Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 29 mei 2012

‘Das Genie wohnt nur eine Etage höher als der Wahnsinn.’
Arthur Schopenhauer (1788-1860)

woensdag 23 mei 2012

Tournee

Wenn Sie das Leben kennen, geben Sie mir doch bitte seine Anschrift
Als u het Leven kent, geeft u mij dan alstublieft zijn adres

Deze diepzinnige spreuk torent uit boven de daken van Weimar waar ik was vanwege een tournee met het amateur symfonieorkest waarvan ik lid ben en wat dit jaar 30 jaar bestaat.
Een van de beste beslissingen in mijn leven is geweest dat ik ooit met alle bijeen vergaarde moed het orkest heb gemaild of ik eens mocht komen kijken. De reactie was al hartverwarmend: welkom en neem meteen je viool maar mee. En zo is het gekomen.
Daarna heb ik nog best veel tijd nodig gehad om me echt thuis te voelen en het gevoel te krijgen dat ik wat te bieden heb. Studeren is leuk en uitdagend geworden door de muziekkeuzes die gemaakt worden. Over verhogen van levensgeluk gesproken….
De week in Weimar, Halle en Leipzig was heerlijk; veel cultuur en veel muziek, omgeven door lieve en leuke mensen variërend in leeftijd van 17 tot 70 jaar.
Weimar is bekend geworden vooral door Goethe und Schiller, Leipzig door natuurlijk Bach en Halle door Händel.
Altijd al ben ik dol op zwarte kriebeltjes op een witte ondergrond; of het nu lettertjes zijn of bolletjes op een stokje. Als ik me goed herinner ben ik met allebei tegelijk begonnen in mijn 5e levensjaar: lezen en muziek maken op mijn sopraanblokfluitje. Om me goed te voelen heb ik een dagelijkse dosering nodig. Net als geluiden, en dan bedoel ik niet het zinloze gekakel van mensen die zichzelf belangrijk voelen en zichzelf graag horen. Er zijn maar weinig menselijke stemmen die mij weten te raken, wat klank betreft.
Er werden stadswandelingen georganiseerd en dan is het wel erg leuk om tijdens zo’n wandeling te stuiten op een aanplakbiljet met de aankondiging van ‘ons’ concert.
Wat architectuur betreft had ik in deze steden veel meer verwacht uit de jugendstilperiode, maar een gids vertelde dat (oost) Duitsland wat conservatief was en van deze stijl niet alles wilde weten. Maar soms verraste een deurkruk mij weer. En natuurlijk de herinnering aan de Belg Henry van de Velde in Weimar, het Bauhaus.
Veel is in verval geraakt door 40 jaar communisme. Maar je ziet wel dat er hard gewerkt wordt om het allemaal weer zo veel mogelijk en in stijl toonbaar te krijgen. Soms gaat het niet meer en moet er worden afgebroken. In plaats daarvan komen moderne gebouwen. Zo wordt het op den duur weer een heel eigen mengelmoes van stijlen.

In Elsevier 19 stond nog een leuk artikel over het nut van muziek. Deze vraag is voor evolutiepsychologen interessant. Voordat de mens ten tonele verscheen zongen de lijsters en nachtegalen al de sterren van de hemel, dus muziek was er eerder dan wij. Maar het nut ervan heeft nog niemand ontdekt. Steven Pinker maakt het helemaal bont: muziek dient nergens toe, het is als drugs een nutteloos iets wat ons heftig kan beroeren.
Maar in die beroering zit volgens mij dan de kneep: wanneer je naar muziek luistert en je daardoor beter gaat voelen dan heeft dat effect op je medemens. Er kan een onzichtbare positieve spiraal ontstaan. Noem dat maar nutteloos.......
Ik zie muziek als een gift van God. En dan natuurlijk alleen de muziek die ik mooi vind…..de rest is muzak.
*grinnik*

Nu maar proberen om die sfeer nog een tijdje vast te houden; door deze reis heeft de Schotse symfonie (nr 3) van Mendelssohn bij mij een apart plekje gekregen door alle associaties die ik er bij krijg. Net als Tschaikovsky’s ‘Souvenir d’un lieu cher’.
Heel toepasselijk.

vrijdag 11 mei 2012

Jezus Sirach 6:
14 Een trouwe vriend is een veilige schuilplaats, wie er een gevonden heeft, heeft een schat gevonden.
15 Een trouwe vriend is onbetaalbaar, tegen zijn waarde weegt niets op.
16 Een trouwe vriend is een krachtig medicijn, wie ontzag heeft voor de Heer vindt zo’n vriend.
17 Wie ontzag heeft voor de Heer zoekt de juiste vrienden uit; zoals hijzelf is, zo zijn zijn vrienden.

