Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 27 februari 2014

Een mens heeft er behoefte aan om te lijden,
wanneer hij geen echt verdriet heeft creëert hij het.

José Martí, Cuba
Dichter, schrijver en leider van de Cubaanse onafhankelijkheidsbeweging.
1853 - 1893

zaterdag 22 februari 2014

Wat doe ik hier in Godsnaam

Vorig jaar geschreven door Ds. Carel ter Linden. Geschreven op o.a. een vraag wat hij zijn kinderen zou willen nalaten over hetgeen hij nu geloofde. Ik las de vierde druk van augustus 2013.
Als ondertitel heeft het boek ‘een zoektocht’. Ik vraag mij af of die zoektocht is afgesloten.
Soms denk je dat en vervolgens komt er weer zo’n mooi zin dat ik mij afvraag hoe dat nu werkt in dat brein van hem.

Als ik het boek kort zou moeten typeren is het een humanistisch boek met een religieus sausje. Zonder saus is het evenveel waard. Een atheïst zou zeggen: hij durft het laatste, definitieve stapje voor zichzelf nog niet te nemen maar eigenlijk is hij al ‘daarbuiten’. Het boek ís een ‘daarbuiten’. (p 88) Ogenschijnlijk blijft hij hinken en wat krampachtig hangen aan de verhalen en waarden uit dat oude Boek.
Het grootste probleem voor hem is het lijden in de wereld. Hij weet er evolutionair gezien geen raad mee wanneer God echt zou bestaan. Maar wie weet dat wel? Ik denk ook dat het lijden van zijn vrouw hem over de rand heeft gekickt.

“Wanneer wij de God die in de Bijbel nooit staat aan de kant van de ziekte, maar altijd aan de kant van de zieke, willen zien als dezelfde God die deze wereld en alle leven heeft geschapen met ziekte en natuurrampen als onverbrekelijk daarbij behorend, dan ontkomen wij er inderdaad niet aan om, wat Paulus en Johannes doen, een verklaring te zoeken die deze innerlijke tegenspraak binnen God recht kan doen en met elkaar kan verbinden. Maar nogmaals, ik kan het niet meer.”

De crux zit ‘m in het woordje waarmee de zin begint: ‘Wanneer’. God staat naar mijn mening niet alleen aan de kant van de zieke, maar gebruikt een ziekte. Hij is de Schepper van het hele universum, de eindverantwoordelijke. Anders verval je in dualisme. Ik begrijp ook veel dingen niet maar mijn vertrouwen in de Almachtige is daarom niet weg.
Sinds ter Linden in de evolutietheorie is gaan geloven gelooft hij ook in een evolutie van de ervaring. Hij gelooft dat het Essentiële, zo noemt hij God, niet van buiten de mens komt maar van binnenuit. (p 164). Een paar bladzijden verder (p 171) zegt hij: “Het is mij een stap te ver om hem te beschouwen als het product van ons denken: de mens heeft God niet bedacht, hij heeft hem ontdekt.”
Wat moet je daar mee? Zo zitten er meer, naar mijn gevoel, tegenstrijdigheden in.

In relatie tot het hiernamaals benadrukt hij dat hij niemand iets wil afnemen maar ondertussen doet hij wel erg zijn best. Logisch wel. Soort van zelfhandhaving wat zinloos en doelloos is.
Het laatste hoofdstukje – 'het flinterdunne verschil tussen geloof en ongeloof' - wekt bij mij bevreemding op. Het lijkt wel of hij jaren onder een steen heeft gezeten. Hij zou eens langs moeten gaan bij allerlei religiefora. Daar zijn voortdurend gesprekken tussen gelovigen en ongelovigen.
Dan kan ter Linden denken dat de kloof tussen gelovigen en niet-gelovigen in zijn ogen minder groot is dan zij lijkt en op de manier waarop hij het geloof vormgeeft verschilt dat inderdaad niet zoveel van ongelovigen maar mijn ervaring is:
geloven of niet geloven; een wereld van verschil.
Wat ook een immens verschil maakt is het uitgangspunt: ga je uit van Goddelijke openbaringen of ga je ervan uit dat alle spreken over boven van beneden komt.
Ook dat is een wereld van verschil.

