Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zondag 31 december 2017

Bericht uit het hiernamaals

Geschreven door Simon Vestdijk (1898- 1971) in 1963. Ik las een digitale editie naar de vierde druk uit 1982.
Vestdijk is weer zo’n naam die ik uit de lessen Nederlandse literatuur van mijn middelbare schooljaren herinner.
Ik heb nooit iets van hem gelezen. Terwijl hij zo’n enorm oeuvre heeft nagelaten.
Wel kwam hij tijdens de cursus ‘kruisbestuiving muziek en literatuur’ regelmatig langs. Vestdijk schreef betrekkelijk vaak over muziek.
In dit boek niet.

Boeken over het hiernamaals hebben mijn belangstelling ook al kunnen we er niets over weten, het is leuk om erover te filosoferen. Alweer, wat een armoede als je er niet in gelooft; wanneer je enkel overtuigd bent van de werkelijkheid die we waarnemen en verder niet.
Nooit rekening houden met een extra dimensie waar de ziel van de mens heengaat na de dood.
Vlak voor kerst heb ik nog iemand op straat gereanimeerd. Een oude baas die – plop – met fiets en al om viel na zijn kerstboodschapjes te hebben gedaan.
Soms leken onze inspanningen succes te hebben en werd zijn gelaatskleur weer bijna normaal. We hebben hem overgedragen aan het ambulancepersoneel maar hij heeft het niet gered zag ik later in de streekkrant. *
Kan zo'n ziel, geest zomaar weg zijn? Daar bedoel ik mee: Verschwunden; opgelost in het niets.
Ik geloof daar toch niet in.
Enfin, dit was een lange aanloop naar......

Vier collegae leraren zijn overleden en in het hiernamaals beland: Theo de Vije, ook wel Ukkie genoemd met zijn vrouw Charlotte, Minderbragt, Drakestein en Dr. G.H. Hildevoort, bioloog.
De laatste is gestorven in 1910 en is de verteller/ zender van de teksten aan de ‘luistervrienden’.
Zij beginnen namelijk een telepathisch project.
‘Wat is telepathie? Hoe werkt het? Waardoor wordt het begunstigd, hoe kan het belemmerd worden?’
En ze stellen vast dat zowel woorden als woordloze gedachten overgeseind kunnen worden.
Maar het stuit op tegenstand want met de hardheid van hun telepathische uitzendingen verstoren ze de rust van de anderen.
Die anderen zijn trouwens allemaal mensen die na 1820 hebben geleefd. Van daarvóór is er niemand en dat zorgt ook voor vraagtekens. Voorlopig houd Hildevoort het erop dat zij zijn ‘uitgedoofd’.
Er moet natuurlijk ook empirisch worden vastgesteld of de bevindingen kloppen en daarvoor wordt Charlotte erop uitgestuurd om te testen. De heren hebben berekend dat ze er vijf uren over zou doen om in ‘de buitenste duisternis der Yankees’ te komen.
Lijkt mij vreemd. Wanneer je uit de tijd bent ben je toch ook uit de ruimte? Dat was in 1963 toch ook al wel bekend?
In ieder geval: Charlotte ontmoet een, op de elektrische stoel geëxecuteerde Amerikaan, die terug wil naar de aarde om nog een keer gestraft te worden want die eerste keer deugde niet.
Hieruit ontstaat de gedachte dat Hildevoort, die zich inmiddels heeft ontwikkeld tot expert in de telepathie, misschien ook wel naar de aarde zouden kunnen seinen.
Dan kunnen ze de mensheid geruststellen over het stervensproces.
Een Postmortaal Manifest. Dertig keer uit te zenden.
Maar dan waait er een vreemde wind door de zielen: een wind van angst en schuldgevoel.
Een ‘ruimteziekte’. Is dat het, wat in 1820 ook al eens is gebeurt?
Maar de uitzendingen naar de aarde moeten doorgaan. Maar waarom antwoord er niemand?
Hildevoort filosofeert over van alles. Vooral over de ‘ruimte’, wanneer ‘de geest zelf ruimte creëert en alles zich tot in het oneindige zal herhalen’.

Het laatste deel van het boek bevat de bevindingen van Dr. L.O. Valewink die ook bioloog is. Het is een wetenschappelijk analyserend betoog wat in 1998 is gesitueerd. Voor Vestdijk - in 1963 - science fiction.
Dus: in 1963 geschreven. In 1998 het laatste gedeelte gesitueerd en het eerste gedeelte in de taal van 1910.
Best wel knap eigenlijk.
Ik heb nog zitten zoeken of hij misschien Rooms Katholiek is opgevoed want het verhaal deed mij denken aan een ‘voorgeborchte’ wat in Protestantse kringen onbekend is. Maar daar kon ik niets over vinden. Dit verhaal zegt mij, als protestants meisje, inhoudelijk eigenlijk weinig.
Een paar quotes voor de sfeer:

Misschien, heel misschien is liefde niet bestaanbaar zonder de begeleidende voortekenen van een wederkerig verlies. Misschien bemint men minder de persoon zelf dan de mogelijkheid van zijn of haar verdwijnen.

Vrouwen komen er beroerd vanaf; Hildevoort had ook een hekel aan Charlotte:
‘Tegen vrouwen heb ik niets; […] Het valt echter moeilijk te ontkennen dat in ons hiernamaals de vrouw in de verkeerde helft terecht is gekomen. Met het spoorloos verdwijnen van het lichaam verloor zij meer dan één functie: niet alleen die der voortplanting en de lasten en veraangenamingen daarvan, maar ook het koken en kokkerellen, kleren verstellen( en dragen), de geheime kunsten beoefenen van het toilet, en vooral het knuffelig of snibbig opvoeden, want wat wil een moeder beginnen met een kind dat haar niet zien kan? Ons bestaan is nu eenmaal sterk verschoven naar het abstracte, en in overeenstemming daarmee moet de vrouw tekortkomen.’


De volledig tekst is trouwens te vinden op de site van De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. (DBNL)



*12-01-2018

Gisteravond ben ik langs geweest bij de zoon en schoondochter van deze mijnheer. Er deden foute geruchten de ronde en misschien kon ik nog wat toevoegen over de – naar mijn idee toen – laatste minuten van hun (schoon) vader.
De geruchten bleken gebaseerd op het verhaal van een politieagent in burger. Hij had zich ingebeeld dat hij er als eerst bij was en eiste ‘het succes’ van de reanimatie voor zichzelf op. Terwijl ik met een andere mevrouw zeker de eerste vijf/acht minuten heb zitten reanimeren voordat hij het van mij overnam.
Je zult maar overgeleverd zijn aan de eerzuchtige perceptie van een wetsdienaar.
Mijnheer Cathy was erbij. Hij is mijn getuige.
Van de politie had ik gehoord (twee weken later) dat mijnheer een lekkende de hartklep had. Dat was ook alweer verkeerde informatie. Van de familie hoorde ik gisteravond dat hij een infarct had, naar het ziekenhuis is vervoerd en later geopereerd. Er is een stent geplaatst. Helaas is hij s’ avonds alsnog overleden.
Toch was ik daar een heel klein beetje blij mee. We hadden het kennelijk toch ‘goed’ gedaan.
Het was een prettig, gemoedelijk gesprek.






zondag 24 december 2017

Mazzel tov


Geschreven door Margot Vanderstraeten (1967) in 2017.

Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Ondertitel: ‘Mijn leven als werkstudente bij een orthodox-joodse familie’.
Het boek werd aangereikt door een vriend en ik heb ervan genoten. Dit is niet het eerste boek van deze journaliste maar wel één die zeer goed ontvangen is door de pers.
Het boek beslaat de periode 1987 – heden in verschillende delen.

Margot gaat als een soort nanny de vier puberkinderen uit een orthodox joods gezin begeleiden bij hun huiswerk. Als studentenbaantje.
De oudste, Simon en jongste, Sara redden het wel. Met de twee middelste, Jakov en Elzira krijgt Margot de meeste band.
Ze blijft er zes jaar hangen en bekijkt de (eigen) aardigheden van de familie Schneider op afstand en toch niet afstandelijk.
De meeste regels uit die wereld ken ik wel na een aantal jaren op een Joods forum doorgebracht te hebben en een module ‘Jodendom’ in de studie ‘Cross culturele Theologie’.
Margot weet aanvankelijk niets van alle joodse gebruiken, wetten en regels maar leert met vallen en opstaan. Zijzelf is voor de familie ook best wel bijzonder; heeft haar geloof overboord gegooid, woont samen met een Iraniër, draagt wereldse kledij en hoge hakken. Knipt af en toe haar haren zeer kort en voelt zich regelmatig zeer onzeker ten opzichte van deze familie die alles goed voor elkaar lijkt te hebben. Voor de familie is zij een linkse tante die wel overal een mening over heeft maar beïnvloed wordt door de media.

De joodse gemeenschap in Antwerpen is een gesloten gemeenschap net als hier in Nederland, denk ik. Het lijkt een beetje op de streng reformatorische gemeenschappen. Eigen scholen, eigen kranten en eigen regels. Een eigen zuil.
In Amerika is het anders en daar gaat het grootste gedeelte van de familie later ook wonen.
Door middel van dit boek krijg je een kijkje achter de schermen van het wel en wee, het hoe en waarom. Veel actuele zaken wordt genoemd en uitgelegd vanuit de orthodoxe kant. Zonder dramatisch te worden.

In een gesprek met mijnheer Schneider Over het antisemitisme en de meningsvorming over Israël en de bezette gebieden:
‘Wedden dat meer dan drie vierde van al die mensen met een mening over ons land, niet eens weet waar Israël ligt, noch hoe het land tot stand is gekomen? Men weet niet waar de bezette gebieden zich bevinden, hoe graag men er ook over praat en hoeveel meningen men er ook over heeft. Niemand spreekt met ons. Spreken, in de zin van: luisteren.’
‘Amerika wel.’
‘Ik heb het over België.’
‘Jullie kunnen toch ook zelf aan de bel trekken en van je laten horen?’
‘Bij jouw linkse vrienden? Ze hebben hun mening al klaar. Maar ze hebben geen idee hoe gevaarlijk hun eenzijdige informatie op lange termijn zal zijn. Met hun gekleurde berichtgeving scheppen ze een klimaat. Dat klimaat heb ik de afgelopen dertig jaar voelen veranderen, gelooft u me. Ik zeg niet dat iedereen pro-Israël moet zijn. Maar ik zou wel willen dat men van de Arabische wereld geen oord van heiligen maakt. Los daarvan: geloof me, Jodenhaat bestaat evengoed zonder Arabieren.’ […] ‘Jodenhaat is de meest aanvaardde vorm van mensenhaat.’


