Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 30 mei 2017

De hemel passé?


In de Letter&Geest bijlage van 27 mei staat een essay van Frits de Lange, hoogleraar ethiek, over de hemel. Hij gelooft er niet meer in als bestemming, als doel.

Hij gebruikt het voorbeeld van Jean-Christophe Rufin die teleurgesteld is wanneer hij, wandelend naar Santiago de Compostella, op zijn bestemming, het reisdoel is aangekomen. Het is daar een kermis.
Daar aankomen was het einde van het verlangen.
“Een bestemming kiezen is een goed excuus om op reis te gaan. Haar bereiken is niet de vervulling van, maar het eind aan het verlangen.”
Er is maar één leven en dat is dit. “Eeuwig leven stelt hij zich voor als een overweldigende intensivering van het besef in leven te zijn, de ervaring van de rijkdom van het volle leven.[..]
Eeuwig leven is geen eindeloze tijd, maar is juist in een absoluut ogenblik de onderbreking ervan.”
Eeuwig leven is geen eindeloze tijd. Dat klopt.
Eeuwig leven staat buiten de dimensie tijd en heeft daar niets meer mee te maken.
Vroeger zeiden de mensen dat zo mooi wanneer iemand was overleden: hij/zij is uit de tijd.

Kennelijk verkeert hij in de comfortabele positie dat hij er zich bij kan neerleggen dat er geen hemel is. Hij wordt niet onderdrukt en heeft het kennelijk niet moeilijk met onrecht en het kwaad in de wereld. Hij zit plezierig als hoogleraar in een vrij land met mensen om hem heen die hem hoogachten. Dan heb je geen toekomstperspectief meer nodig en kun je genoeg hebben aan je ‘zijn’, hier en nu. Hij is kennelijk gearriveerd en heeft geen verlangen meer.
Dat de hemel vele eeuwen als beloning is gebruikt en de hel als straf is zeker waar. Dat maakte dat het inderdaad gebruikt/ misbruikt werd om de ellende hier veel te veel te relativeren en om angst aan te jagen om toch maar vooral binnen de lijntjes te kleuren.
Ik geloof ook niet dat dat de bedoeling is.
Via mijn ‘dagelijkse tekst’ las ik vanmorgen over de liefde tot God: ‘In de liefde is geen plaats voor angst. Integendeel, de volmaakte liefde verdrijft de angst. Angst houdt altijd verband met straf. Wie nog angst kent, kent de volmaakte liefde nog niet.’ (1 Joh 4:18)

Maar het artikel lezende overviel mij het gevoel dat er iets niet klopte. Zijn bestemming en doel wel hetzelfde en uitwisselbaar? Mijn gevoel zegt van niet in tegenstelling tot ‘synoniemen.net’
Volgens mij is ons doel om in dit leven te leren en waardig geacht te worden om op onze hemelse bestemming aan te komen. Maar: Sola Fide, alleen door geloof.
Als dat het einde van het verlangen is; so what?
Dan is God alles in allen. Ik kan me er geen voorstelling van maken maar het is vast ‘compleet’.

Stel je voor dat er geen eeuwige bestemming zou zijn. Dat alles in het hier en nu moet gebeuren.
Geen perspectief meer. Het argument van de Lange dat extremisten mensen doden vanwege de beloning die hen wacht is halfslachtig. Mijn vermoeden is dat er nog veel meer gemoord gaat worden wanneer het toch allemaal niet uitmaakt.
Dan bouwen we ongebreideld verder aan de ‘Babelse torens’ van Economische, Technologische en Wetenschappelijke machten. Dat zal ten koste gaan van de hele wereld. En de kosmos erbij.
‘Als er geen God is, is alles geoorloofd’. De woorden van Dostojewski borrelen op.
Ik weet dat mijn persoonlijke moraal zo hoogstaand zou moeten zijn dat ik dan nog fatsoenlijk zou moeten leven, maar ik ben bang dat ik niet zo’n moreel hoogstaand mens ben en ik ben bang dat heel velen dat niet zijn.
Het ‘Amor fati’ van Nietzsche schemert door het essay heen. Omarm het leven, dat is eeuwig leven.
Hij overtuigt me niet.