Conclusie; een nostalgisch terugblikkende en mijmerende ex- gelovige schreef een boekje. Wat hij nu precies wel of niet gelooft is mij nog steeds niet echt duidelijk.
Wel grappig: tijdens het lezen van het boek hoorde ik voortdurend zijn keurige stem in mijn hoofd alsof ie mij voorlas.
Voor wie interesse heeft hier de link naar Adieu God met Tijs van den Brink op 6 oktober 2013 waar hij zowaar twintig minuten kreeg.

gerelateerd aan ter Lindenbladzijde

donderdag 20 februari 2014

The Same Old Sun

Soms........wanneer ik toch eens de moeite neem om naar (ouwe gouwe) teksten te luisteren, word ik verrast:

Tell me what to do
Now the light in my life is gone from me
Is it always the same, is the night never ending?
Tell me what to do
All the hopes and the dreams went wrong for me
There's a smile on my face, but I'm only pretending

Taking my life one day at a time
Cause I can't think what else to do
Taking some time to make up my mind
When there's no one to ask but You

The same old sun would shine in the morning
The same bright eyes would welcome me home
And the moon would rise way over my head
And get through the night alone

And the same old sun will shine in the morning
The same bright stars will welcome me home
And the clouds will rise way over my head
I'll get through the night on my own

Tell me what to do
Now there's nobody watching over me
If I seem to be calm, well it's all an illusion
Tell me what to do
When the fear of the night comes over me
There's a smile on my face just to hide the confusion

Taking my life one day at a time
Cause I can't think what else to do
Taking some time to make up my mind
When there's no one to ask but You

The same old sun would shine in the morning
The same bright eyes would welcome me home
And the moon would rise way over my head
I'll get through the night alone

And the same old sun will shine in the morning
And the same bright stars will welcome me home
And the clouds will rise way over my head
I'll get through my life on my own
On my own

Alan Parsons Project

maandag 17 februari 2014

Intouchables

Onaanraakbaren.
Een Franse film uit 2011 gebaseerd op een waar gebeurd verhaal wat ook in boekvorm is verschenen als ‘Le Second Souffle’ geschreven door Philippe Pozzo di Borgo. Eén van de rijkste mannen van Frankrijk. Gespeeld door François Cluzet.
Regie en scenario: Olivier Nakache en Éric Toledano

Tijd geleden dat ik zo heb gelachen. Maar dat komt denk ik ook doordat ik het particuliere verpleegwereldje van binnenuit ken. In Nederland ken ik trouwens geen situaties waarin een onopgeleid mens tot verpleeghulp wordt gebombardeerd maar misschien kan het wel wanneer je maar genoeg geld hebt.
Zorg dus voor een grote kist met geld onder je bed.

Driss, een ex gevangene (gespeeld door Omar Sy) komt bij een sollicitatieprocedure bij Philippe alleen maar langs voor een handtekening zodat hij een bewijs heeft voor zijn sollicitatie en een uitkering kan aanvragen.
Het loopt allemaal iets anders. Philippe, de verlamde intellectueel in de rolstoel ziet wel wat in Driss en vraagt hem als verpleeghulp.
Er ontstaat een ontroerende vriendschap tussen die twee. Wat is dat heerlijk wanneer je (een) verzorger(s) hebt waar het zo mee klikt. Dat kan misschien alleen maar wanneer het op zo’n onconventionele manier ontstaat. De harten staan open. Je merkt het later wanneer Driss afscheid heeft genomen en Philippe het moet doen met professionals. In de film is dat verschil natuurlijk wat extra aangezet want in real life zijn er heus heel leuke, professionele verpleegkundigen........

De film begint met een race door Parijs en gaat dan in een lange flashback hoe het zo is gekomen. Op een gegeven moment ben je weer op dit beginpunt en gaat het verhaal verder naar het einde. Er zit geweldige humor in het verhaal. Alleen daarom al moet je de film vaker kijken. Wanneer Philippe, de rijke intellectueel, in zijn kapitale huis luistert naar het Ave Maria van Schubert loopt de rest van het personeel met joekels van oordoppen rond.
Een klein themaatje op de achtergrond is de kunst.
‘Waarom interesseren mensen zich voor kunst?’ ‘Het is ons enige spoor op onze doortocht op aarde’.
Driss geeft daar dan weer zijn eigen draai aan zodat je toch weer gaat denken aan de kleren van de keizer binnen de wereld die Kunst heet.

Onaanraakbaren. Volgens Wiki heeft dat te make met Dalits uit India. Een groep die uitgesloten is van het kastenstelsel. Outcasts. Dan heb je weinig fantasie nodig om de titel in relatie tot de film te begrijpen.
Mooie muziek van Ludevico Einaudi die de laatste jaren aardig aan de weg timmert.

