Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 31 oktober 2016

Willen II

De ontdekking van de innerlijke mens

Het tweede deel van haar boek begint Hannah met een chronologisch volgorde van verschillende denkers die over ‘de wil’ hebben nagedacht.
Paulus, Epictetus en Augustinus.

Paulus komt tot de ontdekking dat de wil om de wet te vervullen juist de wil om te zondigen activeert.
‘De oude wet gebood: gij zult doen; de nieuwe wet gebiedt: gij zult willen.
Deze ervaring van een gebod, dat vrijwillige onderwerping eist, heeft geleid tot de ontdekking van de wil. En de vrijheid, die hieraan inherent is. […] Indien de wil niet de keuze zou hebben om ‘neen’ te zeggen, zou het geen wil meer zijn; en indien er in mij geen tegenwil zou zijn [..] zou ik helemaal geen wil nodig hebben.’
(p 92/ 93)
De wil verhindert zichzelf. Behalve bij Jezus.
Zo is Paulus de eerste die welbewust over het willen heeft geschreven als een mentaal proces.
Het willen activeert weerstand. ‘Ik wil maar ik wil/kan niet’
Het ‘ik nil ‘ van Hannah: In ieder willen zit een ‘willen’ en een ‘niet willen’.

Je zou kunnen besluiten dat hier de christelijke filosofie is begonnen. Paulus heeft een afkeer van de Griekse filosofie die politiek getint is. Politiek in de zin van ‘alles wat zich in het openbaar afspeelt’.
De christelijke filosofie is daar totaal niet op gericht, oftewel á politiek.
Nog een verschil: in de Griekse wereld is de mens sterfelijk en de wereld eeuwig. Bij de christenen is de wereld vergankelijk en de menselijke ziel onsterfelijk.
Maar dat was volgens mij bij Socrates en Plato ook al het geval; die onsterfelijke ziel. Zie verderop.
Bij de Grieken is de tijd cyclisch, in het Christendom is de tijd lineair en gaat op een doel af.
De Griekse filosofie is naar buiten, kosmos gericht; in de Romeinse/christelijke filosofie gaat het om het menselijke geluk en is dus naar binnen gericht.
In de brief aan de Colossenzen (2:8) schrijft Paulus: ‘Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus’
Het is volgens mij deze Griekse filosofie waartegen hij ageert en dat is dus geen reden voor christenen om de hele filosofie links te laten liggen wat naar mijn mening veel te veel gebeurt.
De joods/christelijke filosofie heeft de toenmalige wereld op zijn kop gezet. Fascinerend om eens vanuit zo’n andere, filosofische kant naar Paulus’ ideeën te kijken. Eigenlijk is het ook best vreemd om te beseffen dat ons denkvermogen ook een evolutie kent. Dat onze manier van denken, vroeger niet in de breinen opkwam.
Gevaar is dan ook weer dat we onze gedachten ‘opleggen’ aan de mensen van vroeger. Precies als met het lezen in de Bijbel.
Het vergt inzicht en inlevingsvermogen om al die oude verhalen op waarde te schatten. En die doe je weer op door erover te lezen.
Een vraag tijdens de les was of Socrates niet de gifbeker had kunnen weigeren of Athene had kunnen verlaten. Het was toch duidelijk een wilsbesluit om hem te aanvaarden en te drinken?*
Ik weet niet in hoeverre je in die tijd de doodstraf zou kunnen ontlopen. Had het zin om Athene te verlaten?
Ik heb een deel van de 'Phaedo' van Plato gelezen (uit ‘de dialogen’ deel 1; derde druk van de Aula pockets) en daaruit blijkt dat Socrates het van wijsheid vond getuigen om de ziel los te maken van het lichaam omdat het lichaam eigenlijk altijd in de weg zit om werkelijk te kunnen filosoferen en dat hij er naar uitzag om los van zijn lichaam de zuivere waarheid te kunnen ontdekken. In Hades, het dodenrijk.

Epictetus, een tijdgenoot van Paulus maar Stoïcijn heeft weer andere ideeën.
Voor hem is het levenskunst om je niet ellendig te voelen. Trouwens: dat is ook al ‘naar binnen gericht’. In de filosofische wereld kun je volgens mij niet zo scherp scheidingen aanbrengen als de wetenschappelijke wereld die veel duidelijker is onder te verdelen in periodes naar aanleiding van ontdekkingen. Denkprocessen verglijden veel meer in elkaar over.
Volgens Epictetus ligt de dood als een onontkoombare narigheid te wachten maar dat zijn eigenlijk veel meer indrukken van de angst voor de dood. Die angst, dat bewustzijngegeven, zit in ons brein en dat te erkennen, bewerkt dat het in onze macht kan komen; beheersbaar kan worden. De eerste tekenen van een gevoel voor ‘bewustzijn’.
Wanneer je dit tranendal wilt aanvaarden krijg je er meer macht over. Wanneer je de dood wilt aanvaarden krijg je er macht over.
Zelfbeschikking. Dat waar onze tijd bol van staat. Maar of het uiteindelijk iets uitmaakt? Ik weet dat is er ook mee besmet ben maar mijn Stoïcijnse geest zegt dat het slechts een ‘spelletje’ van de geest is. Een vrucht die er aantrekkelijk uitziet maar niets voorstelt.