Ja, daar ben ik heel erg mee eens. Het antisemitisme is van alle tijden en alle plaatsen. Een redelijk argument heb ikzelf daarvoor nog nooit gehoord, gelezen of ontdekt.
Vrouwen binnen de Joodse gemeenschap lopen rond zoals ongeveer onze oud-gereformeerden: in lange rokken, lange mouwen, hoog gesloten altijd panty’s en platte schoenen.
Over die onderdrukking van de vrouw zoals dat op Margot overkomt wanneer ze in gesprek raakt in een bus:
‘Westerse mannen en vrouwen worden even goed onderdrukt zei zij. Mannen moeten werken. De kost verdienen. En hun vrouwen moeten slank, jong en mooi zijn. (en ook nog werken tegenwoordig)
Spiritualiteit en zingeving (waar het bij de orthodoxen om draait) zijn voorbehouden aan één uur yogales per week. Dus wie onderdrukt wie? En wie is er beter dan wie?


Een prettig leesbaar, respectvol boek wat tot nadenken stemt over vreemdelingehaat en alles wat daar mee samenhangt. Onwetendheid dus.
Aanrader.
(het is trouwens wel handig wanneer je een beetje Frans kent.)


donderdag 21 december 2017

Waarom


Op zoek naar mooie kerstgedichten – wat zijn er toch weinig – stuiterde ik op deze van Szymborska.
Ik heb ‘m ietsie pietsie verbouwd, mmm…… eigenlijk iets weggelaten (Excuses Wislawa….) zodat de grote waarom-vraag gesteld wordt die bij mij ook juist met kerst weer opborrelt.
Aan dat slappe antwoord ‘omdat de mens gevallen is’ heb ik niet genoeg en Szymborska ook niet.


Door onduidelijke oorzaken
en onder onbekende omstandigheden
had het Ideale Zijn opeens niet meer aan Zichzelf genoeg.

Het had toch eindeloos kunnen voortbestaan,
gehakt uit het donker, gehouwen uit het licht,
in Zijn slaperige tuinen boven de wereld.

Waarom verdorie ging Het dan op avontuur uit,
in het slechte gezelschap van de materie?

Waar had het die navolgers voor nodig,
brokkenmakers, pechvogels
zonder uitzicht op de eeuwigheid?

De manke wijsheid
met een doorn in haar hiel?
De harmonie verscheurd
door woeste wateren?
De schoonheid
met onaantrekkelijke ingewanden
en het Goede
- waarom met een schaduw
als het die vroeger niet had?

Er moet een reden voor geweest zijn,
ook al leek die nog zo futiel,
maar zelfs de Naakte Waarheid zal hem niet verklappen
druk als ze het heeft met het doorzoeken
van de aardse garderobe.
















De scheppingskracht van het 'Ideale Zijn' en de mens.



maandag 18 december 2017

Das Leben der Anderen

Een film uit 2006 van de regisseur Florian Henckel von Donnersmarck die zich afspeelt in 1984 vijf jaar voor de val van ‘de Muur’. Honecker is de baas over Oost Duitsland.
De Stasi, de geheime dienst is actief en observeert mensen zodra men maar dènkt dat er wel eens iets staatsondermijnends zou kunnen plaatsvinden. De Big Brother van Georg Orwell uit 1948.
Let even op de namen en jaartallen.

Gerd Wiesler, een gezagsgetrouwe Stasimedewerker neemt het op zich om een kunstenaarsechtpaar, Dreyman – Sieland, in de gaten te gaan houden. Georg Dreyman is (toneel)schrijver en Christina Maria Sieland is actrice.
Het huis wordt voorzien van afluisterapparatuur en op de zolder van het appartementsgebouw wordt een ruimte ingericht waar vierentwintig uur per dag de bewuste woning wordt afgeluisterd door Gerd en een medewerker.
Van alles wat er zich afspeelt wordt verslag gelegd. Gerd is een man met een pokerface. Je weet niet wat ie denkt en welke emoties hij heeft. Dat is zijn kracht in deze rol. Een eenzame, bureaucratische man die zelf in een kaal zestiger jaren flatje woont en opeens geconfronteerd wordt met het flamboyante leven van kunstenaars want er komt natuurlijk van alles over de vloer bij de Dreymans. Hij wordt toch een beetje nieuwsgierig naar dit leven, neemt af en toe een kijkje in het appartement van het stel en pikt een boek.
Op de verjaardag van Georg krijgt deze van een vriend een muziekstuk: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’.
En dan volgt naar mijn mening de mooiste quote uit de film:
‘Kann jemand, der diese Musik gehört hat, wirklich gehört hat, noch ein schlechter Mensch sein?’
Dan komt ook de verandering bij Gerd Wiesler, de Stasiman.

Er valt weinig aan te merken op het echtpaar, maar dat verandert wanneer een vriend zelfmoord pleegt. Georg doet onderzoek naar zelfmoordcijfers in de DDR maar die blijken niet meer bijgehouden te worden; het zijn er teveel.
Samen met vrienden besluit hij een artikel te schrijven over deze materie en naar West-Duitsland te sturen voor publicatie.
Maar misschien wordt hij wel afgeluisterd want dat worden zovelen.
Er wordt een plan de campagne gesmeed – hij gaat zogenaamd een toneelstuk schrijven voor een jubileumjaar van Lenin - en getoetst en alles lijkt in orde.
Dat het toch behoorlijk misloopt ligt een beetje voor de hand maar de manier waarop alles verloopt is dan wel weer verrassend. Christina Maria blijkt chantabel te zijn.....hoewel.....ze is actrice.
Gedoe met een typmachine die opeens is verdwenen.

Georg hoort na de val van de muur dat hij altijd is afgeluisterd; dat de Stasi alles van hen wist en duikt in de archieven. Daar ontdekt hij dat HGW XX/7, codenaam voor Gerd Wiesler die hen afluisterde en verslag maakte, een heel eigen draai heeft gegeven aan zijn artikel over zelfmoord/ toneelstuk over Lenin en gezorgd heeft voor...... zodat Georg niet aangeklaagd kon worden.
Hij schrijft daar een boek over: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’, opgedragen aan HGW XX/7.

Mooie film die de sfeer uit die tijd goed benadert. De corruptie van de meeste ambtenaren komt naar voren evenals het geflikflooi ‘naar boven’ en het getrap ‘naar beneden’.
Het machteloze gevoel precies in de pas te blijven lopen om maar geen gedoe te krijgen overviel mij zelfs af en toe.

zaterdag 16 december 2017

Lunchconcert


Regelmatig ga ik naar de gratis lunchconcerten in de Doelen. Dat is één keer in de vijf á zes weken op woensdagmiddag.

Nu had ik het snode plan opgevat om eens een keer samen met mijn kleinzoon te gaan.
Hij is nu nog vier jaar, mag in overleg met school flexibel omgaan met de lestijden dus een uitgelezen moment om hem te laten kennismaken met het grotere, serieuze muzikale werk oftewel ‘oma’s muziek’.
Zo mocht ik hem in overleg met de juf een uurtje eerder ophalen zodat we op tijd zouden zijn.

Op het programma stonden delen uit de werken van Prokofjev : Romeo en Julia (naar de tragedie van die beroemde mijnheer uit Stratford upon Avon) onder leiding van Gustavo Gimeno.
Prokofjev is een man van uitersten. Agressie en romantische liefde zijn thema’s uit dit ballet.

We hadden een mooi plekje uitgekozen, een beetje vooraan zodat hij het allemaal goed kon zien.
Wanneer je de moeite neemt om de link te beluisteren zul je merken dat Prokofjev helaas pas na een paar maten begint met de romantische liefde. Eerst.....
Zelf was ik er ook niet zo op bedacht maar het overviel mijn jonge nazaat ook nogal.
Hij barstte in tranen uit en sloeg zijn handjes voor zijn oren. Die zijn er het volgende half uurtje niet meer af geweest. Ik heb hem op mijn schoot getrokken en hem zo goed en kwaad als het ging proberen te troosten.
Gelukkig lukte dat wel.
Ik kon mezelf wel om de gevoelige oren slaan; ik had het toch kunnen weten!
Zelf heb ik er last van wanneer muziek te hard is en jongste zoon Cathy heb ik tijdens zijn eerste kerkgang ook krijsend de kerk uit moeten dragen omdat het orgel iets te enthousiast begon.

Ik hoop van harte dat het nog goed komt tussen kleinzoon en ‘oma’s muziek’.






woensdag 13 december 2017

De stem van Tamar


Geschreven door David Grossman in 2000.
Ik las een digitale editie naar de zesde druk uit 2012 van de 'e-book bib'.
Eerder las ik van hem ‘Leeuwenhoning’.

Het boek leest als een thriller. Een hond sleurt een jongeman door de straten van Jeruzalem. De hond weet kennelijk waar hij naar toe wil en de jongeman, Assaf, kan niet anders dan zich er maar aan overgeven. Dat is de ene verhaallijn.
De andere gaat over Tamar, een zangstudente van een conservatorium of iets dergelijks. Zij heeft een geheim. Haar lijn speelt zich een maand eerder af dan de verhaallijn van Assaf.
Natuurlijk komen ze wel bij elkaar. Maar voor dat het zover is heeft er heel wat water door de Jordaan gestroomd.
Een boek over jeugdproblematiek als verliefdheid en jeugdpuistjes, het zoeken naar jezelf en het doel van je leven.
Daar tussendoor de problematiek van verslaving en uitbuiting door een figuur met de naam Pesach. Ik heb me suf gepeinsd over de lading van deze naam maar heb die niet kunnen vinden. Hij wordt niet geslachtofferd.
Tamar, die naam betekent ‘palmboom’ staat voor mij symbool voor iemand die koste wat kost haar doel wil bereiken, zoals de schoondochter van Juda in de Bijbel. Tamar weet tot in de puntjes alles te organiseren.
Het enige wat ik even vreemd vond was heel even de indruk - die uit de lucht kwam vallen - en waar niets mee gedaan werd, dat Tamar blind zou zijn. Ik zat wel even van huh....heb ik iets gemist?
En die Theodora; hoe loopt het daarmee af?
Wat ook leuk is, is de geheimtaal met hun vingers tussen Tamar en Sjaj.
Mijn kinderen hebben onder elkaar ook zoiets geleerd. Konden ze zonder geluid met elkaar praten in de kerk.
Dikke pret.

