Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 31 maart 2015

Vader


vader kocht ooit
een verzameld werk
een bundel gedichten
van degelijk merk

bij wat hij mooi vond
zette hij strepen
een enkele keer
een uitroepteken

bij tijd en wijle
herlees ik die
zeer summiere
biografie

in een code
van strepen en stippen
steeg het water
hem naar de lippen

Willem Wilmink (1936 –2003)

In een kringloopwinkel vond ik een gedichtenbundel (voor 1 euro) met dit gedicht erin.
Het sprak mij aan omdat ik ook in mijn eigen boeken kras en streep wat ik mooi, ontroerend of belangrijk vind om snel terug te vinden.
Uit het boek van Willem Jan Otten: ‘Waarom komt u ons hinderen’ begreep ik dat zijn moeder dat ook deed.
We hadden er samen lol om op de dag van de onthulling van onze kunstwerken toen ik hem dat bewuste boek – wat ook vol staat met strepen - liet signeren.
Ik hoop alleen dat de laatste strofe mij bespaart blijft.

maandag 30 maart 2015

Wetenschap en geloof 1


Het laait weer op, we gaan het weer hebben over schepping en/of evolutie. Ds. A.J. Mensink heeft naar aanleiding van een artikel in ‘Kontekstueel’ door prof. dr. G. van den Brink de knuppel in het hoenderhok gegooid met een tegenartikel in 'de Waarheidsvriend'
waarop Koert van Bekkum op het theologenblog van het RD reageerde.

Koert tipt iets aan wat mij in de Waarheidsvriend ook opviel:
Ds. Mensink wil een gespreksmodel, maar gooit eigenlijk de deur al dicht door de opmerking dat de ingeslagen weg van van den Brink ‘onbegaanbaar maar ook ontoegankelijk‘ te noemen is.
Dat moet ik toch nog eens aan hem vragen; of hij zich hiervan is bewust en dat zo heeft bedoeld.
Op zichzelf ben ik blij dat hij het (weer) aankaart. De vragen die hij stelt leven bij heel veel mensen en moeten doordacht worden.

Persoonlijk vind ik het heel belangrijk dat er geen kloof is of ontstaat tussen wetenschap en religie. Sommigen doen erg hun best om dat te bewerkstelligen; m.n. diehard atheïsten en religieuze fundamentalisten. Atheïsten omdat ze het geloof willen ondermijnen en veel religieuzen omdat ze bang zijn voor één of ander hellend vlak.
Als gelovigen moeten we dat niet willen; angst is een slechte raadgever.
Is het de angst om het geloof te verliezen? Daar geloof ik niet in. Geloof is van God gegeven en dat neemt Hij niet zomaar van je af. In de ware liefde is geen vrees, dat staat in de ontroerend mooie, eerste brief van Johannes. Een ieder onderzoeke zichzelf.

Zoals in dit blogberichtje al aangegeven: waarom zou een niet letterlijke lezing van de eerste hoofdstukken het gezag van de Bijbel aantasten? Ik begrijp dat nog steeds niet. Het gezag van de Bijbel wordt niet aangetast maar wel het gezag van bepaalde interpretaties.
Iets meen ik wel te begrijpen van de reactie van ds. Mensink: zoals het in verschillende berichten beschreven staat lijkt het alsof van den Brink coûte que coûte de Bijbel wil aanpassen aan het wetenschappelijke model. (Ik heb het ‘Kontekstueel artikel’ nog niet gelezen)
Dat lijkt mij geen goed uitgangspunt.
Waarom zou je twee verschillende ‘ondernemingen’ aan elkaar willen aanpassen?
Laat ze ieder in hun eigen waarde. Niet tegenover elkaar maar in elkaars verlengde.

Laten we daarom de discussie voor zover mogelijk filosofisch/ theologisch houden (en dus ook het creationistische 'wetenschapsmodel' buiten beschouwing laten) : waarom zouden we dit gedeelte van de Bijbel letterlijk moeten lezen.
Dan kan iedereen die niet vegeteert op zijn/haar onderbuik gevoel en met een beetje denkvermogen eraan meedoen. Niet om het geloof in het irrationele te trekken; er blijven uitstekende redelijke argumenten waarom God is, maar in een poging om de discussie zuiverder te houden.
In mijn ogen is dat bijvoorbeeld: ‘Ieder gevolg heeft een oorzaak, zo heeft het eerste gevolg - ‘Big-Bang’- een oorzaak.’


