Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zondag 29 januari 2017

Het Dodeneiland


Een symfonisch gedicht. Dat is ook leuk in de week van de poëzie.
Gecomponeerd door Sergej Rachmaninov (1873-1943) in 1903 naar aanleiding van een schilderij van Arnold Böcklin (1827-1901)
Het verhaal gaat dat Rachmaninov erg onder de indruk was van dit schilderij in een zwart- wit uitvoering en daarop dit muziekstuk componeerde.
Dies irae: de eerste woorden op de eerste tonen uit de mis van overledenen. Deze mis is in onbruik geraakt maar de eerste maten van het muzikale thema komen veel voor in de werken van Rachmaninov. Zo ook aan het einde van dit muziekstuk.

Samen met zijn tweede symfonie en zijn tweede en derde pianoconcert staat dit wel in mijn top-10 van klassieke muziekfavorieten. Het enige wat ik zelf redelijk kon spelen van hem - hij had heel grote handen - was de Prelude Opus 32, nr. 2 (sommigen zeggen Opus 3, nr. 2) waarbij ik iets te vaak in het 'agitato' gedeelte uit de bocht vloog.

Het dodeneiland heeft een sombere stemming; logisch wel. Het is soms op het lugubere af.
Dat komt, denk ik door die 'dwingende en onontkoombare' pauk die aan het einde langzaam wegsterft. Maar dat is juist ook weer indrukwekkend. In gedachten associeer ik het met de vaak nadrukkelijk tikkende klok in zeer gereformeerde huishoudens waar ik kwam bij terminale patiënten of de dreunende stappen van de, in het zwart geklede, kistdragers bij begrafenissen.
Je kunt het je voostellen: de veerman Charon (Griekse mythologie) die de doodsrivier, de Styx oversteekt om de overledene weg te brengen naar het dodenrijk.
Hij doet er - in een uitvoering van het Concertgebouworkest o.l.v. Vladimir Ashkenazy – éénentwintig minuten over.



donderdag 26 januari 2017

Week van de poëzie


Vandaag begint de week van de poëzie alweer; het is niet bij te houden. Het is wel lekkere bezigheidstherapie; al die dagen, weken en maanden 'van...'
Dit gedicht vond ik wel toepasselijk:

Sommigen houden van poëzie

Sommigen -
ofwel niet allen.
Zelfs niet de meerderheid van allen, maar de minderheid.
De school waar het moet en de dichters zelf
niet meegerekend,
zullen dit er twee op de duizend zijn.

Houden van -
maar van kippensoep met vermicelli kun je ook houden,
en van complimentjes en de kleur blauw,
van een oud sjaaltje,
van je verzetten,
van de hond aaien.

Poëzie -
alleen, wat is poëzie eigenlijk.
Op deze vraag is al
menig twijfelend antwoord gegeven.
Maar ik weet het niet en daaraan houd ik mij vast
als aan een reddende leuning.


Wislawa Szymborska (1923 - 2012)


Toch ook even mijn complimenten aan Gerard Rasch (1946 - 2004) die haar gedichten zo knap heeft vertaald.

dinsdag 24 januari 2017

De dood van Ivan Iljitsj

Gepubliceerd in 1886 en geschreven door Lev Tolstoj ((1828 – 1910)
Ooit las ik van hem de bekende boeken ‘Oorlog en vrede’ en ‘Anna Karenina’.
Deze novelle zit in een omnibus (zonder jaartal) die ik op een tweedehands boekenmarkt op de kop tikte.
Toen ik dit verhaal uit had kreeg ik het gevoel dat dit verplichte stuff zou moeten zijn in de opleiding voor verpleegkundigen en eigenlijk alle mensen die te maken krijgen met terminaal zieken.
Het mentale proces waar Iljitsj doorheen gaat is kenmerkend voor mensen die overlijden aan een al dan niet langdurige ziekte.
Ivan is een keurige, plichtsgetrouwe man die ietwat oppervlakkig leeft. Een soort Facebookpersoonlijkheid. Hij is als dubbeltje geboren maar doet zich graag als kwartje voor. Hij trouwt een keurig meisje, Praskowja Feodorowna, en probeert als medewerker bij een rechtbank carrière te maken, en dat lukt hem. Hij krijgt drie kinderen waarvan er één sterft.