Een leuk voorbeeld van de draaiingen van de menselijke geest om dingen voor onszelf acceptabel te maken:
‘En binnen de kotste tijd gaf ze zichzelf het simpele antwoord: als ze toen, thuis, gedacht had dat Sjaj niet zou meewerken, was ze er waarschijnlijk niet aan begonnen. Dus eigenlijk was het maar goed ook dat ze daar niet aan gedacht had. Haar hersenen hadden haar kortom juist geholpen door dit obstakel voor haar verborgen te houden’.

Een denkende en beeldende schrijver, die Grossman:
‘Op een gegeven moment doe je één klein stapje, je wijkt maar een fractie van een millimeter van de bekende weg en dan moet je ook de tweede voet neerzetten, en ineens zit je op een vreemd spoor. En elke stap op zichzelf is min of meer logisch, voortkomend uit de vorige stap, maar ineens word je wakker in een nachtmerrie’.

‘Ze bleef dapper meelopen en om hun grappen glimlachen, terwijl een scherpe, koele schaar haar precies langs de contouren van haar lichaam uitknipte en haar uit het beeld verwijderde’.


Dat geeft hij zijn beide hoofdrolspelers mee: het zich in de geest kunnen verwijderen wanneer ze het even niet eens zijn met het leven in de werkelijkheid.
Maar heeft niet elk mens zo’n ‘ontsnappingsprogramma’?




dinsdag 12 december 2017

Citaten over lezen


Wanneer je oog eenmaal gevallen is op citaten over lezen en boeken kom je er steeds meer tegen.
Hier een bloemlezing uit mijn verzameling.
Verschillende heb ik maar meteen vertaald en bij sommige citaten staat de persoon van herkomst. Helaas weet ik dat niet van alle citaten.


• Boekenwurmen zullen de wereld regeren; zodra ze nóg een hoofdstuk hebben gelezen.
• Je kunt je neus betere steken in een boek dan in andermans zaken.
• Als je slimme kinderen wilt hebben, lees hen dan voor uit sprookjesboeken (Einstein)
• Wat is een boekenplank/kast anders dan een schat voor een nieuwsgierige geest?
• We verliezen onszelf in boeken, maar we vinden onszelf daar ook.
• Boeken laten je draken verslaan; de liefde van je leven ontmoeten; verre reizen maken; met vrienden lachen. Alles via bladzijden. Ze zijn een vlucht die je thuis brengt.
• Lezen geeft ons een plek om te gaan wanneer we moeten blijven waar we zijn. (Cooley)
• Je weet dat je een goed boek hebt gelezen wanneer je bij de laatste bladzijde een beetje het gevoel hebt een goede vriend te hebben verloren.
• Ik zag zojuist iemand die mijn favoriete boek las; het lijkt alsof dat boek mij die persoon aanbeveelt.
• Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak. (Ghandi)
• Van sommige boeken moet men alleen maar proeven, andere kan men verslinden en maar enkele moet men kauwen en verteren. (Bacon)
• Gedachteloos, verstrooid lezen is hetzelfde als wandelen in een mooi landschap met een doek voor je ogen. (Hesse)
• Een goed boek moet ons niet iets geven, doch iets afnemen van onze zekerheden. (Greshoff)
• Literatuur zonder levensbeschouwing is bloedloos. (Werkman)
• Een belangrijk verschil tussen God en een schrijver is dat God met niets moest beginnen en een schrijver alleen maar hoeft te kiezen uit alles wat er al is. (Grunberg)
• Er is een groot verschil tussen een enthousiast mens die een boek wil lezen en een vermoeid mens die een boek wil om te lezen. (GK Chesterton )
• Lezen is dromen met open ogen


donderdag 7 december 2017

Hommelhoning



Geschreven door Torgny Lindgren in 1995. Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’, ‘Het groene glas’ en ‘Norrlands Aquavit’.

Deze keer was het een vondst in de kringloopwinkel voor 50 cent. Daar heb ik dan stiekem plezier in.
En ik moet zeggen: dit was voor mij tot nu toe zijn minst mooie boek. Niet dat hij niet mooi schrijft; hij weet heel poëtisch te schrijven maar.... Ik weet niet. Ik mistte de humor en het ging me tegenstaan. Misschien zag en rook ik met mijn verpleegkundig oog en neus nog meer dan hij soms onsmakelijk beschreef. Ook kon ik me niet identificeren met de ‘verpleegkundige’ schrijfster in het boek, al triggert het thema ‘met een wildvreemde ingesneeuwd raken’ wel mijn fantasie.




Het is een verhaal van tegenstellingen.
Een vijf en veertig jarige vrouw geeft een lezing over ‘heilige gekken en dwazen’ ergens in het noorden van Zweden en krijgt door een bezoeker een slaapplaats aangeboden in zijn huis wat heel eenzaam ligt. Ze gaat erop in ook al staat de man, Hadar, haar tegen. Hij blijkt erg ziek te zijn. Kanker.
Ze raken ingesneeuwd en de vrouw werpt zich op als verzorgster. AL snel ontdekt ze niet ver bij hen vandaan nog een huis met rookpluim. Daar woont de broer Olof. Ook ernstig ziek.
Volgens mij suikerverslaving waardoor hij ontzettend dik is geworden en zijn hart het op korte termijn kan begeven.
‘Als je maar flink veel suiker over de baarzen strooit dan zijn ze wel te eten, dan smaken ze als marsepein.’
Maar zolang er nog rook uit de schoorsteen komt is hij nog niet dood.

Wat belangrijk is, denk ik, dat ze in de avonduren een boek schrijft over de heilige Christoffel.
‘In de hooggestemde delen moest een voortdurend streven naar het banaal alledaagse bespeurd kunnen worden, retoriek in de bovenlaag zou tot een eenvoud en trivialiteit in de diepte leiden, ja, als het evenwicht het zou eisen zelfs vulgariteit.’
Dat verklaart misschien wel het één en ander.

Eigenlijk is zij Christoffel zelf. Niet in de vorm van de patroonheilige van de reizigers maar in de vorm van de noodhelper want ook Olof neemt ze onder haar hoede en ze pendelt heen en weer tussen de huizen met de broers.
Door de gesprekken met de beide broers, ontdekt ze stukje bij beetje wat er allemaal is voorgevallen. Met Minna, de vrouw van Olof, en de zoon van wie niet bekend is van wie hij is. Van Hadar of van Olof.
Een vete tussen broers. De ene meer de geestelijke – al valt dat tegen - en de ander de lichamelijke.
Hun laatste gevecht bestaat eruit wie als laatste zal sterven.
Maar daar heeft de vrouw een oplossing voor en zorgt dat de broers weer een geheel worden.

De hommelhoning slaat op de grootvader die met zijn hond altijd op zoek ging naar honing. Toen Olof dat voor het eerst proefde was hij om.
‘De honing drong tot in zijn hele wezen door en bracht hem in een toestand van gelukzaligheid en verrukking, het was het ogenblik van het volmaakte genot, en de rest van zijn leven had hij onafgebroken maar hoofdzakelijk tevergeefs geprobeerd dat ogenblik en die toestand terug te roepen.’

Helaas is Torgny Lindgren in maart 2017 overleden.




woensdag 6 december 2017

Vertalen is verliezen?


In discussies over geloven en de Bijbel komt het vaak voor dat er dingen verkeerd worden begrepen. Dan wordt er vaak gezegd dat je in de context moet lezen. De context is de samenhang tussen woorden, zinnen en tijd.
Oftewel: een tekst in het geheel waarin hij staat lezen en pogen het met de ogen van toen te doen.
De laatste jaren zijn er mij dingen opgevallen die met de berijming van de psalmen toch niet helemaal goed zijn gegaan.

Het eerste vond ik in psalm 9:9; 110:2
Dat gaat over het getrapt worden op de nek of dat de nek als een voetenbank dienst doet.
Volgens mij is dat een Romeins gebruik en ten tijde van de psalmdichter nog nauwelijks bekend. (Alleen in Jozua 10 staat iets wat er op lijkt.)
Wel vond ik het fascinerend te zien, toen ik in het Egyptisch museum van Cairo rondliep, dat de namen van de vijanden van de Farao op de voetbedden van zijn slippers stonden geschreven net als op zijn voetenbank.
Hij ‘liep’ op zijn vijanden en legde zijn voeten op hen. Ten teken van (toekomstige?) onderwerping.
Toen begreep ik ook de zinssnede die staat in het NT: 1 Kor 15: 25:
‘Want Hij moet Koning zijn totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd’.
Precies zo staat het ook in de onberijmde psalm 110: 1: ‘De Heer heeft tot Mijn Heer gesproken: zit aan Mijn rechterhand, totdat ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten’.
Niets over een nek.
Nu is dit niet zo schokkend; het heeft eenvoudigweg met onderwerping te maken. Maar het geeft aan dat de berijming met een andere, latere bril is gemaakt.

Het woord ‘vierschaar’ is anders.
Het komt voor in de berijmde psalmen 9:8; 76:5; 119:10; 143:2; en ik weet niet of ze dat allemaal zijn.
Raar woord vond ik het. Later ging ik het begrijpen. Het heeft met de rechtbank te maken.
Je hebt daar de rechter, een openbare aanklager, een advocaat en de schuldige.
Alleen.......toen ik het boek van Wright had gelezen schoot het me weer te binnen. Hij beschrijft de rechtbank uit vroeger dagen als bestaande uit drie personen.
Deuteronomium eens nagelezen: in hoofdstuk 17 staan wat aanwijzingen en inderdaad, zelfs het hoogste rechtsorgaan steekt niet ingewikkeld in elkaar. Wanneer er een zaak was waar met niet uitkwam ging men naar de Levieten, legden de zaak voor en er werd recht gesproken.
Dat woord vierschaar is dan kennelijk een later bedenksel en gebaseerd op de veel latere vorm van de rechtbanken.

Het Onfeilbare Woord wanneer het over de Bijbel gaat is ook zo’n uitdrukking die velen gewend zijn te gebruiken. Het komt uit de (berijmde) Psalm 56: 5.
Het staat niet in de onberijmde of überhaupt in de Bijbel. Wat men er nu precies onder verstaat kom ik ook niet goed achter. Is de Bijbel foutloos?
In ieder geval heeft de Bijbel zelf niet de pretentie 'onfeilbaar' te zijn.
Het wordt er ingestopt.