Kaïn en Abel

Als kind vond ik het verhaal van Kaïn en Abel best wel verwarrend. Om de één of andere reden werd Kaïn zo boos op Abel dat hij hem doodsloeg.
Waarom werd Kaïn zo boos? Omdat hij dacht dat God het offer van Abel wel accepteerde en het zijne niet. Meesters en juffen van (zondag)scholen legde het dat uit als zou Kaïn niet oprecht offeren en Abel wel. Er zijn van die mooie plaatjes waarop de rook van Abels offer linea recta naar boven kringelt en de rook van Kaïn ’s offer afbuigt. Dat accepteerde ik altijd maar toch bleef het ‘rommelen’.
Kort geleden las ik in een artikel van Lody van de Kamp , die weer put uit een midrasj, over de orde in de schepping. Eerst wordt levenloos materiaal geschapen, daarna de flora en nog later de fauna en nog weer later de mensheid. Deze werelden moeten gescheiden blijven. Daarom mogen joden geen kleren dragen van wol en vlas (linnen) samen. Het één komt uit de florale wereld die lager in rangorde staat en wol komt van dieren.
Daar over nadenkend ging mij een licht op. Zou het niet zo kunnen zijn dat Abel aan God iets offerde uit een wereld die hoger in rangorde stond dan de ‘vrucht van het land’ die Kaïn offerde?
Dat de offerbereidheid van Abel groter was dan die van Kaïn? Natuurlijk offerde Kaïn ook naar eer en geweten. Hij had hard gewerkt op dat land. God neemt hem ook later weer in bescherming.
Er zit gewoon weer een les in dat verhaal.

De offerbereidheid van Abraham was nog weer groter omdat hij zelfs zijn zoon, een mens, wilde offeren die nog weer hoger in de rangorde stond. Maar God stak daar toch een stokje voor, Hij wil geen mensenoffers. (Lev. 18:21, 20:2-5, Deut. 12:31 en 18:10) Van de Kamp legt de nadruk op de offerbereidheid van Abraham en iemand als bijvoorbeeld Karen Armstrong legt de nadruk op het leerproces dat Abraham als Sumeriër moest doormaken. God wil in tegenstelling tot de goden van Sumerië en Kanaän geen mensenoffers (In ‘een geschiedenis van God’)

Als gelovige van ook het nieuwe testament is voor mij de lijn wel weer verder te trekken. De offerbereidheid van je eigen leven is dan het hoogste goed dat je kunt geven. En dat deed Jezus.
Hij was ook God, dat moet wel want mensenoffers werden/worden niet geaccepteerd.
Wanneer God vraagt om ons hart dan moeten we dat ook geestelijk verstaan. Het is het hoogste wat we Hem kunnen geven.
Hoe groot is je offerbereidheid?

woensdag 12 februari 2014

Ik wou

Ik wou dat ik mijn mond kon houwen,
Want o....ik klets wat enden weg.
Toch blijf ik alsmaar weer vertrouwen
dat ik óóit nog es iets zinnigs zeg.


Toon Hermans 1916 – 2000

maandag 10 februari 2014

De leesclub voor het einde van het leven

Geschreven door Will Schwalbe in 2012. Ik las.......probeerde te lezen.......de tweede vertaalde Ambo druk uit 2013.
Will Schwalbe richt met zijn moeder een ‘leesclub’ op nadat bij haar pancreaskanker is ontdekt.
Ik ben tot blz. 70 gekomen, daarna heb ik het wat doorgebladerd en weggezet bij de stapel: naar de tweede hands boekenmarkt.

Het boek ziet er prachtig uit; hardcover met leeslint. Daar hou ik zo van. Moesten ze in elk boek doen. Vanwege een positieve recensie heb ik dit boek aangeschaft bij de toen al failliet gaande boekenclub.

Wat een tegenvaller. Maar misschien verwachtte ik er teveel van. Ik verwachtte boekbesprekingen met een bepaalde diepgang zo aan het einde van een mensenleven.
Niet dus. Amerikaanse oppervlakkigheid voert de boventoon.
Wat moet ik met een tussenzin als: “Toen ik een week later op de Frankfurter Buchmesse was belde mijn moeder op – vlak voordat ik gastheer was bij een etentje voor collega-uitgevers – om me te zeggen dat ze vrijwel zeker kanker had.”
Zulke dingen stuiten mij tegen de borst en maken dat ik al gegeten en gedronken heb.

Ergens aan het einde van het boek: “Ik denk vaak aan de dingen die ik van mam heb geleerd. Elke ochtend je bed opmaken, of je er nu zin in hebt of niet. Meteen bedankbriefjes schrijven. Je koffer uitpakken, zelfs als je ergens maar één nachtje blijft. Als je niet tien minuten te vroeg bent, ben je te laat.”

