Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 31 maart 2017

Boekenweek


Naar aanleiding van de boeken week die weer begonnen is en inmiddels bijna weer geëindigd, zocht ik naar krachtige uitspraken óver boeken en lezen want met het onderwerp van de Boekenweek heb ik niets: verboden vruchten.
Grappig om tot de ontdekking te komen dat er ofwel heel positief ofwel heel negatief over lezen en boeken werd en wordt geschreven en gedacht. Het lijkt mijn huwelijk wel.

Een paar tegenstrijdige op een rij:
‘Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen.’
Confucius 551 - 479 BC
Chinees filosoof

‘Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak.’
Mahatma Ghandi 1869-1948
Indiaas politicus

‘..van vele boeken te maken is geen einde, en veel lezen is vermoeiing des vleses.’
Prediker 12
Salomo(?)

‘Sommige boeken moeten worden geproefd, andere moeten worden opgeslokt, en slechts enkele moeten worden gekauwd en verteerd.’
Francis Bacon 1561-1626
Engels filosoof en staatsman

‘Boeken verjagen de onwetendheid, de bewaker en de hoeder van de goed gecontroleerde staten’
Voltaire 1694 - 1778
Frans filosoof en schrijver
‘Er zit meer filosofie in een fles wijn dan in alle boeken.’
Louis Pasteur 1822-1895
Frans wetenschapper

‘Er zijn twee motieven om een boek te lezen: het ene, om er van te genieten; het andere, om er over te kunnen opscheppen.’
Bertrand Russell 1872 - 1970
Engels Filosoof, wiskundige en Nobelprijswinnaar literatuur

‘Alle boeken zijn in twee klassen te verdelen: boeken van het moment en boeken voor altijd.’
John Ruskin 1819-1900
Engels recensent

‘Een klassiek werk is een boek dat de mensen wel prijzen, maar nooit lezen.’
Ernest Hemingway 1899 - 1961
Amerikaans schrijver en Nobelprijswinnaar literatuur

Behalve die van Russell vond ik deze van Schopenhauer, Duits filosoof 1788-1860 de mooiste:
‘Lezen is denken met andermans hoofd.’

dus ....wanneer je wilt dat mensen jouw gedachten kennen moet je schrijven én gelezen worden want gewoon luisteren is voor veel mensen een te grote opgave geworden.
Van Schopenhauer ligt een boekje te wachten over de vrije wil. Volgens een docent is dit het meest dichtgetimmerde essay over de gedachte dat we geen vrije wil hebben. Daar ben ik dan best wel nieuwsgierig naar.
Komt dat even goed uit, want april is altijd de maand van de filosofie.
Dit jaar met als thema: ‘over de grens’




woensdag 29 maart 2017

Stabat Mater


Het afgelopen college over de wederzijdse beïnvloeding van muziek en literatuur kwamen we via Salieri en Mozart bij Alexander Poesjkin uit want hij schreef over de verhouding tussen Salieri en Mozart een toneelstuk in 1830.
In 1984 baseerde Milos Forman een film op dit toneelstuk en velen kennen die wel: ‘Amadeus’
Via Poesjkin en zijn andere werken; o.a. het gedicht: ‘Zing niet, schone vrouw, voor mij’ kwamen we bij Rimsky Korsakov die over Mozart en Salieri een opera schreef in 1897.
Ik was het mij nooit zo bewust maar dat gedicht lezende kwamen we erachter dat ‘auditiviteit’ hechter in de mens verankerd raakt dan ‘visualiteit’.
Of dat een troost is voor blinde mensen... dat weet ik niet.
‘Zing niet, schone vrouw, voor mij
de droevige liederen van Georgië:
mijn gedachten vliegen onmiddellijk
naar een ander leven en verre kusten.’


