Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 31 januari 2019

Gedichtendag


Het is vandaag gedichtendag; de eerste dag van de week van de Poëzie.
Tom Lanoye zegt er iets over in Trouw.
Aan de ene kant zegt hij: ‘Poëzie is totale vrijheid’ en later:
‘In het ideale geval ben je authentiek, dus heb je echt iets te zeggen, en beschik je daarnaast over alle technische middelen om het tot uitdrukking te brengen. Dan ben je de perfecte dichter.’

Ik zou het willen omdraaien: wanneer je authentiek bent, iets te zeggen hebt en beschikt over de technische middelen.....dan heb je alle vrijheid.
Teveel mensen stoppen na die eerste zin. En denken dat poëzie totale vrijheid is zondermeer. Dan krijg je van dat theatrale gerijmel.
Maar daar heb ik al eerder iets over gezegd.

Lof Gods?

Na een loflied op de scheppende God, waarbij ik associaties kreeg met Job 38 besluit Michel van der Plas – pseudoniem voor Bert Brinkel – zijn gedicht met:

Want ook wat Hem ontkent is nog Zijn lof.

En ik zelfs, ik, die niet wil buigen, God,
die huiver van Uw macht; die U ontzeg
te heersen over mijn geheim verlangen; -
ik sluit me op, ik wil niet, ik verzegel
mijn mond; ik trek de muren van mijn huis
dicht om me heen en maak een vuur en voed het
en gooi mijn hoop en wanhoop op de vlammen;
ook ik, die enkel nog de brand wil zien
en mijn twee handen voor mijn oren houd, -
mijn God, het helpt mij niet, ik ben lof Gods.

Onmeetbare, eeuwige lof van God
uit al wat valt en klimt, wat beeft en kronkelt
in ruimte en tijd, bewust of onbewust,
gevangen ben ik, er is geen ontkomen, -
en met mijn lippen stokstijf op elkaar
en met mijn vuisten in mijn oren zit ik,
ik wil niet en ik moet, lof Gods te zijn,
lof, lof, en ik begrijp het niet en wil.


Michel van de Plas (1927 – 2013)
uit: God en omstreken 1988


Eigenlijk best relativerend. Ik hoef niet zo nodig bezig te zijn om God altijd maar de eer te geven; die lof Gods. Daar zorgt Hij zelf wel voor.
Het is ook zo’n abstract begrip waar ik eigenlijk geen raad mee weet.
Wanneer mijn innerlijke blik op Hem gericht blijft is mijn ‘zijn’ genoeg. Zijn lof is niet afhankelijke van mijn zielenroerselen.

maandag 28 januari 2019

Kom hier dat ik u kus




Geschreven door Griet op de Beeck (1973) in 2014. Het is haar tweede boek. Haar schrijfsels zijn zo succesvol dat er meteen de filmrechten van worden verkocht.


Een paar keer zag ik haar bij De Wereld Draait Door. Een jonge vrouw met Vlaamse tongval, sprekend in een muzikaal legato wat ik steeds in mijzelf hoorde bij het lezen.
Dat er al 350.000 exemplaren van dit boek zijn verkocht is bij mij eerder een reden om het links te laten liggen. Ik hou niet van hypes.
Dus met de nodige reserves ben ik eraan begonnen.




Het boek bestaat uit drie delen; het eerste is geschreven door de ogen van het negenjarige meisje Mona. In het tweede en derde deel is zij resp. 24 en 35 jaar oud.
Het eerste deel is knap geschreven door de ogen van die negenjarige. Ik herkende zoveel; het willen plezieren van je ouders wat zeker niet altijd lukt, rustig zijn, niet zeuren, behulpzaam zijn.
Het gevolg is het eindeloze verantwoordelijk voelen voor het welbevinden van anderen en de sfeer in huis. Het idee te hebben om te zijn wie anderen willen dat je bent. Dat kan lang doorwerken in een mensenleven.
Met het tweede deel wanneer Mona 24 jaar is had ik het minste. Zij leefde in een totaal andere wereld; als dramaturg in een kunstenaarswereld. Ik moest wel grinniken hoe ze vertelt over dat esoterische groepsgedoe in een zweethut. Dat soort dingen zijn aan mij ook niet besteed. Afschuwelijk.
In het derde deel beland Vincent, de vader van Mona in een ziekenhuis met fatale afloop.
In die laatste dagen komen Vincent en Mona dicht tot elkaar maar toch wordt niet alles uitgesproken.