Pffffffft, ik hoop toch eigenlijk wel dat ik mijn kinderen meer nalaat dan dit soort flauwe kul en dat zij een andersoortige levenswijsheid van mij oppikken.

zondag 9 februari 2014

Doubt

Een film uit 2008 met in één van de hoofdrollen Philip Seymour Hoffman. Vorige week is hij overleden aan een overdosis, slechts zes en veertig jaar oud. Hij laat drie kinderen na.
Hij is helemaal niet zo’n aantrekkelijke Hollywood-man maar hij speelde zijn rollen vol overtuiging.
Ik ken hem van 'Magnolia' en van 'Mission Impossible deel III'.....tenminste.....toen zag ik hem bewust en leerde hem waarderen.
De regisseur was John Patrick Shanley. Hij gebruikte voor deze film zijn eigen gelijknamige toneelstuk.

Het verhaal speelt zich af in het jaar van mijn zesde verjaardag in the Bronx in een Katholieke school. Andere hoofdrollen zijn voor Meryl Streep, Amy Adams en Viola Davis.
Deze film lag ook al weer een tijdje te wachten vanwege het thema. Twijfel.
Wat moet je doen als je twijfelt, zo begint pastoor Flynn zijn eerste preek. Wanhoop kan mensen samenbinden zoals bij de moord op Kennedy, maar wanneer je alleen bent met geheimen zoals een ziekte, een erge zonde. Stel je eens voor: het isolement waarin je je bevindt. De zekerheid die je eens had maar intussen bent verloren, die twijfel kan ook een band geven, net zo sterk als zekerheid. Als je je verdwaald voelt ben je niet alleen.
Achteraf begrijp je dat deze preek voor de jonge zwarte misdienaar was die door de pastoor onder zijn hoede is genomen op deze ‘blanke’ school.

Zuster James (Amy Adams) komt iets vreemds op het spoor m.b.t. Donald Miller, de donkere misdienaar en de pastoor en deelt haar bevindingen met Zuster Aloysius (Meryl Streep), die hard, streng, achterdochtig maar rechtvaardig is al heeft ze ook een zacht randje. De band tussen die twee wordt sterker, daardoor wordt de vrolijke zr. James beïnvloed. Voor zr. Aloysius is het voor de hand liggend om de pastoor hiermee te confronteren en wanneer dat niet direct het gewenste effect heeft, regelt ze een gesprek met de moeder van Donald (Viola Davis). Dat wordt een zeer indringend gesprek met weer een apart thema. Maar zr Aloysius aast als een kat op een muis. Overtuigd van haar gelijk, ze twijfelt absoluut niet, zorgt ze ervoor dat de pastoor uit eigen beweging ontslag neemt en wordt overgeplaatst en ze ziet dit ontslag als een bekentenis. Maar klopt dat alles wel?

Indringend is ook de preek van de pastoor over roddel en achterklap. Het is als een opengesneden kussen waarvan de veren alle kanten uitvliegen en niet meer bij elkaar te rapen zijn. Je kunt het niet meer ongedaan maken.
Een leerzame film.


Psalm 15:
Een psalm van David.
HEERE, wie zal verblijven in Uw tent?
Wie zal wonen op Uw heilige berg?
Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt.
Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt.











11-02-14: ik lees net in de krant dat deze film op 28 februari wordt uitgezonden in een 'Philip Seymour Hoffman - weekend'.



zaterdag 8 februari 2014

Een intrigerende uitspraak van Blaise Pascal ( o.a. filosoof 1623 -1662; deel 2, eerste serie, 414)

"Het enige dat ons troost geeft in ons ongeluk is verstrooiing. En desalniettemin vormt juist die ons grootste ongeluk. Want het is vooral de verstrooiing die ons belet over onszelf na te denken en die ons ongemerkt te gronde richt. Zonder haar zouden we ons vervelen en deze verveling zou ons stimuleren naar een betrouwbaarder middel te zoeken om eraan te ontkomen, maar vermaken leiden ons af en maken dat onze dood zich aandient zonder dat we er erg in hebben."


Gelukkig heb ik redelijk op tijd in mijn leven ontdekt dat ik teveel tijd doorbracht met programma’s te bekijken die ik eigenlijk helemaal niet interessant vond; die mijn ene oog ingingen en het andere weer uit. Daar ben ik toen direct mee gestopt. Vanuit een ‘niet-welbevinden’ kun je prima zinnige dingen doen, ook al is af en toe een spelletje best leuk. ( 10 Mahjong bijvoorbeeld *grinnik*)

Hoe zou Pascal de hoeveelheid tv-kanalen en programma’s, sportmogelijkheden, computerspelletjes, flodderboeken en films die wij kennen beoordelen?