Er staat nergens in de Bijbel: Gij zult de eerste hoofdstukken van Genesis letterlijk lezen.
Dus blijft het, op welke manier je ook leest, een interpretatie.
Wie bepaalt welke interpretatie de juiste is en waarom? Voor mij staan ze op hetzelfde ‘level’.
Dan komt vaak de opmerking waar ik niet zo goed raad mee weet: ‘de Heilige Schrift is haar eigen uitlegster’.
Zo’n opmerking doet heel ‘cirkelredeneerderig’ aan.
Ik neem aan dat je door schrift met schrift te vergelijken de waarheid boven tafel moet kunnen krijgen. Maar om welke waarheid gaat het dan?
De geloofswaarheid? Dan ben ik het er mee eens.
Niet de natuurkundige/ biologische/ paleontologische/ geologische/ wiskundige enz. waarheid want daar zijn die andere 'takken van sport' voor.
Wanneer ik mij vergis en er niet de waarheid mee bedoeld wordt, wat dan wel?
Ik volg het debat met belangstelling.

31-03
Inmiddels heb ik het artikel van van den Brink ook gelezen en heb daar toch een wat genuanceerder beeld van gekregen. Hij is niet bezig om koste wat kost de Bijbel met de wetenschap te verenigingen. Hij geeft een pleidooi waarom je niet hoeft te kiezen tussen geloof óf wetenschap. Daar ben ik het dan ook mee eens.
De Bijbel hoeft niet te worden aangepast aan de wetenschap; ons beeld van de bijbel moet worden aangepast.

Veel aandacht krijgt de zondeval. “Het idee van een algehele kosmische ineenstorting vanwege de zondeval, is naar mijn mening bijbels-theologisch niet houdbaar.”
Dat sprak mij aan omdat ik ook dat idee al had. Herbivoren zijn met - het moment van - de zondenval niet opeens veranderd in carnivoren met een heel ander spijsverteringskanaal, om maar een voorbeeld te noemen.
Dat er echter een ‘zondenval’ is geweest; daarvoor hoef je maar om je heen te kijken.

Met één ding ben ik het niet helemaal eens: ‘Het beelddrager zijn zit overigens vooral in het vermogen om relaties aan te gaan, niet zozeer in het verstand en dergelijke.’
Dat vraag ik mij af. Bonobo’s, olifanten, zwanen en dolfijnen gaan ook relaties aan. Soms voor het leven.
Beelddrager zijn zit ’m volgens mij meer in het Goddelijke besef waarmee een bepaald mensenpaar werd ingeblazen.
Gen 2: 7.


gerelateerd aan:
Geloof en Wetenschap 1
Geloof en Wetenschap 2
Christelijk geloof / Evolutietheorie
en een beetje aan ter Lindenbladzijde






donderdag 26 maart 2015

Overspel


Geschreven door Paulo Coelho in 2014.
Eerder las ik van hem de Alchemist, de Zahir en ‘Als een rivier’ (een verhalenbundel).
Hij schrijft mooie verhalen met een filosofische/ spirituele inslag. Zo ook dit boek.
Het is een ode aan de liefde, zo zou ik het toch wel willen samenvatten.

…..spoileralert……

Ondanks dat het boek veel over Eros gaat overwint de Agapè.
Linda is een 31 jarige journaliste van een gerenommeerde krant in Genève. Ze heeft alles: een liefhebbende echtgenoot, twee kinderen, een leuke baan en genoeg geld.
‘Niets meer te wensen en toch niet gelukkig’ Ach, wie herkent dat niet? Hebben we niet allemaal een verlangen naar heelheid en volmaaktheid en een snellere aaneenschakeling van gelukkige momenten en zit hier niet in hoe we ons o.a. op Facebook opstellen?:

" We laten alleen de roos zien die iedere ochtend weer opengaat,
maar de stengel vol stekels die ons tot bloedens toe verwondt,
houden we verborgen ".