Het vervelende is dat op die vierschaar en onfeilbaarheid hele theologische constructies worden gebouwd.
Vertalen is helaas niet alleen verliezen, er wordt soms iets toegevoegd wat een heel eigen leven gaat leiden.
En dat vind ik eigenlijk best kwalijk.


dinsdag 5 december 2017

Vergeten Reus


Geschreven door Kazuo Ishiguro in 2015. Ik las een digitale editie naar de derde druk in 2017 en ik las eerder van hem ‘Toen wij wezen waren’.

Dat vond ik een beetje tegenvallen voor een Nobelprijswinnaar. Dit keer niet al moet je er wel even inkomen.
Een fascinerend verhaal wat zich afspeelt in de tijd van King Arthur in Engeland dus zo’n 1500 jaar geleden. De tijd dat de Romeinen net het land uit zijn en de Britten en Saksen ruzie maakten.
Het ademt indirect die barre sfeer uit doordat de hoofdrolspelers voortdurend beschutting zoeken tegen kou, wind en regen, rovers en dievenbendes.
Het lijkt een fantasy verhaal; inclusief kinderen-stelende trollen, kobolden, heksen en rondwarende demonen maar er zit meer in.


Axl en Beatrice zijn een bejaard echtpaar die het door omstandigheden niet meer naar hun zin hebben in hun dorp. Ze besluiten op weg te gaan om hun zoon te bezoeken in een ander dorp maar weten niet precies waar.
Het wordt een barre tocht die hen o.a. voert langs een baai waar een veerman mensen overzet naar een eiland. Helaas kan de veerman er maar één tegelijk overzetten en aangezien Axl en Beatrice zeer aan elkaar verknocht zijn besluiten ze verder te reizen.

Een probleem is de draak Querig. Haar adem zorgt voor een deken van vergeetachtigheid in het hele land. Er zijn mensen die de moed hebben om die draak te gaan bevechten zoals de Saksische krijger Winstan die de puber Edwin met de vreemde littekens onder zijn hoede neemt.
Edwin is op zoek naar zijn moeder. Hij hoort steeds haar lokkende stem in zijn dromen.
Dan is er nog de geharnaste sir Gawain, een oude ridder van Arthur die de draak blijkt te beschermen. Beschermer van de vergetelheid. Hij moet het afleggen.
Ook weer door omstandigheden raken Axl en Beatrice betrokken bij het doden van de draak voordat zij hun zoon hebben gevonden.

Maar is het doden van die draak wel zo handig wanneer zij zorgt voor vergetelheid?
Wat gebeurt er wanneer die deken wordt weggehaald en je alles weer precies zult gaan herinneren?
Een dilemma voor Axl en Beatrice want in het verleden is er iets gebeurt wat ergens in hun onderbewustzijn is blijven hangen.
‘Beloof me lieve, dat je niet zult vergeten wat je in je hart op dit moment voor mij voelt. Want wat hebben we aan herinneringen die uit de mist terugkeren als ze ons alleen maar uit elkaar drijven?’

‘Zou het kunnen dat onze liefde nooit zo sterk geworden was inde loop der jaren als de mist ons niet van ons geheugen had beroofd? Misschien hebben daardoor oude wonden kunnen helen’.

Voor mij is dat het thema van het boek naast wraak en vergeving. Het ouder worden gaat soms gepaard met geheugenverlies en dat kan eigenlijk wel prettig zijn. Vergeten om te kunnen vergeven.
Grote dingen, reuzen, vergeten of begraven zoals de Engelse titel van het boek zegt.

Tenslotte komen ze weer terug bij de veerman die hen wil overzetten naar het eiland.
Maar ja, één tegelijk.
Bij dat einde kreeg ik associaties met ‘Ile de Mort’, Het Dodeneiland.


maandag 4 december 2017

Kierkegaard


Kierkegaard
Helaas zit deze denker niet in de serie van het HOVO. Dus dan maar zelf wroeten.
Over Kierkegaard heb ik verschillende dingen gelezen.

Hier en daar artikelen en een boek uit de serie ‘kopstukken’ en een boek van Pieter Vos. Nu ben ik begonnen om hem zelf te lezen in het boek Of/Of.
Een intrigerende titel omdat ik zelf vaak denk dat het in het leven zelden Of/Of is maar meestal En/En. De wereld bestaat echt uit veel meer dan vijftig tinten grijs. En meer dan dat er in een notendop past. Tussen het eeuwig ingaan en eeuwig ophouden zit nog wel het één en ander.
Maar misschien kom ik lezende weg tot andere gedachten.

Voorlopig amuseer ik me kostelijk met zijn ironie. In het hoofdstuk Diapsalmata, wat zoiets betekent als het Hebreeuwse ‘Sela’ (markering van een rustpunt) staan kort en krachtige uitspraken.
Men leze hem wel door de bril van twee eeuwen geleden.

‘Volledig mens zijn is toch het hoogste. Nu heb ik likdoorns, dat helpt althans een beetje.’

‘De menselijke waardigheid wordt in de natuur toch altijd erkend; want wil men de vogels weghouden van de bomen, dan zet men iets neer wat op een mens moet lijken, en zelfs de vage gelijkenis met een mens die een vogelverschrikker bezit is voldoende om respect in te boezemen.’

‘Van alle belachelijke dingen komt me als het allerbelachelijkst voor het druk te hebben in de wereld, een rappe eter te zijn en een rappe werker. [….] Wat richten ze per slot van rekening uit, die nijvere haastwerkers? Vergaat het ze niet als die vrouw die toen het huis in brand stond in de alteratie de haardtang redde? Wat redden die lieden eigenlijk méér uit de grote brand des levens?’

‘Raadselachtig moet men niet alleen voor anderen zijn maar ook voor zichzelf. Ik bestudeer mijzelf; wanneer ik daar genoeg van heb rook ik als tijdverdrijf een sigaar en denk: God mag weten wat Onzelieveheer eigenlijk bedoeld heeft met mij of wat hij nog van me wil maken.’

vrijdag 1 december 2017

Zwarte Pieten


Afgelopen week waren er in Nederland wijze mensen die, zo tegen 5 december, het Zwarte Pieten probleem wat Nederland nu al jaren teistert, nog weer even aanwakkerden met T-shirts met de tekst: ‘Zwarte Piet is racistisch’.
En gisteravond viel mij DE oplossing te binnen.

We maken alle Pieten wit. Het is even lastig voor alle liedjes die aangepast moeten worden, maar dat moet dan maar. (die verouderde teksten niet weggooien!)
Ik pleit voor echt witte Pieten; met blanketsel.

Voor mijn geestesoog zag ik het al gebeuren: over tien jaar zullen er getinte kinderen aan hun ouders vragen waarom het Sinterklaasfeest gedomineerd wordt door blanke mensen.
Is die suprematie van blanken niet verschrikkelijk ouderwets en koloniaals?
Er moeten zwarte Pieten bij komen.

Probleem opgelost.
Alle ouderen halen die oude liedjes weer van stal en de mensheid van Nederland viert het Sinterklaasfeest nog lang en gelukkig.



Wie lacht niet die den mensch beziet?

donderdag 30 november 2017

Jongens/Meiden en leren


Afgelopen week stond er een groot artikel in de krant (29 november, Trouw) dat er een probleem is gesignaleerd.
Jongens presteren op de middelbare scholen onder de maat; de meiden zijn hen voorbij gestreefd.
Dat probleem moet worden aangepakt door een meer jongensachtige manier van leren.

En dat werkt weer onbedaarlijk op mijn lachspieren.
Jarenlang, eigenlijk altijd al hebben jongens én meiden zich gevoegd naar de lesmethoden.
In de jaren dat jongens het ‘voortouw’ namen was er niets aan de hand, ging alles kennelijk naar wens.
Maar nu jongens ‘achterop’ raken moeten de onderwijsmethoden plotseling worden aangepast.

Ach, ik zal het maar beschouwen als een evolutionair stapje.

Dvorak, Ravel, Brahms en dirigenten


Eén keer per jaar maken we als amateurorkest een uitstapje naar de ‘echte’ muzikanten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Deze keer hoorden we de
Ouverture Carnaval opus92 van Antonin Dvorak,
Pianoconcert in G van Maurice Ravel en
Symfonie nr. 4 van Johannes Brahms.
Het geheel stond onder de bezielende leiding van Lahav Shani, de toekomstige bokkenrijder, die het seizoen 2018 – 2019 de plaats gaat innemen van Yannick Nézet – Séquin als nieuwe dirigent en daarmee de jongste chef-dirigent ooit is. Voor het RPhO dan.

Mijn eerste ervaring met het RPhO was onder Edo de Waart. In die tijd mocht ik soms met een vriendin en haar ouders mee naar een concert. Ik weet er niet veel meer van; wel dat ik het indrukwekkend vond en dat de dames en heren toen nog in avondkledij rondliepen. Nu voel ik mezelf vaak ‘overdresst’ bij -voor mij -gewoon nette kleding. Maar dat deert mij niet echt.
Ik heb er eigenlijk wel inwendig pret om.
Valerie Gergiev kan ik me ook nog goed herinneren. Die woeste Rus, waar ik als gast ooit een repetitie bijwoonde en me er toen over verbaasde hoe ‘hap-snap’ er stukken werden gerepeteerd en iedereen maar meteen moest invoelen hoe er gespeeld diende te worden.
Bij Yannick Sequin was de indeling van het orkest weer heel anders: contrabassen links van de dirigent en de cello’s in het midden. Heel anders dan ik gewend was.

De muziek van deze componisten deze avond was om te genieten. Vooral het Adagio met zijn beheerste dissonanten in het pianoconcert van Ravel bracht kippenvel en tranen in mijn ogen. De pianist was Fransesco Piemontesi. (1983)
Volgens de concerttoelichting heeft Ravel dit stuk gecomponeerd naar het voorbeeld van het Adagio van Mozarts klarinetconcert. Laat ik dat nu niet hebben gehoord.
Ik hoorde in het hele stuk veel meer overeenkomsten met Gerschwin. Die is duidelijk beïnvloed door Ravel. Ravel geboren in 1875 en Gerschwin in 1898.
Na het applaus kregen we zowaar een zeer gewaardeerde toegift à quartre main van Shani en Piemontesi.
En Brahms is altijd mooi en meer om weg te dromen.