Alice: ‘zou u mij alstublieft kunnen vertellen welke kant ik nu uit moet gaan?’
‘Dat hangt in hoge mate af van waar je heen wilt’, zei de Kat.
‘Het kan me niet veel schelen waarheen’, zei Alice.
‘Dan maakt het niet uit welke kant je op gaat’, zei de Kat.

Uit: ‘Alice in Wonderland’ van Lewis Carroll.

maandag 29 mei 2017

De liefde niet


Geschreven door Margriet van der Linden (1970) in 2015.
Margriet is bekend van ‘wie is de mol’ ....geloof ik....want daar kijk ik nooit naar en ze was hoofdredacteur van ‘Opzij’.
Het is een roman maar eigenlijk gewoon een autobiografie. Niet omheen draaien.
Een ‘verwerkingsboek’ van een meisje uit een orthodox christelijk milieu uit de Alblasserwaard. Om preciezer te zijn: uit Nieuw Lekkerland.

Ze schrijft - zoals tegenwoordig wel vaker het geval is – afstandelijk door het te hebben over de vader en de broer maar over haar moeder. Kennelijk blijft zij dichter bij staan in de zoektocht naar volwassenheid en coming-out als lesbienne.

Wat zal ik er van zeggen? Alles - op dat vallen op vrouwen na - is zeer herkenbaar al ben ik toch iets liberaler opgevoed. Ik ging niet naar een reformatorische school want die waren er toen nog nauwelijks. Daar ben ik nog altijd blij mee.


Mijn kinderen mochten na het reformatorische basisonderwijs zelf kiezen naar welke middelbare school zij wilden en allemaal kozen ze ervoor om in hun eentje(!) naar het algemeen christelijk voorgezet onderwijs te gaan. Geen van allen heeft er spijt van gehad en ik ook niet. Het leren omgaan met anders denkenden vond ik heel belangrijk en de geloofsopvoeding doe je thuis.
Maar dat ‘de pleuris’ uit kan breken wanneer je er andere ideeën op na houdt dan de gangbare binnen de gezindte, ja dat geloof ik graag. Daar liep en loop ik ook tegenaan.

Margriet werd gedwongen om naar het Guido de Brèscollege in Rotterdam- Zuid te gaan. Tenminste; dat maak ik ervan uit haar beschrijvingen. Later de Evangelische Hogeschool in Amersfoort ‘waar alle vakken Bijbels waren afgelakt’.
Erg beschermd allemaal en de onrust spat van de pagina’s.
'Onrustig is ons hart.....'

Maar eigenlijk had ik er meer van verwacht. Ze blijft steken in saaie onderdelen van haar leven als student. Waar ik veel nieuwsgieriger ben in plaats van de maaltijden en drankfestijnen, is naar de gesprekken die zij voerde met mede studenten. Hoe verliepen die? Waar gingen die precies over?
Waarom heeft zij het geloof vaarwel gezegd? Te benauwd?
Waarom dan niet verder zoeken? Zat haar geaardheid haar teveel in de weg met de veroordelingen in die tijd in die kringen? Waarom niet wat breder en dieper steken?
Het blijft allemaal zo oppervlakkig.
Maar er komt nog een boek begreep ik, dus wie weet. Al weet ik niet of ik dat ga lezen. Het is geen hoogstaande literatuur al is het wel leuk om veel van het tijdsbeeld en de gezindte te herkennen ook al ben ik ruim een decade ouder.