Het is een verhaal van een heel gewoon gezin ook al verongelukt Agnes, de moeder van Mona en Alexander als zij nog kind zijn. Met de stiefmoeder Marie gaat het ook best aardig ook al heeft die een gecompliceerd karakter; ze schiet erg snel in een manipulerende slachtofferrol maar vindt zichzelf een dapper mens. Heel herkenbaar; die mensen zie ik ook in mijn omgeving.
Met het stiefzusje Anne-Sophie zijn de verhoudingen ook best aardig.
Dus voor het oog een prima gezin. Maar ‘disfunctioneel’ omdat het er op uit is om een systeem in stand te houden dat ten kostte gaat van de ontplooiing van ieder lid afzonderlijk.

Mooiste, rake zinnen komen van Johanna, de geheime vriendin van Vincent:

‘We staan elke dag op, doen wat van ons verwacht wordt, en gaan dan weer slapen, en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan, en dan denken we dat het zo moet gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij wat we ten diepste voelen. […] We vinden het gemakkelijker om te berusten bij ons leed, om onszelf te troosten na de pijn dan om te kiezen voor wat ons echt gelukkig zou maken.[…] We doen altijd maar voort, en dan worden we oud, en dan voelen we het tot in onze gewrichten, dat de dingen eigenlijk niet kloppen, dat er iets anders mogelijk was geweest, als we beter hadden durven weten. Maar dan vinden we dat het te laat is. En straks dromen we heimelijk van doodgaan, of van een hemel waar alles goed komt, naar gelang.’

Kom hier dat ik u kus. Over die titel moest ik lang nadenken. Aan het einde van het boek komt hij voor; uitgesproken door Louis, de partner van Mona.
Een titel kies je niet zomaar. Hier zit ook dat dubbele in: wanneer je mijn bevel opvolgt zal ik je liefde geven. Maar wat voor soort liefde is dat dan? En wat doet dat met een mens.
Nou, daar gaat eigenlijk het hele boek over. Een boek om over na te denken.




donderdag 24 januari 2019

Introductie Symboliek


Via de Vrije Academie had ik mij ingeschreven voor een collegereeks ‘Introductie Symboliek’.
Na al die filosofen was het weer eens tijd voor iets ‘kunstigs’, vond ik.
Officieel heet deze tak van sport ‘iconografie’ en nee, het gaat niet over iconen. Het gaat letterlijk over ‘beelden schrijven’.
Zelf sta ik te vaak voor een schilderij met van alles en nog wat en kan er geen touw aan vastknopen behalve dat ik het mooi of lelijk vind.
Nou, dat is niet helemaal waar: Bijbelse figuren met hun verhalen kan ik wel degelijk onderscheiden maar het zou leuk zijn als ik er iets meer van ga begrijpen. Sinds de collegereeks ‘introductie kunstgeschiedenis’ in 2012 kan ik nu wel een beetje de stijl onderscheiden.
Nu is het tijd voor betekenissen.


Het college wordt deze keer gegeven in de prachtige Waalse kerk uit 1923 in onze wereldhavenstad.
En wie kom ik daar tegen? Vriend Pierre Bayle. Ik kan die filosofen kennelijk niet ontlopen. *grinnik*
Hij is, nadat hij gevlucht is uit Frankrijk lid geworden van deze gemeente die al uit 1657 stamt, samen met zijn vriend Pierre Jurieu.
En de straat waar deze kerk nu staat is naar hem vernoemd.


Wat is belangrijk wanneer je voor een schilderij staat: Eerst analyseren wat je precies ziet.
Daarna het in de context bekijken van tijd en plaats om de juiste gevolgtrekkingen te kunnen maken.
Daarna kun je je nog afvragen waaróm de schilder of beeldhouwer het kunstwerk heeft gemaakt.

Attributen die de personen vergezellen zijn vaak veelzeggend.
De vier temperamenten (humores) komen ook voor: zwarte en gele gal staan resp. voor melancholisch en cholerisch (opvliegend) en flegma (slijm) en bloed (sanguin) voor sloom en levenslust .
Dan zijn er nog de personificaties; begrippen die door personen worden uitgebeeld. Denk aan vrouwe Justitia.