Een foto van het moment - na Dvorak - dat de piano omhoog kwam uit de vloer en werd klaargezet.






woensdag 29 november 2017

Erasmus


Deze denkheld van Nederlandse bodem mag natuurlijk niet ontbreken in de serie van grote denkers.
Geboren als Erasmus in Rotterdam. Precieze datum niet bekend. Ergens rond 1467 - 1536. Later voegde hij de naam Desiderius toe om een vaststaand herkenbare naam te hebben.
Een ‘kind’ van de Renaissance die meer had met de schrijfkunst dan met de andere schone kunsten.



Voor Erasmus de filosoof en theoloog vielen renaissance en christendom samen. ( Philosophia Christi) Hij was voor het civiliseren van de mens en schreef om die reden colloquia; samenspraken en zijn Adagia: spreekwoorden en gezegden.
Zijn ‘Lof der zotheid’ was een uitstapje en helaas voor hem word dat nog het meest gelezen.
Verder schreef hij Enchiridion, een handboek voor de christen en vertaalde hij heel veel.
Hij was gekipt en bebroed in het Latijn maar leerde later ook Grieks en vertaalde en redigeerde opnieuw het Nieuwe Testament van de Bijbel in het Latijn (de Vulgaat voldeed niet) en in het Grieks vanuit Griekse handschriften. Deze is bekend geworden als de Textus Receptus van waaruit de Statenvertaling is gemaakt. Voor velen de enige echte ‘grondtekst’.

‘Festina Lente’ is een kreet van hem: haast u langzaam. De rede was voor Erasmus de hoogste instantie en dat betekent nadenken; niet haasten. Pas handelen op basis van redelijkheid.
Om die reden hield hij niet zo van het ‘explosieve’ van Luther al wordt hem verweten het ei te hebben gelegd dat Luther heeft uitgebroed. In gedachten vergelijk ik hen met Paulus en Petrus.
Petrus de extraverte en Paulus de redenaar die toch iets meer zijn verstand gebruikt in plaats van de emoties. Om afstand te nemen van Luther begon Erasmus de discussie over de vrije wil. Daarin ben ik het niet eens met hem.

Anti-semieten waren ze allebei maar dat was toen heel gewoon. Maar Erasmus was ook hierin rustiger en bezadigder en vond de Europeanen eigenlijk nog erger dan de joden.
Erasmus reisde door heel Europa; studeerde in Parijs en in Oxford bij John Collet.
Hij leerde dat je naar het Nieuwe Testament ook kon kijken met een humanistisch, literair en moreel oog. En hij ontmoette daar in 1499 de – ook grote geleerde - Thomas More.

Ze sloten vriendschap. Thomas More schreef het boek ‘Utopia’ over een samenleving zonder privébezit op het fictieve eiland Utopia en de gebruiken van de eilandbewoners. Met als hoofdpersonen Pieter Gillis, Raphael Hythlodaeus en Thomas More zelf.
Mogelijk werd met die Raphael Erasmus bedoeld. (was het een reactie op de Lof der Zotheid?)
More was ervan overtuigd dat je een maatschappij kunt verbeteren wanneer de omstandigheden voor de mens beter worden. Terwijl Erasmus vond dat het tussen de oren vandaan moest komen en dat kun je bewerkstelligen door onderwijs vanuit de Philosophia Christi.
Hierin ben ik het met Erasmus eens.

Maar waarom die mannen nu zulke boeken hebben geschreven die lijnrecht ingingen tegen hun eigen vrome katholieke waarden is mij, wanneer ik er zo over nadenk, een raadsel.
Ik kan me voorstellen dat het spannend is om tegendraadse gedachten toe te laten om de zaken eens van een andere kant te bekijken. Dat kan heel leerzaam zijn. Maar dan een boek schrijven......
Ach, misschien ook wel leuk: een beetje reuring teweeg brengen in de maatschappij.


Eigen foto van het standbeeld van Erasmus dat op de campus van de universiteit staat. De 'echte Erasmus', het oudste bronzen standbeeld van Nederland staat bij de Laurenskerk.









Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




dinsdag 28 november 2017

Epicurus


Epicurus leefde van 341 – 270 BC.
Hij zit naar mijn idee een beetje laat in de serie maar dat kan door logistieke problemen komen.
Waarom zit deze man in deze serie van kopstukken die veel invloed hebben gehad?
Hij was zo ongeveer de eerste empirist. Empirisch betekent proefondervindelijk en dat gaat in de kenleer en latere wetenschappen een grote rol spelen.
De ervaring en het verstand zijn de belangrijkste kenbronnen.
Hij hechtte veel waarde aan de zintuigelijk waarneming. Veel meer dan Plato en Aristoteles.
Eén grote aanname had hij wel en dat was die van het Atomisme.
Ik vind het nog steeds bijzonder dat men al zo vroeg die ideeën ontwikkelde. Pas in de twintigste eeuw ontdekte men dat atomen in nog kleinere deeltjes op te delen viel.
Zelf heeft Epicurus niet veel leerstelligheden nagelaten. Wat er van hem bekend is , is opgetekend door Titus Lucretius Corus. Op rijm. De Rerum Natura.

De aard der dingen is atomair en deze vallen voortdurend naar beneden op de platte aarde. Soms klonteren ze samen door afwijkingen in hun baan en zo ontstaan Clinamen. Vormen.

Voor goden behoeven we niet bang te zijn want die zijn al gelukkig en willen liever niet gestoord worden. Ze bemoeien zich niet met ons. Zo de waard zelf is......
Epicurus stichtte een school; ‘een tuin’ waarin zijn leerlingen en vrienden samenkwamen en waar ze werden onderwezen. Ik stelde me altijd een beschaduwd plekje voor waar Epicurus vanuit zijn hangmat zachtjes slingerend ‘wijze woorden’ sprak tot zijn gevolg.
Over de ‘eidola’ bijvoorbeeld, de fluïde materie zoals lucht, warmte en de materiele menselijke ziel.

Wij hebben verkeerde ideeën over van alles en daardoor ervaren we pijn.
Waar bij Aristoteles het hoogste doel nog succesvol handelen was met plezier als bijproduct was het bij Epicurus omgedraaid. Plezier hebben in het leven is het doel en de deugd is daartoe een instrument. Het draait om Ataraxie, onverstoorbaarheid. Ik moet denken aan de Stoïcijnen. Maar Epicurus was geen Stoïcijn want bij hem gebeurt alles random en de Stoïcijnen zijn strikt deterministisch.
Sober leven is het adagium want rijkdom geeft alleen maar zorgen en te veel eten alleen maar maagpijn. Altruïsme is hem vreemd of hij vormt het om tot egoïstisch gedrag. Hedonisme is in onze dagen een zeer bekend verschijnsel wat bij hem vandaan komt.
In vroeger dagen werd Epicurus afgeschilderd als een oppervlakkig mens. Daarom zat hij bij Dante ergens in de hellekringen.
In onze tijd zou hij het geweldig doen als promotor van het Zwitserleven gevoel.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



woensdag 22 november 2017

Paulus van Tarsus


Geschreven door Tom Wright in 1997. Ondertitel: ‘een kennismaking met zijn theologie’.

Paulus blijft een intrigerend figuur. Ik krijg altijd visioenen van een klein, druk en driftig aandoend mannetje. Geen idee of dat klopt. Misschien blijkt hij ‘later’ wel een lange flegmatieke persoonlijkheid te zijn.
Maar kennelijk spreekt hij veel mensen tot de verbeelding. Zo las ik al eerder het boek van Fik Meijer: Paulus, een leven tussen Jeruzalem en Rome’.
Redelijke consensus is er over Paulus als jood. Over de kern van zijn theologie is er geen consensus.
Was/is het de rechtvaardiging of is het dat ‘in-Christus zijn’?
Ook blijft de vraag welke rol Paulus heeft gespeeld in het ontstaan van het christendom. Heeft hij een nieuwe religie uitgevonden zoals door verschillende mensen wordt gedacht? Ik ben die gedachte op fora tenminste wel tegengekomen. Of vertolkte hij de ideeën van Jezus?

Wright onderneemt een poging om Paulus te bezien vanuit Paulus oogpunt. Maar dat blijft volgens mij altijd tricky als er tweeduizend jaar tussen zit.
Aan het einde van het boek schrijft Wright een hoofdstuk tegen A.N. Wilson die een boek schreef over Paulus als stichter van het christendom. Het kwam ook uit in 1997. Wright maakt er gehakt van.

Wright overdenkt Paulus aan de hand van de volgend denkers:
Albert Schweitzer, Rudolf Bultman, W. D. Davies, Ernst Käsemann en Ed. P. Sanders.
Schweitzer: Is Paulus een Joods of een Grieks denker? Hoe verstaan we zijn brieven. Wat is de kern van zijn theologie en wat kunnen we er vandaag mee.
Kort gezegd: Geschiedenis, Theologie, exegese en toepassing.
Voor Schweizer is Paulus een Joods denker en lag de kern van zijn denken in de Christus-mystiek; het in-Christus zijn.
Bultman: Paulus behoort tot de Hellenistische context; hij is er tenslotte voor de heidenen. Centraal punt was de zondige staat van de mens en hoe daaraan te ontkomen. De rechtvaardiging. Om dat Paulus dacht dat het einde nabij was verpakte hij zijn boodschap in tijdloze Griekse beelden. Zo versterkte hij Christeen in hun geloof terwijl de wereld langzaamaan afbrokkelt.
Dingen die niet klopten deed hij af als ‘later toegevoegd’ of dat Paulus nog te vast zat aan zijn Joodse wortels.
Davies: Paulus was ten diepste een Joodse Rabbi en Davies plant hem daarom stevig in het Jodendom. Maar hij was geen apocalyptische jood. Met Christus was de ‘olam haba’ (toekomende eeuw) aangebroken en was er een nieuw volk van God ontstaan met nieuwe regels. De wet van Christus.
Käsemann plaatst Paulus weer tegen de achtergrond van de apocalyptiek. De rechtvaardigingsleer is het belangrijkste. Paulus leverde als jood kritiek op het jodendom; dat Jezus ook de joodse trots en rebellie ter verantwoording zal roepen, Paulus gaf kritiek op het jodendom van binnenuit.
Sanders: het jodendom was geen wettische godsdienst. De genade van God gaat aan alles vooraf en het jodendom is een reactie daarop. Niet om verbondsvolk te worden maar om het te blijven. Het enige wat Paulus de joden kwalijk nam is dat ze geen christenen werden. Christenen moeten met meer respect naar de joden kijken. De rechtvaardigheidsleer is niet het belangrijkste.