Tijdens een interview wordt ze getriggerd door een opmerking dat het in het leven niet om geluk gaat maar om passie.
Dat blijft bij haar haken en ze gaat op zoek.
Wel, de titel van het boek zegt al genoeg.

Ik vind het knap van Coelho dat hij zich verplaatst in de belevingswereld van een jonge vrouw van 31 jaar maar naar mijn idee laat hij hier en daar wel een steekje vallen wat ten koste gaat van de/ misschien mijn realiteit.
Zijn filosofieën zijn altijd mooi en in dit boek deed de psychologie van een zich schuldig voelend persoon mij even denken aan ‘Misdaad en straf’ van Dostojewski.

De moeite die ik heb met dit boek (als provinciaaltje) is dat de seks lijkt op die van perverse konijntjes. Nu weet ik daar ook niet zo veel van eerlijk gezegd, maar het had allemaal wel iets subtieler gemogen. Ik snap wel dat het boek zo lekker verkoopt - een boek zonder seks verkoopt niet, hoorde ik eens een schrijfster zeggen – maar of de manier van spreken erover in dit boek nu te maken heeft met realiteitszin of dat de wens de vader van de gedachte is, weet ik niet.
Wanneer grote literatoren zoals Coelho niet meer vriendelijk, teder en charmant over seks schrijven, wie doen het dan nog wel?
Het is toch niet altijd alleen maar platte lust? Juist vrouwen hebben een emotionele band nodig en als die ontbreekt wordt het plichtmatig.
Nog een punt voor mij: waarom koppelt Coelho de passie aan seks? Er zijn zoveel dingen te bedenken die mensen gepassioneerd kunnen maken. Toch weer die verkoopcijfers?

Al met al vond ik het een zeer lezenswaardig boek wat nog wel even blijft hangen.

woensdag 25 maart 2015

De Leek en de Poëzie


Die leek ben ik en ik hou van poëzie.
Voor mij is poëzie o.a. samengebalde emotie.
Maar het is ook een soort overgangsvorm tussen muziek en proza. Dat vind ik. Daarom ‘moet’ het zingen, er ‘moet’ een cadans in zitten. Behalve als het boze emotie is, dan hoeft het niet. Dan mag het rauw, kort en heftig de emotie weerspiegelen.
Waarom vind ik moderne gedichten dan soms niets?

Een paar weken geleden ging de aflevering van George Gently ook over poëzie en de schrijvers daarvan. Zijn hulp, John Bacchus, waar ik af en toe kromme tenen van krijg had ook zo zijn oordeel klaar: ‘het rijmt niet eens’.
Moet het rijmen dan? Nee dat hoeft niet perse als die cadans er maar is; die ‘drie- of vierkwartsmaat’ of anderszins.

Voor de gein heb ik een paar moderne gedichten eens gewoon achter elkaar gezet als proza. Het werd nog mooier.
Soms nodigt een zin inderdaad uit om verder te lezen op de volgende regel maar vaak houdt het - in mijn ogen - nodeloos op.
Bij mij, wanneer ik lees, lijkt er een fractie van een seconde te zitten tussen het overgaan van de ene naar de andere regel. Dat kan dan weloverwogen gebruikt worden, de zinnen echter afbreken op verkeerde momenten is dan niet slim, ook al zijn de zinnen mooi, de woordkeus zinderend en diepzinnig.
Een gedicht moet niet stotterend lezen, maar vloeiend verlopen, zingen, verglijden.

Nu heb ik in mijn leven wel ontdekt dat ik, in tegenstelling tot veel anderen mensen, een sterk ontwikkeld ritmegevoel heb. Zou daar mijn knoop kunnen zitten met veel eigentijdse poëzie?
Vroeger hield men zich aan strofen en een metrum. Nu hoeft dat niet meer. Maar wanneer een poëet denkt dat hij/zij ritmegevoelig is maar het eigenlijk niet is....
Dan krijg je van die kromme-tenen-gedichten-die-net-niet-kloppen.
Het gedicht van Ingmar Heytze rijmt van geen kant en toch vind ik het aangenaam om te lezen.