Augustinus was een Romeins/christelijk filosoof die in de religie een uitweg zocht uit die filosofische verwarring. De eerste christelijke denker.
In dit boek gaat het – vanzelfsprekend- over zijn besognes met ‘de wil’.
Hij ervaart ook die gespletenheid van de wil en lanceert op basis van de drieenige God, waarnaar de mens immers is geschapen, een filosofisch model: het herinneren, het willen en het weten.
De eenheid tussen deze drie is te danken aan de wil want het geheugen en het verstand zijn contemplatief. Het is de wil die hen laat functioneren en beslist hoe het geheugen en het verstand gebruikt dienen te worden.
Volgens de Hebreeuwse leer is er een persoonlijk God, die uit vrije wil de wereld heeft geschapen en ‘ex nihilo’, uit het niets. De mens, als beeld van God, heeft dan ook een vrije wil.
Dat ben ik wel eens, maar sinds de zondenval, die eerste keer dat de mens bewust verkeerd handelde, is die wil onvrij geworden en loopt het uit op Paulus dilemma: ik wil, maar wil eigenlijk niet. Ik handel vaak verkeerd en kan ook niet anders hoewel ik dat wel zou willen. Pfft complex wel.
Zoals ds van Veluw zegt in zijn boek: ‘Waar komt het kwaad vandaan’: ‘We kunnen constateren dat het mensen niet lukt niet te zondigen/ kwaad te doen, ook al doen ze nog zo hun best.’ (p397)
Augustinus lost het innerlijke conflict op door de wil, die zichzelf een doel stelt, zelf te transformeren tot de liefde. Voor mijn gevoel komt dat een beetje uit de lucht vallen. Ook al bedoelt hij die liefde op een andere manier dan wij dat doen. Bij hem heeft liefde met aandacht en duurzaamheid te maken. Een verbinding van de dimensies van de tijd – verleden en toekomst - in het nu.
Hannah verklaart: ‘Mensen worden niet rechtvaardig door te weten wat rechtvaardigheid is, maar door van de rechtvaardigheid te houden’.
Dat is dan denk ik hetzelfde als wanneer God in de Bijbel zegt dat de wet in ons binnenste moet worden geschreven. We moeten die ‘geest’ ademen; dáárnaar leven en niet naar de letter van de regels en wetten. Wanneer dát zo is heb je geen wil meer nodig en ben je van die verscheurdheid af.
Dan komt het determinisme aan bod. De bewijsvoering hiervan berust op voorgaande oorzaken, ze berust op het verleden. Wanneer je het op de toekomst betrekt loop je vast.
Ja, natuurkundig heeft dat met het onzekerheidsprincipe van Heisenberg te maken.

De fout is volgens Hannah – dus filosofisch gezien - dat degene die extrapoleert zichzelf buiten de sfeer zet waarin de werkelijke gebeurtenissen plaatsvinden en daardoor helemaal geen macht heeft om te handelen. (vita activa)
Om te handelen heb je vrijheid nodig en vind je vrijheid.
De mens is onderdeel van het tijdsproces en kan daar niet uit stappen.
Augustinus ‘introduceert’ een Voorzienigheid die buiten de tijdsorde staat. En rekent af met het cyclisch denken van de Grieken want dat levert niets nieuws op. Er moet een begin zijn; de mens is een nieuw begin, een initium. Elk mens is een nieuw begin.
Een nieuw begin die weet heeft van zijn/haar einde met een wil die zich uitstrekt naar dat einde.
De wil van de mens hangt samen met zijn tijdelijkheid en daarom is hij op de toekomst gericht.
Mmmmm......juist ja. Hierover moet ik echt veel langer nadenken.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene voor mijzelf enigszins in overzichtelijke brokken samen te vatten.
De quotes van Hannah in het plaatje hebben niet noodzakelijke iets te maken met de tekst.


* het concept 'de wil' was onbekend.


donderdag 27 oktober 2016

Retour bagage


De afdeling kleine graven op het kerkhof.
Wij die lang leven lopen deze stil voorbij,
zoals rijken de armenbuurt voorbijlopen.