De onderwerpen die in dit boek centraal staan zijn ‘het evangelie’ en de ‘rechtvaardiging’.
De vermeende tegenstellingen van de heren hierboven zijn helemaal geen tegenstellingen en worden teveel tegen elkaar uitgespeeld.
‘Toevallig’ las ik in het RD van 20 november: ‘De rechtvaardiging door het geloof is het hart van Evangelie, stelde ds. Van Rijswijk’ op de Zin-in 21+-najaarsconferentie van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG).
Dat kun je naar mijn idee op twee manier opvatten: Je hebt ten eerste de blijde boodschap met daarin de rechtvaardigmaking óf de rechtvaardigmaking is de blijde boodschap. Gezien de achtergrond vermoed ik het laatste.
Maar ik geloof dat Wright meer gelijk heeft door te stellen dat het hart van het evangelie de blijde boodschap is dat Jezus het kwaad heeft overwonnen. Dat Hij Heer is van de hele kosmos.
Dat is het belangrijkste.
Eigenlijk toch weer hetzelfde als vóór Anselmus met zijn satisfactietheorie. Het klinkt meer algemener en minder individualistisch. Tegen dat individualisme waarschuwt Wright ook regelmatig.
We moeten meer verbondsmatig denken, zo is het sinds Abraham geweest.
Alle gelovigen behoren tot het verbondsvolk.

Ik moet opeens weer denken aan een discussie over de geloofsdoop of de verbondsdoop. Van dat laatste ben ik voorstander. Het gaat niet primair om de persoon, het gaat om de christelijke gemeenschap en kinderen horen daar voluit bij; maken daar deel van uit zodat het logisch is om ze te dopen. Te inaugureren. Inclusief denken zoals men vroeger deed.

Het zendingswerk van Paulus was geen evangelisatieprogramma dat gericht was op het redden van individuele zielen zodat die naar de hemel zullen gaan; hij zag het veel breder.
De Olam Haba, toekomende eeuw, is al begonnen bij de opstanding van Jezus. (p83)

Toen moest ik denken aan ‘Nicea’ in 325 AC waar de geloofsbelijdenis met dezelfde naam werd opgesteld en waarin staat: ‘Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw.
Of Wright is wrong of de hoge heren van die conferentie waren al snel van het padje af. Lastig kiezen voor een geïnteresseerde leek als ik.
Persoonlijk denk ik meer dat ‘de tijden van het einde’ bij de opstanding zijn begonnen, maar nog niet de Olam Haba.

De ‘gerechtigheid van God’ beschrijft Wright als een rechtspraak met God als rechter, met een aanklager en een beklaagde. Er is geen openbare aanklager. Zoiets als de Rijdende Rechter in onze tijd.
In die gerechtigheid staat het verbond (met Abraham) centraal. De rechter moet onpartijdig zijn en volgens de regels (van het verbond) een uitspraak doen. Voor de aanklager en de beklaagde ligt zijn juridische status in het gevolg van de uitspraak.
Gods gerechtigheid is zijn verbondstrouw en onze gerechtigheid is gelegen het gevolg van Zijn uitspraak.
De gerechtigheid van God is iets ander dan de gerechtigheid vanuit God. De heidenen leven zonder god en de joden eigenlijk ook dus de hele mensheid staat in de beklaagdenbank. Via Jezus heeft God recht gesproken en daardoor de belangrijkste vijanden, zonde en dood, verslagen en verlossing mogelijk gemaakt.
Dit is heel in het kort iets waar Wright vele pagina’s voor nodig heeft.

Wanneer Jezus, de opgestane, Heer van deze wereld is heeft dat consequenties. Loyaal aan Hem zijn bijvoorbeeld. De overheden in de lucht moeten worden bestreden; Wright vernoemt hen naar Marx, Freud en Nietzsche resp. geld, seks en macht.
Mooi en raak gevonden.
De rechtvaardiging is geen doel op zich. (p162) Uit het evangelie volgt de rechtvaardiging. Niet om te zeggen maar om te zijn en te doen.
Elk mens wordt opgeroepen om persoonlijk gehoor te geven aan het evangelie, daarna versterkt de rechtvaardigingsleer de christelijke gemeenschap die zo belangrijk is.
Paulus was niet anti-Joods maar bekritiseerde het jodendom van binnenuit met dezelfde heftigheid waarmee hij eens, als Shammaitische farizeeër de christenen vervolgde.
(De volgelingen van Shammai waren de ‘preciezen’ en de volgelingen van Hillel de ‘rekkelijken’.)

Naar de heidenen toe vertelde Paulus hen over de enige ware God tegenover alle goden van het heidendom en zette hij zijn vraagtekens bij de macht van de keizer.
Hij zette een manier van menszijn uiteen die in druiste tegen het menszijn van de heidenen. Hij bood hen een lineaire denkrichting in tegenstelling tot de cyclische van de Grieken en claimt de ware wijsheid van God te verkondigen tegenover de heidense filosofieën.

Het is een veel te lang blogje geworden; ik ga mijn leven beteren.
Maar het is best gecompliceerd allemaal. Ik zal het eenvoudige gelovigen niet kwalijk nemen wanneer ze denken: ik geloof gewoon, wat moet ik nog meer dan?
Niets, gewoon op God vertrouwen.
En wanneer je het allemaal niet meer weet? Ach, zoals ik eens tegen een mevrouw heb gezegd vlak voor ze haar 'final shot' kreeg: wanneer je wegdrijft en je weet het niet meer roep dan de Naam van Jezus maar aan. Hij hoort het altijd.

maandag 20 november 2017

Hoe


‘Als ik een man was
zou ik wel weten hoe
mij lief te hebben.

Ik zou mijn plotselinge
droefheden een bedding
geven, mijn natte haar
naar achteren strijken,

mijn boodschappenlijstjes
zou ik aanbidden en proberen
te doorgronden.

Ik zou mijn lege flessen
naar de glasbak dragen
en zeggen ‘onze’.

Ik zou chocola voor mij kopen
en die niet helemaal opeten
maar ook een stukje voor mij bewaren.

Ik zou naar vroeger
vragen en de naam van
de hond van mijn eerste
man's tweede vrouw zelfs onthouden.

Ik zou mij loslaten zodra
ik los wou en ik zou
mij vertrouwen waar
ik ook heen wou.

Ik zou mij afhalen als ik terugkwam
en dan blij zijn.

Ik zou zelf (als ik die man was)
niet vaak weg zijn, maar
trouw tot in de dood (na honderd jaar) en

van al mijn onderkinnen
de een nog mooier
dan de ander vinden
en heerlijk hoe ik rook. ‘

Judith Herzberg (1934)



Af en toe werk Herzberg mij onbedaarlijk op mijn lachspieren maar tegelijkertijd voel je emotionele eenzaamheid. Dan weet ik niet wat de overhand moet krijgen: de lach of de traan.
Ach ja, het leven is nu eenmaal zoals het is.
Wanneer ik zie hoe zoons Cathy hun best doen voor hun vrouwen dan ontroert mij dat.
Wordt het op waarde geschat? En doe ik dat zelf wel?

vrijdag 17 november 2017

Thomas van Aquino



Een filosoof/ theoloog die leefde van 1225 – 1274 in Italië.
Na Augustinus een grote sprong naar de middeleeuwen. In de westerse wereld tenminste.
In het oosten was er al eerder een filosofisch hoogtepunt. Ook beïnvloed door Socrates, Plato en Aristoteles. Vele werken zijn in de negende eeuw in het Arabisch vertaald en werd er een eigen islamitische draai aan gegeven. Bekende namen zijn Averroes en Avicenna.



Via het Arabische werden de oude werken weer vertaald in het Latijn en kwamen zo naar het westen.
Averroes, geboren in Cordoba dat toen onder Moorse invloed stond was een kenner van Aristoteles. De Mezquita van Cordoba met een eigen verhaal en een mix van Moorse en westers stijlen is wereldberoemd en een bezoek zeker waard. Wij waren er in 2011.

Thomas van Aquino was echter ook een kenner van Aristoteles; was het niet echt met Averroes eens en schreef zijn ‘Summa contra Gentiles’.
Op het bovenste plaatje ligt Averroes aan de voeten van Thomas. Links Aristoteles en rechts Plato.

Thomas bracht een synthese tot stand tussen Aristoteles en het christelijke geloof.
Zijn doel was het aantonen van de waarheid die de Katholieke kerk leerde. Hij had zich aangesloten bij de Dominicanen, een strenge orde. Om die reden is hij in de RK nog steeds zeer geliefd en werd zelfs genoemd in een encycliek van paus Leo XIII uit 1879, die handelde over het herstel van de christelijke wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas van Aquino in de katholieke scholen. Het Neothomisme. De tegenpool van het moderne denken na Immanuel Kant.
(Franciscanen waren minder streng; daar hoorde bijvoorbeeld Duns Scotus bij)

Zijn verdere verdiensten liggen in het dogmatisch systematiseren van de Bijbel. En schreef zijn 'Summa Theologiae’ met de vijf Godsbewijzen.
Die periode, van de elfde tot de vijftiende eeuw staat bekend als de scholastiek. De theologie werd een wetenschap; kennis komt tot ons via de rede en via openbaringen. (de Bijbel)
Zij komen beide van God en kunnen elkaar dus niet tegenspreken.
En God werd een ambachtsman die individuele mensen maakt. Hij is Heer van de geschiedenis.
Net als bij Aristoteles degene die alles in beweging zet, de eerste Oorzaak.
Filosofie was nog steeds het vak waarin alle kennis ondergebracht werd. Behalve dat van dichters en magiërs. Maar de kopstudies theologie, medicijnen en recht kwamen steeds losser te staan van de filosofie.

Thomas van Aquino is op deze site al meer ter sprake gekomen maar zo leer ik er steeds wat meer bij.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


20-11-17
In mijn cahier heb ik nog de opmerking staan: ‘in de maatschappij van Thomas kwam het individualisme op gang.’
Toen al.
Nog weer daarover nadenkend: heeft de idee van Anselmus van Canterbury, als grondlegger van de scholastiek daaraan misschien bijgedragen? Die satisfactietheorie waar ik eerder over schreef. Wat in onze tijd voor een groot deel de plaats ingenomen heeft van het triomferen van Christus over kwade machten.

donderdag 16 november 2017

What is Dying?