Echt volledig duidelijk krijg ik het voor mezelf (nog) niet.
Ik werk eraan.

dinsdag 24 maart 2015

De zomer hou je ook niet tegen


Het gratis boekenweekgeschenk van 2015, geschreven door Dimitri Verhulst
Hij heeft verschillende prijzen gekregen en ik vraag mij af waarom.
Op zichzelf is het onderwerp wel aardig: een man die zijn zeer verstandelijk en lichamelijk gehandicapte pleegzoon ontvoert uit een inrichting. Voor zijn zestiende verjaardag wil Pierre het verhaal van zijn moeder, waar Pierre verliefd op is/was aan hem vertellen op een plaats met veel herinneringen.
Hij spreekt zijn pleegzoon aan met namen van grote componisten. Blèèh dat kwam behoorlijk gekunsteld over.
Nog akeliger is het spreken van Pierre over zo’n gehandicapte. Zo praat je nog niet over een hond.

Het verhaal is voornamelijk vanuit het perspectief van deze Pierre geschreven maar soms verspringt het hinderlijk naar een verteller.
Verder vond ik de schrijfwijze niet prettig; af en toe had ik het idee dat ik in het Groot Dictee der Nederlandse Taal was beland. Verhulst gebruikt zijn synoniemenwoordenboek iets te gretig naar mijn smaak.
Soms kloppen de zinnen niet. ‘Eens de eenden luidruchtig hadden gegeten, slofte hij naar de cafetaria…..’ p10.
En soms de feiten, tenminste ik geloof niet dat achttien jaar geleden je al kaartjes kon bestellen via internet (p57)en het mobiele telefoon- en email verkeer al zo populair waren zoals het uit dit schrijfsel lijkt te zijn. (het boek is geschreven in 2014/2015, de jongen is zestien en dit gaat over iets dat ruim voor zijn geboorte plaatsvond) Ik kan het mis hebben maar het kwam ongeloofwaardig over.
De diepgang is die van een sterrekerszaadje of ik ben niet gevoelig voor zijn diepgang.
Waanzin ja, maar wie van de twee?

Nee, ik ben niet verder geïnteresseerd in schrijfsels van deze man.

maandag 23 maart 2015

Vitamine D


Kom ik terug van een weekje vitamine D absorptie op Fuerteventura, lees ik in de krant dat er zoveel mensen
een vitamine D tekort hebben. Ja, tot die conclusie was ik al langer geleden gekomen.

Vervolgens hoor ik op de radio een reclameboodschap over datzelfde vitamine D tekort met het advies om
naar ‘uw apotheek’ te gaan!!!
Je blijft je verbazen in deze wereld.
Duidelijk een commercial gesponsord door de farmaceutische industrie.

Mensen die dit lezen……ga gewoon regelmatig lekker (gratis) in de zon zitten zonder dat gesmeer met allerlei 'factoren'. Begin langzaam in het lentezonnetje en voer het op. Dan verbrand je niet, je voelt je een stuk lekkerder in je vel zitten en dat straalt uit op je hele omgeving want een gebrek aan vitamine D maakt meer kapot dan je lief is.

Net voorbij de rede


Geschreven door Herman M. van Praag eind 2014. Het is het tweede paneel van een geschreven tweeluik. Het eerste staat hier .
In dit tweede deel beschrijft hij de positieve verwikkelingen op het grensgebied van vernuft en verbeelding na de negatieve in het vorige boek. Ik geloof dat ik nu ook dat laatste vijfde hoofdstuk uit het vorige boek beter kan plaatsen.
‘Er zijn ervaringen, gedachten, behoeften waar de rede geen raad mee weet. Zo kan de gedachte postvatten dat er meer is dan met zintuigen kan worden waargenomen. [..] ik creëer denkbeelden die me in staat stellen ook deze fenomenen een plaats te geven in mijn leven. Het begrip ‘God' is zo’n denk-beeld ’

Aan het einde van het boek, vóór een interview schrijft hij: ‘Is het Godsbeeld niet een creatie van de menselijke geest? In eerste instantie denk ik: ja, het is een magistrale creatie van de mens. In de tweede instantie houd ik een alternatieve mogelijkheid open, namelijk dat het Godsbeeld een buitenmenselijke realiteit weerspiegelt, die voor menselijke waarneming gesloten blijft. Als kritisch wetenschapper ben ik bereid die optie open te houden. Weten zullen we het vermoedelijk nooit, en gelukkig maar. Laat het (in godsnaam) een mysterie blijven.'