Een toegift was deze keer een inkijkje in de vele bewerkingen die zijn gemaakt op het Stabat Mater.
Een middeleeuws Latijns gedicht over Maria en haar verdriet, staande bij het kruis van haar Zoon.
In deze tijd van alle mogelijk uitvoeringen van de Mattheus Passion snap ik niet dat dit muziekstuk wat door vele componisten van een al dan niet gecompliceerde muzikale bewerking is voorzien zo weinig aandacht krijgt.
De uitvoering van Francois Poulenc uit 1951 vind ik tot nu toe het mooiste. Terwijl ik helemaal niet zo hou van koren en klassiek geschoolde stemmen.



dinsdag 28 maart 2017

Rome


We hebben een paar jaar geduld gehad. Met vrienden zouden we een weekend naar Rome gaan. Zij waren er nog nooit geweest en het kwam er nu zomaar van. Wij zijn er al verschillende keren geweest. Maar dat geeft niet, het blijft een prachtige, boeiende stad waar de historie je van alle hoeken van de straten toeroept. Niet echt een opgave om daar weer eens rond te wandelen.
Als voorbereiding en om in de stemming te komen las ik het boek SPQR van Mary Beard en verbeeldde me dat ik deze keer voorbereid op reis ging.
We hadden niet genoeg aan vijf volle dagen. Er ligt nog wat voor een volgende keer.
Ondanks dat ik de vele toeristische trekpleister al kende zag ik toch steeds weer iets nieuws.
Je kijkt elke keer weer anders.
De sixtijnse kapel blijft indrukwekkend ondanks dat we een poster van het plafond thuis hebben en ik die regelmatig bestudeer. Hij beslaat namelijk het plafond van ónze sixtijnse kapel... Het toilet.

Gek dat de schepping van Adam altijd zo de aandacht trekt. Meer dan de schepping van Eva.
Waar ik al een tijdje over mijmer is de ‘vrouwe Wijsheid’ uit Spreuken 8
Volgens mannelijke theologen ‘moet’ je daar Jezus in lezen maar dat geloof ik niet.
Chochma is een Hebreeuws vrouwelijk woord dat in het Grieks equivalent is aan ‘Sophia’.
En Jezus wordt meer geassocieerd met de 'de Logos'; het Woord.
Spr 7:4: Zeg tegen de wijsheid: jij bent mijn zuster,….. en in 8 vs 29 ev: ‘Toen Hij de fundamenten van de aarde verordende was ik (de wijsheid) bij Hem [..] te allen tijde spelend voor Zijn aangezicht’….
Wanneer ik zo ‘de schepping van Adam bestudeer zie ik achter Gods rug een jong, maar onmiskenbaar vrouwelijk persoon. Zou Michelangelo daarmee de vrouwe Wijsheid hebben bedoeld? Die gedachte bevalt mij wel.

We kwamen ook in de Stanza Rafaëlla, dat was nieuw voor ons. Mijn verrassing was groot toen ik ontdekte dat de ‘Atheense school’ een half plafond besloeg. Ik had het mij voorgesteld als een betrekkelijk gewoon fresco.




Galeria Borghese stond natuurlijk ook op het programma. Dat verveelt echt nooit; de werken van Bernini. Ook de andere werken van hem die verspreid staan door de stad hebben we bezocht. Hier een detail van 'Apollo en Daphne'



Wat ook helaas nieuw is zijn de zwaarbewapende militairen overal. Je moet er ook niet aan denken: een bommetje in het Pantheon door bepaalde barbaren die al hebben aangetoond niets om cultureel erfgoed te geven.
Het tekent de wereld van 2017.
Zal dat ooit nog gaan veranderen?



maandag 27 maart 2017

SPQR


Geschreven door Mary Beard in 2016.
Ter voorbereiding op een lang weekend Rome las ik dit boek over het ontstaan van deze stad.
De titel SPQR betekent: Senatus Populus Que Romanus oftewel 'De senaat en het volk van Rome'.
Ondertitel: Een geschiedenis van het Romeinse Rijk.
Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Het boek begint bij ongeveer 750 jaar BC en eindigt bij keizer Caracalla (212 AC, die van de ‘Thermen’) die alle burgers van het Romeinse rijk het Romeinse burgerecht gunde.
Zo was de grondlegger van Rome ook ooit begonnen; door van alle buitenlanders Romeinen te maken.
Het verschil? Bij burgerschap ging je kop eraf in plaats van een lange pijnlijke kruisiging wanneer je ‘dwars’ lag.
Zie Petrus en Paulus.