Het huwelijk is niet echt een succes; man en vrouw vervreemden van elkaar. Maar ach, dan gooit hij zich wat meer op zijn werk.
Na een andere baan te hebben aangenomen moet het gezin verhuizen. Geen probleem. Ivan gaat alvast vooruit en richt het iets te dure huis zelf in om de maatschappelijk hoger staande mensen met alle egards te kunnen ontvangen.
Bij het inrichten, waarbij hij zich helemaal uitleeft, valt hij. Dat is het begin van zijn einde. In eerste instantie negeert hij die pijn maar deze wordt steeds erger en Iljitjs belandt in het medische circuit van kwakzalvers. Wat er nu werkelijk aan de hand was wordt niet echt duidelijk en dat is jammer voor mijn verpleegkundige nieuwsgierigheid.
Een proces van hoop, wanhoop, twijfels en depressies begint.
Op zijn ziek- wat sterfbed wordt maakt hij de balans op van zijn leven. Hij komt langzaamaan tot de ontdekking dat hij eigenlijk niet echt heeft geleefd. Hij dacht dat hij bergopwaarts ging maar het tegendeel gebeurde.
En het is nu te laat.
Hij is bang voor wat komen gaat en wat hij niet kan tegenhouden. Hij voelt de blikken en doorziet de calculerende gedachten van de mensen om zich heen en die stemmen hem ook niet echt gelukkig. Niemand is eerlijk behalve zijn huisknecht Gerasim.
Zijn gevecht tegen het onontkoombare, wat hij niet wil, maakt dat zijn strijd alleen maar langer duurt. Tot het moment dat hij zichzelf weet over te geven, zichzelf los te laten.
Het ontwaken bij het lichamelijke sterven.

Er is niets in het verhaal dat echt troost biedt. Gerasim is de enige die mee- lijdt met zijn baas.
Toch zit er naar mijn idee een duidelijk Bijbels/filosofisch thema in.
‘Wie zijn leven zal proberen te behouden zal het juist verliezen; maar wie zijn leven zal verliezen, zal het behouden.’
Of zoals een poster van visje het eens omschreef: ‘Als je sterft voordat je sterft, sterf je niet meer als je sterft.’
‘Ontwaak’ voordat je lichamelijk sterft!

PS
Grappig is dat Tolstoj ergens verwijst naar Dostojewski. Ze waren generatiegenoten.


maandag 23 januari 2017

Dhr. T.


Na de inauguratie van de vijfenveertigste president van Amerika en het mediacircus daaromheen
plus ‘The Womans March’ de dag erna gaat het stof misschien wat neerdwarrelen.
Tijd voor bezinning.

Rikkert Zuiderveld vatte het eigenlijk wel mooi samen:

LICHAAMSTAAL
Misschien heeft u mijn lichaamstaal begrepen:
ik duw mijn hand afwerend op u af,
waarmee ik ieder weerwoord logenstraf.
Mijn ogen blijven waaks, half toegeknepen.

Met wijsvinger en duim maak ik een rondje,
kortom; ik leg het u nog één keer uit.
Zo zit het! Twijfel niet aan mijn besluit!
Als u dat doet trek ik een pruimenmondje.

Wat denkt u wel? Ik ben een self-made man,
ik heb gelijk, dat hebt u maar te slikken.
En als u mij beschuldigt, ik ontken.

Het Witte Huis is niet voor bangeriken.
Nooit laat ik merken hoe mijn knieën knikken,
geen hond die weet hoe ijzig bang ik ben.


Of hij werkelijk bang is betwijfel ik. Ik heb jarenlang iemand verzorgd met deze verschijnselen.
Deze types met een narcistische persoonlijkheidsstoornis overschreeuwen zichzelf zo oorverdovend dat zij nooit aan zichzelf twijfelen al doen ze soms net alsof. En hoe harder men tegen dit type ingaat des te feller schoppen ze van zich af.
Cathy: psychologe van de kouwe grond.

Eigenlijk is hier alles mee gezegd en hou ik mijn hart vast voor de toekomst.
Hij had vrijdag ook nauwelijks oog voor zijn vrouw. Zij had een prachtig pakje aan van Ralph Lauren. Geïnspireerd door- of afgekeken van Jacky Kennedy in 1961. Net zoals haar speech op 18 juli veel overeenkomsten vertoonde met de speech van Michelle Obama in 2008. Ik bleef steeds het gevoel houden dat ik naar een ‘Stepford Wife’ zat te kijken.