Het Goede Doel:
Een keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie
Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom

donderdag 10 mei 2012

De menselijke geest: illusie of werkelijkheid? (5)

Afgelopen week werd Charles Darwin behandeld. (1809 - 1882)
Hij concludeerde dat de mens helemaal niet zo’n bijzonder schepsel is maar slechts een zijtakje van een grote evolutieboom. Dat alle kentheoretische worstelingen slechts hadden geleid tot onnodig scepticisme en spiritualisme.
In mijn studieboek wordt de volgende zin uit Darwin’s notitieboekje (1838) aangehaald: “Plato zegt in de ‘Phaedo’ dat onze noodzakelijke Ideeën voortkomen uit de pre-existentie van onze ziel - lees apen in plaats van pre-existentie.” Eigenlijk vind ik dat wel humoristisch.
Darwin worstelde met de kunst en de menselijke moraal, want hoe kun je deze in verband brengen met de voortplanting en overleven? Daarover had hij wel theorieën: dat kan ontstaan doordat groepen oermensen die loyaal en heldhaftig waren, andere groepen wisten te verslaan.
Sinds die tijd is er veel veranderd, het sociaal darwinisme met zijn eugenetica hebben we gehad. Alhoewel: foetusjes met ‘foutjes’ aborteren we. Een slechte zaak maar DNA repareren om allerlei enge aandoeningen te voorkomen, dat lijkt mij geweldig.
In onze tijd is het Frans de Waal, die aan de wetenschappelijke weg timmert met zijn onderzoeken naar o.a. conflictoplossing, verzoening en empathie onder primaten.
We lazen stukjes van Darwin en van Frans de Waal. Als ik die stukjes van Frans lees dan krijg ik het idee dat beesten toch beter in elkaar steken dan mensen. Dat lijkt zich toch ook een beetje af te tekenen in onze maatschappij: dat de zorg voor dieren beter is dan voor mensen.
“Men kan het niveau van beschaving van een land meten aan de manier waarop dat land met zijn dieren omgaat.”
Dit is een bekende quote van Gandhi. Toch zou ik hem willen veranderen in : “Men kan het niveau van beschaving van een land meten aan de manier waarop dat land met zijn zwakken (o.a. bejaarden en het ongeboren leven) in de samenleving omgaat.” Dat dieren daar dan ook onder vallen is voor mij niet meer dan logisch.
Een voorbeeld: een achterneef van mij is dierenarts en hij verbaast zich over de humane geneeskunde. Wanneer daar een onderzoek naar bijvoorbeeld kanker plaatsvindt dan duurt het een aantal weken voor de uitslag er is. Bij een dier is dat binnen en week.
Vervolgens kwam de vraag op of dieren een Theory of Mind hebben (ToM). Volgens onderzoeken van Call & Tomasello en hun conclusie op basis van reviewonderzoek: chimpansees begrijpen anderen in termen van een perceptie-doel-psychologie in plaats van een volledige opvatting-wens-psychologie zoals bij mensen.
Dus zijn mensen toch in zekere zin uniek. Het boek van Jesse Bering, (het Godsinstinct) dat hierover gaat staat nog ongelezen te wachten in mijn boekenkast.
Tomassello: “Menselijke samenwerking wordt gestructureerd door “gedeelde intentionaliteit”. Vaardigheden en motivaties van gedeelde intentionaliteit constitueren de “samenwerkende infrastructuur van menselijke communicatie”.

Vragen blijven: In een strikt naturalistische levensvisie is er geen doel en speelt blind toeval de grootste rol maar waar komt de idee en de behoefte dan vandaan dat wij een doel hebben en de wens om dat te formuleren??
Is er eigenlijk evolutie aangetoond onder chimpansees of andere primaten?
Hoe kan het dat in de dierenwereld de mannetjes mooier zijn en in de mensenwereld de vrouwtjes.
Ja, dat was een vraag van mijn toen bijna vier-jarige zoon!
Ik wist geen antwoord en dat weet ik nog steeds niet.
Maar Darwins gedachten over de overeenkomsten tussen mens en dier zijn nog steeds niet helemaal uitgekristalliseerd dus wie weet wat er nog in het wetenschappelijke verschiet ligt.
Volgende en laatste keer Charles Taylor en een conclusie. Helaas ben ik er dan niet.