Dat Rome nog steeds een grote rol speelt in de menselijk geschiedenis bewijzen wel de duizenden en duizenden, oftewel 12 miljoen toeristen die jaarlijks deze stad bezoeken.
Het boek baseert zich vooral op de geschriften van mensen als Vergilius , Cicero, Suetonius, Tacitus en Flavius Josephus en Plinius de Jongere en vele, vele anderen.
En verder op haar eigen ruime kennis, verstand en inzicht.
Ik moest er even inkomen maar als snel nam het mij te pakken.
De mythen over Aeneas, de ‘voorvader’ van Remus en Romulus waarvan de laatste de ‘stichter’ van Rome werd en de eerste ‘koning’ die de stad grondvestte op het Paladijn.

Rome kende zeven koningen.
Bij de transformatie naar een keizerrijk speelde de generaal Sulla een belangrijke rol maar was Octavianus/Augustus in 27 BC de eerste keizer. Hij drukte een duidelijk stempel op de vervolg-keizers. Dit hoefden trouwens geen kinderen te zijn. Keizers adopteerden simpelweg degene waarvan ze dachten dat ie geschikt zou zijn. Geluk, improvisatie en samenzweren speelden dan ook een grote rol.
Het boek vertelt over veertien keizers. Caracalla als laatste en beslaat dan ongeveer duizend jaar.
Het eerste millennium van Rome. Het volgende is voor een ander, zoals Mary in haar epiloog schrijft.
Zeven koningen, veertien keizers…zou ze het erom gedaan hebben?

Veel van wat we over Rome weten is niet zeker; er worden nog steeds ontdekkingen gedaan. Wij liepen ook in Rome langs archeologische bouwputten.
Een paar dingen zijn wel zeker: in de 6e eeuw BC was Rome een stedelijke gemeenschap, met een centrum en enkele openbare gebouwen. Maar of het toen al ‘Rome’ heette is niet bekend.
Halverwege de eerste eeuw BC was deze gemeenschap al uitgegroeid tot een metropool van een miljoen inwoners.
Door de ‘Romeinen’ werd al heel vroeg van alles geschreven maar de contacten met de Griekse wereld in de 3e eeuw BC werkte als katalysator op hun literatuur.
De jaren 146 BC tot de moord op Julius Caesar in 44 BC staan bekend als het literaire hoogtepunt van de Romeinse literatuur en cultuur. Dat is de tijd waarin Cicero leefde en waarvan we vele brieven hebben. Op de foto het standbeeld van Cicero wat voor het gerechtsgebouw in Romestaat.

Hoe kom je nu te weten hoe de ‘gewone’ mensen leefden vóór en in die tijd want hetgeen geschreven is gaat toch vooral over de beter gesitueerden. Arme mensen schreven niet.
Nou, soms toch wel. Bijvoorbeeld op graven van geliefden, of met graffiti op muren.
Ja, toen al en ook op aardewerk en dat leverde en levert nog steeds schatten aan informatie.
Dat meisjes soms al getrouwd waren op hun elfde of twaalfde.
Dat bevallen de belangrijkste doodsoorzaak was bij jong volwassen vrouwen.
Dat de helft van de kinderen voor hun tiende jaar stierf.
Dat de naam ‘familia’ het hele huishouden omvatte; zowel de gezinsleden als de slaven.
En de vrouw die haar man iets in het oor kan fluisteren oefende toen in de praktijk ook al meer macht uit dan een collega die alleen maar officiële memo’s stuurde.

Het lastige van dit boek vond ik het ‘niet-strikt-chronologische’ van het geheel. Beard heeft haar boek meer lemma-gericht geschreven. Zoals: ‘Cicero’s mooiste moment’, ‘Een wijde wereld’, ‘Het thuisfront’ en ‘bezitters en bezitlozen’.
Wanneer je thuis bent in de materie is dat niet zo erg maar ik gooi nu nog steeds al die keizers door elkaar.
Bijzondere dingen worden beschreven zoals het ijken van rijkdommen. Het ging bijvoorbeeld niet om de hoeveelheid vierkante meters van jouw bezit maar om de hoeveelheid dakpannen.
En dan de bezienswaardigheden die er nog steeds zijn: Het Colosseum, in het jaar 70 door Vespasianus gebouwd als een plaats voor volksvermaak. Het had vijftigduizend zitplaatsen; het Pantheon, door Hadrianus gebouwd rond het jaar 120 en die nog steeds ongeveer zijn oorspronkelijke vorm heeft.
Hadrianus is dezelfde die de muur in Noord Engeland aanlegde en van het mausoleum de ‘Engelenburcht’.