Hier liggen ze, Zosia, Jacek en Dominik,
vroegtijdig aan de zon, de maan ontnomen,
aan de rondgang van het jaar, de wolken.

In hun retour bagage hebben ze niet veel verzameld.
Flarden van uitzichten,
in een niet al te menigvuldig meervoud.
Een handvol lucht met een vlinder die voorbijvliegt.
Een lepeltje bittere kennis, met de smaak van medicijn.

Kleine ongehoorzaamheden
waarvan er eentje dodelijk was.
Een vrolijke ren de bal achterna, over de weg.
Het geluk van glijden op nog breekbaar ijs.

Hij hier en zij ernaast, en de hele rij:
voor ze bij de deurknop konden komen,
een horloge kapot maken,
hun eerste ruitje breken.

Malgorzatka: vier jaar,
waarvan twee liggend en kijkend naar het plafond.
Rafaël: een maand later zou hij vijf zijn geworden,
en Zuzia: vlak voor de kerstdagen
met hun waas van adem in de vorst.

Maar wat kun je dan zeggen over één dag leven,
één minuut, seconde:
donker, dan een lampflits en weer donker?

KÓSMOS MAKRÓS
CHRÓNOS PARÁDOKOS
alleen het stenen Grieks heeft hiervoor woorden.



Wisława Szymborska (1923 – 2012)


dinsdag 25 oktober 2016

Het boek van de Stad der Vrouwen

Geschreven door Christine de Pisan in 1405. Ja u leest het goed.
Het eerste feministische boek uit de wereldliteratuur en uitgegeven – hoe kan het ook anders – door de Feministische Uitgeverij Sara in 1984.
Christine was als kind, geboren rond 1364 ergens in de buurt van Venetië, een slim meisje en dat werd opgemerkt door haar vader. Hij stimuleerde haar – bij gebrek aan een zoon, die later wel kwam - om verder te leren.
Op vijfjarige leeftijd emigreerde de familie naar Frankrijk. Vader de Pisan had een belangrijke functie aan het Franse hof gekregen.
In 1389 werd zij weduwe, bleef met drie kinderen achter en moest aan de kost zien te komen. Dat deed zij door te schrijven. Tussen 1390 en 1429 verschenen er tien poëtische en elf prozawerken. Voornamelijk over de vrouwen en de politieke thema’s van haar tijd.
Het verhaal dat zij naar aanleiding van al haar vragen over de sekseongelijkheid schrijft, is allegorisch, wat in die tijd heel gewoon was.

Christine heeft zo haar vragen over die ongelijkheid want ze heeft ongetwijfeld gehoord of gelezen over Thomas van Aquino 1225 – 1274 en ik kan me zo voorstellen dat zij daar ook al depressief van geworden is:
“Tenslotte kwam ik tot de conclusie, dat het een verachtelijke daad van God was, toen Hij de vrouw schiep en ik verwonderde mij erover hoe een zo waardige werker er ooit toe overging om een dergelijk slecht werkstuk te maken, daar, zoals deze schrijvers zeggen, de vrouw een vat is, dat als het ware alle kwaad en alle ondeugd in zich bergt.”
Dan krijgt zij drie dames op bezoek met de namen: Rede, Rechtvaardigheid en Recht.... ik moest onwillekeurig denken aan de drie rrr’s waarmee ik opgevoed ben: Reinheid, Rust en Regelmaat. Ach, hebben ze niet allemaal zo hun charmes? /sarcasm

Deze dames zijn een drie-eenheid.
Door middel van een vraag en antwoordspel roepen de drie R-dames Christine op om een stad te bouwen. Een zinnebeeldige stad.
Eerst wordt Christine opgeroepen om haar eigen verstand te gebruiken: “We zijn gekomen om je te troosten, omdat we medelijden hebben met je verwarring, waarin je verkeert en willen je uit je onwetendheid halen, die je eigen verstand zo verblindt, dat je datgene wat je zeker weet, afwijst en geloof hecht aan hetgeen je slechts weet, ziet of kent door een aantal meningen van anderen.”
Zij helpen haar met die bouw en beginnen met de fundamenten.
Die bestaan uit de dappere vrouwen uit de mythen, sagen en legendes.
Het zijn volgens ‘vrouwe Rede’ de vrouwen die niet vies zijn van oorlog voeren en rijken veroveren of te heroveren.
Ze doen voor mannen beslist niet onder.
Er komen er verschillende uit de geschriften van Herodotus en Ovidius. Soms is het niet duidelijk of het feiten zijn of fictie is. Maar dat maakt eigenlijk niet zo uit.
Alhoewel: misschien zijn er verhalen van dames die wel feitelijk waar zijn maar door mannelijke schrijvers naar het land der fabelen zijn verwezen/geschreven. Dat zou heel gemakkelijk kunnen.
Later in het boek vond ik zoiets over Dido, de vrouw die Carthago stichtte.
Op de Nederlandse Wikipagina staat er meteen ‘mythologie’ achter. Op de Engelse site niet.
Volgens Christine schreef Flavius Josephus al over haar.
Eigenaardig.
Wie weet wordt Marie Curie ook nog eens mythologisch......
Wat zou Christine trouwens genieten van de lijst van vrouwelijke Nobelprijswinnaars. Al vind ik het nog wat aan de magere kant.

