Dat stuk duurt ongeveer negen minuten, maar in het verhaal beslaat het de tijdsduur tot een pauze.

Dat kader kan trouwens heel mooi zijn zoals in deze Kreutzersonate maar het gaat ten diepste over de man-vrouw verhoudingen in en om het huwelijk, jaloezie en de gevolgen wanneer je het beest in jezelf loslaat.
Kreutzersonate gaat over de wisselwerking tussen man en vrouw, maar ook over de vrouw van Pozdnysjev die met Troechatsjevski, een violist, deze sonate instudeert om hem ten gehore te brengen.
Zij bespeelt dus de piano en wanneer die toch een prominentere rol zou hebben dan klopt dat trouwens wel met het verhaal. Denk ik.
Op een bepaalde manier is er gelijkwaardigheid tussen de echtlieden maar die bestaat niet in de geest van Pozdnysjev en daar kan hij niet mee omgaan.
In het begin van het verhaal schijft Tolstoj ergens: ‘Maar u kent immers,’ begon hij opnieuw, terwijl hij de thee en de suiker in zijn reistas borg, ‘de vrouwenheerschappij waar de wereld onder zucht; daar komt dat alles uit voort.’

Dat legt hij dan verder uit want ook zijn toehoorder begrijpt dat niet.
Fascinerend verhaal.




vrijdag 15 maart 2019

Rembrandt


Een dagje Amsterdam waar sommige mensen hun eigen parkeergelegenheden annexeren, is altijd leuk, ondanks het slechte weer.

We gingen, in dit ‘Rembrandtjaar’ natuurlijk voor Rembrandt in het Rijksmuseum. Afgelopen woensdag in de collegereeks hebben we onder andere ‘de Nachtwacht’ besproken zodat hij niet veel geheimen meer voor me had.
Wel indrukwekkend om hem voor het eerst te zien. Ja, het was voor het eerst. *Schaam, schaam*.
De expositie claimt ‘alles’ van Rembrandt te exposeren, maar dat geldt voor alles wat het Rijksmuseum in bezit heeft en dat viel mij voor wat betreft de schilderijen wel een beetje tegen. Die zijn kennelijk toch behoorlijk over de wereld verspreid. Tekent dat de Nederlandse (ver)koopmansgeest?
Tekeningen zijn er in overvloed, veel te veel om je in elke tekening te verdiepen.
Waar ik me over verbaasde was dat het bijna allemaal kleine krabbels waren. Veel van ongeveer vijf bij vijf cm. Logisch eigenlijk, die kun je altijd in je broekzak meenemen.
Marten en Oopjen waren er natuurlijk ook al vond ik het portret van Maria Trip mooier.

Maar schilderen kon hij, die Rembrandt.
Ook alweer staande op de schouders van zijn voorgangers want ik las een opmerking: ‘Zonder Caravaggio geen Rembrandt’.
Dat zie ik nu ook wel. Caravaggio heeft met de lichtval, die om de één of andere reden bijna altijd van links komt, iets in gang gezet wat Rembrandt onnavolgbaar heeft geperfectioneerd.


vrijdag 8 maart 2019

Vrouwendag


In een kwartaalblad voor gereformeerde theologie las ik een artikel waar ik blij van werd op deze internationale vrouwendag.
Het blad wordt bevolkt door voornamelijk schrijvende, mannelijke theologen. Wanneer je jezelf een beetje serieus neemt dan publiceer je hierin ten behoeve van je vakgenoten en geïnteresseerde leken zoals ik. Tegenwoordig is het ook ‘done’ om Engelse boeken te lezen en te bespreken. Dat verhoogt waarschijnlijk je aanzien onder je vakgenoten.
/ ironie
Of…….er wordt te weinig in het Nederlands geschreven terwijl de Engelsen daar vlijtiger in zijn en de taal internationaal is. Ook theologie ‘verwetenschapt’.

In de krant van vanmorgen stonden allerlei artikelen over sterke vrouwen, heldinnen die iets hebben bereikt in hun leven op het maatschappelijke vlak. Vaak tegen de stroom in.
In dit blad een boekbespreking door Prof. Dr. G. van den Brink (hij schreef ‘en de aarde bracht voort’) van een boek van Frances Young wat ze al in 2013 heeft geschreven. ‘God’s Presence. A Contemporary Recapilutation of Early Christianity.’
Frances (1939) is theologe en emeritus hoogleraar aan de universiteit van Birmingham.

Het boek gaat over de gedachten van de oudvaders vanuit het denken van nu. En ze doordenkt daarin kritisch de meest uiteenlopende onderwerpen. Onder andere de Bijbel in verhouding met de wetenschap, de theodicee en ook de vrouw in het ambt.
De beschrijving van het boek vond ik aansprekend omdat zij ook pleit voor het zien op de doorgaande lijn in de Bijbel ten opzichte van de vrouw.
Niet focussen op losse teksten waarover je toch altijd van mening blijft verschillen maar kijk naar het geheel.
Zoals ik zelf eens schreef:
‘In het OT lopen we, ondanks de schepping, aan tegen de ongelijke waarde van de vrouw om welke reden dan ook. Dat is o.a. te zien aan het verschil in offers en dagen van onreinheid van de vrouw na een geboorte. De basis in het NT is Jezus, het grote voorbeeld in Zijn omgang met vrouwen.
Hij gaf haar langzamerhand de plaats die haar toekwam in tegenstelling tot de cultuur van die tijd. Hij appelleerde de vrouw uit Samaria aan haar verantwoordelijkheid. In de eerste christengemeenten werd dat nog meer uitgebreid naar het gelijkwaardigheidsdenken.
Zie de Galatenbrief 3: 26-29. Het is een voortgaande beweging richting Zijn Koninkrijk.

Young pleit volgens deze bespreking ook voor het lijnen zien: waar komen we als vrouw vandaan en waar gaan we naar toe? Dat is belangrijk. En niet de uitleg van een enkel vers.
Ik moet haar zelf gaan lezen maar het is een pil van bijna 500 pagina’s in het Engels.
Dat betekent moed verzamelen. En centjes, want ik verwacht zo’n boek niet snel bij de kringloopwinkel.

Vas-y Cathy, allez, denk aan al die andere heldinnen……….




(PS: jawel, het plaatje is royalty vrij)