A ship sails and I stand watching
till she fades on the horizon,
and someone at my side
says, "She is gone".

Gone where? Gone from my sight,
that is all; she is just as
large as when I saw her...
the diminished size and total
loss of sight is in me, not in her.

And just at the moment
when someone at my side
says "she is gone", there are others
who are watching her coming,
and other voices take up the glad shout,
"there she comes!" ......and that is dying.

Charles H. Brent 1862 - 1929


Gewoon mooi en vol van hoop.
Vooral de zin: 'the diminised size and total loss of sight is in me, not in her.
Wat zegt het nu eigelijk: wat wij zien of ervaren? Daar kunnen we de werkelijkheid toch niet aan afmeten.


woensdag 15 november 2017

Augustinus

Deze kerkvader leefde van 354 – 430 AC.
Over de bijzonderheden van zijn jeugd en de invloed van zijn biddende moeder is genoeg bekend en/of te vinden. Ambrosius, de bisschop van Milaan trok hem over de ‘geloofs- streep’ en in 387 werd Augustinus gedoopt.
Waarom zit hij in deze reeks kopstukken? Was deze denker tussen de oudheid en de middeleeuwen de stichter van het Christendom?
Wel, via hem vloeide het denken van de oudheid samen en doortrekt de verdere leerstellige traditie tot de middeleeuwen. Zo dacht Benedictus XVI tenminste over hem.
Zelfs een rationele atheïst als Bertrand Russell vindt dat een denker als Augustinus een ereplaats verdient onder de filosofen. In mijn -1 euro- boek 4e druk, Servire Wassenaar, op p. 325.

Hij maakte als christen een samenhangend geheel van de christelijke leerstukken en onderscheidde het van het jodendom. In die zin heeft hij echt enorm veel invloed gehad.
Hij maakt al het verschil tussen fysisch en moreel kwaad, waarvan ik dacht dat Leibnitz dat ‘op zijn geweten’ had.
Hij was Descartes met zijn ‘cogito ergo sum’ al vooruit en liet zijn gedachten al gaan over het fenomeen ‘tijd’ die door Kant verder werden uitgewerkt.
De meest belangrijke werken van Augustinus zijn z’n ‘Belijdenissen’ (die nog steeds op mijn bureau liggen te wachten om gelezen te worden) en ‘Civitate Dei’, de stad van God. Geschreven naar aanleiding van de ineenstorting van Rome in 409 AC.
In zijn ‘Belijdenissen’ vergelijkt Augustinus o.a. de verschillende filosofische stelsels uit de oudheid en dan blijkt dat het Christendom een superieure filosofie is. Het heeft de beste verklaring voor het ontstaan van de wereld. Het gelooft dat de wereld zinvol is en een doel heeft, dus niet die eeuwige wederkeer van de antieke filosofen, ‘want Christus is maar éénmaal gestorven’.

De wereld is door God geschapen op een bepaald moment in de tijd. De wereld is tijdelijk en tijdelijk = niet noodzakelijk. God had de plannen al voordat hij werkelijk schiep. Zo redt Augustinus enigszins het platonisme en staat bekend als neoplatonist.
Het Christendom leert dat de mens een kind van God is en daarom in staat is het geluk en het hoogste goed te verwerven. Dussss….wanneer je je verstand gebruikt word je christen.

Waar ik nog naar heb zitten zoeken is die vrije wil. ‘Librium arbitrium’.
Volgens mij geloofde Augustinus niet in een vrije wil want hij steggelde daarover met Pelagius maar af en toe kom ik toch opmerkingen tegen die het tegenovergestelde lijken te beweren.
Bij Hannah Arendt bijvoorbeeld. (‘Willen’ p.115)
Het blijkt – voor zover ik heb kunnen vinden – dat Augustinus in zijn jonge jaren wel overtuigd was van een vrije wil maar op latere leeftijd niet meer. Zo is hij heel handig voor elk karretje te spannen.
In een geschrift "Nalezingen" verwoordt Augustinus het op de volgende manier: “De mens is weliswaar uit vrije wil ten val gekomen, maar op deze manier ook opstaan kan hij niet. Laten wij daarom de uitgestoken rechterhand van God vasthouden, dat wil zeggen, onze Heere Jezus Christus".

In zijn jonge jaren werd hij beïnvloed door het Manicheïsme. Een dualistische gnostische beweging.
Een bisschop met de prachtige naam Faustus heeft een poging gedaan om hem voor het Manicheïsme te behouden maar deze man wist nauwelijks iets van de wetenschap en was voor Augustinus daardoor niet meer geloofwaardig . Dit weer volgens Russell in zijn ‘Geschiedenis der Westerse Filosofie. (p 320)
Gelukkig geeft hij verwijzingen en kon ik het zelf in de ‘Belijdenissen’ terug vinden. In Hfdst 5 par 6 en 7.
Augustinus ontdekt dat het kwaad niet zijn oorsprong vond in één of andere substantie maar in een verkeerd gericht zijn van de wil. En dat komt door de erfzonde. Een begrip waarin velen niet meer geloven maar wat gewoon in de Bijbel terug te vinden is al staat het nergens letterlijk.
( Gen 5: 1-3, wel goed lezen!)
Er valt zo veel meer te zeggen over deze eerste Christen filosoof, maar ik ga eerst zijn Belijdenissen maar eens zelf lezen.

Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



dinsdag 31 oktober 2017

Aristoteles



De laatste filosoof van een illuster trio dat zijn stempel heeft gedrukt op het westerse denken. Want dat maakt de filosofen die we behandelen tot grote denkers. Ze hebben invloed gehad en hun denken vertoonde kracht en samenhang
Aristoteles leefde van 384 – 322 BC.
Hij was een leerling van Plato maar ging zijn eigen denkweg.
De moraalfilosofie van Socrates en Plato vond hij te abstract, dat hielp de mensheid niet verder. Het ging volgens hem om het kennen uit de empirie, de ervaring. Niet vanuit een soort van innerlijke verlichting zoals Plato had bedacht in zijn ideeënleer maar gewoon vanuit de effectiviteit van de natuurlijke praktijk.



Tot Immanuel Kant die leefde van 1724 – 1804 bestond de filosofie uit (Kant was een ‘Kantelpunt’)
1. de kennis van alle goddelijke en menselijke zaken
2. ‘wetenschap’ oftewel systematische kennis
3. Wijsheid omtrent de eerste oorzaak en eind; het hoogste goed
4. De principes van het praktische leven.
De belangrijkste vragen waren:
Wat kan ik weten; wat is werkelijkheid en hoe moet ik handelen
Dit omvatte zo ongeveer alles: filosofie, wetenschap, theologie, wiskunde, politiek, logica en astronomie. Aristoteles heeft over alles nagedacht en beschreven. Jammer dat er veel verloren is gegaan. Er zijn wat oorspronkelijke stukken (exoterische) en er zijn aantekeningen door zijn leerlingen van zijn colleges. (esoterische)
Zijn syllogismes uit de logica is bekend en wordt nog steeds gebruikt om tot een geldige redenering te komen.

Waarom hebben zijn ideeën zo lang stand kunnen houden en doen ze dat soms nog?
Alles heeft een wezen; een onveranderlijke kern. Wanneer die is vastgelegd verandert dat niet meer. De mens verandert aan de buitenkant maar zijn wezen blijft hetzelfde. Wanneer die kern eenmaal was beschreven staat dat vast. En dat heeft Aristoteles over bijna alles gedaan.
Hypotheses opstellen zoals nu gebruikelijk is in de wetenschap waren not done want die komen uit de menselijke geest en waren niet gebaseerd op de empirie.
In de Renaissance kwam er weer meer belangstelling voor het oude denken en dat is te zien aan de schilder Rafaël die de mannenbroeders heeft vereeuwigd op een fresco in de Sixtijnse Kapel.
We waren er afgelopen maart en ik zag hem voor het eerst. De man in het midden met de vinger omhoog (de ideeën leer) en rode mantel is Plato. Aristoteles draagt de ‘Ethica’, richt zijn hand naar beneden en heeft een blauwe mantel. Een beetje links in een bruine mantel staat Socrates. Helemaal linksonder de schrijvende man is Pythagoras.

Over zo’n bijzonder veelzijdig mens valt natuurlijk nog veel meer te zeggen maar het is al prettig wanneer je de grote lijnen van zijn denken kunt onthouden.
Over het godsbewijs van Petrus Apianus uit 1539 bijvoorbeeld wat ook weer teruggreep op Aristoteles. De aarde is rond. Dat had Pythagoras al aangenomen. De goden zijn geesten en vormen de buitenste ring om de aarde. Mensen zijn geestelijke en lichamelijk en leven op het aardoppervlak. De ondermaanse dingen zijn beweeglijke en vergankelijk; de bovenmaanse zijn statische en eeuwig. Zij hebben zich in alles al gerealiseerd en hebben geen bewegend vermogen meer. De onbewogen Beweger.


Ik noem God altijd de Bewogen Beweger maar dan in een andere betekenis.
Grappig was wel dat we een stuk tekst te lezen kregen uit ‘Lof van de wijsbegeerte’.
Het riep herkenning bij mij op. En jawel, ik had het al eerder gebruikt in een blogje over het doel van het leven.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.







maandag 30 oktober 2017

Toen wij wezen waren

Geschreven door Kazuo Ishiguro, (1954) Hij won al eens de ‘Booker prize’ en kort geleden de Nobelprijs voor de literatuur.
'When we were Orphans' is een boek uit 2000. Ik las een digitale editie op basis van de zesde druk uit 2017. Ze worden nu natuurlijk allemaal met een rotvaart herdrukt.
Ik kende alleen de prachtige film: ‘Remains of the Day’ met Anthony Hopkins en Emma Thompson die gemaakt is naar een boek van hem.
Dit verhaal speelt zich af in 1930-1937. Tijdens het Interbellum. Een mooi woord voor de periode tussen de eerste en tweede wereldoorlog. Met een beschouwend hoofdstuk uit 1958 besluit het boek.