De muren worden volgens ‘vrouwe Rechtvaardigheid’, gevormd door vrouwen die uitblonken in goedheid, mededogen en zorg. Plus de vrouwen die uitblonken in de wetenschap.
Veel wordt overgenomen – begrijp ik – uit de geschriften van Giovanni Boccaccio, een Italiaans schrijver en dichter. (1313 – 1375) Wat hij schrijft is kennelijk boven alle twijfel verheven.

De bewoners vormen een bonte groep van wijze vrouwen die - naar mijn bescheiden mening – toch weer van alles ondernamen ter eer en meerdere glorie van hun mannen.
Tussendoor worden er vragen van Christine beantwoord. Ook zij vroeg zich al af of het waar was dat vrouwen soms verkracht willen worden. Nee, toen ook al niet. /sarcasm
Of er een verschil is tussen slimheid en wijsheid; ja, het ene komt door leren, het andere is een gave Gods maar alle twee samen is goed.
Of vrouwen zich kleden om te verleiden. Nee, zij houden gewoon van schoonheid en opsmuk.

Wie mogen er nu in de mooiste woningen en de hoogste torens wonen? Dat bepaalt ‘vrouwe Recht’. De hoogste toren is natuurlijk voor ‘de maagd’ Maria. Koningin des Hemels.
De andere mooiste onderkomens zijn voor maagden die hun leven lieten door martelingen vanwege hun geloof.
Zo wordt de stad der vrouwen voltooid en is een schuilplaats en burcht geworden tegen vijanden en aanvallers.

vrijdag 21 oktober 2016

Mammacare


Hij kwam weer binnen en ligt al weer weken op mijn bureau naar me te knipogen. De tweejaarlijkse oproep voor het borstkankeronderzoek.
Dan begint het nog iets intensiever dan anders: Memento Mori.

Zal ik..... Of zal ik niet? De vorige keer heb ik de oproep naast mij neer gelegd. Dat scheelde weer een zootje röntgenstralen.
Het is geen prettig onderzoek en het nut zie ik ook niet zo. Borstkanker zit niet in mijn familie, ik rook niet, ik drink niet overmatig, leef redelijk gezond.
Bij dat onderzoek wordt er zo aan je gesjord en gerommeld, geduwd en platgewalst dat je daardoor misschien wel kanker krijgt.

Maar stel dat..... Wat doe ik dan; wat wil ik dan? Eerst een second opinion. Op zijn minst. En ik wil het zelf kunnen zien, ze moeten het mij aanwijzen en ik wil dat zij mij dan alles uitleggen want ik ben al een tijdje weg uit het verpleegkundige circuit.
Eerst alles op een rijtje, de voor en de nadelen van elke behandeling afwegen want als je eenmaal begint aan dat hele circus ben je nog niet jarig.
Ik weet niet of ik het er voor over heb.
Misschien moet ik het maar gewoon laten gebeuren.

Bij een kennis was het meteen bij het eerste onderzoek, op vijftigjarige leeftijd, raak. Ze voelde zich gewoon gezond en werd door al die behandelingen ontzettend ziek gemaakt.
Ze heeft het overleefd maar dan vraag ik mij stiekem af wát ze heeft overleefd. De ‘kanker’ of die nare behandelingen. En wat doet die gestreste tijd met jou, en met je familie? Is dat al eens gemeten?
Natuurlijk ken ik de cijfertjes maar dat zegt mij niet genoeg. Zevenhonderd vrouwen worden per jaar ‘gered’ vanwege de vroege ontdekking. Maar wanneer ze niet ‘gered’ waren zouden ze mogelijk rustig, ontspannen hebben door geleefd tot zij ‘oud en de dagen zat waren’.
Maar het wordt altijd mooier voorgespiegeld in verband met het lospeuteren van de centjes en het niet willen erkennen dat dingen floppen.