Grappig is het verhaal van Jakobus en de St Jacobsschelp. In het Spaans is Jakobus (de Meerdere) verbasterd tot Santiago en verbonden aan het beroemde bedevaartsoord. Dat ligt dicht bij de Galactische kust waar deze schelpen voorkomen. Pelgrims die op bedevaart gingen namen zo’n schelp als herinnering mee terug.
Zie je op een schilderij zo’n schelp dan is Jacobus niet ver weg.

Belangrijke inspiratiebronnen waren de Bijbel, de Metamorphosen van Ovidius en de Legenda Aurea van Jacopo de Vazarre (1228-1298)
Verder schreef Cesare Ripa nog een handboek in 1593: Iconologia

Hier nog plaatjes van het kerkje met in het interieur de prachtige eerste(!) Gispenlampen.
Lief van de beheerder om de kerkzaal even voor ons open te doen.







donderdag 17 januari 2019

Dirigente



Een apart kopje voor de eerste keer dat ik in de Doelen was en er een vrouwelijk dirigent op de bok stond. Elim Chan (1986)
Tijdens de gratis lunchconcerten die ongeveer één keer per maand worden gegeven en die ook duidelijk steeds meer publiek trekken werden er deze keer twee stukken gespeeld uit ‘Scheherazade’ van Rimsky Korsakov.



Hoewel ik een cd heb van deze muziek en ik die daardoor uitentreuren ken was het voor mij wonderlijk dat ik voortdurend met kippenvel zat en soms met de tranen in mijn ogen.
Wat een life- uitvoering al niet vermag.
7 februari mag ik weer, maar dan betaald. Dankzij een verjaardagscadeau van mijn kinderen.
Weer Russisch: Rachmaninov en Tsjaikovski.
Onder leiding van Stanislav Kochanovsky die ik al eerder heb ‘ontmoet’.
Dirigenten hebben echt grote invloed: voor ons eigen orkest hebben we net een paar sollicitatierondes achter de rug. Fascinerend wel. Heb ik ‘iets’ met degene die daar met die baton staat te zwaaien of niet; wil ik hem graag een plezier doen om samen mooie muziek te maken of niet? Is ie meteen duidelijk of moet je een beetje raden naar zijn bedoelingen? Nee, er zaten geen vrouwen bij.
Wij wachten nog even af.

Elim Chan gaat dit jaar van start als chef-dirigente van het Antwerps Symfonie Orkest.
Meteen zit ik me af te vragen wie nu eigenlijk de allereerste dirigente was.
Dat blijkt Antonia Brico (1902 -1989) te zijn. Geboren op Nederlandse bodem en heeft notabene de Berliner Philharmoniker gedirigeerd in 1930. Een orkest waar pas sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ook vrouwen worden toegelaten. Er is eind vorig jaar een film over haar gemaakt - 'de dirigent' - die op dit moment draait in Pathé.
Eigenlijk best wel een reden om .....








vrijdag 11 januari 2019

En Jezus schreef in 't zand


Jezus schreef met Zijn vinger in het zand.
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.

En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos

waarmee zij heen ging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Gerrit Achterberg (1905 – 1962)



Velen vragen zich af wát Jezus in de aarde heeft geschreven in Joh 8: 6 :.... Maar Jezus, nederbukkende, schreef met de vinger in de aarde.
en ook verschillende mensen verwijzen naar Jer 17:13:
O HEERE, Israels Verwachting! allen, die U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des levenden waters. (SV)

Maar moet het accent niet komen te liggen op die Goddelijke vinger?
God schreef al eerder; in Ex 31: 18:
En toen de HEERE geëindigd had met hem te spreken op de berg Sinaï, gaf Hij Mozes de twee tafelen van de getuigenis, tafelen van steen, beschreven met de vinger van God.

Daar schreef Hij in steen, in graniet.
Jezus schrijft in de aarde.
Dat is volgens mij al een ‘vingerwijzing’ naar de wet waarvan het beter is dat ie in zachter materiaal moet worden geschreven.
Niet meer uit steen gehouwen – en zeker niet om er op die manier mee om te gaan - maar in het stof van een menselijk vlezen hart.
2 Kor 3:3:
Het is immers openbaar geworden dat u een brief van Christus bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet op stenen tafelen, maar op tafelen van vlees, van de harten.



woensdag 9 januari 2019

Waarom muziek?