‘De liefde niet’
Over wie heeft zij het?

donderdag 18 mei 2017

Leeuwenhoning

Ondertitel: de mythe* van Simson.
Geschreven door David Grossman in 2005. Ik las een vertaling uit 2006.
Hoe zit dat toch met die wonderlijke Simson. Een verhaal dat zoveel vragen oproept. Er komen zoveel ongerijmdheden in voor dat ik als kind die Simson een domme man vond. Hoe kòn het dat hij Delila niet door had en dat met zijn dood moest bekopen.
Grossman probeert in dit boek enige duidelijkheid te verschaffen en daar komt veel psychologie aan te pas.
Grossman is intelligent en daarom vroeg ik mij al meteen af waarom hij zijn intelligentie projecteert op een ongeletterde vrouw van 3000 jaar geleden?
Maar tegelijkertijd realiseer ik me dat dit met die Bijbelse verhalen gewoon mag. En dat denkt hij waarschijnlijk ook.
Het zijn verhalen om mee te leven. In te leven. Voorbeelden voor nu die richting kunnen geven. Betekenissen voor jezelf eruit halen. Daar zijn die universele verhalen voor. Dat is iets anders dan de letterlijkheid accepteren. Het is ook een Joods manier van lezen: wat vind ik in de verhalen?

Nu vind ik dat allemaal zo logisch en het verbaast mij toch dat ik dat mezelf steeds moet voorhouden. Maar dat komt door mijn sociale omgeving die Gods ‘onfeilbare’ Woord voor het merendeel letterlijk leest en eigenlijk daardoor op afstand houdt.
‘Onfeilbaar’ schrijf ik expres met aanhalingstekens omdat dat woord nergens in de Bijbel voorkomt; slechts in de berijmde psalmen. (ps 56:5) Dat hebben we aan de berijming van 1773 te danken. Bij Datheen of anderen vind ik het niet.
Maar ik dwaal af.

Simson wiens naam zonneschijn betekent en door God werd gebruikt. (In het Hebreeuws kun je van de naam Simson dezelfde woordstam afleiden als van het werkwoord ‘gebruiken’.)
De eerste zelfmoordterrorist.
Een wonderlijke, zeer aardse, soms kinderlijke persoonlijkheid met een goddelijke bestemming.
Wanneer je het verhaal zo ontleed als Grossman doet wordt het steeds wonderlijker en komen er steeds meer vragen.
Waarom vertelt de moeder niet alles wat de engel tegen haar zei aan haar man? Waarom wordt deze aankondiging trouwens aan de vrouw gedaan en niet aan Manoach zoals bij Abraham? Waarom wordt ze niet bij haar naam genoemd? Waarom vertelt de Engel ook niets over dat scheermes aan Manoach en blijft het een geheim tussen Simson en zijn moeder?

Dan die leeuw met die honing. Waarom vertelt hij niets aan zijn ouders? Is hij geschrokken van zijn eigen kracht? Later, wanneer hij de honing er met blote handen uithaalt en deelt met zijn ouders vertelt hij nog steeds niets.
(Ik vraag me intussen af hoe dit verhaal in de Bijbel terecht is gekomen wanneer Simson het met niemand heeft gedeeld. Ja, ja...speculeren kan ik ook)
Grossman ziet in dit moment van Simson de bewustwording van het kijken van een kunstenaar.
Hij, Simson, heeft dit bewerkstelligd. Door de dood van de leeuw hebben daar bijen hun nest kunnen bouwen en honing geproduceerd.
Zelf denk ik dat hij inziet dat zelfs uit destructie iets moois kan voortkomen en zie daarmee een parallel met zijn eigen zelfmoordactie. De leeuw dood maar de gevolgen zijn zoet voor zijn landgenoten.
Misschien bedoelt Grossman dat ook wanneer hij schrijft dat vanaf dat moment Simson steeds duidelijker de neiging vertoont om de werkelijkheid naar zijn hand te zetten en er zijn stempel op te drukken; zijn eigen stijl.
Maar hij is daar niet helder in.

Er staan ook dingen in waar bij ik zo mijn vraagtekens heb maar dat geeft niet.
Eén zinssnede boeide me wel en daar heb ik in de kantlijn ‘Israel’ met vraagteken bij geschreven:
“de wonderbaarlijke, die misschien niet anders verlangde dan de liefde van één hart, een hart dat gewoon van hem zou houden zoals hij is, niet omdát hij wonderbaarlijk is, maar ondánks het feit dat hij het is.”




*het woord mythe schrikt mij niet af; al eerder schreef ik dat de definitie van Herman van Praag voor mij uitstekend voldoet:
“de mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”
Of de opmerking van Tolkien:
“De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.”



maandag 8 mei 2017

Haar moeders dochter


Geschreven door Marilyn French (1929 - 2009) in 1987. Ik las een digitale druk naar de dertiende druk uit 1996.