Ik herinner me opeens dat ik ooit met een cliënte met uitgezaaide borstkanker meeging naar het ziekenhuis. Zo’n dagbehandeling waarbij ze via een infuus van alles bij je naar binnen laten lopen. Ik zag bij de verschillende dames in de relaxfauteuils de meest wonderlijke kleurtjes naar binnen sijpelen: pioenrood, kobaltblauw en jadegroen. Een heksenonderonsje van de 21ste eeuw.
Leuk gezicht hoor, maar of dat nou zo gezond is. Die mevrouw is overleden.
Wat hebben we haar aangedaan?

De volgende vragen die aan de orde komen zijn of ik thuis wil blijven en daar sterven of naar een hospice. Zo lang mogelijk thuis maar en het laatste stukje in een hospice om de familie te ontlasten.
En wat wil ik gezongen hebben in de kerkdienst bij de begrafenis. Ik weet het eigenlijk niet. Het eerste vioolconcert van Bruch laten horen zal wel uit den boze zijn.
Zouden ze nog een beetje vriendelijk praten over mij?
Ook de verkeerde vraag. Men moet goed praten van God. Kan dat in zulke situaties? Draag ik die verantwoordelijkheid?
Of zou ik dat dan ook eindelijk eens kunnen loslaten, zelfs dát?
‘Over de doden niets dan goeds’ vind ik een heel vreemde uitdrukking en nergens op slaan.
Waar kom ik ongeveer te liggen op de begraafplaats en wil ik dat? Zou ik kunnen kiezen?
Zoveel vragen nog...


“Binnen twee weken ligt de uitslag bij u in de brievenbus, mevrouw.
Nog een prettige dag verder”


woensdag 19 oktober 2016

Vision


Een film uit 2009 over het leven van Hildgard von Bingen (1098 – 1179).
Een film van Margarethe von Trotta, die ook de film over Hannah Arendt regisseerde. Ook hierin speelt Barbara Sukowa de hoofdrol.

Hildegard wordt als tiende kind geboren uit adellijke ouders. Op haar achtste wordt zij naar een klooster gebracht en onder de hoede van Jutta von Sponheim geplaatst.
Het is een slimme meid en brengt het tot abdis die een eigen vrouwenklooster sticht. Hiervoor moest ze het opnemen tegen een mannenbolwerk. Maar het lukte haar.
Zij was geïnteresseerd in van alles en schreef boeken over haar visioenen, componeerde liederen, en was geïnteresseerd in de geneeskunst door middel van, wat je nu een holistische benadering zou noemen.
Over de film valt nog veel meer te zeggen maar de aanleiding om hem te bekijken vind ik eigenlijk boeiender.
Tijdens een gesprek met een vriendin kwamen we namelijk tot de conclusie dat in onze protestantse wereld; van ná de reformatie er wel erg weinig vrouwen zijn die vanuit hun geloof bekend geworden zijn. We kwamen echt niet verder dan wat Rooms Katholieke dames zoals Hildegard von Bingen (1098 -1179), Theresa van Avila (1515 – 1582), Theresa van Lisieux (1873 – 1879) en later schoot mij Christine de Pisan (1364 – 1430) nog te binnen.

We kregen als twee 50 plussers acuut een pijnlijk gebrek aan rolmodellen.
Vanuit mijn geboortedorp kan ik mij ook niemand herinneren op wie ik had willen lijken of aan wie ik mij kon optrekken. Pas in mijn huidige kerkelijke gemeente zag ik, toen ik er voor het eerst kwam, moderne, goed geklede en intelligent uitziende vrouwen mét kinderen. Dat kon dus alvast.
Maar echte rolmodellen.......nee, die zag ik bij nader inzien niet binnen mijn kerk.
In de studie ‘Sekse als antwoord’ (1997) geeft Maarten Verkerk aan dat de reformatie niet echt heeft bijgedragen tot verbetering van de positie van de vrouw. Ondanks het feit dat toch ook de vrouw geroepen is tot profeet, priester en koning.
In de praktijk leek het meer op huishoudster, minnares en nanny tot ver in de zeventiger, tachtiger jaren.
En nu hóór ik de reactie al: als huisvrouw moet je je ook priesterlijk en profetische gedragen ....bla... bla...
Toen kwam gelukkig mw. Grabijn van Putten en is het één en ander heel langzaam veranderd. Nee, zij heeft geen eigen Wikipagina.
Maar ook zij hield zich meer bezig met de politiek.
Net als de vrouwen-theologen van de feministische theologie. Dorothee Sölle is een voorbeeld.
Ook al schreef zij mooie dingen, – ik las ooit ‘Mystiek van de dood’ en ‘Leren vliegen’ - ze stond in haar denken te ver van mij af.