„Muziek daagt het brein enorm uit. Bedenk eens wat er allemaal nodig is om viool te spelen in een orkest: de strijkstok hanteren, de vingers op de juiste plaats zetten, noten lezen, op de slag van de dirigent letten, toonhoogtes onderscheiden, de maat houden. Bij muziekactiviteiten zijn alle zintuigen betrokken. Het draait bij musiceren om motorische vaardigheden, in combinatie met begrip (cognitie) en emotie. Alles dus waar hersenen belangrijk voor zijn. Dat moet verklaren waarom kinderen die op muziekles zitten vaak beter presteren op school. Muziek maken bereikt werkelijk alle uithoeken van het brein. Daarom heeft musiceren ook een meerwaarde ten opzichte van het alleen maar luisteren naar muziek.”

Aldus neurowetenschapper Ben van Cranenburgh in het RD van 04-01-2019.
Ik wilde het maar even gezegd hebben, *grinnik*

Venezuela gold volgens de auteur in de jaren 70 als model voor de wereld. Een arm land, maar onder leiding van politicus én musicus José Antonio Abreu werden kansarme straatkinderen bijeengebracht in orkesten en koren. Criminaliteit en vandalisme namen sterk af. Dit Venezuelamodel is overal nagebootst. Helaas hebben wij in Nederland van het muziekleven een elitaire cultuurtempel gemaakt met onbetaalbare concerten, stelt Van Cranenburgh. Hij pleit daarom voor een laagdrempelig en veelzijdig aanbod van muziek. En dat lukt volgens hem niet als je het overlaat aan de vrijemarkteconomie.
Tsja ….wat lukt er nu eigenlijk wel in die vrijemarkteconomie wanneer die bevolkt wordt door hebzuchtige mensen?

Ik denk ook aan Gustavo Dudamel die bij Antonio Abreu orkestdirectie studeerde en in 1999 chef-dirigent werd van het nationaal jeugdorkest van Venezuela; het Simón Bolívar Symphony Orchestra. Een orkest dat voortgekomen is uit dat muziek-educatieprogramma en bestaat uit jonge mensen uit alle klassen (El Sistema)
Ik refereerde al eerder aan hem.
De oprichter van dit orkest in 1975, was die José Antonio Abreu. (1939 - 2018)

Onwillekeurig gaan mijn gedachten terug. Ik weet niet hoe het nu is met de muzikale opvoeding in het onderwijs. Er worden, geloof ik nog wel liedjes geleerd maar of het zo uitbundig gaat zoals bij ons vroeger: luidkeels in canon of in twee- of driestemmig met, op vrijdagmiddag, een paar klassen tegelijk.
Enthousiast bijgestaan door kinderen die niet zo goed konden zingen maar wel de tamboerijn en de sambaballen konden hanteren.

‘Blaad’ren in de lucht
blaad’ren op de gro-hond
Hersftstorm zingt zijn klucht
en hij maakt het bont.

Kind’ren zingen
dag zomer, straks komt winter
Stemmen klinken
Herfst is weer in t’ land.
(van deze laatste zin ben ik niet zeker)

Daarnaast kreeg ik als zes-jarige privémuziekles van Juf S.
Begonnen met een blokfluit, op mijn zevende orgel erbij, later altblokfluit en elektronisch orgel met eerst half en later volledig pedaal. Een soort van pré-kerkorgel.
De methode was, na Folk Dean, de elektronische van Carlo West. Een slechte methode denk ik achteraf.
De linkerhand werd niet goed mee ontwikkeld. Er stonden wel veel klassieke werkjes in die ik daardoor leerde kennen.
Later overgestapt naar een andere docent: dhr. de K. voor het kerkorgel.
Toen kreeg ik er op mijn zeventiende opeens genoeg van.
Ik zat daar met de ‘Cantabilé’ van Cesar Franck voor mijn neus te bedenken wat ik daar eigenlijk deed; achter dat grote gevaarte.
Ik was meer bezig met de technieken dan met de muziek.
Achteraf denk ik ook dat ik te weinig inspraak kreeg in wat ik speelde. Als gehoorzaam meisje speelde ik gewoon wat er voor mijn neus werd gezet.
Maar goed; dankzij al die muzieklessen kon ik later zelf gemakkelijk op piano overstappen en viool leren spelen. Muziek heeft mijn leven lang een niet onbelangrijke rol gespeeld.
En nu voel ik mij, als violiste, prima thuis in een amateur symfonieorkest en hobby ik af en toe wat op de piano.