Tijdens ‘The Womans March’ was er een spandoek met de tekst ‘Free Melania’.
Ik heb ook met haar te doen.



woensdag 18 januari 2017

Niet in Gods Naam


ondertitel: 'een pleidooi tegen religieus extremisme en religieus geweld' geschreven door Jonathan Sacks.
Ik las een digitale editie want mijn boekenkast wordt te klein. En laat ik het nu voor altijd onthouden: dit type boeken moet ik niet digitaal lezen. Er staan zoveel voetnoten in, en heen en weer bladeren op een e-reader is gewoon lastig.

Ook dit boek bestaat weer uit drie delen.
1. Slecht geloof
2. Broers en zussen
3. Het open hart.
Het betoog uit dit boek is in het kort dat er wel een verband bestaat tussen geloof en geweld maar dat is beperkt en indirect en juist religie kan een antwoord geven op het geweld.


In het eerste deel beschrijft Sacks de evolutionaire -gewelds- ontwikkeling van de mens in relatie tot religie: dat hij het beste, maar ook het slechtste in zich heeft; een engel is, maar ook een demon. Een engel voor de eigen groep en een demon voor degenen die buiten die groep vallen.
We hebben de neiging om de eigen groep hoog te achten ten koste van de andere groep.
Ons zoeken naar identiteit ontaard in een dualistisch Wij en Zij denken.
Alle religies, die gebaseerd zijn op liefde en mededogen, zijn ooit in staat geweest om de ongelovige ander te zien als satan, de antichrist, kinderen van het duister. In de naam van God zijn op deze manier de meest vreselijke dingen aangericht.
‘Als we de wereld blijven verdelen in kinderen van het licht en kinderen van het duister, dan zijn we in staat om de ander te ontmenselijken en te demoniseren, onszelf als slachtoffer te beschouwen en altruïstisch kwaad te bedrijven.’
Altruïstisch kwaad is kwaad wat gebeurt met een beroep op het heilige.
Dit is in het kort wat hij in zijn boek uitgebreid uitlegt. Hij haalt de filosoof Rene Girard aan die deze mechanismen ook heeft beschreven. Inclusief het zondebokmechanisme.

In het tweede deel beschrijft hij verhalen uit het boek Genesis, - wat hij ziet als narratieve filosofie - om te laten zien dat die verhalen de confrontatie aangaan met dit feit. Die verhalen dwingen ons om de ‘menselijkheid van de ander’ te zien. In de eerste hoofdstukken van de Bijbel wordt al een verband gelegd tussen geweld en geloof: het verhaal van Kaïn en Abel. Maar de Bijbel spreekt zich er iedere keer weer tégen uit.
Kaïn, Ismaël en Ezau worden trouwens niet afgewezen. Ook diegenen die buiten een verbond staan worden gezegend en zijn geliefd door God. Zelfs Egypte en Assyrië volgens Jesaja 19:19 - 25
‘De Bijbelse ethiek is een lange les in rolomkering’. Een soort omdenken.
Sacks heeft het dan over het Oude Testament, maar Jezus zegt in het Nieuwe vaak dezelfde dingen, bijvoorbeeld over je vijanden liefhebben. Maar dat weet Sacks ook wel want hij gaat daar ook op in.

De titel van het derde deel spreekt voor zich. Hoe stellen we ons hart open.
Een mooi voorbeeld geeft Sacks over de antisemitische Hongaar Csanad Szegedi die ontdekte dat hij jood was. Dat was even slikken voor hem, hij stond ineens ‘aan de andere kant’!
Inmiddels woont hij in Israël.
Abraham en Mozes wisten wat het was om een vreemdeling te zijn. Mozes zelfs dubbel. Het volk van Israël wist dat ook ten tijde van de ballingschap in Egypte. Ze kregen de opdracht om zich dat te blijven herinneren. Niet om in het verleden te leven maar om een herhaling te voorkomen.

Ook mooi: ‘Waarom wel Izak en niet Ismaël? Waarom wel Jakob en niet Ezau? Omdat Ismaël en Ezau sterke inventieve mensen zijn die het redden door hun eigen vaardigheid en handigheid. Het volk van het verbond moet in zichzelf een getuige zijn van iets boven zichzelf.’
En:
‘Onze gedeelde menselijkheid gaat vooraf aan onze religieuze verschillen. Elke religie die anderen alleen maar ontmenselijkt omdat hun religie anders is, heeft de God van Abraham verkeerd begrepen.’