maandag 7 mei 2012

Rg Veda

Een stukje uit de oudste geschreven Veda uit ongeveer 1500 BC. Ik vind het een prachtig stukje omdat het iets geheimzinnigs heeft. Het gaat over het pré begin van alles.
De Bijbel is daar helaas heel karig in. Logisch natuurlijk want niemand was erbij. De overeenkomsten die mij zijn opgevallen zijn het water en de begeerte, die op zichzelf niet slecht is als het maar een goede richting heeft. Dit is mijn eigen vertaling van een Engelse site. (en dat viel niet mee…pffft)

1. Toen was er zijn noch niet - zijn.
Er was geen lucht in de ruimte noch de hemel erboven.
Waarmee was alles bedekt? En waar? Door wat beschermd?
Was er water, de peilloze diepte van water?

2. Dood was er niet noch onsterfelijkheid.
Er was geen teken dat dag en nacht verschilde.
Alleen dat Ene, ademloos, ademde bij Zichzelf.
Iets anders dan dat Ene was er niet.

3. Er was duisternis, in het duister verborgen.
Alles was niet te onderscheiden chaos.
Alles wat bestond was leeg en vormloos,
door de grote kracht van de gloed is de Ene geboren.

4. Toen ontstond er begeerte,
de eerste kiem van de Geest.
En zoekend met hun harten
ontdekten de wijzen het ‘zijn’ in verbondenheid met het ‘niet – zijn’.

5. Overdwars was hun uitgestrekte meetlint,
wat was er boven, en wat eronder?
Er waren verwekkers, er waren machtige krachten,
vrijheid boven en energie onder.

6. Wie weet het,
wie kan verklaren waaruit en hoe dit is geboren en waaruit deze schepping komt?
De goden leefden later.
Wie kan dan weten waaruit het tot aanzijn is gekomen?

7. Hij, de bron waaruit dit is ontstaan
en of het was geschapen of niet, is slechts bekend aan Hem
wiens oog vanuit de hoogste hemel regeert,
Hij weet het of misschien weet Hij het niet.

Rg Veda 10.129

vrijdag 4 mei 2012




De gestage drup holt een steen uit.

donderdag 3 mei 2012

Horatius

Op mijn computer heb ik door de jaren heen allerlei interessante stukken en uitspraken bewaard en opgeslagen. De laatste jaren vermeld ik netjes de herkomst, maar die heb ik niet van alles. Zo ook deze opmerkelijke woorden van Horatius. Waar ik ze vandaan heb mag de alom bekende heer J. weten. Mocht ik auteursrechten schenden dan hoor ik dat graag……………
Horatius leefde van 65 BC – 8 BC en was een Romeinse dichter.
“Of je het goed vindt of niet, of je het al dan niet wenselijk acht, mensen hebben altijd ideeën gehad over
1. hun afkomst,
2. hun feitelijk bestaan en
3. hun bestemming en ze zullen die ideeën altijd hebben.
Ze vertalen vervolgens die ideeën altijd in een ideologie, scharen zich daarna altijd spontaan achter een gemeenschappelijk ideeëngoed en vormen op grond daarvan een beweging of partij.
Ze worden na verloop van tijd binnen die beweging of partij het altijd weer onder elkaar oneens en stichten nieuwe bewegingen en partijen.
Ze uiten hun overtuiging altijd in symbolen en rituelen die hun een identiteit verschaffen en hen onderscheiden van anderen met een andere overtuiging.
Ze willen hun ideologie altijd uitdragen en anderen ertoe overhalen.
Ze hebben het altijd al gedaan, en zullen het blijven doen. Het zit blijkbaar in hun natuur. Ook al probeer je de natuur met geweld te verdrijven, toch blijft ze altijd aanwezig.”
Aldus Horatius.