French staat bekend als een feministe van het eerste uur van de tweede golf. Om die reden zat het boek in mijn e-reader. Ik wilde haar wel eens lezen en kijken naar de situatie van nu, dertig jaar later en wat er veranderd is in al die jaren.
Dat is veel. Vorige week stond er zelfs een artikel in ‘Trouw’ van Peter Lloyd. Hij schreef een boek: ’Stand By Your Manhood, een overlevingsgids voor de moderne man.
Ik was nog bezig in French en kon het glimlachen niet laten.

Lloyd zegt op te komen voor rechtvaardigheid want die ene groep is al zo lang het slachtoffer van de privileges van een zeker geslacht dat het voor het zeggen heeft. Cursivering van mij.
Het klopt zeker dat feminisme niet over gelijkheid gaat. Het komt op voor gelijkwaardigheid van de vrouw die al eeuwenlang het slachtoffer is van privileges van een zeker geslacht dat het al die tijd voor het zeggen had.
Laat hem ook maar eens nadenken wat dat met een mens doet wanneer er geen ontsnappen aan is en wat er dan gebeurt wanneer hij dat gevoel doorgeeft aan de volgende generatie jongens en die ook weer aan de volgende.

French beschrijft de ervaringen, gevoelens en gedachten van vier generaties vrouwen.
Het hinderlijke van deze dikke pil is dat de perspectieven een beetje wonderlijk wisselen.
Hoofdpersoon is Anastasia. Dochter van (Isa)Belle en kleindochter van Frances. Moeder van Arden.
Vier generaties vrouwen met hun besognes.
Anastasia (French zelf?) is een generatiegenoot van mijn moeder.
Net als de moeder en grootmoeder van Anastasia vertelde mijn moeder ook weinig over haar jeugd. De indruk bij mij overheerste was dat zij het gevoel had misdeeld te zijn ten opzichte van haar vier zussen. En ook bij mij is het enige gevoel wat opkomt wanneer ik over haar nadenk, een schuldgevoel.

Frances, van geboorte een Poolse immigrant is een vrouw die het belang van haar kinderen vooropstelt en er alles voor over heeft om te zorgen dat ze het beter krijgen dan zij het heeft gehad.
Helaas overlijdt haar man plotseling en belanden drie van haar vier kinderen in een weeshuis. Alleen Belle mag zij bij zich houden. Op negenjarige leeftijd deelt Belle al in de ellende en armoede van haar moeder.
Wat kan zij op haar beurt doorgeven aan haar dochters? Ook Belle probeert hen een beter leven te geven, ten koste van zichzelf. Zij begrijpt dat een scheiding van Ed, haar man, teveel zal kosten.
Dan zal zij er net als haar moeder voor opdraaien om de kosten van de opvoeding zelf op te hoesten.
Dat maakt dat het zure vrouwen worden, ongelukkig met zichzelf en met het leven met zijn gemiste kansen terwijl ze zoveel idealen hadden.

Anastasia gooit het over een ander boeg. Zij heeft kinderen en houdt er een carrière en een vrije seksuele moraal op na. Zij scheidt wel van haar man Brard en trouwt opnieuw. Dit keer met een jonge huiselijke man zodat zij vrij op reis kan als fotografe van een gerenommeerd blad.
Totdat......ook hij zijn carrière kansen ruikt en er vandoor gaat en haar met hun kind laat zitten.
Maar alles heeft een kostenplaatje. Anastasia vervreemd van haar twee oudste kinderen.
Arden belandt in een commune, ‘back to the basics’, maar ook daar lopen idealen stuk op de ervaring dat moeders altijd opdraaien voor de zorg voor de kinderen. Heel vaak ook financieel.
Toch is met de komst van de pil veel veranderd. Met de voorbehoedmiddelen kwam ook de keuze daarmee ook het bewust samen (niet)willen.
In de kringen waar de pil en andere voorbehoedmiddelen verboden waren was liep het nog decennia lang door.