maandag 7 januari 2019

Nashville´s coming out


Storm over Nederland. Aangewakkerd door fundi´s in Amerika. De praatprogramma’s hebben weer munitie.
Na alle berichten die ik over die verklaring las ben ik hem zelf maar gaan opzoeken.
Waarom dit nu zo nodig is en zo provocatief opgesteld; dat begrijp ik niet.

Is het de behoeft om sterk leiderschap te willen vertonen zoals uit het nawoord blijkt? Is het een poging tot profileren want het zijn alleen mannen die tot de ondertekenaars behoren. (voor zover mijn kennis nu reikt)
Ik weet het niet hoor maar ik ken geen enkele vrouw in mijn omgeving die zo obsessief met seksualiteit bezig is. Heel veel mannen zijn dat ook niet trouwens.
In ieder geval is de strekking duidelijk: LHTB en de rest van het alfabet is niet Gods bedoeling en daarom niet goed te keuren.
Altijd jammer wanneer mensen zo precies weten wat Gods bedoelingen zijn. Dat die mogelijke bedoelingen voor jou helder zijn en die je dan jezelf oplegt is prima maar leg het niet de ander op.

In art 10 beginnen de problemen:
‘WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.’

De hele verklaring is die van: een punt bevestigen en een punt ontkennen en daartoe moet je soms wel drie keer lezen wat er nu eigenlijk staat.
Keur ik homoseksualiteit en transgenderisme goed? Nee. Keur ik ze af? Ook niet. De feiten liggen nu eenmaal zo. Dat is voor mij een gegeven. Daar hoef ik niets over te vinden.
Wanneer ik iets niet begrijp kán en mag ik daar niet eens een moreel oordeel over vellen.
De enige opdracht is om mijn medemens te respecteren en zo mogelijk lief te hebben.
En art 12:
‘WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levensveranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.

Art 13:
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen een transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen en, door Zijn geduld, de door God ingestelde verbinding tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk te aanvaarden.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus een zelfverstaan rechtvaardigt dat niet in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil.

Hier wordt gesuggereerd dat er voor LHBTers ‘genezing’ te verkrijgen is. Een beetje dom.
Natuurlijk is voor God alles mogelijk, zoals ingrijpen in de natuurwetten.
Maar dat gebeurt zelden.
En de natuurlijke wetten zijn in dit verband dat door omstandigheden de afgifte van hormonen tijdens de zwangerschap niet is verlopen zoals dat volgens het boekje zou moeten verlopen. Ja, dat heeft te maken met die gebrokenheid van de schepping.
Dat heb ik geschreven in het blog ‘Anders zijn’ en ik heb nog geen redenen gehoord of gelezen om er anders over te gaan denken. De reden van dat blogje was trouwens ook al iets wat uit Amerika kwam overwaaien.
Christenen en wetenschap; het blijft een moeizame combinatie.

Sinds die tijd heb ik een poging gedaan om het boek van Dr. A. Prosman te lezen uit de Artiosreeks van 2013 maar ik ben op driekwart toch afgehaakt. Ik las weinig nieuws en de uitkomst was – in alle liefde en eerlijkheid - voorspelbaar.
Wat zouden we zonder ‘anders- aardige’ medemensen moeten beginnen, ook al begrijp ik hen niet? Ze zijn vaak heel kunstzinnig en voegen toe aan het leven in dit ‘aardse jammerdal’.
Stevo Akkerman in Trouw: ‘De mannenbroeders die zich achter Nashville scharen, vertellen via hun beeld van de Allerhoogste veel over zichzelf.’
Zekers, maar dat geldt voor ieders beeld van de Allerhoogste. Het zegt iets over jezelf.
Waar het om gaat is: ben je het beeld van Jezus gelijkvormig (geworden)?

De storm die nu opsteekt heeft ook te maken met de vrijheid van meningsuiting. Gelukkig leven we in een land met vrije meningsuiting. Die geldt dan wel voor alle kanten van een zaak!
Maar juist gelovigen zouden wat wijzer moeten zijn om van te voren te bedenken of het de gelovige en het koninkrijk van Jezus opbouwt of juist schaadt.
In dit geval denk ik het laatste.
Er straalt geen liefde uit.