Grappig wanneer je je zo kunt herkennen in dingen die zo lang geleden ook al ontdekt zijn. Er is echt niets nieuws onder de zon! Alles is al eens bedacht. Je ziet deze bewegingen vooral in de politiek en in kerkverbanden. Bij de laatste gaat alles wat ingewikkelder en moeizamer en zogenaamd met meer gewetensbezwaren maar toch op dezelfde manier en met dezelfde vaart.
Wie lacht niet die den mensch beziet?

woensdag 2 mei 2012

Shosha

Ik blijf nog even in de joodse hoek. Shosha is ook geschreven door I. B. Singer. Op boekenmarkten vind ik altijd van alles. Heerlijk.
In 1974 is ook dit verhaal verschenen in de Jewish Daily Forward onder de naam ‘Soul Expeditions’ en ook deze titel dekt de lading beter, in mijn ogen.
Het verhaal, wat autobiografisch schijnt te zijn speelt zich af in de joodse wijk van Warschau tegen het uitbreken van WO2. Op de achtergrond speelt de spanning van Hitlers opkomst mee en de verwarring die dat met zich meebrengt. Aaron/ Arele Gredinger, zoon van een rabbi wil schrijver/journalist worden maar dat valt niet mee. Wat karakter betreft vind ik hem geen sterke persoonlijkheid. Hij laat zich verleiden tot van alles en nog wat; ook omdat hij voortdurend in geldnood zit. Alleen in zijn liefde voor Shosha is ie duidelijk. Shosha is zijn jeugdvriendinnetje. Zij is in geestelijk en lichamelijk opzicht in groei achtergebleven en kennelijk vindt Aaron dat wel best. Ze is lief, meegaand en kijkt enorm naar hem op.
Om Aaron heen bevinden zich allerlei opmerkelijke mensen zoals: Feitelzohn, een soort van filosoof, Betty, een Amerikaanse actrice met haar man Sam. Dora, zijn eerste vriendin en communiste en het echtpaar Celia en Haiml.

Ondanks het slappe karakter van Aaron, voelde ik door het hele boek heen een bepaalde hardheid, kilheid.
Ik weet het niet precies te omschrijven. De dood hangt er een beetje overheen. Vanuit die wetenschap is het boek, zo denk ik , ook geschreven. Zou een schrijver zo zitten boven zijn manuscript en denken: A en B laat ik leven en C gaat dood? Als een machtige god heersen en beslissingen nemen over leven en dood van je personages?
Eén keer dacht ik dat Singer met zijn wetenschap van de Shoah in de fout ging: in hoofdstuk elf onder kopje 2 zegt Aaron: “…..het is alleen geen troost voor de gemartelde joden in Dachau en in andere helse oorden, moeder”. Maar via de Wikipediapagina las ik dat Dachau al vanaf 1933!! in gebruik was.
In de epiloog die een sprong maakt van 13 jaar en daardoor de oorlog overslaat komt naar voren dat velen van de personages zijn overleden. Ook Shosha.
De eerste en de laatste zin van het boek spraken me zeer aan. “Ik ben grootgebracht met drie dode talen, het Hebreeuws, het Aramees en het Jiddish”…………..en: “We wachten op een antwoord.” Daar tussendoor komt Aaron/ Singer? tot de conclusie dat een vrije wil niet bestaat. Dat de wereld een abattoir en een bordeel is en dat de doden bezitten wat de levenden graag willen: volledige rust en onafhankelijkheid. Best aangrijpend.
Het doel van literatuur? Te voorkomen dat de tijd teloor gaat. (Hoofdstuk 1)
Daarin is hij geslaagd.