In mijn tijd en in mijn omgeving zie ik soms mannen achter de kinderwagens wandelen, of bij de scholen staan wachten. Dan krijg ik het idee dat het goed komt.
Mannen/vaders zijn er niet om carrière te maken, het geld binnen te brengen en daarmee klaar.
Kinderen krijg je samen en vergt investeringen van beide kanten; financieel maar ook emotioneel.
Nee, dat hoeft niet allemaal precies fifty- fifty te zijn.
Pogingen om het beter te doen dan voorgaande generaties zijn eigenlijk altijd gedoemd te mislukken. Hoe wil je ook met dezelfde genen en dezelfde soort beïnvloeding door vrouwen/ moeders?
Hooguit kun je het ánders proberen.

‘Hoe oud was ik toen ik mijn kaken op elkaar klemde en bij mezelf zwoer dat ik wél een keuze zou hebben, geen leven zou leiden zoals zij. Ik had veel te goed gezien hoe ze zwoegde, hoe leeg haar dagen waren, hoe onvoldoende voor een bevredigend mensenleven de taken en zorgen die haar dagen vulden, dag na dag.’

Het was ook mijn ideaal. Samen kinderen, samen werken om beurten zodat er geen oppas van buiten nodig was. De mogelijkheid hebben om te kiezen.
Maar nu zie ik het doorschieten naar een andere kant: samen kinderen, samen werken maar niet om beurten zodat opa’s en oma’s, oppasmoeders en crèches ingeschakeld moeten worden.
Soms lijkt het erop dat er weer geen keus is. Het is een ‘moeten’ geworden onder druk van de sociale omgeving met alle gevolgen van dien.
Misschien is het een kwestie van tijd. Na de these komt volgens Hegel de antithese en weer later door ervaring wijs geworden de synthese. Dan hebben we nog een generatie te gaan.

Op sommige vlakken ben ik het met haar oneens.
De vrije seksuele moraal die zij hanteert doet geen goed.
Wanneer je weet dat een scheiding per definitie je kinderen beschadigt en daardoor slachtoffer zijn dan bedenk je je wel honderd keer voor je zoiets in gang zet alleen maar omdat je zelf niet echt gelukkig bent.
Ik krijg soms de indruk dat jonge ouders niet meer het geluk van hun kinderen op het oog hebben maar meer hun eigen geluk. ‘Maar kinderen hebben meer aan een gelukkige moeder dan aan een ongelukkige’ hoor je dan.
Nee, kinderen hebben meer aan stabiliteit en de aandacht van een man en van een vrouw.
Wanneer ik bij French lees over het gedoe met verschillende vaders, verschillende oppassers, het tenenkrommende gevecht om de liefde van de kinderen dan ben ik bang voor volgende generaties. Welk type mens krijgen we; we hebben ze eigenlijk al: stuurlozen en instabiele individuen.
Ze schrijft ook ergens: ‘Amerikaanse gezichten zijn gezichten van kinderen die op de één of andere manier oud zijn geworden.’
Wat is dat toch, dat streven naar (eigen) geluk in plaats van naar wijsheid en inzicht. Dat geldt niet alleen voor vrouwen maar voor elk mens.

En soms kan ik heel erg met haar meevoelen:
‘Ik vatte oordelen op als gezaghebbende uitspraken en geloofde dat ze waren gebaseerd op diep inzicht. Ik begreep toen nog niet dat mensen de gewoonte hadden om zich, al rondhaastend door de wereld, aan alle kanten oordelen aan te matigen zonder ooit echt over hun woorden na te denken.’

‘De waarheid is dat niet de zonden der vaderen worden doorgegeven tot naar de derde generatie, doch de smarten der moeders. Maar als jonge vrouw was ik de overtuiging toegedaan dat ik deze keten door pure wilskracht kon doorbreken.’

‘En als ik huisvrouw was dan had ik daar altijd de pest aan. Ik vond dat ik slavenwerk deed, de verdomde was, het stomvervelende boodschappen doen, dat ellendige koken. Ik was te intelligent, te begaafd voor dat soort bezigheden. Dat was geen rol die ik zelf had gekozen, die was me gewoon opgedrongen. [… ] ‘Dat is het geheim. Mannen kiezen wat ze willen doen of hebben het gevoel dat ze kiezen wat ze doen.
Maar ja....iemand moet dat huishouden doen.