Klinkend koper
Schallende cimbaal



11-01-19
In het RD:

De communicatie rondom de publicatie van de Nederlandstalige versie van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit „had beter gekund.” Dat schrijft de –informele– werkgroep achter de Nederlandse Nashvilleverklaring in een donderdagochtend uitgebrachte verklaring. „De verwoording in de verklaring kon op sommige punten aanleiding geven tot misverstanden. Dat trekken wij ons aan.”

Af en toe vraag ik mij af in welke bubbel predikanten leven.





vrijdag 4 januari 2019

De Antwoorden op de grote vragen


Geschreven door Stephen Hawking in 2018……althans….het was in wording ten tijde van zijn overlijden in maart 2018.

Oorspronkelijke titel: ‘Brief Answers tot the Big Questions’ en dat dekt de lading beter dan de Nederlandse titel. Want het zijn natuurlijk niet DE antwoorden.
Dit boekje stelt een aantal ‘grote’ vragen en Hawking geeft ZIJN antwoorden, puttend uit zijn persoonlijk archief. Wanneer je hem een beetje hebt gevolgd dan komen verschillende antwoorden je wel bekend voor.
Nu zijn ze nog eens compact en in eenvoudige taal samengevat.

Voorwoord is van Eddie Redmayne; hij speelde Hawking in de film ‘The Theory of Everything' en de inleiding is geschreven door Prof. Kip S. Thorne, een vakgenoot en vriend.

Deze Thorne is ook het brein achter de film ‘Interstellar’.
Het nawoord is van zijn dochter Lucy. Zou ze vernoemd zijn naar…..?
Mijn enige commentaar daarop is dat ik niet geloof dat het half maart nog steeds kerstvakantie is in Cambridge.

Waarom zouden we grote vragen moeten stellen?
Omdat het ons op zoveel punten verder brengt. Door het ruimtetijdperk zijn we anders tegen onszelf gaan aankijken en tegen de kwetsbaarheid van de aarde. Hoe werken dingen en hoe kunnen we – wat vooral nu speelt - duurzaam verder ontwikkelen.
Hoe is alles begonnen? Is er een God? Kunnen we de toekomst voorspellen? Wat zit er in een zwart gat? Zal kunstmatige intelligentie slimmer worden dan wij? Wat is daarin belangrijk?
Hij legt de informatieparadox uit: Informatie die verloren gaat in zwarte gaten ondanks dat volgens de wetten van de kwantummechanica informatie nooit helemaal verloren kan gaan.

Het belangrijkste is dat we ontwikkelingen de baas blijven. ‘Het is verleidelijk het idee van hoog intelligente machines af te doen als sciencefiction, maar dat zou een vergissing zijn en mogelijk de grootste vergissing die we ooit hebben gemaakt.’
Robots moeten ten allen tijde in dienst blijven staan van de mens en niet andersom. Maar daar loert wel een gevaar.
Zelf denk ik ook dat we ons moeten blijven realiseren dat uitvindingen in verkeerde handen kunnen vallen en dat niet iedereen zo empathisch is, richting de mensheid. Er zullen altijd machtswellustelingen blijven. Nou ja, daar zijn genoeg Bondfilms over gemaakt.
‘Onze toekomst is een wedloop tussen de groeiende macht van onze technologie en de wijsheid waarmee we die gebruiken. Laten we er voor zorgen dat de wijsheid wint.’
Een paar dingen snap ik niet: In het allereerste begin van het heelal waren er alleen waterstof en helium. Waar komen al die andere stoffen van het periodiek systeem dan vandaan?
Over ons DNA zegt Hawkings gewoon dat we niet weten waar het vandaan komt.