Hij schrijft als tijdgenoot van verschillende Joodse geschiedenissen die wij uit de Bijbel kennen.
Hij duikt in die geschiedenissen als meelever van de Rechters Samuel in verhouding met Saul, van Simson en van Jezus.
Hij heeft daarover zo zijn vragen, vaak dezelfde als ik, en gaat daarover in gesprek met God en zoekt de mogelijke antwoorden in de Bijbel. Dat blijft mij aanspreken en stimuleren in mijn eigen zoektochten. God, zoals de Joden Hem zien is niet zo in beton gegoten als het beeld van de refo-God. Het is God met een mogelijk evoluerende visie op de wereld. (p 65)
Ik noem dat voortgaande openbaring.
Zijn Joodse visie op Jezus verschilt dan nogal van de mijne al heeft hij zeker goede argumenten om aan hem als Messias te twijfelen. Mmmm ,nee....af te wijzen.
Jezus was een activist die veel vragen opriep maar geen antwoorden gaf. ‘Waarom heeft Jezus toen hij voor de laatste maal in Jeruzalem aankwam geen leerschool opgericht, in plaats van onrust te zaaien? Dan had hij zijn inzichten kunnen toelichten en ter discussie kunnen stellen’

Verder kon Jezus geen mensenoffer zijn om onze schuld te delgen want dat is streng verboden. (Jer 7:31) Daarom ‘moesten’ wij hem Goddelijk gezag toekennen wat van Praag dan weer betreurt. (p 197)
De vraag van van Praag of Jezus worstelde met twee identiteiten (p 187) is voor mij dan ook geen vraag.
Er valt nog zo verschrikkelijk veel over te zeggen en vooral na te denken.

Een paar vragen waar ik mee blijf zitten:
Hoe zit het met de sheol, de plaats waar de zielen van doden verblijven terwijl in het jodendom de mens een ziel is. (p179)
Het Convenant van de Sinaï kwam toch (gedeeltelijk) bij Hammurabi vandaan? Van Praag negeert dat.
Nog een kleinigheidje: Gideon bleef met driehonderd man over i.p.v. vierhonderd. (p 48) Richteren 7:8
Maar hier gaat het boek niet om: het gaat om leren, morele verantwoordelijkheid, ethiek en de kracht in een volk/mens die aangesproken dient te worden om van deze wereld een betere plek te maken. Dat je leven zoveel rijker is wanneer je gelooft in een metafysische werkelijkheid, in een hogere Macht. Dat doet hij vanuit het judaïsme en op een stimulerende manier.

PS:
Volgens van Praag vierde Jezus de Sederavond een avond te vroeg. Dat had ik ook ontdekt
Dat voelt dan weer als een bevestiging dat ik niet gek ben. *grinnik*


donderdag 12 maart 2015

Lezen II


In deze boeken week, waar ik eigenlijk niet zoveel mee heb, nog een gedicht wat over lezen en de rijkdom daarvan gaat.
(En ja, soms lees je je een indigestie):

Het schijnt bij de lokale middenstand
afgunstige verwondering te wekken
hoeveel publiek de leeszaal weet te trekken,
terwijl men zelf zo mager is beklant.

Toch is die trek bepaald niet van de gekke,
want wat wordt geleverd in dit pand
is meer dan zelfs een kruideniersgigant
ooit aan zijn clientèle kan verstrekken.

Hier immers ligt in kasten en in rekken
het kostelijkste voedsel voor de hand,
voor thuis alsook voor nuttiging ter plekke:
Het zogenaamde hersenproviand.
De leeszaal is een waar Luilekkerland
voor alle literaire lekkerbekken.

( Uit: Een boekenwurm is een verstandig beest)


Driek van Wissen (1943 – 2010)
Hij was dichter des Vaderlands van 2005 -2009



dinsdag 3 maart 2015

Lezen


Mijn boeken zijn meer
dan gebundeld papier
zoveel meer
dan een paar glazen inkt
op dood hout

het zijn stemmen
die nimmer
de stilte doorbreken

ruisende werelden
plaatsen van rust

het zijn bomen
die tot mij zijn begonnen
te spreken


Ingmar Heytze