In één van de laatste hoofdstukken wijst hij op het gevaar van apocalyptisch denken. Hij omschrijft het als de zoektocht naar verandering zonder het trage proces van onderwijs. Een zoektocht naar onmiddellijke verlossing en de gevaren daarvan.
Hij is echt een meester in mooie one-liners. Ik heb hem al eens eerder aangehaald in dit blogberichtje.

Nog een paar dan : ‘Fundamentalisme ontstaat zodra mensen het gevoel krijgen dat de wereld in de positie is om het Woord te verslaan. Zijzelf zijn daarentegen vastbesloten de wereld te verslaan door middel van Woord.’
en
‘De misdaden uit naam van de religie hebben één ding met elkaar gemeen. In plaats van zich te laten vormen naar Gods beeld, plooien ze God naar ons beeld.’
De kritiek die ik op zijn vorige boek had zet hij in dit boek recht. (hfdst 15)
Hier een uitgeschreven interview met Jonathan Sacks met Lisette Thooft van Nieuwwij.


Een heel leerzaam boek. Wel jammer trouwens dat ‘die anderen’ om uiteenlopende redenen dit boek waarschijnlijk nooit zullen lezen........


Week van... / Maand van...


In deze week van het gebed én in de maand van de spiritualiteit (....nerveus van) een songtekst ‘The Prayer’
Geschreven door Corey Hart in samenwerking met Celine Dion in 2002.
Bekend werd haar optreden met Andrea Bocelli.

I pray you'll be our eyes and watch us where we go.
And help us to be wise in times when we don't know
Let this be our prayer when we lose our way
Lead us to the place guide us with your grace
To a place where we'll be safe

La luce che tu hai
(I pray we'll find your light)
Nel cuore resterà
(And hold it in our hearts.)
A ricordarci che
(When stars go out each night,)
Eterna stella sei

Nella mia preghiera
(Let this be our prayer)
Quanta fede see'è
(When shadows fill our day)

Lead us to a place, guide us with your grace
Give us faith so we'll be safe
Sogniamo un mondo senza più violenza
Un mondo di giustizia e di speranza
Ognuno lo dia la mano al suo vicino
Simbolo di pace, di fraternità
La forza che ci dà
(We ask that life be kind)
È il desiderio che
(And watch us from above)
Ognuno trovi amor
(We hope each soul will find)
Intorno e dentro sé
(Another soul to love)



vrijdag 13 januari 2017

Een gebroken wereld heel maken


Verantwoordelijk leven in tijden van crisis
Geschreven door Jonathan Sacks in 2007. Vorig jaar vertaald in het Nederlands. Een uitgave van Skandalon
Hij heeft een eigen website.

Het boek bestaat uit drie delen: 1. De oproep tot - , 2. Een theologie van - en 3. Leven in verantwoordelijkheid.
Het mooie van boeken die door types als Sacks zijn geschreven vind ik de uitleg van de Bijbelverhalen.
Ik ben ópgegroeid met de verhalen van het Oude Testament. Thuis werd er elke dag na het avondeten een verhaal gelezen uit de kinderbijbel. Op school elke morgen een verhaal en in de kerk en op clubs ook de nodige verhalen. Alle verhalen kregen één uitleg, dat was het.
Nu ontdek ik (alweer) dat er achter al die verhalen veel meer betekenissen zitten. Ze zijn soms multi-interpretabel. En volgens de Joodse leer mag dat ook en ben je er vrij in om nieuwe betekenissen te vinden. Zover ben ik nog niet; ik laat mij verrassen door wat rabbijnen er al in gevonden hebben. Het Boek gaat mij steeds meer verbazen. Wat een ongekende diepten zitten erin en ook altijd toepasbaar op het dagelijkse leven.
‘Het jodendom is vol verhalen omdat het de beperktheid van de wet erkent als het erom gaat ons te leren hoe we moeten leven.’ (p 286)
Ook Sacks grijpt voortdurend terug op de aloude verhalen van bijvoorbeeld Kaïn, Abraham, Ruben, Mozes en Job en wat is het dan een voordeel dat ik ermee ben opgegroeid. Wat ben ik blij dat mijn kinderen er ook van weten. Hoe waardevol is het om aan volgende generaties door te geven.