Bij nog weer nadenken: Manuela Kalsky is misschien een optie maar haar ken ik nog te weinig.
Toch maar weer terugvallen op die Rooms Katholieke dames? Dankzij hun heiligverklaring verdwijnen zij tenminste niet in de vergetelheid zoals bijvoorbeeld Tonneke Bijker en Marleen Ramakers.
Dat misplaatste masculiene denken binnen onze religie is er gewoon de oorzaak van dat we geen vrouwelijke rolmodellen hebben!


Tsja, dan is het nu de tijd om zelf maar een poging te wagen om rolmodel te zijn.
Wat een verantwoordelijkheid! Bestaat er een cursusje voor?



maandag 17 oktober 2016

Mission Accomplished?


Wanneer ik mij eenzaam ga voelen (wat ik mij niet kan voorstellen maar stel even dat..) omdat ik niet meer zo flexibel ben en omdat ik ‘zo nodig’ in mijn eigen huis wil blijven wonen en daardoor allerlei dure kwalen ga ontwikkelen dan krijg ik de morele overtuiging (al dan niet opgedrongen) dat mijn leven onderhand wel voltooid is en vraag ik geheel vrijwillig een pilletje of spuitje...die mogelijkheden gaan waarschijnlijk wat gemakkelijker komen.

Den Haag wil ik natuurlijk niet opzadelen met dure zorg en mijn kinderen niet met het opsouperen van de erfenis.
(Maximale eigen bijdrage verpleegtehuis 2300,00 eurootjes per maand!) Daarom neem ik zelf maatregelen en vergeet mij ondertussen af te melden in het donorregister zodat de bruikbare delen van mijn lichaam gedoneerd kunnen worden.
Wat worden er dan toch veel problemen in één klap opgelost!

Waarom bekruipt mij nu een ongemakkelijk gevoel?



zaterdag 15 oktober 2016

Clinton/ Trump


Met een half oog en oor volg ik de presidentsverkiezingen in Amerika. Een beetje half want ik vind het een grote, geldverslindende - en met modder gooiende poppenkast.
Vanaf het begin ben ik echter wel voor Hillary Clinton geweest.
Voornamelijk omdat zij al jarenlang ervaring heeft en het klappen van de zweep kent van binnenuit en ook een beetje omdat zij een redelijke, koele, zakelijke vrouw is. Ik heb ‘haar’ verhaal gelezen. (‘Mijn verhaal’: uitgegeven in 2003)
Plus dat ik in de verste verten niet begrijp waarom iemand op Trump zou stemmen.
Is er een grotere blaaskaak te vinden op dit ondermaanse? Ik wil zijn foto niet eens op mijn blogje hebben.
Na de vele aantijgingen aan zijn adres de afgelopen dagen lijkt het mij logisch dat zijn achterban zich ook eindelijk eens achter de oren gaat krabben.
Hoe heeft hij in hemelsnaam ooit zover kunnen komen? Welke onderbuik gevoelens bespeelde hij zo doeltreffend? Ik begrijp er niets van.
De geweldige speech van Michelle Obama maakt het (hem) op een geweldige manier geheel af. Zij bezit aan emoties wat Hillary tekort komt.

Wat gaat er gebeuren met de Republikeinse partij zo kort voor de verkiezingen.....

Wat is de wereld trouwens anders dan een groot schouwtoneel, waarin ieder, onder het masker van een ander optreedt en zijn aangenomen rol speelt, totdat de grote Regisseur hem van het toneel laat verdwijnen.
Erasmus (1469 – 1536) in ‘de Lof der Zotheid’






maandag 10 oktober 2016

Willen I


Na de colleges filosofie over Hannah Arendt en haar eerste deel van de trilogie ‘The Life of the Mind’ over het ‘Denken’ heb ik mij ingeschreven voor het vervolg en haar tweede boek over ‘Willen’. Helaas ook het laatste boek van haar; ze stierf voordat ze het boek ‘Oordelen’ kon schrijven.
Samenvattingen van de eerdere colleges zijn te vinden onder 'Hannah Arendt de studie I, II, III en Slot'.
Beide boeken zijn geschreven in 1971 en dit boek is vertaald en uitgegeven in 2014.
Even kijken of ik die eerdere colleges en boek kort kan samenvatten:
Heel kort: een pleidooi om echt te denken. Het terugtrekken uit de wereld om te denken is enorm belangrijk en we moeten dat vooral blijven doen en vragen blijven stellen om het publieke domein open te houden.