Christenen speelden niet echt een grote rol volgens Beard. Het werd gezien als een pervers en opstandig bijgeloof. Ze behoefden niet actief worden opgespoord maar zo nodig wel bestraft.
Zo blijkt uit schrijfsels tussen Plinius de Jongere en Trajanus. Die van de zuil van Trajanus met al zijn overwinningen erop. Maar dat was na Nero.
In de eerste twee eeuwen is er niets wat er op wijst dat er systematische vervolgingen waren. Ze werden af en toe als zondebok gebruikt. Dat wel.
Het verhaal van Perpetua en Felicitas die vanwege hun geloof ter dood werden gebracht in de arena van Carthago herinnerde ik me nog uit de lessen kerkgeschiedenis op de lagere school; nu basisschool.
Dat verhaal is bekend gebleven vanwege het autobiografische verslag van Perpetua. Best bijzonder eigenlijk. Ze was 22.
Achter in het boek veel verwijzingen en verantwoordingen. Tussendoor plaatjes.
Een boeiend boek voor de liefhebber.

Mary Beard heeft een eigen website en daarop ontdekte ik dat we tegelijkertijd in Rome waren en zelfs in het Vaticaans museum. Ze is me niet opgevallen tussen de vele bezoekers.




vrijdag 17 maart 2017

Picasso


De afgelopen weken heb ik zitten genieten van de televisie serie over Pablo Picasso die door Jeroen Krabbé werd gepresenteerd.
Krabbé, die zelf niet onverdienstelijk schildert was op zoek naar de persoon van Picasso achter de schilderijen. ‘De man die even snel van vrouwen wisselde als van stijlen’.
(Wie weet hoeveel onwetende Picassoosjes er rond lopen.)
Heeft hij hem gevonden? Nou nee. Maar boeiend was het wel. Ik heb wel meer inzicht gekregen in de schilderijen van Picasso en in combinatie met het enthousiasme van Jeroen Krabbé is het een juweel van een tv- serie geworden.

Jeroen, zich verplaatsend in een oude rode Volvo en lopend altijd met een paar dikke boeken onder zijn arm die vol zaten met foto’s, plaatjes en papiertjes; de camera achter hem aan, een vrouwenstem die dingen vroeg en waarop Jeroen antwoord gaf; in het zonnige Spanje en Frankrijk. Een vakantieachtige formule.
De afleveringen werden afgesloten met een Picasso die uit de losse pols, heel trefzeker een stier/ Minotaurus schildert; een arrogant en sarcastisch lachje vanuit de ene mondhoek.....ik begrijp dat vrouwen verliefd op hem werden. Dat hij charisma had.

Het verhaal om de Guernica heen kende ik wel in grote lijnen. Niet dat vrouw nr. zoveel daar ook aan heeft meegeholpen om het op tijd af te krijgen. (Dora Maar, ook kunstenaar)
We hebben het gezien in het Reina Sofia in 2015.

Niet bekend bij mij was dat Picasso op hoge leeftijd zo vaak het schilderij van Velasques: ‘Las Meninas’ heeft geschilderd in zijn opmerkelijke stijl.
Dat waardeer ik trouwens ook in hem: dat hij ook heel gemakkelijk weer schilderde in een klassieke stijl. Dat had voor hem niet afgedaan. Daar was hij niet zogenaamd bovenuit gegroeid.
Dan ben je een echte kunstenaar.

Bij leven was hij al een zeer welgestelde legende. Maar ook dat had een prijskaartje.
Het is zoals Jeroen afsloot: de narigheid was voor zijn familie.
Wij, het publiek hebben al het mooie van hem geërfd.



woensdag 15 maart 2017

Segers – Wilders


Alfabetische volgorde.