Christopher Banks, bijnaam Puffin is een Engelse jongeman die geboren is in Shanghai in een Internationale kolonie maar sinds zijn achtste opgroeide in een dorpje in Engeland bij zijn tante.
Dat heeft een reden.
Zijn buurjongen in Shanghai was Akira, een Japanner.
Een bediende in het huis is de Chinese Mei Li.
Banks die inmiddels een gerenommeerde detective in Londen is schrijft in flashbacks waarin steeds meer puzzelstukjes op hun plaats komen te vallen.
Losse herinneringsfragmenten die hun samenhang en betekenis gaan krijgen in het raadsel van zijn verdwenen ouders in het Shanghai van voor de oorlog.
Wanneer hij naam en faam in Londen verworven heeft gaat hij terug naar Shanghai om zijn ouders te zoeken want hun verdwijning laat hem niet los. Maar Shanghai klopt niet meer zoals hij het zich herinnert.

Dan zijn er nog de wonderlijke ontmoetingen met Sarah Hemmings.
Pas na pag. 200 kreeg ik het idee dat er iets niet klopte in het verhaal. Toen ging ik anders lezen. Had ik te maken met een psychiatrische patiënt met zijn imaginaire avonturen? Had de verdwijning van- en de scheiding met zijn ouders toch zo’n impact op zijn psyché dat hij ging doordraaien?
Logisch natuurlijk, vond ik al lezende weg, de Nobelprijs win je niet met alleen maar een spannend verhaal.
Maar helaas zat ik voor niets te wachten op een spectaculaire ontknoping.
Ik werd op het verkeerde been gezet door ‘de detective’ die Christopher was.
Het is een psychologisch verhaal.
Hoe komt de wereld op je over als kind; hoe kijk je en kun je dat verdragen. Hierbij denk ik aan reacties van de beide jongens wanneer ze gaan naspelen waar vader zou kunnen zitten ná zijn ontvoering.
Bovendien: kloppen je herinneringen die je als kind hebt wel? Of geef je verkeerde betekenissen.

Het verhaal zit technisch gezien zeer doordacht in elkaar en wat sfeer betreft heel mooi. Je kunt je erin onderdompelen.
Ik moest ook een beetje denken aan de film ‘Slumdog Millionaire’ uit 2008 waarbij een jongeman bij deelname aan een quiz op tv bij elke vraag beeldende associaties krijgt en daardoor het beeld van zijn leven ontstaat.




vrijdag 27 oktober 2017

#Metoo


Even voor de duidelijkheid: ik niet, maar ik geloof zo langzamerhand dat ik een uitzondering ben.
Met dankbaarheid bedenk ik nu dat ik om de één of andere reden daar altijd tegen beschermd ben.
Alle heren die toenadering zochten en ik afwees accepteerden dat. En verder werkte ik in een baan met voornamelijk vrouwen. Dat scheelt.
Toch sta ik geheel achter deze actie. Kom maar naar buiten met al die verhalen. Laat het alsjeblieft aan iedereen horen wat je is overkomen. Misschien dat het dan tot de ander helft der naties doordringt dat het niet normaal is om vrouwen te intimideren en te ge/misbruiken.

Maar laten we het ook even helder hebben waarover we eigenlijk praten want dat wordt in het vuur van de discussies wel eens uit het oog verloren. Het gaat vooral om foute=seksueel getinte handelingen ten gevolge van machtsmisbruik. In alle soorten en maten. Dat vooral, (dus niet altijd!) vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn mag nooit uit het oog worden verloren.
De vraag die ook steeds maar gesteld wordt waarom een slachtoffer er niet eerder meegekomen is, is een verkeerde vraag. Het gaat om zulke intieme dingen, die hang niet aan de grote klok en je hoopt maar steeds dat het zich vanzelf wel oplost en wie zal je geloven?
Terwijl één keer onbeschoft heel duidelijk zijn al veel helpt.
Anderzijds las ik pas van een meisje dat al verschillende keren tijdens uitgaansgelegenheden werd verkracht. Ze deed aangifte en werd uitgelachen. 'Want je weet toch dat mannen zich niet kunnen gedragen en zeker niet met drank op'.
Pffft. Wat een onveilige wereld.

En ik wil zo graag een wereld waarin mijn dochter en mijn kleindochter zich veilig kunnen voelen en zich niet steeds behoeven af te vragen of hun broek te strak zit, hun rokje te kort is of hun decolleté te diep. Dat werkt al die onzekerheid zo in de hand en onzekere mensen zijn te manipuleren. Dat ondermijnt weer hun vertrouwen in de wereld.
Die kleding is niet de reden van verkeerd gedrag. Dat zit toch heus in mannen die denken dat....
Koert van Bekkum vraagt zich af in het RD van 25 oktober: ‘Is een campagne als deze wel het juiste middel om slachtoffers op te roepen met hun verhaal naar buiten te komen? Zien we hierbij in het Westen ook niet de gruwelijke achterkant van een vrijere seksuele moraal?
Deze reactie bevreemd mij zeer. Volgens mij zijn dat twee verschillende dingen. Het staat natuurlijk intelligent om kritiek te leveren. Dat merk ik ook in de praatprogramma’s waar het een hot item is, maar denkt hij nu werkelijk dat dit alleen voorkomt sinds de vrijere seksuele moraal?
Neen mijnheer van Bekkum, dit speelt al eeuwen en speelt zich ook af in landen/ plaatsen met een minder vrije seksuele moraal. Daar zit het alleen nog maar dieper in die doofpot.
Door het feminisme, dat binnen het christelijke wereldje zo’n negatieve connotatie heeft komt het eindelijk naar buiten!
Nu durven vrouwen het eindelijk te benoemen; voelen ze zich bij machte om dat te doen. En terecht!

Ook Ephimenco schrijft schamper in Trouw dat je niets hoort wanneer meisjes door Boko Haram worden verkracht en nu er Hollywooddames (affaire Weinstein) in het spel zijn is de wereld te klein.
Maar de Hollywoodsterren hebben nu eenmaal meer mogelijkheden dan de meiskes van Boko Haram en ik ben blij dat ze die nu gezamenlijk uit de kast trekken.
Misschien komt er een evolutie op gang naar een veiligere wereld voor de zwakkeren, naar minder machtsmisbruik. Met een goed gebruik van macht is niks mis. (om al die Paulusliefhebbers maar even tegemoet te komen)
Maar..... dan moet er ook meer kritisch in films worden geknipt en moeten actrices ook kritischer worden in hun keuze van te spelen rollen en eisen dat dit soort – bijvoorbeeld op de bil klappende - scenes zo min mogelijk voorkomen of alleen in corrigerende zin.

En alle mannen die er zo tegen deze #metoo actie in opstand komen verdenk ik er stiekem van dat ze zich ook bezondigd hebben aan dit grensoverschrijdende gedrag en zichzelf niet wensen te corrigeren.
Terwijl het zo gemakkelijk is om ‘sorry’ te zeggen.
But, ‘sorry seems to be the Hardest Word’.


donderdag 26 oktober 2017

Plato


Maar Socrates was eerder en zonder Socrates was er geen Plato.
Door Plato ben ik er nu achter gekomen waarom ik filosofie toch leuker vind dan theologie. De vrijheid van denken is binnen de filosofie zo aantrekkelijk. Tijdens een studie theologie kwam ik erachter dat je er toch wel van je verwacht werd de juiste antwoorden te geven en je te voegen naar de geldende normen, waarden en inzichten. Bij filosofie gaat het daar helemaal niet om.
Filosofie is nooit gebonden aan belangen, tijd of onderwerp, klanten of opdrachtgever.
Juist afgelopen maandag in Pauw had Franca Treur het daar ook over in verband met haar nieuwste boek: Dat de Refowereld toch wel een benauwende wereld is. Dat het denken wordt bepaald door de kaders die mannelijke gezagsdragers binnen de kerken aangeven.
Dat kan, denk ik heel veilig voelen voor bange en onzekere mensen (en anders zorg je gewoon dat ze dat worden) maar voor nieuwsgierige en ondernemende geesten is dat minder prettig.
Zo zag ik dat tenminste gebeuren in de discussies rond het boek van Gijsbert van den Brink.

Socrates leefde van 470 – 399 BC en in die tijd begint de grootheid van de polis (= stad) Athene. De overwinning van Athene op de Perzische Darius bij Marathon in 490 BC is een grote gangmaker. Niet in het minst door de vondst van zilvermijnen bij Laurion.
Het bewind van Perikles legde de stad geen windeieren en het is voornamelijk onder Perikles dat Socrates opgroeide en waarin Plato (427 – 347 BC) de dialogen laat afspelen.

Bijna duizend jaar lang blijft Athene het middelpunt van het filosofische leven. Alexandrië was het middelpunt van de wis- en natuurkunde.
De democratie ontstond maar werd door de aristocratie toegepast, vooral voor het eigen gewin en ondermijnde het bewind van Perikles. De Peloponnesische oorlog brak uit tussen de polis Athene en de polis Sparta. Op zee was Athene sterker gebleken maar op het land was Sparta sterker en behaalde uiteindelijk de overwinning.

In die tijd leefde ook Protagoras.
Protagoras was een sofist. Tegenwoordig is een sofisme een drogreden maar vroeger was het een filosofische stroming.
Sofisten waren mensen die de retorica beoefenden. Maar dan de retorica om de retorica.
Wat waar of niet waar was, was van minder belang. Handig zijn in discussies, daar ging het om. Daar werden ze ook voor betaald en in deze tijd vraag ik me af of de advocatuur daar niet toe behoort.
In de Theaetetus voert Plato de gesprekken op tussen Theaetetus en Socrates. Daarin speelt Protagoras een rol en staat de vraag naar kennis centraal.
Socrates was er echter altijd op uit om de mens inzicht te verschaffen, niet om hem iets aan te leren. Protagoras was meer pragmatisch ingesteld.
Het blijft wel steeds de vraag of Plato Socrates correct heeft weergegeven of dat Plato zijn eigen ideeën via Socrates te berde brengt.

Plato is ervan overtuigd dat alle kennis, alle ideeën/eidos al in je hoofd zit. Het hoeft er alleen maar uitgehaald te worden. De Ideeënleer.
Kennis is herinneren. Door onderzoekende vragen te stellen gaan mensen zich herinneren en krijgen inzicht. Niet door te dreigen of te slijmen.
En over zijn beroemde ‘grot’ is genoeg te vinden op het WereldWijdeWeb.
Plato stichtte de Atheense Akademeia in 387 BC en dat was de eerste georganiseerde school in Europa. Aristoteles was één van de leerlingen.
Hier nog een plaatje van de buste van Socrates.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.