dinsdag 1 mei 2012

Dopen

In het ND van 18 april een artikel over de doop. Al eeuwen heerst er een controverse m.b.t. dit onderwerp. Op de verschillende fora kunnen de emoties hoog oplopen wanneer dit onderwerp ter sprake komt: Kinderdoop of geloofsdoop. Nu wordt echter toenadering gezocht tussen verschillende kerken en na Pinksteren 2012 worden er verklaringen ondertekent om elkaars doop te erkennen. Dat is al heel wat. Zoals zo vaak nemen mensen vaak een of/of standpunt in terwijl ik denk dat het en/en is.
Kennelijk is het toch allemaal niet zo eenvoudig uit de Bijbel te destilleren als wordt gedacht. Daarom word ik alleen nog maar witheet wanneer mensen mijn standpunt on-Bijbels vinden en mij beschuldigen van niet zorgvuldig of nauwkeurig lezen. Pas trouwens op wanneer mensen deze woorden gebruiken want dat impliceert dat zij de pretentie hebben het er beter vanaf te brengen. Alsof mensen die tot een andere mening zijn gekomen niet goed lezen en nadenken.
Over hoogmoed gesproken.
Voor beide dopen, de verbondsdoop en de geloofsdoop zijn heel goede argumenten aan te voeren. Er zijn echter ook veel in mijn ogen flutargumenten die regelmatig in de strijd worden geworpen. Zoals de ‘noodzaak’ tot onderdompeling: waarom zou de hoeveelheid water er toe doen? Het is en blijft toch een symbool? Totale onderdompeling is natuurlijk heel aansprekend maar wat mij betreft voor de zwakken in het geloof. Verder de strikte volgorde van onderwijzen, geloven en daarna dopen. Dat lijkt mij in zendingsgebieden heel logisch. Daar begin je niet met kinderen te dopen zoals de RK kerk gewoon was te doen.
Kinderdoop zou niet in de Bijbel voorkomen dus nee. Maar ik lees ook nergens over de doop van de twaalf discipelen. Waarom zou Jezus zelf eigenlijk niet gedoopt hebben?
In de Bijbel is de vader des huizes de verantwoordelijke persoon. Dat gold voor Adam, Abraham en noem maar op. Het hele huis stond onder zijn supervisie. Als de oproep naar Abraham komt om het mannelijke deel van zijn hele huis te besnijden als teken van het verbond dat God met Abraham sloot, dan horen alle mannen en kinderen daarbij. Zelfs de gekochten en de slaven die van een heel ander volk zijn. (Gen 17: 12, 13) Dat is bepaald niet bekrompen denken. Degene die dat niet wil verbreekt het verbond en kan vertrekken. Dus alles wat mannelijk was werd besneden en wat later aan het huis werd toegevoegd door geboorte of werd gekocht werd alsnog besneden. De jongensbaby’s op hun achtste dag.
In het NT betekent dat, in mijn simpele overtuiging, wanneer er staat dat een huis werd gedoopt, dat dan ook iedereen werd gedoopt. Vanwege het geloof van de verantwoordelijke persoon. Wat er later bijkwam door geboorte werd alsnog gedoopt. Daarom spreekt het doopformulier ook van de doop van kinderen van de gelovigen. Het is inclusief denken. Zie Hand 16; 31. Daardoor is het dopen van kinderen een recht en geen plicht.
In onze tijd denken we echter exclusief. Ieder is verantwoordelijk voor zichzelf maar waarom projecteren we dat dan terug op het NT?
Kortgeleden is bij ons een twaalfjarige jongen op eigen verzoek gedoopt. Dat was een prachtige, aangrijpende dienst. Was deze jongen nu te jong of te oud? Zou er een grens moeten zijn maar waar zou die grens dan moeten liggen?
Onze huidige predikant heeft over de doop een boekje geschreven. Met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ik het nog? niet heb gelezen.
Zwak punt in het doopformulier blijft voor mij de opmerking dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Zoals de besnijdenis een teken van het (oude) verbond is, zou de doop een teken van het nieuwe verbond zijn, maar volgens Lukas 22: 20 is de (avondmaals) beker het teken van het nieuwe verbond. Ik begrijp niet waarom dat bij het hertalen van het formulier niet is gecorrigeerd.
Volgens Petrus is het water van de doop een tegenbeeld van het vernietigende water van de zondvloed en een bede/wens van een goed geweten.
Maar dat is dan juist voor kinderen een prachtige bede/wens, lijkt mij.
Verder is de geloofsdoop natuurlijk wat directer, zoals bij de Ethiopiër die door Filippus werd gedoopt. Hij geloofde op basis van één Bijbelboek en dat was genoeg om gedoopt te worden.
In de brief aan Timotheüs (6: 12) echter prijst Paulus Timotheüs dat hij ‘een goede belijdenis heeft beleden tegenover vele getuigen’…..…geen woord over een doop. Paulus lijkt er zelfs ergens trots op te zijn dat hij er zo weinig heeft gedoopt. (1 Kor 1:14) Zou dat komen door de uitspraak van verschillende joden dat zij gedoopt zijn ‘in de doop van Johannes’? (Hand 19:3)
Dat het gecompliceerd ligt is ook op te maken uit Hebr 6:2 waar gesproken wordt over ‘de leer der dopen‘. Teruglezend in Hand 8: 16 en 19: 3 maken helder dat er verschillende manieren waren ondanks dat Efeze 4 : 5 spreekt over één doop. Mijn conclusie: Er zijn verschillende manieren van denken en dopen, laten we die eenvoudigweg van elkaar erkennen.
Het wordt hoog tijd.