Dit boek gaat dus over verantwoordelijkheid. In deze tijd bijna een vies woord. Wie durft nog echt de verantwoordelijkheid te nemen over zijn/haar daden? Meestal is het die ander of de maatschappij die we nodig hebben om onze daden te rechtvaardigen. We kruipen graag in de slachtofferrol.
De ‘aanklaag- cultuur’ werkt dat ook in de hand. Maar dat is niet de bedoeling van léven.
De joodse ethiek is anders al wordt ze begrensd door de joodse wet. Het is een ethiek van hoop.
‘Ga voor mij uit en wees volmaakt’ (Gen 17:1)
Het boek gaat over geloof, barmhartigheid, gerechtigheid, liefde en het heilige. Over gehoorzamen en navolgen. Over het geloof van God in de mens (!) naar aanleiding van het boek Job.
Ook volgens Sacks een allegorie.
Hoe God ruimte geeft aan de menselijke stem. Dat God terecht staat in dit boek en niet Job.
‘Het hart van Gods appèl tot verantwoordelijkheid – dat is de betekenis van Job – ligt in Zijn onwrikbaar geloof in de mens.’ […]
De schepping was een daad van geloof van de kant van God. Dit idee is het diepste theologische inzicht dat ik ooit heb aangetroffen. (p. 327)
Sacks geeft meer van die verrassend omkeringen van Bijbelverhalen in zijn boek.
Ontroerend vond ik het verhaal over de violist Jitzchak Perlman die, voordat een concert begon zijn viool stemde en daarbij brak een snaar. Hij speelde vervolgens het hele concert op zijn viool met drie snaren en sprak na de staande ovatie: ‘het is onze opdracht om muziek te maken met wat overgebleven is’.
Een typisch Joodse houding? of een houding van 'de optimistische mens'?
Het maakt niet uit hoe wel of niet geleerd je bent. Elke goede handeling kan een omkering teweegbrengen zoals die vlindervleugelslag aan de andere kant van de wereld een orkaan kan veroorzaken. Dus aanvaard je verantwoordelijkheid en handel goed!
Heel veel van wat Jezus in het Nieuwe Testament zegt las ik weer terug bij Sacks. Dan moet ik wel glimlachen.

Een puntje van kritiek: verhalen over die geweldige getalenteerde joden die hun leven verloren door de holocaust of een aanslag.
Ik geloof echt dat de joden een apart en getalenteerd volkje zijn maar er zijn ook zeer veel getalenteerde niet joden die hun leven voortijdig verliezen. Wat dat betreft vond ik hem wat eenzijdig.

Een stimulerend boek. Een aanrader.

vrijdag 6 januari 2017


Misvattingen ontstaan niet alleen doordat men dingen niet weet, maar ook doordat men zich al een oordeel aanmatigt, terwijl men nog niet alles weet wat daartoe nodig is.


Immanuel Kant
Duits filosoof 1724 - 1804


dinsdag 3 januari 2017

Woorden van Christus


Geschreven door Michel Henry in 2002. In 2016 vertaald vanuit het Frans: ‘Paroles du Christ’
Michel Henry was een Franse filosoof en schrijver. Hij overleed in 2002 vlak voor dit boek uitkwam.
Een fenomenologische filosoof. Pas op latere leeftijd kreeg hij interesse in het Christendom. Zijn laatste drie boeken gaan daarover.
Dat heb ik uit deze studie.

Op een fenomenologische manier heeft hij de teksten van Jezus uit de Bijbel gelezen en geïnterpreteerd. Jezus was God én mens. Hoe kan dat? Hoe betrouwbaar is dat? En dat impliceert dat Zijn woorden Goddelijk en menselijk waren/zijn. Hoe kunnen we dat te weten komen.
Dat legt hij allemaal uit. Best wel taal-toegankelijk maar het is lezen en herlezen en weer lezen om te begrijpen wat hij bedoelt.