Eén van de laatste debatten was het, die tussen dhr. Segers en dhr. Wilders. Het blijft bij mij hangen tussen al dat politieke geneuzel van de laatste dagen.
Wilders kwam met de stelling: "de islam vormt de grootste bedreiging voor Nederland," en hij had gelijk toen hij zei dat het ging over existentiële waarden. Hoe sta je in het leven.
In dit debat kwam dat voor mij opeens helder naar voren.
Wilders die opkomt voor de vrijheden die wij in dit land hebben verworven en opgebouwd en die beschermd dienen te worden, zo nodig met keiharde maatregelen.
Segers die de woorden van Jezus laat prevaleren: je naaste te hulp komen en barmhartigheid tonen. Wanneer je voor jezelf bepaalde vrijheden claimt moet je die ook aan de ander gunnen.
Wilders vervolgens weer met de argumenten dat we dan het onderspit zullen delven in dit land om dat moslims bereid zijn om hier zo nodig de wapens op te nemen en christenen te vermoorden.

Ik begrijp hen allebei, maar ga voor de denkbeelden van Segers omdat die het meest de denkbeelden van Jezus benaderen. En dat is onze opdracht in dit leven: 'gelijk van vorm' te zijn aan Zijn beeld. (Rom. 8:29)
Rechtvaardig maar altijd met liefde, compassie en barmhartigheid.
Ook als dat de (kruis)dood tot gevolg heeft.
Dat is een moreel hoogstaande houding die al bij de martelaren uit de vroege kerk voorkwam. Daar moeten we verder naar toe evolueren. Dan leef je in echte vrijheid.

Ik begrijp echter zeer wel dat het weerzin oproept; dat deed het bij sommigen van Jezus volgers ook al. Dat zal in deze dagen veel zetels genereren.
Ik begrijp ook dat het leidt tot onderbuik gevoelens van zorg en angst want die heb ik soms ook, zelfs in mijn autochtone woonwijkje en daar speelt dhr. Wilders op in. Maar angst is een slechte raadgever. Kiezen voor het goede moet altijd de boventoon blijven voeren. Ondanks alles.
Dat levert de vraag op wat ‘goed’ is op korte en op langere termijn en daar zullen de meningen weer over verschillen.
Liefde is een groot woord maar misschien zijn rechtvaardigheid, mededogen en barmhartigheid goede startpunten.

Je kunt nu vanaf een balkonnetje gaan zitten murmureren dat kerk/geloof en staat gescheiden dienen te blijven. Dat moet ook, op formeel vlak. Dat leerden Mozes en Aaron al in de woestijn.
In de wetenschap kan dat ook, en moet dat zelfs naar mijn idee maar wanneer je te maken krijgt met moraliteit kan dat niet. Je levenshouding en waardoor je die laat inspireren bepalen de keuzes die je maakt, juist ook in de politiek.


maandag 6 maart 2017

Musicofilia



Ondertitel: verhalen over muziek en het brein.
Geschreven door Oliver Sacks, hoogleraar neurologie, in 2007.
Eind 2015 is hij overleden. Ik las een vijfde druk uit 2008.
Eerder las ik van hem ‘de man die zijn vrouw voor een hoed hield‘. Deze mijnheer P. komt weer even in beeld op p. 222 en 317.
Een boek met verhalen over afwijkingen aan de hersenen en wat dat betekent voor de mens. Dit keer in combinatie met muziek.







Music was my first love
And it will be my last.
Music of the future
And music of the past.

To live without my music
Would be impossible to do.
In this world of troubles,
My music pulls me through.