Iets langer:
Denken lijkt in deze tijd te maken te hebben met wéten, met kennis verzamelen terwijl het voor Hannah een manier is tot contemplatie, om tot zingeving te komen en om grip te krijgen op de wereld zoals deze zich aan ons voor doet. Niet noodzakelijk een zoektocht naar waarheid (kennis). Daarin is zij beïnvloed door Kant.
Wanneer je echt denkt ben je even uit de tijd, uit de werkelijkheid en in de eenzaamheid. Door de woorden te gebruiken die wereld ons aanreikt – een mentale activiteit - overbruggen we de vervreemding waarin we worden geboren en voeren we geluidloze dialogen in onszelf.
Niet denken of gedachtenloosheid is voor Hannah een kwaad dat op de loer ligt in onze tijd van ongelimiteerde vooruitgang en globalisering. Het pluralisme, de veelkleurigheid, dreigt te verdwijnen en totalitarisme ligt op de loer.

Eerste deel: De filosofen en de wil.

Haar boeken zijn een kritiek op de ‘moderne tijd’, een tijd die bol staat van gelijkschakeling en globalisering en waarbij de pluraliteit, de veelkleurigheid waar Hannah voorstander van is, in het gedrang komt.
De overeenkomst tussen ‘willen’ en ‘denken’ is dat ze beiden datgene wat in de tijd afwezig is, aanwezig kunnen stellen.
Het grote verschil tussen ‘denken’ en ‘willen’ is dat ‘denken’ (vooral) te maken heeft met het verleden terwijl het ‘willen’ zich uitstrekt naar de toekomst. Ook het willen trekt zich, net als het denken terug uit het heden maar kan niet achteruit willen. Dat geeft spanning want het verleden is afgesloten en de toekomst ligt open.
Het denken en willen vormen de menselijke geest; een pluraliteit, want deze twee kunnen niet gelijkgeschakeld worden. Ze botsen in de tijd.

Hannah gaat de ‘wil’ analyseren in een historisch perspectief, net zoals ze in haar boek ‘Denken’ deed met het denken door de eeuwen heen.
De oude Grieken leggen de klemtoon op het denken; dat wat geweest is, wat is en altijd zal zijn. De voltooid verleden tijd. Er is dan geen vooruitgang.
Je speelt je levensrol zo goed mogelijk and that’s it.
In het moderne denken is het willen belangrijker, het uitstrekken naar de toekomst. Die bewustwording met de problemen die daarbij horen is voor het eerst bewust beschreven door Paulus in de Romeinenbrief. Komt in een volgens hoofdstuk aan de orde.
De middeleeuwse filosofie was erop gericht om het Christelijke denken te verzoenen met het Griekse denken. De scholastiek?
We zullen het horen want Thomas van Aquino en Duns Scotus komen ook nog aan de orde.

In de inleidende hoofdstukken komen meerdere filosofen aan de orde en aan het einde daarvan bespreekt Hannah de filosoof Hegel.
Hegel probeert de spanning tussen het willende en het denkende ego op te lossen door het verleden te verinnerlijken. Daardoor komt er een verzoening tot stand tussen de geest (het goddelijke) en de wereld met de menselijke aangelegenheden. (p61)
Alles wordt opgezogen en van betekenis voorzien om zich daarna uit te strekken naar een doel.
Daarin neem je natuurlijk allemaal je eigen verleden mee.

Door de Franse revolutie heeft de mens voor het eerst geleerd om niet (meer) op god(en) te vertrouwen maar zijn eigen denken als fundament te ontdekken. Terugkijkend neemt Hegel de geschiedenis van de mensheid dan ook serieuzer dan iemand voor hem heeft gedaan.
(Zit ik mij af te vragen of theologen als Kuitert beïnvloed zijn door Hegel met de idee: ‘al het spreken over boven komt van beneden’….. mmmm het is ook de tijdgeest denk ik, maar ja, die wordt ook weer mede bepaald door wat filosofen denken en schrijven.)
In ieder geval is Hannah het niet met hem eens. Volgens haar volgt Hegel een cyclisch tijdsconcept (these- antithese – synthese) terwijl je om in vooruitgang te kunnen denken je een rechtlijnige tijd nodig hebt.
Dat lost Hegel weer op door een ‘wereldgeest’ te postuleren die rechtlijnig stuwt. Onder wereldgeest verstaat hij dat wat alle mensen samen uiten. Dat is meteen ook zijn zwakke plek volgens Hannah.