Toch ben ik nu, dertig jaar later hoopvol gestemd. Ik heb al meer de keus gehad dan mijn moeder en mijn dochter en schoondochters hebben nog meer mogelijkheden. Het kom wel goed.
Die Lloyd moeten we met z’n allen nog maar even laten l*llen.
Ik blijf glimlachen wanneer hij zegt dat wanneer hij opkomt voor de man, weggezet wordt als vrouwenhater terwijl hij dat niet is. Tsja, feministes worden sinds jaar en dag weggezet als mannenhaatsters terwijl ze dat ook niet zijn.
Welkom in de wereld Lloyd.

vrijdag 5 mei 2017

Citatenboek


Snuffelend in een kringloopwinkel stuitte ik op ‘het groot citatenboek, Citaten over God, geloof en kerk’.
Samengesteld door Rien van den Berg, Gert Marchal en Koos van Noppen in 2001.
Deze heren zijn citatofielen. Ik hou er ook van.
Zo ingedikt mogelijk dingen zeggen/schrijven die er toe doen.

Alles is gerubriceerd onder trefwoorden maar ook een lijst van personen staat achterin.
Nu moet ik de neiging onderdrukken om meteen van alles te spuien.

Een paar dan……
‘Het Nieuwe Testament is de enige detective die overduidelijk de lezer als dader aanwijst’.
Jan Hein Donner (1927 – 1988)

‘Waar het symbolisch bewustzijn verdord is, helpt geen kerklatijn.
Willem Jan Otten (1951)

En omdat het vandaag 5 mei is hier iemand die de onvrijheid heeft ervaren en er ook slachtoffer van geworden is:
‘Gehoorzaamheid zonder vrijheid is slavernij, vrijheid zonder gehoorzaamheid is willekeur’.
Dietrich Bonhoeffer. (1906 – 1945)


dinsdag 2 mei 2017

De gemeente en ik


.......is de titel van een brochure van de Gereformeerde Bond. Uitgebracht in mei 2015.
In onze gemeente gaan we het daar over hebben. Verschillende mensen zijn uitgenodigd om daarover na te denken en zij behoren tot verschillende leeftijdsgroepen.
Kort door de bocht: hoe komt het dat zoveel mensen de kerk uitlopen. En dat niet alleen na een kerkdienst.
Ik ga hier mijn zegje doen omdat in gezelschappen mijn geest te veel alle kanten uitwaaiert en ik met mijn zachte stem teveel word overruled. Vind ik. Dat geeft niet, daar ben ik inmiddels aan gewend.

De belangrijkste vraag voor mij is de vraag die op de achterkant van de brochure staat. Dat is de vraag of de kerk te doenerig is geworden.
Dat is iets wat ik al jaren denk. We zijn teveel bezig met doen terwijl christenzijn – het woord zegt het al- te maken heeft met ‘zijn’.
Wees heilig want Ik ben Heilig’.
Het is een houding.
Het viel mij pas geleden op dat de vrucht van de Geest uit Galaten 5 allemaal zaken zijn die ook te maken hebben met zijn en niet met doen:
Liefde, Vreugde, Vrede, Geduld, Vriendelijkheid/Goedertierenheid, Goedheid, Geloof/Vertrouwen,
Zachtmoedigheid en Zelfbeheersing.
Dat is de vrucht de Geest en niet het geweldige aantal clubs en verenigingen binnen de gemeente. Liefde staat trouwens op nummer één.

Wanneer ik naar het verhaal van Martha en Maria kijk dan zie ik Martha in de weer met haar bezem en Maria zit aan de voeten van de Heiland te 'niksen'.
Toch heeft zij volgens Jezus het beste gekozen. (andere gedachten die dit verhaal oproept laat ik maar even rusten.)