Over het al dan niet bestaan van God: ‘Ik heb helemaal niets tegen God. Ik wil niet de indruk wekken dat ik met mijn werk het bestaan van god wil bewijzen of ontkrachten. Mijn werk gaat om het vinden van een rationeel kader om het heelal te begrijpen.’
Toch vindt hij de vraag of God bestaat voor de wetenschap wel een geldige vraag en dat snap ik dan weer niet. God is transcendent maar ook immanent. En wanneer Hawking ervan overtuigd is dat er meerdere dimensies zijn – elf maar liefst – wat is er dan moeilijk aan om God in een andere dimensie te bedenken. Voor hem ligt ‘god’ vast in de natuurwetten. Hebben we die allemaal in kaart gebracht dan begrijpen we god. Voor mij is dat veel te beperkt.
Een striptekenaar hoeft zich toch niet te houden aan de wetten die hij een rol laat spelen in zijn strips?
God woont buiten de tijd in de eeuwigheid en dat staat al in dat Boek van 2500 jaar oud. (Jes. 57:15)
Jawel, door mensen geschreven maar wanneer die al zo wijs waren om God buiten de tijd te positioneren dan vraag ik mij af of het toch niet geïnspireerd is door die Grote Geest zelf omdat mensen van toen bij lange na niet wisten wat wij nu weten.
Hawking geeft hieraan een verklaring met behulp van negatieve energie, maar die is weer onderworpen aan natuurwetten.
*Cathy mompelt iets over cirkelredenering en verkeerde premisse.*
Tegelijk vraag ik mij dan af hoe het komt dat Hawking zo denkt. Zou hij niet anders kúnnen denken met zijn, op de rede gerichte brein of wíl hij dat niet?

‘Kijk naar de sterren en niet naar je voeten’.
Ik zou willen zeggen: ‘kijk voorbij de sterren en niet naar je voeten’.
Hou rekening met een Grote Intelligentie die alle dimensies kan doorkruisen.




woensdag 2 januari 2019

Women in Gold



Mooie, waargebeurde film uit 2015 waarin heel veel thema’s op een kalme manier samenkomen. Regisseur is Simon Curtis en de hoofdrollen voor Helen Mirren en Ryan Reynolds.
Het verhaal speelt zich af via flash backs in Oostenrijk, voor en tijdens de oorlog en in het heden.
Maria Bauer komt uit een welgestelde Joodse familie in Wenen en is het nichtje van de dame die door Klimt is geschilderd: ‘Porträt der Adèle Bloch-Bauer’ uit 1907.
Dit schilderij was een opdracht van Ferdinand Bloch, echtgenoot van Adèle en het hing jaren aan de muur bij Maria thuis waar ook haar tante en oom woonde. Helaas overleed Adèle in 1925. Haar man liet na zijn dood in 1945 alles na aan de neven en nichten waaronder Maria Altmann.

Bij de ‘Anschluss’ werd er door de Duitsers enorm veel kunst geroofd en zo ook o.a. dit schilderij.
Het kwam in 1941 te hangen in het Belvedère in Wenen en kreeg een andere naam: Die Frau in Gold/ Women in Gold want een Joodse naam aan een schilderij kon natuurlijk niet.
Maria is met haar man tijdig gevlucht richting Amerika en heeft later, naar aanleiding van het ‘Bundesgesetz uber die Ruckgabe von Kunstgegenstanden’ van 1998 een langdurig proces gevoerd om de schilderijen terug te krijgen. Dat lukte uiteindelijk in 2006.
Haar advocaat was/is een kleinzoon van Arnold Schönberg, een bekende componist, die al eerder naar de VS was gevlucht.

Tijdens de film merkte ik in mijzelf een rare kronkel. Aan de ene kant wilde ik dat de rechtmatige eigenaren de schilderijen terug zouden krijgen en begreep ik het vastbijten in de zaak van Randy en Maria. Aan de andere kant vond ik het heel jammer dat de schilderijen zijn verhuisd naar Amerika en niet in Europa zijn gebleven. Maar zo gaat het nu eenmaal. Er verdwijnen teveel ‘schilderachtige kopstukken’ uit Europa naar rijke mensen in Amerika, het midden- en verre oosten die eigenlijk in Europa thuishoren.
Toen wij in Wenen waren hebben we het Belvedère bezocht; het topstuk van dit moment is ‘De Kus’ van Klimt.
Ook prachtig, maar ik had graag die schitteringen van het portret van Adèle bekeken.
Wat ook leuk was dat ik in het Belvedère ineens voor het grote schilderij van Napoleon te paard stond. Geschilderd door Jacques Louis David. Meer bekend van ‘de dood van Marat’.

Er hangt natuurlijk nog veel meer maar dat vond ik op dat moment niet interessant genoeg.