Ik beweer dit wel allemaal maar wanneer ik op het internet of in mijn boeken naar de filosofie van Hegel zoek wordt er overal iets anders beweerd. Kennelijk is het een lastig te volgen heerschap. Bertrand Russell vindt hem zelfs het moeilijkste te volgen van alle filosofen. (p 656 in ‘Geschiedenis der Westerse filosofie’. Een vierde druk uit 1975. Ja, ooit voor een euro tijdens een boekenmarkt opgevist)

Ik ga nu ook nog meer ontdekken dat het spreken over de ‘vrije wil’ meer preciezer moet worden.
Er is een willende wil en een wensende wil. Bij de vrije wil discussies gaat het om de willende wil.
Van buiten gezien hebben mensen inderdaad een vrije wil om de één of de ander keus te maken.
Je kunt gaan kiezen om niet te gaan wandelen of om dat wel te doen zoals Hannah beschrijft. Zij is voorstander. Maar Hannah, wanneer je bijvoorbeeld net een artikel hebt gelezen over het feit dat wandelen zo gezond is dan zal de keuze om te gaan wandelen wellicht anders uit vallen dan wanneer je dat artikel niet zou hebben gelezen.
Van binnenuit wordt je keus bepaalt door jouw eigen - wat Hegel noemt - verinnerlijkte geschiedenis. Maar dan kom ik toch weer uit op die specifieke eigen wil die relatief vrij is.
Mijn idee is best wel goed.
Tot nu toe.

Wordt vervolgd.

Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat dhr. Lagendijk allemaal vertelt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene voor mijzelf enigszins in overzichtelijke brokken samen te vatten.

dinsdag 4 oktober 2016

Rosj Hasjana


Het was gisteren en vandaag Joods nieuwjaar. We zijn aanbeland in het jaar 5777 volgens de Joodse kalender.

Het begrip 'Rosj Hasjana' komen we tegen in Ezechiel 40:1
Het luidt een periode van tien dagen in die eindigen in Jom Kipoer, de grote verzoendag.
Het behoort tot de 'hoge feesten'

De opdracht zelf staat in Leviticus 23: 24 – 32.
Het jaar 5777 wordt bepaald door het terugrekenen tot het punt waarop volgens de Joden de schepping plaatsvond. Dat zou in 3761 voor Christus (BC schrijf ik meestal) zijn geweest. (3761 + 2016= 5777)
Hoe zeer dit letterlijk te nemen is, blijft vaag. De Anglicaanse geestelijke James Usher (1581 – 1656) kwam bij letterlijke lezen en rekenen uit op een schepping 4004 BC. En anderen op nog weer andere jaren.
Volgens mij scheidde God in die een deel van de aarde af, zette Adam en Eva in dat gebied met de opdracht om daar te heersen en startte zo binnen de algemene wereldgeschiedenis de heilsgeschiedenis.


In mijn dorp hoorde ik geen ramshoorn of sjofar blazen; slechts het testen van de sirenes.




zaterdag 1 oktober 2016

Peacock


Een film uit 2010, met Cillian Murphy, Ellen Page en Susan Sarandon in de hoofdrollen.
Een drama of thriller, de moviesites zijn er zelf niet uit.
Voor mij is het een drama met een thrillerspanningsboog. Voortdurend verwacht je dat er lijken uit de kast komen rollen; maar niets van dat al.

John Skillpa is een introverte jongeman, een bankbediende in het stadje Peacock in Nebraska in de jaren vijftig.
Zijn moeder is nog niet zolang geleden overleden en hij moet het nu zelf zien te redden.
Dat valt niet mee. Hij lijkt een intense band te hebben gehad met zijn moeder maar allengs wordt het duidelijk dat ze niet zo’n lieverdje was en John draagt daarvan de gevolgen.
De schok van haar overlijden komt hij niet echt te boven. Op de dag dat zijn moeder sterft doet Emma namelijk haar intrede.
Dat maakt dat hij de hele film in gevecht is met zichzelf. Want tussendoor maken een trein die in zijn achtertuin belandt en een vriendin met haar zoontje, dat van hem blijkt te zijn, plus de burgemeestersvrouw het hem wel moeilijk.

Je voelt voortdurend de spanning in de keuze die hij wil/moet maken. Of toch niet?
Blijft hij bij het oude dan blijft hij degene die hij is, maakt hij een andere keus dan lijkt zijn leven vrijer en vrolijker te worden.
Hij wéét wat de beste keus is en maakt hem koelbloedig.
Maar wat hij niet beseft, en wie doet dat wel, is dat hij de genen van zijn – in dit geval – moeder heeft.
Hij gaat ook beseffen dat het beter is wanneer zijn zoontje niet in zijn nabijheid opgroeit.
Aan het einde van de film is hij in zijn moeders rol vervallen. Een rol die hij verafschuwt. John wint het toch van Emma.

Cillian Murphy speelt een prachtige dubbelrol.
Het lijkt allemaal wat abracadabra maar wanneer je de film ziet vallen al deze puzzelstukjes op hun plaats.