In onze overgeorganiseerde gemeente is er geen tijd meer om te zijn. Om stil te zitten.
Want we moeten zo nodig van alles.
En omdat iedereen in diezelfde modus zit voel je je al snel schuldig wanneer je niets aan kerkenwerk doet of wilt doen.
Naast de drukke werkzaamheden van banen in combinatie met een gezin en zorg voor (oudere) familieleden moet er ook nog aan kerkelijke verplichtingen worden voldaan.
Wanneer jonge mensen lid geworden zijn van de kerk staat er ‘de volgende dag’ een kerkwerker aan de deur om hem/haar in te schakelen in ‘Gods Koninkrijk’ want die belofte heeft hij/zij toch ook afgelegd.
Geestelijk chantage.
Dat verstikkende jaagt mensen de kerk uit.

Ik moet denken aan die opmerking van Stanley Hauerwas: ‘De kerk heeft niet als taak om van de wereld het Koninkrijk te maken maar het is haar taak om trouw te blijven aan het Koninkrijk door aan de wereld een gemeenschap van vrede te tonen’. (p 112)
Wanneer dat gebeurt dan wordt het een ‘zwaan-kleef-aan’ proces.

Maar we zijn er nog niet want er staat ook iets als: geloof zonder werken is een dood geloof. Daarover staan vooral opmerkingen in de Jakobusbrief en die teksten worden gebruikt om mensen aan te zetten tot activiteiten en daarmee de druk verhogen die we niet meer willen.
De aanhef van de brief geeft mij echter reden om te denken dat het niet voor ons is bedoeld maar voor de verstrooide joden.
Ik geloof trouwens wèl dat wanneer je uit het geloof gaat leven, de werken vanzelf zullen volgen. Daar hoeven we ons helemaal niet druk over te maken.
God geeft die vruchten op Zijn tijd.
Daarin schuilt een belofte en juist dat geeft een ontspannen leven en geeft de mogelijkheid om zelfs in de kerk tot rust te komen.

Praktisch gezien: laten we eens een keer proberen ‘het georganiseerde winterwerk’ over te slaan. Alle vergaderingen, verenigingen en catechisaties een seizoen stilleggen.
Vervolgens de gezinnen oproepen om s ’avonds onder het eten bepaalde onderwerpen te behandelen naar aanleiding van een lijstje. Volgorde zelf te bepalen.
Voor prangende loskomende vragen een emailadres beschikbaar stellen of iets dergelijks.
Een forumpje op het internet is ook aardig, dan kan iedereen meedoen. Lijkt mij boeiend.

sarcasm
De gemeenteleden natuurlijk eerst goed instrueren, laten notuleren; later gaan we evalueren, analyseren, deduceren, combineren en concluderen want daar houden we van.
/sarcasm

Ik noemde al eerder de drukke werkzaamheden van banen. In de brochure wordt steeds gekeken naar de tijd van Paulus en wat er over de gemeente wordt gezegd. Mooi hoor.
Allerlei wat mis gaat wordt gelinkt ‘uiteraard aan het individualisme’.
Daar valt ook wel wat over te zeggen: wij zijn niet hetzelfde als tweeduizend jaar geleden. We zijn geëvolueerd. /ironie
Toen was het een bedreigende tijd. Bedreiging verbindt.
Wij weten nauwelijks wat bedreiging is.
Nu heeft iedereen al meer kennis en scholing gehad dan de mensen uit de tijd van Paulus. Vooral vrouwen hebben –pas sinds honderd jaar – een inhaalslag gemaakt. (Honderd jaar geleden kregen de vrouwen kiesrecht.)
Dat heeft onze maatschappij veranderd.
Ik denk dat daar ook te weinig bij wordt stilgestaan. Mensen hebben geleerd om zelf na te denken en de ‘kerk’ waardeert dat veel te weinig.
Die ziet toch wel graag dat alle neuzen in dezelfde richting staan en dat werkt individualisme juist in de hand. Terwijl een open houding veel constructiever is.