John Miles

Musicofilia: liefde voor muziek. Wie heeft dat nou niet. Muziek raakt iedereen; van ongeboren baby’s tot dementerende ouderen.
En toch zijn er die er voor wegrennen en er zelfs epileptische toevallen van krijgen.
In hoeverre zijn wij ons brein ten opzichte van muziek?
Zelf heb ik wel gemerkt dat ieders oren verschillend zijn net als de ogen. Wat ik zie en hoor is anders dan wat een ander ziet of hoort. Je kunt het alleen niet met elkaar vergelijken.
Ooit stond een mevrouw gebogen over een bloemenkrans van dode roosjes en verzuchtte: ‘wat een prachtige kleuren’. Ik vond er niet veel aan; ik vond het nogal doods en kleurloos eigenlijk. Wat zag zij meer dan ik? Terwijl ik toch cum laude slaag voor alle kleurtestjes via google.
Tijdens mijn orkestrepetities zit ik mij vaak af te vragen of eerste en tweede violisten misschien betere oren hebben voor een bepaald segment van het auditieve spectrum en wat minder voor een ander segment. Kies je daarom, misschien onbewust, voor viool, altviool, cello of bas?
Hoe kan het dat solisten hele symfonieën uit hun hoofd kunnen spelen en kan ik geen enkel muziekstuk op de piano reproduceren zonder het notenschrift voor mij ook al heb ik een stuk al vijfhonderd keer gespeeld? Dan heb ik het wel over meerdere stemmen tegelijk. Een enkele melodielijn gaat nog wel.
Is dat een kwestie van - gebrek aan - trainen in je jeugd? Of ligt dat aan de bouw van je brein?
In mijn jeugdjaren maakte mijn medeleerlingen op school hun huiswerk met een radio aan. Ik probeerde dat ook wel want het was hip, die top -40 van buiten te kennen, maar ik kon het eigenlijk niet.
Wanneer ik muziek hoor kan ik me niet tegelijkertijd op iets anders concentreren. Het is of het één of het ander.
Ook kan ik mij verwonderen over het gebrek aan ritmegevoel bij medemuzikanten. Hoeveel fouten ik ook speel; ik blijf altijd wel strak in het ritme omdat ik dat voel. Nou ja...meestal.
Zo zat ik met gespannen verwachtingen dit boek te lezen.
Helaas blijven er nog veel vragen over. Maar er zijn nog meer boeken.

Het gaat over oor- of breinwurmen; over allerlei soorten van muzikale hallucinaties. Die komen voor wanneer de hersenen te weinig prikkels krijgen. Maar dat geldt voor alle hallucinaties denk ik.
En muzikale hallucinaties geven eerder een weergave van de tijd dan van de smaak van de persoon. Dat vind ik dan wel weer jammer eigenlijk.
Wanneer ik hallucinaties zou krijgen wil ik wel dat het mijn hallucinaties zijn en niet van reclamemuziekjes of toppersliedjes.

Is muzikaliteit ‘nature or nurture’? Daar zijn al veel onderzoeken over geweest. Een bepaalde vorm van muzikaliteit is bij ieder mens aangeboren. Een absoluut gehoor komt maar heel weinig voor en is afhankelijk van vroegtijdig muziekonderwijs maar dat is ook weer geen garantie.
Sommigen hebben een uitstekend gehoor maar kunnen dat niet omzetten in hoogstaande muziek en anderen hebben wel de technieken in huis maar mist er iets blijvends in het omzetten van de emotie. Professionals hebben de combinatie.
Dirigenten hebben dan ook nog eens een zeer levendig muzikale verbeelding. Wanneer ze een partituur zien horen ze de muziek al en weten ze hoe het moet gaan klinken.
Grote bewondering had ik dan ook op nieuwjaarsdag voor Gustavo Dudamel die bij het Nieuwjaarsconcert 2017 alles uit zijn hoofd dirigeerde.

Muziek en taal, twee zaken die alleen bij de mens voorkomen. Wat was er eerder? Of hebben ze zich tegelijkertijd ontwikkeld? Want ritme is iets heel anders dan de onregelmatigheid die we vinden in taal. Een duidelijk antwoord heb ik niet gevonden.
Wel hoe enorm belangrijk muziek is. Maar dat is wat mij betreft een open deur.
Wat wel nieuw was voor mij is de functie van muziek bij afasiepatiënten, mensen met het syndroom van Gilles de la Tourette, Parkinsonpatiënten en mensen met depressie.
Muziektherapie.
Officieel pas ‘ontdekt’ na de wereldoorlogen; in 1944 werd het eerste programma opgezet aan de Michigan State University maar in de Bijbel speelde David al voor Koning Saul om hem uit zijn depressies te halen.
Met behulp van muziek kan er heel veel van taal worden ‘teruggevonden’ wat eerder door een bloeding of infarct was verdwenen.
Zo worden, denk ik, weer allerlei nieuwe verbindingen gelegd in de grijze massa.
Dat kan ook bij een pianist die een arm verliest. Of last krijgt van ‘schrijverskramp’, wat ook vaak voorkomt bij muzikanten.
Enig doorzettingsvermogen is wel vereist.
Hij vertelt ook over de muzikaliteit van kinderen/ mensen met het Syndroom van Williams en alles wordt gelardeerd met prachtige verhalen uit de praktijk.