Zijn denken wordt bepaald door één vraag: wat is léven? Wat betekent dat fenomenologisch, want Henry blijft filosoof en geen theoloog. Het leven is de openbaring aan zichzelf. Het is een fenomenologie met gesloten ogen. Van datgene wat zichzelf ervaart. Van immanentie. Van ‘het bij zichzelf blijven’ (p123) en ‘het spreekt een taal waarvan alle eigenschappen zijn bepaald door de eigenschappen waarmee het leven zelf spreekt’. (p 124)
Deze taal van het leven is het Woord waarin God spreekt.
In het biologische leven, het uitwendige, zit geen kwaad. Want daar zit niets ‘menselijks’ in. Dat zit in het hart. Daar zitten de intenties en verlangens, ook bijvoorbeeld hebzucht en moordzucht. De ethiek van Jezus richt zich daarop.
Die ethiek zet de wereldse 'condition humaine' op zijn kop. Het menselijk hart (het vlees) is het principe van die condition humaine. En daarin schuilt het kwaad, onreinheid. Voedsel kan dus bijvoorbeeld niet meer onrein zijn.

De wereld is het zichtbare en het leven het onzichtbare. Menselijk leven is zelfs meer waard dan dat van de vogels en bloemen op het veld. Waarom reikt de mens dan naar datgene wat in de wereld is? Hij devalueert zichzelf daarmee.
Ook wanneer je de mens ondergeschikt maakt aan wetten devalueer je de mens. ‘De sabbat is er voor de mens; de mens niet voor de sabbat’.
Terwijl mens zijn, léven is en leven God.
‘Wij weten wat God is omdat wij levende mensen zijn en omdat er geen levend mens is zonder dat hij in zichzelf het leven heeft, niet als een hem onbekend geheim maar als precies dat wat hijzelf zonder ophouden voelt, als dat waarin hij zichzelf gewaarwordt, als zijn eigen wezen en zijn eigen werkelijkheid.’
Hij spreekt over de taal van de wereld en de taal van het leven. Bij dat laatste denk ik dat wij dat de ‘geloofstaal’ noemen en te maken heeft met de bevinding/ervaring.
De ‘wereldtaal’ kan geloofwaardig overkomen maar hoeft dat niet te zijn terwijl wij in onszelf het leven voelen en ervaren, iets wat we onszelf niet hebben gegeven maar waarvan we weten dat het er is. Dat is het Woord in ons en is God en is Waarheid; kan niet liegen.
Taal op basis daarvan is de levenstaal. Het luisteren naar dat Woord is ieder mens gegeven maar niet iedereen wil of doet dat. Of raakt geïrriteerd of gaat de discussie aan. Zie gelijkenis van de Zaaier in Matt 13; Marcus 4; Lukas 8 die hij op zijn eigen wijze uitlegt.

Het verbaast mij ook niet dat hij het evangelie van Johannes zo vaak noemt. Het is het meest filosofische evangelie. Daar wordt gesproken over het Woord, de basis van alles (‘Er zij licht’)en dat Woord is in het menselijke vlees gekomen.

Nog even een uitstapje: Henry vindt Karl Marx één van de belangrijkste christelijke denkers. Daar kijk ik niet gek van op. Tijdens mijn middelbare school en de lessen geschiedenis die over Marx gingen kon ik ook niet anders concluderen. Iemand die pleitte voor het gelijk verdelen van alle geld en goederen…dat was een uitermate christelijke-doe-gedachte.
Maar, zo kwam ik zelf tot de conclusie, vanwege de zondigheid in de mens, zijn hebzucht en machtswellust zou dit nooit haalbaar zijn en gedoemd te mislukken. Jammer.
Dat is ook gebleken bij de val van het communisme.
Henry benadert Marx iets anders dan deze huisvrouw. Volgens Hernry die twee boeken over Karl Marx schreef had Marx kennelijk ook door dat het kapitalisme een systeem is waarin de mens nog slechts uitgedrukt wordt in geld. Het leven als ervaring is eruit geweken.

"To be born is not to come into the world. To be born is to come into life."

Een quote uit een ander boek van hem: ”I Am the Truth. Toward a Philosophy of Christianity”. Het past ook bij dit boek.

maandag 2 januari 2017

Kerngedachte


‘De kerngedachte is dus dat wie voor het zijn zelf zorgt, te prijzen is. Want het zijn verhoudt zich tot het niets als licht tot donker. Er zijn, mogen bestaan, is licht. De dood, het niets, is duisternis.’

schreef Emanuel Rutten op 15 dec 2016 in één van zijn blogberichtjes.

God is licht, in Hem geen duisternis. God is: JHWH.
Ik ben, Zijn, Leven
What’s in a Name? vraagt die oude knar uit Stratford upon Avon dan nog...
Nou dit:
Leven