Je kunt vinden wat je wilt van deze tijd maar het leven is heel gecompliceerd geworden en niet meer te vergelijken met de tijd van Paulus. Dat moeten we dan ook niet doen.
We mogen best vertrouwen op de Goddelijke Geest om ons juist in deze tijd te leiden.
Op een 2017 manier.



maandag 1 mei 2017

De geniale vriendin


Een boek van Elena Ferrante uit 2011 en ik las een digitale vertaling uit 2013.
Er is alleen een Engelse wikipagina met wat meer informatie. Haar echte identiteit is nogal omgeven door mist. Er zijn wel vermoedens dat Anita Raja (Joods/Duitse moeder, Napolitaanse vader) de schrijfster is omdat ze als vertaalster duur onroerend goed koopt. Zij is getrouwd met de schrijver Domenico Starnone. Ook de naam van Marcella Marmo wordt genoemd omdat zij zo exact iets over Pisa weet te vertellen in één van de boeken. Maar wie weet is het wel een mannelijke schrijver. Vaag, vaag en geeft veel stof tot speculeren.
Neemt allemaal niet weg dat het een prachtig boek is.

Het speelt zich af in de jaren vijftig van de vorige eeuw in een achterstandswijk van Napels.
Voorin het boek staat een lijst met personages en dat is wel handig want het duurt even voordat je ze allemaal een beetje kunt duiden.
Daardoor duurde het ook lang voor ik echt in het verhaal zat.


Het verhaal begint met Rino, de zoon van Raffaella Cerullo (Lina/Lila). Hij is zijn moeder kwijt en belt naar Elena, haar vriendin, of zij weet waar ze zou kunnen zijn.
Dan gaat de schrijfster met een grote flash back haar verhaal vertellen.
Dat verhaal, het eerste boek, eindigt bij het huwelijk van Lila op zestienjarige leeftijd met Stefano Cerullo.
Dan volgen er nog drie boeken die ik ook wil lezen al was het alleen al voor de Napolitaanse sfeer.

Elena en Lila, twee meisjes die hun vriendschap beginnen met het uittesten van elkaar. Lila is de gangmaker maar Elena volgt. Lila gooit de mooie pop van Elena in een souterrain maar Elena gooit het ‘scharminkeltje’ van Lila erachteraan. Zo wordt Elena een waardige vriendin voor de geniale Lila.
Lila die zich op school verveelt omdat ze alles snel doorheeft en daarna kattenkwaad uithaalt.
Elena die net zo slim is maar er meer moeite voor moet doen. Het komt haar niet aanwaaien maar ze heeft een competitief karakter.
Elena mag doorleren, Lila niet. Het kost teveel. Dat is een grote teleurstelling.
Lila probeert nog een tijdje aan zelfstudie te doen maar geeft zich langzaamaan over aan de tradities van de temperamentvolle, Napolitaans masculiene cultuur met hun hechte familiebanden.
Ze moet te hard vechten voor haar idealen (schoenen ontwerpen) en raakt uitgeput. Zij krijgt dan een onverschillige houding van ‘u vraagt, ik draai’.
Tegenwoordig noemen we dat een ‘Bore-out’.

Elena weigert ook om het voorbeeld van haar moeder en de andere vrouwen uit de wijk te volgen maar krijgt meer mogelijkheden. Ze mag doorleren en krijgt hulp van een docente op school.
Toch blijft ze zich ongemakkelijk voelen ten opzichte van Lila die slimmer en mooier is en met wie ze zo graag zou willen ruilen.
Dat is ook zo wonderlijk vrouwen/meiden eigen, want Lila noemt op een gegeven moment Elena haar geniale vriendin.
Lila trouwt op haar zestiende met een hardwerkende zakenman die echter alleen geïnteresseerd lijkt te zijn in haar creatieve capaciteiten die wel eens veel geld zouden kunnen opleveren.

Mooi tijdsbeeld uit het Napels van de vijftiger/zestiger jaren wanneer het nog niet vanzelfsprekend is dat meisjes doorleren; dat de televisie een nieuw fenomeen is en vakantie ook niet voor iedereen weggelegd is. Heel veel van die dingen zijn voor mij herkenbaar.

Dan is nog de vraag: is het een autobiografisch boek?
Is de Elena uit het boek die goed kan leren en schrijven dezelfde als Elena Ferrante?