......
So I say thank You for the music
For giving it to me.


De liedjes van John Miles en Abba borrelden als vanzelf op bij het lezen.
Een foto uit de krant (Trouw) die boekdelen schrijft. Tussen de puinhopen naar je platenspeler luisteren.
Als dat geen Musicofilia is...


zaterdag 4 maart 2017

Parlementaria


De slimste politicus in mijn ogen is Pechtold. Maar helaas liet hij deze week een steekje vallen.
Hij werd geconfronteerd met de doodswens van een 57-jarige. Deze wilde niet wachten tot zijn 75ste zoals door een wetsvoorstel van D66 werd geformuleerd.
Toen legde de wolf even zijn schaapskledij af. Hij wil graag dat het voor iedereen met een doodswens in dit land mogelijk wordt. Maar omdat zo’n wetsvoorstel het sowieso niet zou redden hebben ze een natte-vinger-grens bepaald bij 75 jaar of ouder.
Kijk ik daarvan op? Nee niet echt. Ik heb hem er al meer op betrapt. Hij is het slimme type van voorzichtig beginnen en geduld oefenen maar op termijn wel uitkomen bij wat hij wil.
Voorkoken en zachtjes duwen. De meute aan het idee laten wennen, een draagvlak creëren en vervolgens bewust een hellend vlak faciliteren. Hoe integer kom je dan over? Not!
En alles moet natuurlijk zeer, zeer, zeer zorgvuldig worden besproken en beoordeeld.
Toen ik dat hoorde moest ik inwendig grinniken en denken aan die jonge mevrouw met MS die heb ik heb verpleegd.
In die tijd al moest er zorgvuldig worden besproken en geoordeeld. Een second opinion was een must.
Tjonge, wat ging dat zorgvuldig.... Het was een wassen neus.
Eén gesprekje en het was gepiept.
De theorie kan zo mooi zijn. De praktijk is echter datgene waar we mee te maken hebben en die is meestal een stuk weerbarstiger.

Kees van der Staaij haalde bij Pauw/Jinek op 4 maart terecht dat hellende vlak aan. Ook al wordt dat in debatten als drogreden bestempelt; het bestaat wel.
Ik ben niet per definitie tegen euthanasie want ik heb ook heel veel narigheid gezien. Maar het moet wel uitzonderlijk blijven.
Wat ik ook gezien heb is de grote angst onder vooral oudere mensen dat dokters tot euthanasie zouden kunnen overgaan zonder hun medeweten. Dat was begin van de negentiger jaren, vorige eeuw.
Niet iedereen had en heeft de mentale capaciteiten om de debatten goed te volgen. Dat heeft verlies van vertrouwen tot gevolg; Jan Terlouw met zijn touwtje uit de brievenbus ten spijt.
Zelf heb ik in die tijd in een thuissituatie een jonge vrouw verpleegd met uitgezaaide borstkanker. Ze was opgegeven. Haar man liep voortdurend om ons heen bij de verzorging en controleerde elke morfinespuit. De hoeveelheid mocht beslist niet verhoogd worden ondanks haar toenemende pijn, want dan zou ze misschien ‘voortijdig’ overlijden en zou het euthanasie zijn en daar was hij op tegen.
Het was afschuwelijk.
Hiermee wil ik de verwarring aangeven die alleen al het debatteren erover geeft.
Bij een andere patiënte heb ik me moeten teweerstellen tegen een arts die steeds maar de morfine wilde verhogen terwijl de patiënte dat zelf beslist niet wilde want zij had, ondanks de terminale situatie, geen pijn. Als verpleegkundige moet je ook zo op je qui vive zijn.

Hoe sterf je waardig, ja daar mogen we het best over hebben met elkaar maar belangrijker is:
hoe lééf je waardig.